YAMAHA YZF-R3 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Page 11 of 98
Veiligheidsinformatie
1-5
1
Controleer of de brandstofkraan (in-
dien aanwezig) in de uitstand staat en
er geen brandstoflekkage is.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UBR5D0D0.book Page 5 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 12 of 98
Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
14532
7689
10
1. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)
2. Hoofdzekering (pagina 6-31)
3. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
4. Vergrendeling duozadel (pagina 3-18)
5. Opbergcompartiment (pagina 3-21)
6. Stelring voor veervoorspanni
ng schokdemperunit (pagina 3-22)
7. Schakelpedaal (pagina 3-13)
8. Olieaftapplug (pagina 6-9)
9. Oliefilterpatroon (pagina 6-9)
10.Filterbus (pagina 6-9)
UBR5D0D0.book Page 1 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 13 of 98
Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
4
9
123
8765
1. Zekeringenkastje (pagina 6-31)
2. Accu (pagina 6-30)
3. Tankdop (pagina 3-15)
4. Koplamp (pagina 6-33)
5. Olievuldop (pagina 6-9)
6. Kijkglas olieniveau (pagina 6-9)
7. Rempedaal (pagina 3-14)
8. Remlichtschakelaar (pagina 6-20)
9. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-22)
UBR5D0D0.book Page 2 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 14 of 98
Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedienin gen en instrumenten
12345678
1. Koppelingshendel (pagina 3-12)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-11)
3. Multifunctionele meter (pagina 3-4)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-22)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-11)
7. Gasgreep (pagina 6-15)
8. Remhendel (pagina 3-13)
UBR5D0D0.book Page 3 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 15 of 98
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-1
3
DAU10462
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU62480 (aan)
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING
De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “ ” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU54301 (uit)
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA16371
Draai de sleutel on der het rij den nooit
naar “ ” of “LOCK”. Hier door wor den
d e elektrische systemen uit geschakel d,
wat mo gelijk kan lei den tot verlies van
d e controle of een on geval.
DAU60863LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Zet de sleutel in de stand “ ”, druk
de sleutel in en draai deze dan naar
“LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Om het stuur te ontgrendelen
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Drukken.
2. Draaien.
12
12
UBR5D0D0.book Page 1 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 16 of 98
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-2
3
Druk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “ ”.DAU4939C
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11022Controlelampje
richtin gaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU62530Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ ” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet gaan branden en aan
blijven totdat de motor is gestart.
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4. Controlelampje schakelmoment
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
7. ABS-waarschuwingslampje “ ”
56
3124
km/hkm/L
L/100km
7
MPHmileMPG
ABS
UBR5D0D0.book Page 2 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 17 of 98
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ ”
wordt gedraaid, vraag dan een Yamaha
dealer om het elektrische circuit te contro-
leren.
LET OP
DCA21210
Als het waarschuwin gslampje gaat
b ran den terwijl de motor draait, zet d e
motor dan onmi ddellijk uit en controleer
het olieniveau. Als het olieniveau bene-
d en het minimumniveau staat, vul d an
vol doen de olie van de aan bevolen soort
b ij tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwin gslampje olie druk blijft bran den
terwijl het olieniveau in or de is, zet d an
onmi ddellijk de motor af en laat het
voertui g controleren door een Yamaha-
d ealer.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje niet uitgaat
nadat de motor is gestart, controleer dan
het motorolieniveau en vul indien nodig olie
bij. (Zie pagina 6-9.)
Als het waarschuwingslampje blijft branden
nadat u olie hebt bijgevuld, vraag dan een
Yamaha-dealer om het voertuig te contro-
leren.
DAU78310Waarschuwin gslampje
motorstorin g“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ ” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan. Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ ”
wordt gedraaid of wanneer het blijft bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer de ma-
chine te controleren.
DAU51662ABS-waarschuwin
gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of hog er wordt g ered en, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.
ABS
UBR5D0D0.book Page 3 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 18 of 98
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-4
3
OPMERKING
Als de startknop wordt ingedrukt terwijl de
motor draait gaat het ABS-waarschu-
wingslampje branden, maar dit duidt niet
op een storing.
DAU62470Controlelampje schakelmoment
Dit controlelampje kan zo worden ingesteld
dat het bij de gewenste motortoerentallen
aan- of uitgaat en wordt gebruikt om aan te
geven wanneer naar de volgende hogere
versnelling moet worden geschakeld. (Zie
pagina 3-9 voor een uitgebreide uitleg over
dit controlelampje en het instellen daarvan.)
Het elektrische circuit van het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ ” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet oplicht wanneer
u de sleutel naar “ ” draait of blijft bran-
den, laat dan het elektrische circuit contro-
leren door een Yamaha dealer.
DAUN1470
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in de instellin gen van d e
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
De multifunctionele me ter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een klok
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een aanduiding voor de ingeschakel-
de versnelling
een multifunctioneel display
een controlelampje schakelmoment
1. Toets “SEL”
2. Toets “RES”
3. Toerenteller
4. Brandstofniveaumeter
5. Controlelampje schakelmoment
6. Klok
7. Aanduiding ingeschakelde versnelling
8. Snelheidsmeter
9. Multifunctioneel display
10.Temperatuurmeter koelvloeistof
1091 3
246578
km/hkm/L
L/100kmMPH
mileMPG
UBR5D0D0.book Page 4 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 19 of 98
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
OPMERKING
Voor Verenigd Koninkrijk: om te wisselen
tussen de kilometer- en mijlenweergave
van de snelheidsmeter en het multifunctio-
nele display houdt u de “SEL”-toets een se-
conde lang ingedrukt.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ ” wordt gedraaid,
slaat de toerenteller uit tot het hoogste toe-
rental en keert daarna weer terug naar nul
om het elektrische circuit te testen.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet d raaien terwijl de toe-
renteller in d e rode zone wijst.
Ro de zone: 12500 tpm en ho ger
Klok
De klok geeft de tijd weer in een 12-uursin-
deling.
De klok instellen
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Houd de “SEL”-toets en de “RES”-
toets tegelijkertijd minstens twee se-
conden lang ingedrukt.
3. Als de urenaanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RES”-toets om
de uren in te stellen.
4. Druk op de “SEL”-toets en de minu-
tenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Druk op de “RES”-toets om de minu- ten in te stellen.
6. Druk op de “SEL”-toets en laat deze dan los om de klok te starten.
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
21
km/hkm/L
L/100kmMPH
mileMPG
1. Klok
1. Brandstofniveaumeter
1
1
UBR5D0D0.book Page 5 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 20 of 98
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-6
3
Als de sleutel naar “ ” wordt gedraaid,
slaan de segmenten van de brandstofni-
veaumeter eenmaal uit tot het hoogste ni-
veau en keren daarna terug naar het
huidige niveau om het elektrische circuit te
testen.
De displaysegmenten van de brandstofni-
veaumeter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het laatste segment begint te
knipperen, dient u zo snel mogelijk te tan-
ken.
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit van de brandstofni-
veaumeter, gaat de brandstofniveaumeter
knipperen.
Temperatuurmeter koelvloeistof
De temperatuurmeter koelvloeistof geeft de
temperatuur van de koelvloeistof aan.
Als de sleutel naar “ ” wordt gedraaid,
slaan de segmenten van de digitale tempe-
ratuurmeter koelvloeistof eenmaal uit tot de
hoogste temperatuur en keren daarna te-
rug naar “C” om het elektrische circuit te
testen.
Als het laatste segment aan de rechterkant
knippert, stop dan het voertuig, stop ver-
volgens de motor en laat de motor afkoe-
len. (Zie pagina 6-40.)
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl d eze
oververhit is.
OPMERKING
De koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk
van de weersomstandigheden en de mo-
torbelasting.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “ ” en door het vrij-
standcontrolelampje.
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: een kilometerteller
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
1
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1. Multifunctioneel display
12
MPH
km/h
km
1
UBR5D0D0.book Page 6 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM