dashboard CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017Pages: 292, PDF Size: 9.84 MB
Page 74 of 292

72
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen
of te verwarmen kan de temperatuur
lager dan 15 worden ingesteld, door de
knop naar links te draaien tot LO wordt
weergegeven of hoger dan 27
worden
ingesteld, door de knop naar rechts te
draaien tot HI wordt weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor het gewenste
comfort de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
Automatisch programma "comfort"
Dit is de normale gebruiksstand van de
airconditioning. Ingestelde waarde bestuurders- of
passagierszijde
De op het display weergegeven waarde
heeft betrekking op een bepaald
comfortniveau en niet op de temperatuur
in graden Celsius of Fahrenheit.
Draai deze knop naar links of
naar rechts om de waarde te
verlagen of te verhogen. Voor
een optimaal comfort wordt
de waarde 21
aanbevolen.
Niettemin is afhankelijk van uw
wensen een afstelling tussen 18
en
24
gebruikelijk. Zorg ervoor dat de zonnesensor
op het dashboard niet wordt
afgedekt.
Druk op deze toets. Het
symbool AUTO verschijnt.
Afhankelijk van de gekozen
instellingen regelt het
systeem de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om
het comfort en de luchtcirculatie in het
interieur optimaal te houden. U hoeft het
systeem niet meer zelf bij te regelen. Om bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
luchtopbrengst geleidelijk op het
optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen
tussen twee startmomenten
opgeslagen.
De automatische stand wordt
uitgeschakeld zodra u de instellingen
handmatig wijzigt (AUTO verdwijnt).
GESCHEIDEN REGELING BESTUURDER EN PASSAGIER
Ventilatie
Page 75 of 292

73
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij het indrukken van de
toets AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.Regeling luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde
malen in om de luchtstroom
te verdelen naar:
-
de voorruit,
-
de voorruit en de beenruimte,
-
de beenruimte,
-
de linker
, rechter en middelste
ventilatieroosters en de beenruimte,
-
de linker
, rechter en middelste
ventilatieroosters. Regeling luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot
of verkleind worden door
respectievelijk de toets "kleine
propeller" of "grote propeller"
in te drukken.
Het symbool van de luchtopbrengst op het
display, de propeller, wordt afhankelijk van
de ingestelde waarde geleidelijk voller.
Airconditioning AAN/UIT
Druk op deze toets: het
symbool A/C wordt weergegeven
en de airconditioning wordt
geactiveerd.
Uitschakelen van het systeem
Druk op de toets "kleine
propeller" van de
luchtopbrengstregeling tot het
symbool van de propeller van
het display is verdwenen.
Alle functies van de airconditioning
worden dan uitgeschakeld,
behalve de luchtrecirculatie en de
achterruitverwarming (volgens uitvoering).
De ingestelde waarde wordt niet meer
geregeld en verdwijnt van het display. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Bij het indrukken van deze toets
wordt de lucht in het interieur
gerecirculeerd. Het symbool van de
luchtrecirculatie wordt weergegeven.
Druk op de toets "grote
propeller" of op de toets AUTO
om het systeem weer met de
laatst ingestelde waarden in te
schakelen.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te sluiten.
Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt
nodig is (om te voorkomen dat de ruiten beslaan
en de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat).
Druk de toets zodra de luchtrecirculatie niet
meer nodig is nogmaals in om de toevoer van
buitenlucht te hervatten.
Druk nogmaals op deze toets om de
aircondioning uit te schakelen.
De ventilatieopening in het
dashboardkastje verspreidt koele
lucht (als de airconditioning is
ingeschakeld), onafhankelijk van de
ingestelde temperatuur in het interieur
en de buitentemperatuur. Het is raadzaam om niet langdurig met
uitgeschakelde airconditioning te rijden.
ERGONOMIE en COMFORT
4
Ventilatie
Page 96 of 292

94
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
INDELING VOORCOMPARTIMENT
1. Onderste opbergvak
Dit opbergvak kan, afhankelijk van de
uitvoering, van een deksel zijn voorzien.
Bovenste opbergvak
Het opbergvak bevindt zich bovenop
het dashboard, achter het stuurwiel.
Het optillen van het deksel wordt
vergemakkelijkt door een uitsparing.
Beweeg het deksel met de hand
omhoog tot dit volledig geopend is.
Beweeg om het opbergvak te sluiten
het deksel omlaag en druk vervolgens
kort op het midden van het deksel.
Het morsen van vloeistof kan
kortsluiting veroorzaken, wat tot brand
kan leiden.
3. Opbergvak aan de zijkant
4. Tashaak
Hang uitsluitend flexibele en niet te
zware tassen aan de haak.
2. Opbergvak en
flessenhouder (1,5 l)
Praktische voorzieningen
Page 97 of 292

95
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
Dakconsole
De dakconsole bevindt zich boven
de zonnekleppen. Hierin kunt u
bijvoorbeeld een trui, een map of
handschoenen opbergen.
Door de openingen in de dakconsole
achter de zonnekleppen zijn de
voorwerpen zichtbaar waardoor ze
gemakkelijk bereikbaar zijn.
In totaal mag niet meer dan 5 kg in de
dakconsole worden opgeborgen.
Berg er geen voorwerpen in op die
gevaar voor de inzittenden kunnen
opleveren.
Middenconsole met
opbergruimte
Dankzij deze console is er
aanmerkelijk meer opbergruimte: de
console is uitneembaar en wordt op
een steun vastgezet waarin in het
achterste gedeelte twee bekerhouders
aanwezig zijn.
Controleer of het flesje of blikje stevig
in de bekerhouder op zijn plaats wordt
gehouden en tijdens het rijden niet kan
omvallen.
Gemorste vloeistof kan bij contact met
schakelaars op het dashboard en de
middenconsole storingen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig met het
gebruik van de bekerhouder.
Zonneklep
Klap om verblinding te voorkomen bij
laagstaande zon de zonneklep omlaag.
In de zonneklep aan bestuurderszijde
is een vakje aanwezig waarin
bijvoorbeeld tol- of parkeerkaarten
opgeborgen kunnen worden.
Opbergruimte onder de stoelen
In de vloer onder de voorstoelen zijn
opbergvakken met of zonder deksel
aanwezig.
Beweeg de stoel naar voren om deze
opbergvakken te bereiken. Het deksel
kan vanaf de achterzijde van de stoel
worden geopend.
ERGONOMIE en COMFORT
4
Praktische voorzieningen
Page 132 of 292

130
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
130
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Veiligheidsvoorschriften
Maak er een gewoonte van om
normaal rechtop in de voorstoelen te
zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Bevestig geen
voorwerpen vlak bij of op de plaats
waar de airbags naar buiten komen.
Deze kunnen als de airbags worden
geactiveerd ernstige verwondingen
veroorzaken.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke
ontwerp van uw auto, vooral niet in de
directe omgeving van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande
voorschriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme
gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet
op het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag
wordt opgeblazen, kunnen brandende
sigaretten of een pijp brandwonden of
ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding en
sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers
op het stuurwiel of op het dashboard.
Deze kunnen bij het afgaan van de
airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoezen,
die in combinatie met actieve zijairbags
gebruikt kunnen worden. Voor
informatie over de stoelhoezen die
geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
wenden tot het CITROËN-netwerk.
Zie het gedeelte "Overige accessoires"
van rubriek 6
voor meer informatie
over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen (kleding...): dit zou bij
het afgaan van de airbags kunnen
leiden tot verwondingen aan armen of
borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
De airbags werken alleen als
het contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een
volgend ongeval), werken de airbags
niet meer.
Het activeren van de airbags gaat
gepaard met wat rook en een knal,
als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor gevoelige personen irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Wanneer een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de passagiersstoel
is geplaatst, moet de frontairbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Zie in rubriek 5 het gedeelte
"Kinderen in de auto".
Airbags
Page 134 of 292

132
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
132
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Frontairbags
Activering
Beide airbags worden geactiveerd,
behalve als de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld, bij
een ernstige frontale aanrijding binnen
de impactzone A, in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde
richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond
moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
dashboard om te voorkomen dat de
inzittende naar voren wordt geworpen.
Uitschakelen frontairbag aan passagierszijde
Alleen de frontairbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
- Zet het contact af, steek de
sleutel in de schakelaar voor
uitschakelen van de frontairbag aan
passagierszijde.
-
Draai deze in de stand
"OFF".
-
V
erwijder vervolgens de sleutel
zonder de stand van de sleutel te
veranderen.
Het verklikkerlampje van de
frontairbag aan passagierszijde
op het instrumentenpaneel brandt
zolang de airbag is uitgeschakeld.
Als de twee verklikkerlampjes airbag
permanent branden, plaats dan geen
kinderzitje met de rug in de rijrichting.
Neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing frontairbag
Schakel voor de veiligheid van
uw kind de frontairbag aan
passagierszijde altijd uit als u een
kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de voorstoel plaatst. Anders kan
een kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. Inschakelen
In de stand "OFF" werkt de frontairbag
aan passagierszijde bij een eventuele
aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,
zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de frontairbag aan passagierszijde
opnieuw in te schakelen en zo
de veiligheid van uw passagier te
garanderen.
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
op het display, laat dan het
systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Deze zijn voor de bestuurder in
het midden van het stuurwiel en
voor de passagier in het dashboard
aangebracht.
Airbags
Page 149 of 292

147
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
147
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
kINDERBEVEILIGING
De kinderbeveiliging verhindert het openen
van binnenuit van de schuifdeuren.
HandmatigElektrisch
Druk met het contact aan op
deze knop centraal op het
dashboard.
Verklikkerlampje brandt =
kinderbeveiliging ingeschakeld.
Let op: dit systeem werkt onafhankelijk
van de centrale vergrendeling.
Neem voor het verlaten van
de auto altijd de sleutel uit het
contact, zelfs voor korte periodes.
Controleer na het aanzetten van het
contact altijd of de kinderbeveiliging is
ingeschakeld.
Bij een zware aanrijding wordt
de elektrische kinderbeveiliging
automatisch uitgeschakeld.
De plaats van de hendel en de status
van de kinderbeveiliging worden
aangegeven door een sticker.
-
Open de schuifdeur volledig tot
voorbij het zware punt.
-
Kantel de hendel op de achterste
zijkant van de schuifdeur naar
beneden.
VEILIGHEID
5
Kinderen aan boord
Page 156 of 292

154
Berlingo2VP_nl_Chap07_Verification_ed02-2016
MOTORkAP OPENEN
Motorkapsteun
Zet om de motorkap open te houden de
motorkapsteun vast in de met een sticker
aangegeven houder in het plaatdeel aan
de linkerzijde van de auto.
Plaats voordat u de motorkap sluit
de motorkapsteun terug in de klem,
zonder te forceren.
Buitenzijde
Til de motorkap met één hand iets
op en steek uw andere hand met de
palm omlaag naar binnen, zodat u
gemakkelijk bij de haak kunt.
Duw met deze hand de veiligheidshaak
naar links. Open de motorkap.
Binnenzijde
Trek aan de hendel onder het
dashboard. De motorkap is
ontgrendeld.
Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken
en laat deze aan het einde van de
slag in het slot vallen. Controleer of de
motorkap goed vergrendeld is.
Open de motorkap liever niet als het
hard waait.
Motorkap openen
Page 160 of 292

158
Berlingo2VP_nl_Chap07_Verification_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap07_Verification_ed02-2016
koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade
te voorkomen uitsluitend door de
fabrikant aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en omdat het koelsysteem
onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart
omwenteling los om de druk te laten
dalen en om te voorkomen dat de hete
koelvloeistof uit het koelsysteem spuit.
Trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak
koelvloeistof moet worden bijgevuld,
zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk.
Vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op een vlakke
ondergrond staat en de motor koud is. Draai de dop
met geïntegreerde peilstok los en controleer of het
niveau tussen de merktekens MINI en MAXI staat.
Om het filter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien
de omstandigheden dit toelaten,
gedurende minstens 5 minuten met
een snelheid van 60 km/h of hoger te
rijden (totdat de melding op het display
verdwijnt en het verklikkerlampje
Service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het
roetfilter, kunnen enkele geluiden
van het relais hoorbaar zijn onder het
dashboard.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als de
melding niet verdwijnt en het lampje
Service blijft branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen
de merktekens MINI en MAXI van
het expansievat te staan. Laat het
koelsysteem, als meer dan 1 liter
moet worden bijgevuld, controleren
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau ruitensproeiers
Wij adviseren u voor een optimale
reiniging en voor uw eigen veiligheid
de producten van CITROËN te
gebruiken.
Bovendien mag het vloeistofniveau
niet worden bijgevuld met of worden
vervangen door water, om bevriezing
te voorkomen en een goede reiniging
te garanderen.
Inhoud reservoir ruitensproeiers:
ongeveer 3 liter.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid; het is bovendien een erg
bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het
water of op de grond, maar deponeer
deze in de daarvoor bestemde
containers bij het CITROËN-netwerk.
Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door het verklikkerlampje
Service in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt, komt
dit doordat het roetfilter verstopt dreigt te
raken (uitzonderlijke rijomstandigheden:
veelvuldig stadsverkeer, lage snelheid,
lange files, ...).
Niveaus
Page 189 of 292

187
Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016
ZEkERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich:
-
links aan de onderzijde van het
dashboard (achter de klep),
-
in de motorruimte (bij de accu).
De aanwijzingen in dit boekje hebben
uitsluitend betrekking op zekeringen
die met behulp van de speciale
tang (achter het opbergvak aan de
rechterzijde van het dashboard) door
de gebruiker vervangen kunnen
worden. Raadpleeg voor overige
werkzaamheden het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Zekeringen vervangen
Vervang een defecte zekering
altijd een zekering met dezelfde
stroomsterkte.
Voor technici: raadpleeg voor
alle informatie met betrekking tot
zekeringen en relais de elektrische
schema's van de "Reparatiemethoden"
die verkrijgbaar zijn via het netwerk.
CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door het
CITROËN-netwerk geleverd en
aanbevolen zijn en niet volgens haar
voorschriften gemonteerd zijn. Dit geldt
met name voor apparatuur met een
totaal stroomverbruik van meer
dan 10 milliampère. Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen.
●
Gebruik de tang.
SNEL WEER OP WEG
8
Zekering vervangen