YAMAHA YZF1000 2000 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-7
3
DAU00106
DiagnosefunktieDit model is voorzien van een zelfdiagnose-
funktie voor de volgende circuits.l
Gasklep stand-sensorcircuit (T.P.S.)
l
Uiteindelijk uitlaatvermogen-klepcir-
cuit (EXUP)
l
Brandstofnivo-indikatorcircuit
Mocht er een storing optreden in een van
deze circuits, dan zal de toerenteller om en
om de volgende diagnose-aanduidingen te
zien geven:
CB-53D
In dit schema kunt u aflezen welk circuit de-
fekt is, aan de hand van het kenmerkende
diagnose-toerental dat wordt aangegeven.CB-54DAls uw toerenteller de bovenstaande reeks
diagnose-aanduidingen te zien geeft, no-
teer dan het aangegeven diagnose-toeren-
tal en breng uw motorfiets ter reparatie naar
een Yamaha dealer.
DC000004
LET OP:@ Om schade aan de motor te voorkomen,
dient u vooral zo snel mogelijk een
Yamaha dealer te raadplegen als uw toe-
renteller een steeds wisselende reeks
toerentallen te zien geeft. @
DAU01652
Koelvloeistoftemperatuur-meterDeze meter geeft de temperatuur van de
koelvloeistof aan, als de kontaktslot-scha-
kelaar op “ON” staat. De temperatuur van
de motor is afhankelijk van de weersom-
standigheden en van de mate waarin de
motor belast wordt. Als de naald van de
meter in het rode gebied komt, stop de mo-
torfiets dan onmiddellijk en laat de motor af-
koelen. (Zie blz. 6-11 voor meer details.)
DC000002
LET OP:@ Als de motor oververhit is, stop dan on-
middellijk met rijden. @
3 sekonden
lang: 0 tpm
2,5 sekonde
lang: het ken-
merkende dia-
gnose-toerental
voor het defekte
circuit (zie het
onderstaande
schema)
3 sekonden
lang: het
feitelijke
toerental
Diagnose-
toerental
Defekt circuit
3,000 tpm
Gasklep-sensorcircuit (T.P.S.)
7,000 tpm
Uiteindelijk uitlaatvermogen-
klepcircuit (EXUP)
8,000 tpm
Brandstofnivo-indikatorcircuit
1. Koelvloeistoftemperatuur-meter
2. Rode gebied
D_4sv_Functions.fm Page 7 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 22 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-8
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Inhaal-schakelaar “PASS”
Druk op de schakelaar om het signaallicht
te bedienen.
DAU00121
Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.
DAU00127
Richtingaanwijzer-schakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha-
kelen, duwt u de schakelaar naar “ ”.
Om de linker-richtingaanwijzer in te schake-
len, duwt u de schakelaar naar “ ”. Als u
de schakelaar loslaat, keert deze terug naar
de middenpositie. Om de richtingaanwijzer
weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in,
terwijl deze in de middenpositie staat.
DAU00130
Klaxon-schakelaar “ ”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
1. Inhaal-schakelaar “PASS”
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Richtingaanwijzer-schakelaar
4. Klaxon-schakelaar “ ”
D_4sv_Functions.fm Page 8 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 23 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-9
3
DAU00134
Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00138
Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00141
Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00153
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur. Het is voorzien
van een hendel-afsteller en een koppe-
lingsschakelaar die is geïntegreerd in het
startblokkeersysteem. (Zie de paragrafen
over het starten van de motor voor een be-
schrijving van dit systeem.)
Om te ontkoppelen, trekt u de koppe-
lingshendel in. Om de koppeling weer te la-
ten pakken, laat u de koppelingshendel
weer langzaam los. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
los te laten.
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar
“”
1. Handgreepstand-instelschaal
2. Pijlteken
a. Afstand handgeeep
D_4sv_Functions.fm Page 9 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 24 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-10
3
Voor het bijstellen van de afstand tussen de
koppelingshendel en het stuurhandvat,
draait u aan de afsteller terwijl u de hendel
naar voren duwt. Let op dat de standmarke-
ring op de afsteller recht tegenover het pijl-
teken staat.
DAU00157
VersnellingspedaalDeze motorfiets is uitgerust met een 5-ver-
snellingsbak met konstante aangrijping.
Het versnellingspedaal bevindt zich links
van het motorblok. Schakel nooit op of te-
rug, zonder de koppeling te gebruiken.
DAU00161
VoorremhendelDe voorremhendel is bevestigd aan het
rechterhandvat van het stuur en is voorzien
van een hendel-afsteller. Om de voorrem
aan te trekken, knijpt u de hendel naar het
stuur toe.
Om de afstand tussen de voorremhendel
en het stuurhandvat bij te stellen, draait u
aan de afsteller terwijl u de hendel naar vo-
ren trekt. Let op dat de standmarkering op
de afsteller recht tegenover het pijlteken
staat.
1. Versnellingspedaal
1. Handgreepstand-instelschaal
2. Pijlteken
a. Afstand handgeeep
D_4sv_Functions.fm Page 10 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 25 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-11
3
DAU00162
AchterrempedaalHet achterrempedaal bevindt zich rechts
van het motorblok. Trap het pedaal in om te
remmen.
DAU02935
BenzinetankdopOpenen
Schuif het afdekplaatje weg van het sleutel-
gat, steek de sleutel in het sleutelgat en
draai deze 1/4 slag rechtsom. De dop is nu
van het slot gehaald en kan verwijderd wor-
den.
Sluiten
Plaats de benzinetankdop weer op de juiste
plaats, met de sleutel er nog steeds inge-
stoken. Draai de sleutel linksom en verwij-
der deze. Schuif het afdekplaatje weer voor
het sleutelgat.
OPMERKING:@ De benzinetankdop kan niet op de tank ge-
draaid worden als de sleutel niet in het sleu-
telgat steekt. Als de benzinetankdop niet
goed is gesloten, kan de sleutel er niet uit
verwijderd worden. @
DW000023
WAARSCHUWING
@ Kontroleer altijd of de benzinetankdop
goed op de bezinetank zit, alvorens weg
te rijden. @
1. Achterrempedaal
1. Afdekplaatje
2. Openen
D_4sv_Functions.fm Page 11 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 26 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-12
3
DAU01183
BenzineKontroleer of er zich voldoende benzine in
de benzinetank bevindt. Vul de brandstof-
tank tot onderaan de vulhals, zoals in de af-
beelding aangegeven.
DW000130
WAARSCHUWING
@ Zorg dat de benzinetank niet al te vol is.
Let tevens op dat er geen benzine op
een heet motorblok wordt gemorst. Vul
de tank nooit verder dan tot onderaan de
vulhals, anders bestaat de kans dat de
benzinetank overloopt, als de benzine
door verwarming uitzet. @
DAU00186
LET OP:@ l
Als er benzine wordt gemorst, veeg
deze dan onmiddellijk weg met een
droge, zachte doek. Benzine kan
geverfde oppervlakken en plastic
afwerking aantasten.
l
(Alleen voor Duitsland)
De modellen voor Duitsland zijn
voorzien van een speciaal ontwor-
pen benzinetankdop. Als u de ben-
zinetankdop vervangt, doe dit dan
altijd door één van hetzelfde type.
@
DAU00191
OPMERKING:@ Als de motor klopt of pingelt, probeer dan
een verschillend merk benzine of benzine
met een hoger oktaangehalte. @
1. Vulslang
2. Brandstofpeil
Aanbevolen brandstof:
Normale, loodvrije benzine met een
oktaangehalte van 91 ron of hoger
(oktaangehalte zoals door onderzoek
bepaald).
Inhoud benzinetank:
Totaal:
20 L
Reserve:
4,5 L
D_4sv_Functions.fm Page 12 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 27 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-13
3
DAU00196
Ontluchtingsslang van de
benzinetank (alleen voor
Duitsland)Dit model is uitgerust met een ontluchtings-
slang voor de benzinetank. Kontroleer, al-
vorens de motorfiets te gebruiken, de
volgende punten.l
Kontroleer of de slang goed vast zit.
l
Kontroleer de slang op scheurtjes of
andere beschadiging. Vervang indien
beschadigd.
l
Kontroleer of de opening onderaan de
slang niet verstopt is. Indien nodig,
schoonmaken.
DAU02976
Chokeknop (choke) “ ”Het starten van een koude motor vereist
een rijker mengsel (meer benzine/minder
lucht). Een gescheiden choke-startcircuit
zorgt voor de toevoer van dit verrijkte
mengsel.
Draai in de a
richting om de chokeknop
(choke) in te schakelen.
Draai in de b
richting om de chokeknop
(choke) uit te schakelen.
DAU01698*
ZadelsBestuurderszadel
VerwijderenSteek de sleutel in het zadelslot en draai
deze zoals afgebeeld.
1. Ontluchtingsslang van de benzinetank
1. Chokeknop (choke) “ ”
1. Bestuurderszadelslot
D_4sv_Functions.fm Page 13 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 28 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-14
3
InstallerenSteek de nok aan de voorkant van het zadel
in de houder van het frame. Druk vervol-
gens het zadel omlaag vast.Passagierszadel
Verwijderen
Verwijder eerst het bestuurderszadel. Trek
vervolgens het passagierszadel omhoog.
InstallerenSteek de nok aan de voorkant van het zadel
en de haken aan de voorkant van het zadel
in de houders van het frame en druk het za-
del naar achteren. Installeer daarna het be-
stuurderszadel.OPMERKING:@ Zorg dat beide zadels stevig op hun plaats
zitten. @
DAU00264
HelmhouderDe helmhouder bevindt zich onder het be-
stuurderszadel. Verwijder het bestuurders-
zadel en haak de helm in de helmhouder.
Plaats het zadel weer en zet dit op slot.
DW000030
WAARSCHUWING
@ Ga nooit rijden terwijl er zich een helm in
de helmhouder bevindt. De helm zou er-
gens tegenaan kunnen stoten, waardoor
u uw evenwicht zou kunnen verliezen
met als gevolg een ongeluk. @
1. Uitsteeksel
2. Zadelhouder
1. Uitsteeksel
2. Haak (´ 2)
3. Zadelhouder (´ 3)
1. Helmhouder
D_4sv_Functions.fm Page 14 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 29 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-15
3
DAU01688
OpbergvakDit opbergvak is ontworpen voor opslag
van een origineel Yamaha U-LOCK beu-
gelslot. (Andere typen sloten zullen wellicht
niet passen.) Zorg bij opslag dat het slot
goed is vastgemaakt.
Om te zorgen dat de riempjes niet losraken,
dient u deze zelfs vast te maken als er geen
U-LOCK beugelslot in het opbergvak aan-
wezig is.
Als u deze gebruiksaanwijzing of andere
documenten in het opbergvak wilt bewaren,
dient u deze in een plastic zak te doen zo-
dat ze niet nat worden. Let bij het wassen
van de motorfiets op, dat het opbergvak
niet vol water loopt.
DAU01862*
Afstelling van de voorvorkDeze voorvork is uitgerust met afstelme-
chanismen voor de veer-voorbelasting,
voor de uitslag-dempingskracht en voor de
compressie-dempingskracht.
DW000037
WAARSCHUWING
@ Beide vorkpoten moeten op dezelfde
druk worden ingesteld. Als de druk ver-
schillend is, kan dit resulteren in slechte
stuureigenschappen en inferieure stabi-
liteit. @
Afstellen van de voorbelasting
Draai de afstelbout in de a
richting om de
veer-voorbelasting te verhogen en draai de
afsteller in de b
richting om de veer-voor-
belasting te verminderen. Zorg dat de ge-
wenste instelling gelijk komt met de
bovenkant van de voorvorkdopbout.
1. U-LOCK slot
1. Instelmechanisme veer-voorbelasting
1. Instelstand
2. Voorvorkdopbout
D_4sv_Functions.fm Page 15 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page 30 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-16
3
DC000013
LET OP:@ De groeven geven de afstellings-positie
aan. Zorg dat de beide vorkhelften altijd
hetzelfde zijn afgesteld. @CI-18D
Afstellen van de uitslag-dempingskracht
Draai de stelschroef in de a
richting om de
uitslag-dempingskracht te verhogen en in
de b
richting om de uitslag-dempings-
kracht te verminderen.CI-33D
Afstellen van de compressie-dempings-
kracht
Draai de stelschroef in de a
richting om de
compressie-dempingskracht te verhogen
en in de b
richting om de compressie-dem-
pingskracht te verlagen. CI-33D
StugStan-
daardZacht
Stand
afsteller
123 4 5
1. Instelschroef uitslag-dempingskrachtMinimum (zacht) 25 klikstanden uitgedraaid*
Standaard 9 klikstanden uitgedraaid*
Maximum (stug) 0 klikstanden uitgedraaid*
* Gerekend vanuit de volledig ingedraaide positie.
1. Instelschroef compressie-dempingskrachtMinimum (zacht) 25 klikstanden uitgedraaid*
Standaard 12 klikstanden uitgedraaid*
Maximum (stug) 0 klikstanden uitgedraaid*
* Gerekend vanuit de volledig ingedraaide positie.
D_4sv_Functions.fm Page 16 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 110 next >