BMW MOTORRAD K 1200 R 2006 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2006, Model line: K 1200 R, Model: BMW MOTORRAD K 1200 R 2006Pages: 164, PDF Size: 1.79 MB
Page 71 of 164

Pre-Ride-Check wordt uit-
gevoerd. ( 69)
ABS-zelfdiagnose wordt uit-
gevoerd ( 70)
Startknop1bedienen.
Bij zeer lage buitentem-
peraturen kan het nodig
zijn om de gashendel bij het
starten te bedienen. Bij tem-
peraturen lager dan 0 °C na
het inschakelen van het con-
tact de koppeling bedienen.
Bij onvoldoende accu-
spanning wordt de start-
procedure automatisch afge- broken. Voor verdere start-
pogingen de accu opladen of
starthulp laten geven.
De motor slaat aan.
Als de motor niet aanslaat,
kan de storingstabel uit-
komst bieden. ( 132)
Pre-Ride-CheckNa het inschakelen van het
contact voert het instrumen-
tenpaneel een test uit van
de algemene waarschu-
wingslamp. Hierbij brandt
de waarschuwingslamp
ter controle eerst rood en
vervolgens geel. Deze test,
genaamd "Pre-Ride-Check",
wordt weergegeven door
de melding
CHECK!
op het
display. Als de motor tijdens
de controle wordt gestart,
wordt de controle afgebroken. Fase 1:
Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt rood.
Melding
CHECK!
wordt
weergegeven.
Fase 2: Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt geel.
Melding
CHECK!
wordt
weergegeven.
Als de algemene waarschu-
wingslamp niet gaat branden:
Als het algemene waar-
schuwingslampje niet
gaat branden, kunnen enkele
functiestoringen niet worden
weergegeven.
Letten op het algemene waar-
schuwingslampje in rood en
geel.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
569zRijden
Page 72 of 164

verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.ABS-zelfdiagnose
SU
De juiste werking van het
BMW Motorrad Integral ABS
wordt door de zelfdiagnose
gecontroleerd. De zelfdiagno-
se vindt automatisch plaats
na het inschakelen van het
contact. Voor het controleren
van de wielsensoren moet de
motorfiets sneller rijden dan
5 km/h.
Fase 1:Controle van de systeem-
componenten bij stilstand. Waarschuwingslamp
ABS knippert
Mogelijke landvarianten
van de waarschuwings-
lamp ABS. Fase 2:
Controle van de wielsenso-
ren bij het wegrijden. Waarschuwingslamp
ABS knippert
Mogelijke landvarianten
van de waarschuwings-
lamp ABS.
ABS-zelfdiagnose
afgesloten.
De ABS-waarschuwingslamp
dooft.
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-
storing wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk.
Houd er rekening mee dat
geen ABS- of Integralfunctie
ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
InrijdenDe eerste 1000 kmTijdens de inrijperiode veel-
vuldig met wisselende be-
lasting en toerentallen rij-
den.
Kies indien mogelijk bochti-
ge en licht geaccidenteerde
wegen, bij voorkeur geen
autosnelwegen.
Het overschrijden van de
inrijtoerentallen verhoogt
de motorslijtage.
De voorgeschreven inrijtoe-
rentallen aanhouden.
Inrijtoerentallen niet over-
schrijden.
Inrijtoerentallen
<7000 min
-1
Niet voluit accelereren.
570zRijden
Page 73 of 164

Bij volle belasting lage toe-
rentallen vermijden.
Na 500 - 1200 km de eerste
inspectie laten uitvoeren.RemblokkenNieuwe remblokken moe-
ten "inlopen" en leveren dan
ook tijdens de eerste 500 km
nog niet de optimale remver-
traging. De iets geringere
remvertraging kan door het
krachtiger bedienen van rem-
hendel en -pedaal worden ge-
compenseerd.Nieuwe remblokken kun-
nen de remweg aanzien-
lijk verlengen.
Vroeg remmen.BandenNieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Zij moeten
dan ook met een beheerste
rijstijl door het inrijden met
wisselende overhellingshoe- ken worden ingereden. Pas
na het inrijden is de volledige
grip van het loopvlak bereikt.
Nieuwe banden hebben
nog niet de volle grip,
bij extreme scheefstanden
bestaat ongevalsgevaar.
Extreme scheefstanden
vermijden.
Motorfiets neerzettenOp de zijstandaard
plaatsen
Op een losse onder-
grond staat de motorfiets
niet veilig.
De standaard moet altijd op
een vlakke en vaste onder-
grond rusten.
Motor uitschakelen.
Remhendel bedienen.
De motorfiets recht zetten
en in balans brengen. De zijstandaard met de lin-
kervoet tot de aanslag opzij
klappen.
De zijstandaard is alleen
voor het gewicht van de
motorfiets geconstrueerd.
Bij een uitgeklapte zijstan-
daard niet op de motorfiets
plaatsnemen.
De motorfiets langzaam op
de standaard laten zakken,
daarbij de motorfiets ontlas-
ten en aan de linkerzijde van
de motorfiets afstappen. Als de motorfiets op de
zijstandaard staat, is het
van de ondergrond afhankelijk
of het stuur naar links of naar
rechts wordt gedraaid. Op
een horizontale ondergrond
staat de motorfiets echter sta-
bieler als het stuur tegen de
linker aanslag staat in plaats
van tegen de rechter aanslag.
Op een horizontale onder-
571zRijden
Page 74 of 164

grond het stuur altijd tegen de
linker aanslag draaien om het
stuurslot te vergrendelen.Stuur tot de aanslag geheel
naar links of rechts draaien.
Controleren of de motorfiets
stevig staat. De motorfiets op hellin-
gen in de richting "berg-
opwaarts" neerzetten en de
1e versnelling inschakelen.
Stuurslot vergrendelen.Van de zijstandaard
afhalenStuurslot ontgrendelen.
Van links het stuur met bei-
de handen vastpakken.
Remhendel bedienen.
Het rechterbeen over de
motorfiets zwaaien, daar-
bij de motorfiets rechtop
zetten. De motorfiets recht zetten
en in balans brengen.
Een uitgeklapte zijstan-
daard kan bij een rijden-
de motorfiets aan de onder-
grond blijven haken en u ten
val brengen.
Zijstandaard inklappen,
voordat de motorfiets wordt
verplaatst.
Gaan zitten en de zijstan-
daard met de linkervoet te-
rugklappen.
Op de middenstandaard
zetten
OAOp een losse onder-
grond staat de motorfiets
niet veilig.
De standaard moet altijd op
een vlakke en vaste onder-
grond rusten.
Motor uitschakelen. Afstappen en daarbij met de
linkerhand het linker hand-
vat vasthouden.
Met de rechterhand de
handgreep voor de pas-
sagier of het achterframe
vastpakken.
De rechtervoet op de uitzet-
ter van de middenstandaard
plaatsen en de middenstan-
daard zo ver naar beneden
drukken, dat de afrolsleden
de grond raken.
Met uw volle gewicht op
de middenstandaard gaan
staan en tegelijkertijd de
motorfiets naar achteren
trekken.
De middenstandaard kan
door te sterke bewegin-
gen inklappen, waardoor de
motorfiets kan omvallen.
Niet op de motorfiets plaats-
nemen als de middenstan-
daard uitgeklapt is.
572zRijden
Page 75 of 164

Controleren of de motorfiets
stevig staat.
Stuurslot vergrendelen.Van de middenstandaard
duwen
OA
Stuurslot ontgrendelen.
Met de linkerhand het linker
handvat vasthouden.
Met de rechterhand de
handgreep voor de pas-
sagier of het achterframe
vastpakken.
De motorfiets naar voren
van de middenstandaard
afduwen.
Controleren of de midden-
standaard geheel is inge-
klapt.Tanken
Brandstof is licht ont-
vlambaar. Vuur bij de
benzinetank kan tot brand en
explosie leiden.
Bij werkzaamheden aan de benzinetank niet roken en van
open vuur verwijderd blijven.
Benzine zet uit onder in-
vloed van warmte. Bij
een te volle benzinetank kan
benzine naar buiten stromen
en op het achterwiel terecht-
komen. Dit werkt de kans op
vallen in de hand.
De tank dan ook slechts tot
aan de onderzijde van de vul-
pijp vullen.
Benzine tast kunststof-
oppervlakken aan; deze
worden mat of lelijk.
Als kunststofonderdelen in
aanraking komen met benzi-
ne, moeten ze direct worden
schoongeveegd.
Loodhoudende benzine
beschadigt de katalysa-
tor onherstelbaar!
Alleen loodvrije benzine
tanken. De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Klepje van de tankdop
openklappen.
Tankdopslot openen door
de sleutel in het tankdopslot
linksom te draaien.
Benzine van de hierna ver-
melde kwaliteit tot maximaal
de onderkant van de vulbuis
tanken.
573zRijden
Page 76 of 164

Aanbevolen brandstof-
soorten
98 ROZ/RON (Superplus
loodvrij)
95 ROZ/RON (Super
loodvrij (benzinesoort
bruikbaar met beper-
kingen voor wat betreft
prestaties en verbruik)) Nuttige tankinhoud
19 l Reservehoeveelheid
4l
Tankdop krachtig aandruk-
ken en sluiten.
Sleutel verwijderen en klepje
sluiten.
Bandenspanningscon-
trole RDC
SU
WerkingIn elke band bevindt zich een
sensor die de temperatuur en
de spanning in de band meet
en deze informatie naar de
regeleenheid stuurt.
De sensoren zijn voorzien van
een centrifugaalkrachtregelaar
die het overbrengen van de
meetwaarden pas vanaf een
snelheid van circa 30 km/h
vrijgeeft. Voordat voor het
eerst de bandenspanning
wordt ontvangen, wordt op
het display voor elke band
--
weergegeven. Nadat de mo-
torfiets stilstaat worden de
meetwaarden nog geduren-
de circa 15 minuten door de
sensoren doorgegeven.
De regeleenheid kan vier
sensoren verwerken,
daardoor kunnen twee sets wielen met RDC-sensoren
worden gebruikt. Als
een RDC-regeleenheid is
gemonteerd zonder dat
de wielen zijn voorzien
van sensoren, wordt een
storingsmelding gegeven.
Temperatuurcompensa-
tieDe bandenspanningen wor-
den op het multifunctioneel
display gecompenseerd voor
de temperatuur weergegeven,
ze gelden voor een banden-
temperatuur van 20 °C. Om-
dat de bandenspanningsme-
ters op het tankstations een
temperatuurafhankelijke ban-
denspanning weergeven, zal
deze in de meeste gevallen
niet overeenkomen met de op
het multifunctioneel display
weergegeven waarde.
574zRijden
Page 77 of 164

BandenspanningsbereikDe RDC-regeleenheid maakt
onderscheidt tussen drie op
de motorfiets afgestemde
bandenspanningsbereiken:Bandenspanning binnen de
toelaatbare tolerantie.
Bandenspanning in het
grensgebied van de
toelaatbare tolerantie.
Bandenspanning buiten de
toelaatbare tolerantie.Remsysteem
algemeenPasafdalingen
Indien bij pasafdalingen
uitsluitend achter wordt
geremd, bestaat het gevaar
van remkrachtverlies. Onder
extreme omstandigheden kan
dit tot onherstelbare schade
aan de remmen door overver-
hitting leiden.
Voor- en achterwielrem be- dienen en motorremwerking
gebruiken.
Natte remmen
Na het wassen van de
motorfiets, na het rijden
door water of bij regen kun-
nen de remmen door vochtige
remschijven en remblokken
later aangrijpen.
Vroegtijdig remmen, tot de
remmen zijn opgedroogd of
drooggeremd.
Wegenzoutaanslag op de
remmen
Bij het rijden op wegen
waarop wegenzout is ge-
strooid, kunnen de remmen
later aangrijpen als geduren-
de langere tijd niet wordt ge-
remd.
Vroegtijdig remmen,
tot de zoutlaag op de remschijven en remblokken is
weggeremd.
Olie of vet op de remmen
Olie en vet op remschij-
ven en -blokken beïn-
vloeden de remwerking zeer
negatief.
Vooral na reparatie- en on-
derhoudswerkzaamheden er-
op letten dat remschijven en
remblokken vrij van olie en vet
zijn.
Vervuilde remmen
Bij het rijden op onver-
harde, stoffige of mod-
derige wegen kunnen de rem-
men door de vervuilde rem-
schijven en remblokken later
aangrijpen.
Vroeg remmen, tot de rem-
men zijn schoongeremd.
575zRijden
Page 78 of 164

Remsysteem met
BMW Motorrad
Integral ABS
SU
Gedeeltelijk integraal
remsysteemUw motorfiets is voorzien van
een gedeeltelijk integraal rem-
systeem. Bij dit remsysteem
worden met de remhendel de
voor- en achterrem bediend.
Het rempedaal werkt alleen
op de achterrem.
Het BMW Motorrad Integral
ABS past de remkrachtver-
deling tussen voor- en ach-
terwielrem tijdens de regeling
aan de belading van de mo-
torfiets aan.Het doordraaien van het
achterwiel bij bediende
voorwielrem (burnout) wordt
door de Integralfunctie dui-
delijk bemoeilijkt. Als gevolg
hiervan kan schade aan de achterwielrem en aan de kop-
peling optreden.
Geen burnouts uitvoeren.
Hoe werkt het ABS?De maximumremkracht die
op het wegdek kan worden
overgebracht is onder an-
dere afhankelijk van de wrij-
vingswaarde van het weg-
dekoppervlak. Grind, ijzel
en sneeuw, evenals een nat
wegdek, zorgen voor een
aanzienlijk slechtere wrijvings-
waarde dan een droge en
schone asfaltlaag. Hoe slech-
ter de wrijvingswaarde van
het wegdek, hoe langer de
remweg.
Als door een verhoging van
de remdruk door de berijder
de maximumremkracht op het
wegdek wordt overschreden,
dan beginnen de wielen te
blokkeren en gaat de rijsta-
biliteit verloren; een val kanhet gevolg zijn. Het ABS grijpt
echter in voordat deze situa-
tie zich kan voordoen en past
de remdruk aan de maximaal
mogelijke remvertraging aan,
zodat de wielen blijven draai-
en en de rijstabiliteit gehand-
haafd blijft, ongeacht de weg-
omstandigheden.
Wat gebeurt er bij
oneffenheden in het
wegdek?Door oneffenheden in het
wegdek kan kortstondig con-
tactverlies tussen band en
wegdek ontstaan en wordt
de overdraagbare remkracht
tot nul gereduceerd. Indien in
deze situatie wordt geremd,
moet het ABS de remdruk re-
duceren om de rijstabiliteit bij
het herstel van het contact
met het wegdek te garande-
ren. Op dit moment moet het
BMW Motorrad Integral ABS
576zRijden
Page 79 of 164

van extreem lage wrijvings-
waarden uitgaan (grind, ijs,
sneeuw), zodat de wielen al-
tijd blijven draaien en hiermee
de rijstabiliteit is gegaran-
deerd. Na het herkennen van
de actuele omstandigheden
zorgt het systeem ervoor dat
de optimale remdruk wordt
geregeld.Hoe kan het BMW
Motorrad Integral ABS
door de berijder worden
opgemerkt?Als het ABS-systeem van-
wege de hierboven beschre-
ven omstandigheden de rem-
kracht moet verminderen, dan
is dit door trillingen aan de
handremhendel voelbaar.
Bij het bedienen van de hand-
remhendel wordt via de Inte-
gralfunctie ook bij de achter-
wiel remdruk opgebouwd. Als
het voetrempedaal pas daar-na wordt bediend, dan is de
reeds opgebouwde remdruk
eerder als tegendruk merk-
baar dan wanneer het voet-
rempedaal vóór of gelijk met
de handremhendel wordt be-
diend.
Hoe wordt de kortste
remweg bereikt?Bij het remmen verandert de
dynamische belastingverde-
ling tussen het voor- en het
achterwiel. Hoe krachtiger
wordt geremd, hoe zwaar-
der het voorwiel wordt belast.
Hoe hoger de belasting van
het wiel, des te hoger de rem-
kracht die kan worden over-
gedragen.
Om de kortste remweg te
bereiken moet de voorwiel-
rem vlot en met toenemende
kracht worden bediend. Daar-
door wordt de dynamische
belastingverhoging op het
voorwiel optimaal benut. Te-
gelijkertijd moet ook de kop-
peling worden bediend. Bij
de vaak geïnstrueerde "Vol-
remming", waarbij de remdruk
zo snel mogelijk en met vol-
le kracht wordt opgebouwd,
kan de dynamische belasting-
verdeling de vertragingsop-
bouw niet volgen, zodat de
remkracht niet volledig op het
wegdek wordt overgebracht.
Om te zorgen dat het voor-
wiel niet blokkeert moet het
ABS ingrijpen en de remdruk
verlagen; hierdoor wordt de
remweg langer.
Omhoogkomen van het
achterwielBij een goede grip tussen
banden en wegdek blokkeert
het voorwiel pas laat of zelfs
helemaal niet als fors wordt
geremd. Zodoende hoeft het
ABS pas zeer laat of helemaal
577zRijden
Page 80 of 164

niet in te grijpen. In deze si-
tuatie kan het achterwiel van
de grond loskomen, wat tot
het over de kop slaan van de
motorfiets kan leiden.Sterk afremmen kan er-
toe leiden dat het ach-
terwiel van het wegdek los-
komt.
Bij het remmen er rekening
mee houden dat de ABS-re-
geling niet in alle gevallen kan
voorkomen dat het achterwiel
van de grond loskomt.Voor welke doeleinden
is het BMW Motorrad
Integral ABS ontworpen?Het BMW Motorrad Integral
ABS waarborgt binnen de
grenzen van de natuurkun-
dige wetten de rijstabiliteit op
elke ondergrond. Het sys-
teem is niet ontworpen voor
speciale eisen zoals die gel- den voor wedstrijdgebruik in
het terrein of op het circuit.
Bijzondere situatiesVoor het herkennen van de
blokkeerneiging worden o.a.
de toerentallen van het voor-
en achterwiel vergeleken. In-
dien over een langere periode
niet aannemelijke waarden
worden herkend, wordt om
veiligheidsredenen de ABS-
functie uitgeschakeld en een
ABS-storing weergegeven.
Voorwaarde voor een sto-
ringsmelding is een afgeslo-
ten zelfdiagnose.
Naast problemen aan het
BMW Motorrad Integral ABS
kunnen ook ongebruikelijke
rijsituaties tot een storings-
melding leiden.
Ongebruikelijke rijsituaties:
Warmdraaien op de
midden- of hulpstandaard
met ingeschakelde neu- traalstand of ingeschakelde
versnelling.
Gedurende langere tijd rij-
den een door de motorrem-
werking blokkerend achter-
wiel, bijv. bij het heuvelaf-
waarts rijden in het terrein.
Indien vanwege een van de
hierboven beschreven rijsi-
tuaties een storingsmelding
ontstaat, kan de ABS-functie
door het uit- en inschakelen
van het contact weer worden
geactiveerd.
Welke rol speelt
regelmatig onderhoud?
Elk technisch systeem is
slechts zo goed als de
staat van onderhoud.
Om er zeker van te zijn, dat
het BMW Motorrad Integral
ABS optimaal onderhouden
is, moeten de voorgeschreven
578zRijden