YAMAHA YZF-R1 2001 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU03244
Snelheidsmeterunit De snelheidsmeterunit is voorzien het vol-
gende:l
een digitale snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
l
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand aangeeft)
l
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
l
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
l
een klok
Weergave kilometerteller en rittellers
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave volgens onderstaande
volgorde tussen kilometerteller “ODO” en
de rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”.
ODO
® TRIP 1
® TRIP 2
® ODO
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau aan gaat (zie pagina 3-2), wordt over-
geschakeld van kilometertellerweergave
naar brandstofreserve ritteller weergave
“TRIP F” en wordt de afgelegde afstand
vanaf dat punt gemeten. In dat geval wordt
door indrukken van de “SELECT”-toets ge-
wisseld tussen de diverse weergaven van
rittellers en kilometerteller, volgens onder-
staande volgorde:
TRIP F
® TRIP 1
® TRIP 2
® ODO
®
TRIP FOm een ritteller terug te stellen selecteert u
deze eerst door de “SELECT”-toets in te
drukken, waarna de “RESET”-toets min-
stens 1 seconde ingedrukt wordt gehou-
den. Wanneer u de brandstofreserve
ritteller niet zelf met de hand op nul terug-
stelt, wordt deze zodra na het tanken 5 km
is gereden automatisch teruggesteld en
verschijnt de “TRIP 1” ritteller weer.
Klokweergave
Om de weergave te wijzigen naar klokmode
drukt u de “SELECT”-toets minstens een
seconde lang in.
Om terug te gaan naar de voorgaande
weergave drukt u op “SELECT”-toets.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/brandstofreserve rittel-
ler/klok
3. “RESET”-toets
4. “SELECT”-toets
D_5jj.book Page 6 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 22 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
Om de klok op tijd te zetten:
1. Houd de “SELECT”- en “RESET”-toet-
sen tegelijkertijd minstens twee se-
conden lang ingedrukt.
2 Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, druk dan op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
DAU00101
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
DC000003
LET OP:@ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 11.750 tpm en hoger @
DAU03271
Zelfdiagnosesystemen Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor de volgende elektrische cir-
cuits.l
gasklepsensor
l
rijsnelheidssensor
l
EXUP-systeem
Als een van deze circuits defect is, zal de
toerenteller bij herhaling de volgende fout-
code weergeven:
CB-23D
1. Toerenteller
2. Rode zone
3 sekonden
lang: 0 tpm
2,5 sekonde
lang: het ken-
merkende dia-
gnose-toerental
voor het defekte
circuit (zie het
onderstaande
schema)
3 sekonden
lang: het
feitelijke
toerental
D_5jj.book Page 7 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 23 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
Gebruik het schema hierna om het defecte
elektrisch circuit te identificeren.CB-26DAls de toerenteller een dergelijke foutcode
weergeeft, noteer dan de circuitnumme-
raanduiding aangegeven in tpm en vraag
een Yamaha dealer de motor te controle-
ren.
DC000004
LET OP:@ Wanneer de toerenteller een foutcode
aangeeft, moet de motorfiets zo spoedig
mogelijk worden gecontroleerd om mo-
torschade te voorkomen. @
Dit model is bovendien uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het circuit van
het waarschuwingslampje brandstofniveau.
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau defect is, wordt de volgende cyclus
herhaald totdat de storing is opgeheven:
Het waarschuwingslampje knippert acht
keer en dooft dan gedurende drie secon-
den. Vraag in dat geval een Yamaha dealer
de motorfiets te controleren.
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
Diagnose-
toerental
Defect circuit
3.000 tpm
Gasklepsensor
4.000 tpm
Rijsnelheidssensor
7.000 tpm
EXUP-systeem
D_5jj.book Page 8 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 24 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “ ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU01238
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, de instrumentenver-
lichting en de achterlichten in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “ ” om ook
de koplamp in te schakelen.
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
D_5jj.book Page 9 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 25 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:@ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. @
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-23 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
D_5jj.book Page 10 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 26 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU00161
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
stelwiel tegenover het pijlteken staat op de
koppelingshendel.
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU02935
Vuldop brandstoftank Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
1. Remhendel
2. Stelwiel voor afstelpositie remhendel
3. Pijlteken
a. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1. Rempedaal
1. Sluitplaatje tankdopslot
2. Ontgrendelen.
D_5jj.book Page 11 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 27 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKING:@ De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is. @
DWA00025
WAARSCHUWING
@ Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. @
DAU01183
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp, zoals ge-
toond in de afbeelding.
DW000130
WAARSCHUWING
@ l
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
l
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
@
DAU00185
LET OP:@ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. @
DAU00191
OPMERKING:@ Als de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
met een hoger octaangetal. @
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met een
octaangetal (RON) van minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
18 L
Reservehoeveelheid:
3,8 L
D_5jj.book Page 12 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 28 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU02955
Tankbeluchtingsslang Alvorens de motorfiets te gebruiken:l
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.
l
Controleer de tankbeluchtingsslang
op scheuren of beschadiging en ver-
vang zo nodig.
l
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang niet verstopt is en
reinig die zo nodig.
DAU02976
Chokehendel Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting
b om de
choke uit te zetten.
1. Tankbeluchtingsslang
1. Chokehendel
D_5jj.book Page 13 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 29 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU01890
Zadels Motorrijderzadel
Verwijderen van het motorrijderzadel Licht het motorrijderzadel op aan de achter-
ste hoeken zoals afgebeeld, verwijder de
bouten en neem het zadel los.Aanbrengen van het motorrijderzadel
Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van
het motorrijderzadel in de zadelbevestiging
zoals afgebeeld, plaats het zadel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de bouten
aan.Duozadel
Verwijderen van het duozadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai linksom.
2. Houd de sleutel in deze stand vast,
trek het duozadel aan de voorzijde
omhoog en trek dan het zadel naar vo-
ren.
1. Bout (´ 2)
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Duozadelslot
2. Ontgrendelen.
D_5jj.book Page 14 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page 30 of 116

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
Aanbrengen van het duozadel1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het duozadel in de zadelbeves-
tiging zoals afgebeeld en druk dan de
voorzijde van het zadel omlaag om te
vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.OPMERKING:@ Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden. @
DAU03159
Helmbevestigingen De helmbevestigingen bevinden zich aan
de onderzijde van het duozadel.
Om een helm aan een helmbevestiging
te bevestigen
1. Verwijder het duozadel. (Zie
pagina 3-14 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen.)
2. Maak de helm vast aan een helmbe-
vestiging en breng dan het duozadel
stevig aan.
DWA00015
WAARSCHUWING
@ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. @Om de helm los te maken van een helm-
bevestiging
Verwijder het duozadel, neem de helm los
van de helmbevestiging en breng het zadel
weer aan.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Helmbevestiging (´ 2)
D_5jj.book Page 15 Friday, September 8, 2000 3:29 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 120 next >