YAMAHA YZF-R3 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: YZF-R3, Model: YAMAHA YZF-R3 2018Pages: 98, PDF Size: 3.7 MB
Page 51 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-6
6
13 Aandrijfkettin g• Controleer de spanning, uitlij-
ning en conditie van de aan-
drijfketting.
• Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen. Elke 800 km (500 mi) en nadat
de motorfiets is gewassen of
ermee in de regen of vochtige gebieden is gereden
14 *Balhoof dla gers • Controleer of de lagers loszit-
ten. √√ √
• Smeren met gematigde hoe- veelheid lithiumvet. √√
15 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet. √√√√√
16 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
17 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
19 Scharnieras van
schakelpe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
20 Zijstan daar d • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
21 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking en ver-
vang indien nodig. √√√√√√
22 *Vo or v o r k • Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
• Vervang indien nodig. √√√√
23 *Schok demperunit • Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
• Vervang indien nodig. √√√√
24 Motorolie •
Verversen (warm de motor op
alvorens olie af te tappen).
• Controleer het olieniveau en controleer de machine op olie-
lekkage. Bij het eerste interval en
telkens wanneer de indi-
cator olieverversing gaat
knipperen of branden [el- ke 5000 km (3000 mi)]. √
25 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
UBR5D0D0.book Page 6 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 52 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-7
6
DAU72800
OPMERKING
Luchtfilter
• Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Rei- nig dit niet met perslucht om beschadiging te voorkomen.
• Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of
stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige on derdelen van de hoofdremcilinders en de
remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge-
scheurd of beschadigd.
26 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√√
• Verversen. Elke 3 jaar
27 *Voor- en achter-
remschakelaar
• Controleer de werking.
√√√√√√
28 *Bewe
gen de delen
en kab els •Smeren.
√√√√√
29 *Gas
greephuis en
g aska bel • Controleer werking en vrije
slag.
• Stel de vrije slag van de gaska- bel af indien nodig.
• Smeer het gasgreephuis en de gaskabel. √√√√√
30 *Lampen, richtin
g-
aanwijzers en
schakelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.6 6 12 18 24
UBR5D0D0.book Page 7 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 53 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-8
6
DAU19643
Controleren van de bou gies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie. Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
Voor
geschreven bou gie:
NGK/LMAR8A-9
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13.0 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
UBR5D0D0.book Page 8 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 54 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-9
6
DAU36112
Filter bus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU62632
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas voor het
motorolieniveau rechtsonder in het
carter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
4 21
3
UBR5D0D0.book Page 9 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 55 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-10
6
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKING
Sla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
5. Verwijder de oliefilterpatroon met eenoliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
6. Smeer een dun laagje schone motor- olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
21
1 2
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:
Oliefilterpatroon: 17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
1
UBR5D0D0.book Page 10 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 56 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-11
6
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
OPMERKING
Plaats de nieuwe pakking zoals getoond.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe-veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje oliedruk uitgaan.
LET OP
DCA20860
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olie druk knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha- dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.
11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
Aanhaalmoment:Olieaftapplug:
20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing: 1.80 L (1.90 US qt, 1.58 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 2.10 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)
2
1
UBR5D0D0.book Page 11 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 57 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-12
6
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN0690Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het zijstroomlijn-
paneel links en de afdekking van het
koelvloeistofreservoir om toegang te
krijgen tot het koelvloeistofreservoir.
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijd er alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om d e radiator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162] LET OP: Als er g een
koelvloeistof aanwezi g is, g eb ruik
d an in plaats d aarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Koelvloeistofreservoir
1
2
3
1. Zijstroomlijnpaneel links
2. Bout
1. Bout
2. Kap koelvloeistofreservoir
2
1
2 2
2
1
UBR5D0D0.book Page 12 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 58 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-13
6
ter, dit is scha delijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet b e-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
5. Breng de afdekking van het koelvloei- stofreservoir aan.
6. Monteer het zijstroompaneel links
door de bouten aan te brengen.
OPMERKING
Steek de uitsteeksels van het stroomlijnpa-
neel in de gleuven, zie de afbeelding.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor warm is.
[DWA10382]
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
3. Zijstroomlijnpaneel links
3
12
2
1
UBR5D0D0.book Page 13 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 59 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-14
6
DAU62650
Luchtfilterelement vervan gen en
aftapslan g reini gen
Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfil terelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Verder moet de aftapslang van het luchtfil-
ter regelmatig worden gecontroleerd en ge-
reinigd.
Om het luchtfilterelement te vervan gen
1. Verwijder het linkerzijpaneel door de
bouten los te halen.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
3. Trek het luchtfilterelement uit. 4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
6. Monteer het linkerzijpaneel door de
bouten aan te brengen.
Reini gen van d e luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de aftapslang aan
de voorkant van het luchtfilterhuis wa-
ter of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los als er vuil of water in zit, reinig hem grondig en breng op-
nieuw aan.
1. Linkerzijpaneel
2. Bout
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
2
2
1
1
2
2
1. Luchtfilterelement
1. Aftapslang luchtfilter
1
1
UBR5D0D0.book Page 14 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 60 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-15
6
DAU21386
De vrije sla g van d e gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin g
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sl ag van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UBR5D0D0.book Page 15 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM