YAMAHA YZF-R1 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU04554
Multifunctioneel display Het multifunctioneel display toont de vol-
gende voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand aangeeft)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brand-
stofreserve aan ging)
een klok
een voorziening voor zelfdiagnose
een instelfunctie voor displayhelder-
heid en een controlelampje voor mo-
tortoerental
OPMERKING:_
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de toetsen
“SELECT” en “RESET” gebruikt.
Alleen voor Groot-Brittannië: Om de
weergave voor snelheidsmeter en ki-
lometerteller/ritteller te wisselen tus-
sen kilometers en mijlen, moeten de
“SELECT”-toets en de “RESET”-toets
beide gedurende minstens twee se-
conden worden ingedrukt.
_
Kilometerteller- en ritteller-mode
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave volgens onderstaande
volgorde tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en ritteller-mode “TRIP 1” en
“TRIP 2”.
ODO
→ TRIP 1
→ TRIP 2
→ ODO
Als het controlelampje brandstofniveau
aangaat (zie pagina 3-2), wisselt de kilome-
terteller weergave automatisch naar brand-
stofreserve ritteller “F-TRIP”-weergave en
wordt de afgelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. In dat geval wordt door in-
drukken van de “SELECT”-toets gewisseld
tussen de diverse weergaven van rittellers
en kilometerteller, volgens onderstaande
volgorde:F-TRIP
→ TRIP 1
→ TRIP 2
→ ODO
→ F-TRIP
1. Multifunctioneel display
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
D_5pw_Functions.fm Page 6 Tuesday, December 11, 2001 8:49 AM
Page 22 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
Om de ritteller terug te stellen selecteert u
deze eerst door de “SELECT”- toets in te
drukken, waarna de “RESET”-toets min-
stens 1 seconde ingedrukt wordt gehou-
den. Wanneer u de brandstofreserve
ritteller niet zelf met de hand op nul terug-
stelt, wordt deze automatisch teruggesteld
zodra na het tanken 5 km is gereden en
verschijnt de vorige weergavemode weer.
Klokweergave
Draai de sleutel naar “ON”.
Om de weergave te wijzigen naar klokmode
drukt u de “SELECT”-toets minstens een
seconde lang in.
Om terug te gaan naar de voorgaande
weergave drukt u op “SELECT”-toets.
Om de klok op tijd te zetten:
1. Houd de “SELECT”- en “RESET”-toet-
sen tegelijkertijd minstens twee se-
conden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, druk dan op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, gaat het
waarschuwingslampje voor motorstoring
branden en toont het multifunctionele dis-
play een foutcode van 2 cijfers (bijv. 11, 12,
13).
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer de motorfiets na
te zien.
DCA00127
LET OP:_ Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de motorfiets zo spoedig
mogelijk worden gecontroleerd om mo-
torschade te voorkomen. _
D_5pw.book Page 7 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 23 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
Instelfunctie voor displayhelderheid en
controlelampje voor motortoerental
Deze instelfunctie schakelt door vijf re-
gelfuncties heen, zodat u de volgende in-
stellingen kunt selecteren volgens
onderstaande volgorde.
1. Displayhelderheid: Met deze functie
regelt u de helderheid van het multi-
functionele display, afgestemd op het
aanwezige daglicht.2. Werking van controlelampje motortoe-
rental: Met deze functie kiest u of het
controlelampje geactiveerd moet wor-
den en of het bij activering moet knip-
peren of continu moet branden.
3. Activering van controlelampje motor-
toerental: Via deze functie kiest u het
motortoerental waarbij het controle-
lampje geactiveerd zal worden.
4. Deactivering van controlelampje mo-
tortoerental: Via deze functie kiest u
het motortoerental waarbij het contro-
lelampje gedeactiveerd zal worden.
5. Helderheid van controlelampje motor-
toerental: Met deze functie regelt u de
helderheid van het controlelampje vol-
gens uw voorkeur.
OPMERKING:_
Om via deze instelfunctie een wille-
keurige instelling te doen, moet u alle
functies doorlopen. Als u echter de
sleutel naar “OFF” draait of de motor
start voordat de procedure is voltooid,
worden alleen de instellingen geacti-
veerd die u deed voordat de
“SELECT”-toets de laatste maal werd
ingedrukt.
In deze weergave toont het multifunc-
tionele display de actuele instelling
voor elke functie (behalve voor de
functie activeertoerental controlelamp-
je motortoerental).
_
1. Controlelampje motortoerental
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
D_5pw.book Page 8 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 24 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
Om de displayhelderheid in te stellen1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk de “SELECT”-toets in en houd
deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht dan
vijf seconden en laat de “SELECT”-
toets los.
4. Druk de “RESET”-toets in om de ge-
wenste displayhelderheid te kiezen.
5. Druk de “SELECT”-toets in om het ge-
selecteerde niveau voor displayhel-
derheid te bevestigen. De instelfunctie
gaat over naar de functie activering
controlelampje motortoerental.Instellen van de functie activering controle-
lampje motortoerental1. Druk de “RESET”-toets in om een van
de volgende instellingen voor active-
ring van het lampje te kiezen:
a. Het controlelampje gaat bij activering
continu branden. (Deze instelling is
geselecteerd wanneer het controle-
lampje aan blijft.)
b. Het controlelampje gaat bij activering
knipperen. (Deze instelling is geselec-
teerd wanneer het controlelampje vier
keer per seconde knippert.)
c. Het controlelampje is gedeactiveerd,
het zal dus niet continu branden of
knipperen. (Deze instelling is actief
wanneer het controlelampje één keer
per twee seconden knippert.)
2. Druk de “SELECT”-toets in om de ge-
selecteerde activering voor het contro-
lelampje te bevestigen. De
instelfunctie gaat over naar de functie
activeertoerental controlelampje mo-
tortoerental.Instellen van de functie activeertoerental
controlelampje motortoerentalOPMERKING:_ Het activeertoerental voor het controle-
lampje kan worden ingesteld tussen 7.000
en 12.000 r/min, in stappen van 500 r/min. _1. Druk de “RESET”-toets in om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten activeren.
2. Druk de “SELECT”-toets in om het ge-
selecteerde motortoerental te bevesti-
gen. De instelfunctie gaat over naar de
functie deactivering controlelampje
motortoerental.
D_5pw.book Page 9 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 25 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
Instellen van de functie deactivering contro-lelampje motortoerentalOPMERKING:_
De deactivering van het controlelamp-
je kan worden ingesteld tussen 7.000
en 12.000 r/min, in stappen van
500 r/min.
Denk eraan dat de deactiveerfunctie
op een hoger toerental moet worden
ingesteld dan de activeerfunctie, an-
ders zal het controlelampje motortoe-
rental gedeactiveerd blijven.
_1. Druk de “RESET”-toets in om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten deactiveren.
2. Druk de “SELECT”-toets in om het ge-
selecteerde motortoerental te bevesti-
gen. De instelfunctie gaat over naar de
functie helderheid controlelampje mo-
tortoerental.Instellen van helderheid controlelampje
motortoerental1. Druk de “RESET”-toets in om de ge-
wenste helderheid van het controle-
lampje te kiezen.
2. Druk de “SELECT”-toets in om het ge-
selecteerde helderheidsniveau van
het controlelampje te bevestigen. De
multifunctionele display gaat terug
naar de weergaven kilometerteller, rit-
teller of klok.
D_5pw.book Page 10 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 26 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU00101
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
DC000003
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 11.750 tpm en hoger _
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU04553
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om met de kop-
lampen een lichtsignaal te geven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
1. Toerenteller
2. Rode toerentellerzone
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
4. Claxonschakelaar “”
D_5pw.book Page 11 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 27 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03890
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU04557
Lichtschakelaar “//”
Zet deze schakelaar in de stand “”
om de parkeerlichten, het achterlicht, de in-
strumentenverlichting en de kentekenver-
lichting in te schakelen. Zet de schakelaar
in de stand “” om ook de koplampen in
te schakelen. Zet de schakelaar in de stand
“” om alle verlichting uit te schakelen.
DAU00143
Startknop “”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Lichtschakelaar “//”
3. Startknop “”
D_5pw.book Page 12 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 28 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-26 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU00161
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
stelwiel tegenover het pijlteken staat op de
koppelingshendel.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
1. Remhendel
2. Stelwiel voor afstelpositie remhendel
3. Pijlteken
a. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
D_5pw.book Page 13 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 29 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU04068
Vuldop brandstoftank Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Neem de sleutel uit en sluit dan het
slotplaatje.
OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is. _
DWA00025
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
1. Rempedaal
1. Slotplaatje tankdopslot
2. Ontgrendelen.
D_5pw.book Page 14 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 30 of 120
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
DW000130
WAARSCHUWING
_
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
DAU00185
LET OP:_ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. _
DAU04518
DCA00104
LET OP:_ Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem. _
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND LOODVRIJE
SUPERBENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
17 L
Nog overgebleven hoeveelheid
zodra het waarschuwingslampje
brandstofniveau aan gaat:
3,3 L
D_5pw.book Page 15 Friday, December 7, 2001 2:18 PM