YAMAHA YZF600 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03890
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU03898
Lichtschakelaar “//”
Zet deze schakelaar in de stand “”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de in-
strumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “” om ook de
koplamp in te schakelen. Zet de schakelaar
in de stand “” om alle verlichting uit te
schakelen.
DAU00143
Startknop “”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Lichtschakelaar “//”
3. Startknop “”
D_4tv.book Page 6 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 22 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-19 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU00161
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
stelwiel tegenover het pijlteken staat op de
koppelingshendel.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
1. Pijlteken
2. Stelwiel voor afstelpositie remhendel
3. Remhendel
a. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
D_4tv.book Page 7 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 23 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU02935
Vuldop brandstoftank Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot. 2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is. _
DWA00025
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
1. Rempedaal
1. Slotplaatje tankdopslot
2. Ontgrendelen.
D_4tv.book Page 8 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 24 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
DW000130
WAARSCHUWING
_
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
DAU00186
LET OP:_
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
Alleen voor Duitsland: Als vervan-
ging nodig is, moet een tankdop
worden gebruikt met hetzelfde spe-
ciale ontwerp als de oorspronkelij-
ke dop.
_
DAU04255DCA00104
LET OP:_ Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem. _Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND
NORMALE LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
19 L
Reservehoeveelheid:
3,1 L
D_4tv.book Page 9 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 25 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU00196
Tankbeluchtingsslang
(alleen voor Duitsland) Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.
Controleer de tankbeluchtingsslang
op scheuren of beschadiging en ver-
vang zo nodig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang niet verstopt is en
reinig die zo nodig.
1. Tankbeluchtingsslang
D_4tv.book Page 10 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 26 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU02973
Chokehendel “” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting
b om de
choke uit te zetten.
DCA00038
LET OP:_ Gebruik de startcarburateur (choke) niet
langer dan 3 minuten, anders zal de uit-
laatpijp mogelijk door extreme hitte ver-
kleuren. Bovendien treedt naverbranding
op in de uitlaat als de choke te lang wordt
gebruikt. Zet in zo’n geval de startcarbu-
rateur (choke) uit. _
DAU04158
Zadel Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het helmbevesti-
gingsslot en draai hem dan zoals af-
gebeeld.
2. Trek het zadel los.
1. Chokehendel “”
1. Ontgrendelen.
D_4tv.book Page 11 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 27 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Aanbrengen van het zadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding.
2. Druk het zadel aan de achterzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKING:_ Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU00261
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals getoond om de helmbevestiging
te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door de
sleutel in de oorspronkelijke positie te
draaien en deze dan uit te nemen.
DW000030
WAARSCHUWING
_ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. _
DAU04275
Opbergcompartiment Dit opbergcompartiment is bedoeld voor
het opbergen van een origineel Yamaha U-
LOCK-slot. (Andere typen sloten passen
mogelijk niet.) Bij het opbergen van een U-
slot in het opbergcompartiment, moet dit
stevig met de riemen worden bevestigd. Als
het U-slot niet in het opbergcompartiment is
opgeborgen, maak dan de riemen vast om
deze niet te verliezen.
Als het instructieboekje of andere docu-
mentatie in het opbergcompartiment wordt
opgeborgen, omwikkel dit dan in een plastic
zak om nat worden te voorkomen. Zorg bij
het wassen van de motorfiets dat geen wa-
ter het opbergcompartiment kan binnen-
dringen.
1. Zadelbevestiging
2. Uitsteeksel (× 2)
1. Helmbevestiging
2. Ontgrendelen.
1. Stang U-slot
2. Riem (× 3)
3. Vergrendeling van U-slot
D_4tv.book Page 12 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 28 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU01862
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor instellen van de veervoorspanning,
stelschroeven voor instellen van de uitveer-
demping en stelschroeven voor instellen
van de inveerdemping.
DW000035
WAARSCHUWING
_ Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn. _
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting
a.
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting
b.
OPMERKING:_ Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de voor-
vorkplugbout. _CI-10D
1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. Voorvorkplugbout
Stand afsteller
Minimum (zacht) 8
Standaard 5
Maximum (hard) 1
D_4tv.book Page 13 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 29 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
a.
Draai om de uitveerdemping te verlagen en
zo de vering zachter te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
b.CI-02D
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
a.
Draai om de inveerdemping te verlagen en
zo de vering zachter te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten richting
b.CI-02DDC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _OPMERKING:_ Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen. _
1. Stelschroef voor uitveerdempingMinimum (zacht) 10 klikstanden ingedraaid b
*
Standaard 7 klikstanden ingedraaid b
*
Maximum (hard) 1 klikstand ingedraaid b
*
* Met de stelschroef volledig in de richting a
gedraaid
1. Stelschroef voor inveerdempingMinimum (zacht) 10 klikstanden ingedraaid b
*
Standaard 7 klikstanden ingedraaid b
*
Maximum (hard) 1 klikstand ingedraaid b
*
* Met de stelschroef volledig in de richting a
gedraaid
D_4tv.book Page 14 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
Page 30 of 114
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU03643
Afstellen van de
schokdemperunit Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning, een stel-
knop voor uitveerdemping en een stel-
schroef voor inveerdemping.
DCA00071
LET OP:_ Probeer nooit de stelmechanismen voor
veervoorspanning en uitveerdemping
voorbij de maximum of minimum instel-
waarden te draaien. _
Veervoorspanning
Om de veervoorspanning te verhogen en
zo de vering stugger te maken, wordt de
stelring gedraaid richting
a. Om de veer-
voorspanning te verlagen voor een zachte-
re vering wordt de stelring gedraaid in de
richting
b.CI-10D
Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen
voor een hardere uitveerdemping de stel-
schroef in de richting
a. Draai om de uit-
veerdemping te verlagen voor een zachtere
uitveerdemping de stelschroef in de
richting
b.CI-03D
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Stand afsteller
Minimum (zacht) 1
Standaard 3
Maximum (hard) 7
1. Stelknop voor uitveerdempingMinimum (zacht) 25 klikstanden ingedraaid b
*
Standaard 10 klikstanden ingedraaid b
*
Maximum (hard) 3 klikstanden ingedraaid b
*
* Met de stelknop volledig in de richting a
gedraaid
D_4tv.book Page 15 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM