BMW MOTORRAD K 1200 GT 2007 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2007, Model line: K 1200 GT, Model: BMW MOTORRAD K 1200 GT 2007Pages: 173, PDF Size: 2.8 MB
Page 51 of 173

Contact-/stuurslotSleutelsU ontvangt een hoofdsleutel en
een reservesleutel. Raadpleeg
bij verlies van een sleutel a.u.b.
de opmerkingen over de elek-
tronische wegrijbeveiliging EWS.
( 50)
Het contact- en stuurslot, het
tankdopslot alsmede het bud-
dyseatslot en de koffers worden
met dezelfde sleutel bediend.
Met OA Topcase:
Desgewenst kan ook de topcase
met dezelfde sleutel worden be-
diend. Hiervoor contact opnemen
met een specialist, bij voorkeur
een BMW Motorrad dealer.
Contact inschakelenSleutel in stand1draaien.
Stadslicht en alle circuits inge-
schakeld.
De motor kan worden gestart.
Pre-Ride-Check wordt uitge-
voerd. ( 85)
ABS-zelfdiagnose wordt uitge-
voerd ( 85)
Met SU ASC: Sleutel in stand 1draaien.
Naast de hierboven genoemde
punten wordt de ASC-zelfdia-
gnose uitgevoerd. ( 86)
Contact uitschakelenSleutel in stand 2draaien.
Licht uitgeschakeld.
Stuurslot ontgrendeld.
De sleutel kan worden verwij-
derd.
Beperkt gebruik van accessoi-
res mogelijk.
Laden van accu via boordcon-
tactdoos mogelijk.
449zBediening
Page 52 of 173

Stuurslot vergrendelen
Als de motorfiets op de zij-
standaard staat, is het van
de ondergrond afhankelijk of het
stuur naar links of naar rechts
wordt gedraaid. Op een horizon-
tale ondergrond staat de motor-
fiets echter stabieler als het stuur
tegen de linker aanslag staat in
plaats van tegen de rechter aan-
slag.
Op een horizontale ondergrond
het stuur altijd tegen de linker
aanslag draaien om het stuurslot
te vergrendelen. Het stuur naar links of rechts
draaien.
Sleutel in stand
3draaien, hier-
bij het stuur wat bewegen.
Contact, verlichting en alle cir-
cuits uitgeschakeld.
Stuurslot vergrendeld.
De sleutel kan worden verwij-
derd.
Elektronische
wegrijbeveiligingDiefstalbeveiligingDe elektronische wegrijbeveili-
ging verhoogt de beveiliging te-
gen diefstal van uw BMW motor-
fiets - zonder dat daarvoor iets
ingesteld of geactiveerd hoeft te
worden. Deze beveiliging zorgt
ervoor dat de motor alleen met
de bij de motorfiets behorende
sleutels kan worden gestart. Ook
kunt u sleutels afzonderlijk door
uw BMW Motorrad dealer laten
blokkeren, bijvoorbeeld indien u een sleutel bent kwijtgeraakt.
Met een geblokkeerde sleutel
kan de motor niet meer worden
gestart.
Elektronica in de sleutelDe elektronica in de motorfiets
wisselt via een ringantenne in het
contactslot voor elke motorfiets
individuele en continu wisselende
signalen met de elektronica in de
sleutel uit. Pas als de sleutel als
"bevoegd" is herkend, geeft de
motorelektronica het starten vrij.
Indien een reservesleutel
aan de hoofdsleutel is be-
vestigd, kan de elektronica "ge-
ïrriteerd" raken en wordt er geen
toestemming gegeven voor het
starten van de motor. Op het
multifunctioneel display wordt de
waarschuwing
EWS
weergege-
ven.
Bewaar uw reservesleutel altijd
apart van uw contactsleutel.
450zBediening
Page 53 of 173

Reservesleutels en extra
sleutelsReservesleutels en extra sleutels
zijn alleen via een BMW Motor-
rad dealer verkrijgbaar. Deze is
verplicht uw legitimatie te contro-
leren, omdat de sleutels onder-
deel van een veiligheidssysteem
vormen. Indien u een sleutel wilt
laten blokkeren, moet u voor de
blokkering alle andere bij de mo-
torfiets behorende sleutels mee-
nemen. Een geblokkeerde sleutel
kan weer worden vrijgegeven.KlokKlok instellen
Het instellen van de klok
tijdens het rijden kan tot
ongevallen leiden.
De klok alleen instellen als de
motorfiets stilstaat.
Contact inschakelen. Toets
1ingedrukt houden.
De uren 2knipperen.
Toets 1bedienen.
Met elke toetsbediening wor-
den de uren één uur doorge-
teld.
Toets 1ingedrukt houden.
De minuten 3knipperen.
Toets 1bedienen.
Met elke toetsbediening wor-
den de minuten één minuut
doorgeteld.
Toets 1ingedrukt houden of
niet meer bedienen.
Instelling afgerond, de ingestel-
de tijd wordt weergegeven.
KilometertellerKilometerteller selecterenContact inschakelen.
Toets 1bedienen.
451zBediening
Page 54 of 173

Met iedere toetsbediening wor-
den uitgaande van de actuele
waarde in de onderstaande volg-
orde weergegeven:Dagteller 1 (
Trip I
)
Dagteller 2 (
Trip II
)
Resterende actieradius (pas na
het bereiken van de reserve-
hoeveelheid)
Bandenspanning (SU)
De totale kilometerstand wordt in
de displayregel
DIST
weerge-
geven.
Dagteller terugzettenContact inschakelen.
Gewenste dagteller selecteren.
Toets 1ingedrukt houden.
De dagteller wordt op terugge-
zet.
Resterende actieradiusDe resterende actieradius 1
wordt onder de melding
RANGE
aangegeven en duidt de afstand
aan die met de resterende
brandstof nog kan worden
gereden. Dit wordt alleen na het
bereiken van de benzinereserve
weergegeven. De berekening
geschiedt aan de hand van
het gemiddelde verbruik en de
hoeveelheid aanwezige benzine.
Het tanken wordt pas geregi-
streerd als meerdere liters wor-
den bijgevuld.
Als wordt getankt nadat het peil
onder de reservehoeveelheid is
452zBediening
Page 55 of 173

gedaald, moet de hoeveelheid
brandstof na het tanken groter
zijn dan de reservehoeveelheid
om het nieuwe peil te kunnen
herkennen. Anders kunnen de
weergaven van het peil en de
actieradius niet worden geactuali-
seerd.De berekende resterende
actieradius is slechts een
globale waarde. Daarom advi-
seert BMW Motorrad om niet
de aangegeven actieradius tot
op de laatste kilometer te willen
benutten.
Multifunctioneel
displayDimmer instellen
Het instellen van de licht-
dimmer tijdens het rijden
kan tot ongevallen leiden.
De lichtdimmer alleen instellen
als de motorfiets stilstaat.
Toets 1bedienen.
Op het displayveld 2wordt de
dimstand aangegeven.
Toets 1nog een keer bedie-
nen.
De displayverlichting wordt bij
elke druk op de toets een stap helderder. Als de maximale
helderheid is bereikt, neemt
deze bij elke druk op de toets
weer af.
Boordcomputer
SU
Weergave selecterenContact inschakelen.
Toets
1bedienen.
453zBediening
Page 56 of 173

Met iedere toetsbediening wor-
den uitgaande van de actuele
waarde in de onderstaande volg-
orde weergegeven:Omgevingstemperatuur
Actieradius
Gemiddelde snelheid
Gemiddeld verbruik
Oliepeilaanduiding
Bandenspanning (SU)
OmgevingstemperatuurAls de motorfiets stilstaat kan de
warmte van de motor de meting
van de omgevingstemperatuur 1
beïnvloeden. Als de invloed van
de warmte van de motor te groot
wordt, wordt tijdelijk
--
op het
display weergegeven.
Als de omgevingstempe-
ratuur tot beneden 3 °C
daalt, verschijnt een waarschu-
wing voor mogelijke gladheid
door ijsvorming. De eerste keer
dat de temperatuur beneden de-
ze waarde daalt, wordt ongeacht
de displayinstelling automatisch overgeschakeld op de tempera-
tuurweergave.
ActieradiusDe functiebeschrijving voor de
resterende actieradius ( 52)
geldt ook voor de actieradius-
weergave. De actieradius
1kan
echter ook worden opgeroepen
voordat de benzinereserve is be-
reikt. Voor de berekening van
de actieradius wordt een speci-
aal gemiddeld verbruik gebruikt,
die niet altijd overeenkomt met
de weergave van de oproepbare
waarde.
454zBediening
Page 57 of 173

Als de motorfiets op de zijstan-
daard staat, kan de hoeveelheid
benzine in verband met de schui-
ne stand niet correct worden be-
paald. Daarom vindt het bere-
kenen van de actieradius alleen
tijdens het rijden plaats.
Als wordt getankt nadat het peil
onder de reservehoeveelheid is
gedaald, moet de hoeveelheid
brandstof na het tanken groter
zijn dan de reservehoeveelheid
om het nieuwe peil te kunnen
herkennen. Anders kunnen de
weergaven van het peil en de
actieradius niet worden geactuali-
seerd.De berekende actieradius
betreft slechts een globale
waarde. Daarom adviseert BMW
Motorrad om de aangegeven ac-
tieradius niet tot op de laatste
kilometer te benutten.
Gemiddelde snelheidBij de berekening van de ge-
middelde snelheid 1wordt de
verstreken tijd vanaf de laatste
"RESET" gebruikt. Niet meege-
rekend worden onderbrekingen
van de rit, waarbij de motor is af-
gezet.Gemiddelde snelheid
terugzettenContact inschakelen.
Gemiddelde snelheid selecte-
ren. Toets
1ingedrukt houden.
Gemiddelde snelheid wordt
teruggezet.
455zBediening
Page 58 of 173

Gemiddeld verbruikBij het berekenen van het ge-
middelde verbruik1wordt de
verhouding bepaald tussen de
verbruikte hoeveelheid benzine
en het aantal gereden kilometers
sinds de laatste "RESET".Gemiddeld verbruik
terugzettenContact inschakelen.
Gemiddelde verbruik selecte-
ren. Toets
1ingedrukt houden.
Gemiddelde verbruik wordt te-
ruggezet.
OliepeilaanduidingDe oliepeilaanduiding 1geeft in-
formatie over het oliepeil in de
motor. Deze kan alleen worden
opgeroepen als de motorfiets
stilstaat.
Voor de oliepeilcontrole moet aan
de volgende voorwaarden zijn
voldaan:
Motor op bedrijfstemperatuur
Motor draait minstens 30 se-
conden stationair.
Zijstandaard ingeklapt.
Motorfiets staat verticaal.
456zBediening
Page 59 of 173

De symbolen betekenen:Oliepeil correct
Bij de volgende tankstop
het oliepeil controleren.
Wordt andere informatie van de
boordcomputer opgeroepen, dan
blijft dit symbool weergegeven,
tot het oliepeil weer als correct
wordt herkend.
Geen meting mogelijk (niet
aan genoemde voorwaar-
den voldaan)
Na het opnieuw inschakelen van
het contact wordt de laatst ge-
meten toestand gedurende 5
seconden weergegeven.
Als ondanks een correct
oliepeil in het oliepeilglas op
het display permanent de mel-
ding "Ölstand" (oliepeil controle-
ren) wordt weergegeven, is mo-
gelijkerwijs de oliepeilsensor de-
fect. In dit geval kunt u contact opnemen met uw BMW Motor-
rad dealer.
Bandenspanningscon-
trole RDC
SU
Bandenspanning
weergevenContact inschakelen.
Toets
1zo vaak bedienen, tot
op het display op de plaats van
de kilometerteller de banden-
spanningen worden weergege-
ven. De bandenspanningen worden
met de tekst
RDC
aangeduid.
De linker waarde geeft de ban-
denspanning van het voorwiel
aan, de rechter waarde de ban-
denspanning van het achterwiel.
Direct na het inschakelen van het
contact wordt
-- --
weergege-
ven, omdat het overdragen van
de bandenspanningswaarden pas
boven een snelheid van 30 km/h
begint.
Kenmerkt de weergave van
de bandenspanningen.
457zBediening
Page 60 of 173

Met SU Boordcomputer:Toets 1zo vaak bedienen, tot
op het display van de boord-
computer de bandenspannin-
gen worden weergegeven. De bandenspanningen worden
als extra waarde van de boord-
computer weergegeven.
VerlichtingStadslichtHet parkeerlicht wordt automa-
tisch tegelijk met het contact in-
geschakeld.
Het stadslicht belast de
accu. Het contact slechts
voor een beperkte tijdsduur
inschakelen.
DimlichtHet dimlicht wordt automatisch
ingeschakeld na het starten van
de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inschakelen,
door bij ingeschakeld contact het
grootlicht in te schakelen of het
lichtsignaal te bedienen.GrootlichtGrootlichtschakelaar 1aan bo-
venzijde bedienen.
Grootlicht ingeschakeld.
Grootlichtschakelaar 1in de
middelste stand zetten.
458zBediening