sport mode BMW 7 SERIES 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: 7 SERIES, Model: BMW 7 SERIES 2016Pages: 349, PDF Size: 5.97 MB
Page 54 of 349

Openen en sluitenUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Afstandsbediening/sleutel Algemeen
In de leveringsomvang zijn twee afstandsbe‐
dieningen met geïntegreerde sleutel inbegre‐
pen.
Elke afstandsbediening heeft een vervangbare
batterij.
Afhankelijk van de landspecifieke of gekozen
speciale uitrusting kunnen de functies van de
toetsen worden ingesteld. Instellingen, zie pa‐
gina 68.
Voor elke afstandsbediening zijn persoonlijke
instellingen in de auto opgeslagen. Bestuur‐
dersprofielen, zie pagina 58.
In de afstandsbedieningen wordt informatie
opgeslagen over de onderhoudsbehoefte. Ser‐
vicegegevens in de afstandsbediening, zie pa‐
gina 303.Overzicht1Ontgrendelen2Vergrendelen3Kofferklep openen/sluiten4Thuiskomverlichting
Geïntegreerde sleutel
Toets indrukken, pijl 1, en sleutel eruit trekken,
pijl 2.
Geïntegreerde sleutel past bij de volgende slo‐
ten:
▷Bestuurdersportier.▷Dashboardvakje.
In het dashboardvakje bevindt zich een scha‐
kelaar voor het separate sperren van de koffer‐
klep, zie pagina 66.
Seite 54BedieningOpenen en sluiten54
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 135 of 349

VerlichtingUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Overzicht Schakelaars in de auto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
Verlichtingsfuncties
SymboolFunctieMistachterlichtMistlampSymboolFunctieLicht uit
Automatische verlichtingsregeling
DagrijlichtStadslichtAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingDimlichtInstrumentenverlichtingParkeerlicht, rechtsParkeerlicht, links
Stads-, dim- en parkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
Wanneer bij uitgeschakelde rijden-stand-by
het bestuurdersportier wordt geopend, wordt
de buitenverlichting alleen in schakelaarstand
automatisch uitgeschakeld.
Stadslicht
Schakelaarstand:
De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd in‐
geschakeld laten, anders wordt de accu ontla‐
den en kan de rijden-stand-by evt. niet meer
worden ingeschakeld.
Seite 135VerlichtingBediening135
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 217 of 349

RijcomfortUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Luchtvering Principe De luchtvering waarborgt een optimaal rijcom‐
fort bij alle ladingstoestanden. Door de varia‐
bele instelling bij de voor- en achteras wordt
de vering aangepast aan de toestand van de
auto.
Algemeen
Bij oneffenheden in het wegdek kan de auto
omhoog worden gebracht om de bodemvrij‐
heid te vergroten.▷Normaal niveau, bij normale wegdektoe‐
stand.▷Verhoogd niveau, bij slechte wegdektoe‐
stand.
In de rijmodus SPORT, zie pagina 115, of bij
hogere snelheden wordt de auto omlaagge‐
bracht.
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Bij het omlaagbrengen van de auto kun‐
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het omlaagbrengen van
de auto erop letten dat het bewegingsgebied
onder de auto en onder de wielkastranden vrij
is.◀
Bij het trekken van een aanhanger is uitslui‐
tend het normale niveau beschikbaar.
Overzicht
Toets in de auto
Niveau-instelling
Niveau handmatig instellen Toets indrukken.
Bij lage snelheden wordt de auto bij het active‐
ren van de toets op het verhoogde niveau ge‐
bracht.
Vanaf een snelheid van ca. 35 km/h wordt de
auto automatisch omlaaggebracht naar het
normale niveau.
Weergave
▷LED uit: normaal niveau.▷LED knippert: niveau wordt ingesteld.▷LED brandt: verhoogd niveau.▷LED knippert snel: instelling van het niveau
niet mogelijk.Seite 217RijcomfortBediening217
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Page 297 of 349

MotorolieUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Algemeen Het motorolieverbruik is afhankelijk van de
rijstijl en van de gebruiksomstandigheden.
Het motorolieverbruik kan hoger zijn, bijv. in de
volgende situaties:▷Bij een sportieve rijstijl.▷Bij het inrijden van de motor.▷Bij het stationair draaien van de motor.▷Bij het gebruik van motoroliesoorten die als
ongeschikt zijn aangemerkt.
Daarom regelmatig, na elke tankbeurt, het mo‐
toroliepeil controleren.
De auto beschikt over een elektronische olie‐
peilcontrole.
De elektronische oliepeilcontrole beschikt over
twee meetprincipes:
▷Statusweergave.▷Uitvoerige meting.Elektronische
oliepeilcontrole
Statusweergave
Principe
Het motoroliepeil wordt tijdens het rijden elek‐
tronisch bewaakt en in het Control Display
weergegeven.
Als het motoroliepeil het minimum bereikt, ver‐
schijnt er een Check-Control-melding.
Voorwaarden
Een actuele meetwaarde staat ter beschikking na ca. 30 minuten rijden. Bij een korte rit wordt
de status van de laatste, voldoende lange rit
weergegeven.
Wanneer vaak korte ritten worden afgelegd, re‐
gelmatig een uitvoerige meting uitvoeren.
Peil motorolie tonen Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Motoroliepeil"
Het motoroliepeil wordt weergegeven.
Meldingen motorolie-indicator Afhankelijk van het motoroliepeil worden ver‐
schillende meldingen op het Control Display
weergegeven. Deze meldingen in acht nemen.
Bij een te laag motoroliepeil, binnen de vol‐
gende 200 km motorolie bijvullen, zie pa‐
gina 298.
ATTENTIE
Te weinig motorolie veroorzaakt motor‐
schade. Er bestaat gevaar voor schade. On‐
middellijk motorolie bijvullen.◀
Seite 297MotorolieMobiliteit297
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15