BMW MOTORRAD K 1200 R 2006 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2006, Model line: K 1200 R, Model: BMW MOTORRAD K 1200 R 2006Pages: 164, PDF Size: 1.79 MB
Page 61 of 164

Het instellen van de
veervoorspanning tijdens
het rijden kan tot ongevallen
leiden.
De veervoorspanning alleen
instellen als de motorfiets
stilstaat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Om de veervoorspanning
te verhogen, handwiel 1in
de richting van de pijl HIGH
draaien.
Om de veervoorspanning
te verlagen, handwiel 1in de richting van de pijl LOW
draaien.
Één klik komt overeen
met een halve omwente-
ling van de draaiknop. Het
instelbereik omvat 15 hele
omwentelingen.
Veervoorspanning -
basisinstelling
De draaiknop tot de aan-
slag in de richting van pijl
LOW en vervolgens 15
klikken in de richting van
pijl HIGH draaien (volle
tank, met berijder 85 kg)
SchokdemperDemping en
veervoorspanningDe demping moet aan de
veervoorspanning worden
aangepast. Een verhoging
van de veervoorspanning ver- eist een stuggere demping,
een verlaging van de veer-
voorspanning een zachtere
demping.
Schokdemper van het
achterwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
459zBediening
Page 62 of 164

Schokdemper achter instel-
len door de stelschroef1
met een schroevendraaier
te verdraaien. Om de demping te verzwa-
ren, stelschroef in de rich-
ting van de pijl H draaien.
Om de demping lichter te
maken, stelschroef in de
richting van de pijl S draai-
en.
Het instelbereik omvat
drieëneenhalve omwen-
telingen van de stelschroef. Achterwieldemping -
basisafstelling
De stelschroef tot de aan-
slag in de richting van pijl
H en vervolgens ander-
halve omwenteling in de
richting van pijl S draai-
en (Sologebruik met een
persoon 85 kg)
460zBediening
Page 63 of 164

Elektronische
demperinstelling
ESA
SU
InstellingenMet behulp van de elektro-
nische demperinstelling ESA
kunt u uw motorfiets op com-
fortabele wijze aanpassen aan
de verschillende rijomstandig-
heden. Drie veervoorspan-
ningen kunnen met drie dem-
perinstellingen worden ge-
combineerd, om de motorfiets
optimaal aan de belading en
de ondergrond aan te passen.
De demperinstelling wordt ophet multifunctioneel display
bij
1aangegeven, de veer-
voorspanning bij 2.
Gedurende de ESA-weergave
wordt de weergave van de
kilometerteller gedoofd.
Instelling oproepenContact inschakelen
Toets 1bedienen.
De actuele instelling wordt
weergegeven.
De melding verdwijnt na en-
kele seconden automatisch.
Demping instellenContact inschakelen
De demping kan tijdens
het rijden worden
ingesteld.
Toets 1bedienen.
Actuele instelling wordt
weergegeven.
Toets 1steeds eenmaal kort
bedienen.
Uitgaande van de actuele
stand worden achtereenvol-
gens aangegeven:COMF
comfortabele dem-
ping
461zBediening
Page 64 of 164

NORM
normale demping
SPORT
sportieve demping
Wordt de toets 1langere
tijd niet meer bediend, dan
wordt de demping zoals
aangegeven ingesteld. Tij-
dens het instellen knippert
de weergave.
Veervoorspanning
instellenMotor starten.
De veervoorspanning
kan niet tijdens het rijden
worden ingesteld. Toets
1bedienen.
Actuele instelling wordt
weergegeven.
Toets 1ingedrukt houden,
tot de aanduiding verandert.
Uitgaande van de actuele
stand worden achtereenvol-
gens aangegeven: Solo
Solo met bagage
Met passagier (en baga-
ge) Wordt de toets
1langere
tijd niet meer bediend, dan
wordt de veervoorspanning
zoals aangegeven ingesteld.
Tijdens het instellen knip-
pert de weergave.
BandenBandenspanning
controleren
Een onjuiste banden-
spanning verslechtert de
rij-eigenschappen van de mo-
torfiets en kan ongevallen tot
gevolg hebben.
Zorg voor een correcte
bandenspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snel-
heden door de centrifugaal-
kracht vanzelf open te gaan.
Om plotseling verlies van de
bandenspanning te voorko-
men, op het achterwiel een
metalen dopje met rubberaf-
462zBediening
Page 65 of 164

dichtring gebruiken en goed
vastdraaien.Verkeerde bandenspan-
ning vermindert de le-
vensduur van de banden.
Zorg voor een correcte
bandenspanning.
De correcte bandenspan-
ning aan de hand van de
volgende gegevens contro-
leren.
Bandenspanning, voor
2,5 bar (Rijden zonder
passagier, bij koude ban-
den)
2,5 bar (Rijden met duo-
passagier en/of bagage,
bij koude banden) Bandenspanning, ach-
ter
2,9 bar (Rijden zonder
passagier, bij koude ban-
den)
2,9 bar (Rijden met duo-
passagier en/of bagage,
bij koude banden)
Als de bandenspanning te
laag is: Bandenspanning corrigeren.
463zBediening
Page 66 of 164

464zBediening
Page 67 of 164

Rijden
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . 66
Controlelijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Motorfiets neerzetten . . . . . . . . . . 71
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Bandenspanningscontrole
RDC
SU
........................ 74
Remsysteem algemeen . . . . . . . . 75
Remsysteem met BMW
Motorrad Integral ABS
SU
....... 76
565zRijden
Page 68 of 164

Veiligheidsvoorschrif-
tenMotorfietsaccessoiresGeen rit zonder de juiste kle-
ding! Draag altijdHelm
Beschermende kleding
Handschoenen
Laarzen
Dit geldt ook voor korte tra-
jecten en in welk jaargetijde
dan ook. Uw BMW Motor-
rad dealer kan u adviseren en
heeft voor elk gebruiksdoel de
correcte kleding.SnelheidBij het rijden met hoge snel-
heden kunnen verschillende
omstandigheden het rijgedrag
van de motorfiets negatief be-
ïnvloeden: Instelling van het veer- en
dempersysteem
Ongelijkmatig verdeelde ba-
gage
Losse kleding
Te lage bandenspanning
Slecht bandenprofiel
Etc.
Correct beladen
Overbelading en onge-
lijkmatige belading kan
de rijstabiliteit van de motor-
fiets beïnvloeden.
Het maximaal toelaatbaar to-
taalgewicht niet overschrijden
en de aanwijzingen voor het
beladen in acht nemen.
Alcohol en drugs
Reeds kleine hoeveel-
heden alcohol of drugs
kunnen uw waarnemings-,
beoordelings- en beslissings-
vermogen evenals uw reflexen
aanzienlijk beïnvloeden. Het gebruik van medicijnen kan
deze invloeden nog verder
versterken.
Niet rijden als u alcohol,
drugs en/of medicijnen hebt
gebruikt.
Kans op vergiftigingUitlaatgassen bevatten het
kleur- en geurloze maar gifti-
ge koolmonoxide.
Het inademen van uit-
laatgassen is schadelijk
voor de gezondheid en kan
tot bewusteloosheid of zelfs
de dood leiden.
Uitlaatgassen niet inademen.
De motor niet in een afgeslo-
ten ruimte laten draaien.Hoogspanning
Het aanraken van onder
spanning staande delen
van het ontstekingssysteem
566zRijden
Page 69 of 164

bij draaiende motor kan tot
elektrische schokken leiden.
Bij draaiende motor geen on-
derdelen van het ontstekings-
systeem aanraken.KatalysatorAls door het overslaan van de
motor onverbrande benzine in
de katalysator terechtkomt, is
er kans op oververhitting en
beschadiging.
Neem daarom de volgende
punten in acht:Benzinetank niet leegrijden
De motor nooit met een los-
getrokken bougiestekker
laten draaien
Als de motor afslaat, direct
het contact uitschakelen
Alleen loodvrije benzine tan-
ken
Altijd de voorgeschreven
onderhoudsbeurten aan-
houden Onverbrande benzine
beschadigt de katalysa-
tor onherstelbaar.
De aangegeven punten ter
bescherming van de katalysa-
tor in acht nemen.
BrandgevaarDe uitlaat kan zeer heet wor-
den.
Als licht ontvlambare
materialen (bijv. hooi,
bladeren, gras, kleding, ba-
gage enz.) met de hete uitlaat
in aanraking komen, dan kun-
nen deze vlam vatten.
Erop letten dat geen licht
ontvlambare materialen met
de hete uitlaat in contact
komen.
Als de motor langere tijd
stationair draait zonder
dat wordt gereden, is de koe-
ling ontoereikend en kan de
motor oververhit raken. In ex- treme gevallen kan de motor-
fiets in brand vliegen.
De motor niet onnodig sta-
tionair laten draaien. Na het
starten direct wegrijden.
Manipulatie van de
motorelektronica-
regeleenheid
Manipulatie van de
motorelektronica-
regeleenheid kan schade aan
de motorfiets en daarmee
ongevallen tot gevolg hebben.
De motorelektronica-rege-
leenheid niet manipuleren.
Manipulatie van de
motorelektronica-
regeleenheid kan
mechanische belastingen
tot gevolg hebben waarop
de onderdelen van de
motorfiets niet berekend
zijn. Bij schades die hierdoor
567zRijden
Page 70 of 164

veroorzaakt zijn, vervalt de
garantie.
De motorelektronica-
regeleenheid niet
manipuleren.ControlelijstGebruik de navolgende con-
trolelijst om voor elke rit be-
langrijke functies, instellingen
en slijtagegrenzen te contro-
leren.Remwerking
Remvloeistofpeil, voor en
achter
Werking van de koppeling
Koppelingsvloeistofpeil
Demperinstelling en veer-
voorspanning
Bandenspanning en profiel-
diepte
Veilige bevestiging van de
koffer en bagage
Met regelmatige tussenpozen: Motoroliepeil (bij iedere
tankstop)
Slijtage remblokken (bij elke
derde tankstop)
StartenZijstandaardBij een uitgeklapte zijstan-
daard en een ingeschakelde
versnelling kan de motor niet
worden gestart. Als de mo-
tor in de neutraalstand wordt
gestart en als vervolgens bij
uitgeklapte zijstandaard een
versnelling wordt ingescha-
keld, slaat de motor af.VersnellingsbakDe motor kan in de neutraal-
stand of met ingeschakelde
versnelling met bediende kop-
peling worden gestart. De
koppeling pas bedienen na
het inschakelen van het con-
tact, anders kan de motor niet
worden gestart. In de neu-traalstand brandt de contro-
lelamp voor de neutraalstand
groen en geeft de versnel-
lingsindicatie op het multi-
functioneel display N aan.
Motor startenNoodstopschakelaar
1in
bedrijfsstand A.
Contact inschakelen
Pre-Ride-Check wordt uit-
gevoerd. ( 69)
met SU BMW Motorrad
Integral ABS: Contact inschakelen
568zRijden