CITROEN C-CROSSER 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: C-CROSSER, Model: CITROEN C-CROSSER 2012Pages: 244, PDF Size: 7.59 MB
Page 171 of 244

XI
169
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
RADIO
Radiofunctie selecteren
Druk op de toets "PWR" of
op de toets "AM/FM" om de
radio in te schakelen.
Wanneer de accukabels worden los-
genomen, worden de voorkeuzezen-
ders gewist uit het geheugen.
Een band selecteren
Druk herhaaldelijk op de
toets "AM/FM" om de ge-
wenste band te selecteren:
FM1/FM2/FM3/MW/LW/
FM1...
Automatisch zenders zoeken
Druk op de toets "SEEK
"
of "SEEK
" om te zoeken
naar lagere of hogere fre-
quenties.
Handmatig zenders zoeken
Draai de knop "TUNE" naar
links om lagere frequenties
te zoeken of naar rechts om
hogere frequenties te zoe-
ken.
Handmatig opslaan van
voorkeuzezenders
Druk op één van de zes toetsen die ge-
nummerd zijn van 1 tot en met 6, totdat
een geluidssignaal klinkt.
Tijdens het opslaan wordt de geluids-
weergave van de radio kort onderbro-
ken.
Het nummer van de toets en de opge-
slagen frequentie verschijnen op het
display.
Automatisch opslaan vanvoorkeuzezenders
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "AM/FM".
Voorkeuzezenders selecteren
Druk op één van de zes toetsen "1" t/m
"6". Op het display verschijnt de zender
die op de huidige band onder die toets
is opgeslagen. Het zoeken begint automatisch, en
stopt wanneer de eerstvolgende zen-
der gevonden wordt. De zes sterkste zenders worden opge-
slagen onder de zes genummerde toet-
sen, in oplopende sterkte. U kunt op elke band zes voorkeuzezen-
ders opslaan.
Als u een nieuwe voorkeuzezender op-
slaat, vervangt deze de vorige zender
onder die toets. Het automatisch opslaan van voorkeu-
zezenders kan uitsluitend op de FM3,
MW en LW band.
Als u een nieuwe voorkeuzezender op-
slaat, vervangt deze de vorige zender
onder die toets.
Automatisch opslaan kan worden ge-
start vanuit elke geselecteerde band.
Druk kort (minder dan 2 seconden)
op een van de zes toetsen om een
eerder ingestelde voorkeuzezender
te selecteren.
Page 172 of 244

XI
170
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
RDS
Alternatieve frequenties (AF)
Als een radiozender via meerdere fre-
quenties uitzendt, schakelt de autora-
dio automatisch naar de frequentie met
de beste ontvangst.
De frequentie van een radiozender
heeft een dekking van ongeveer 50 ki-
lometer. Wanneer de radio overscha-
kelt naar een andere frequentie kan de
ontvangst van een zender tijdelijk weg-
vallen.
Als de zender geen dekking heeft in
de regio waar u zich bevindt, kunt u de
"AF"-functie uitschakelen.
Verkeersinformatie (TP)
Met de functie "Traffic Program" (TP)
is het mogelijk automatisch over te
schakelen naar een FM-zender die ver-
keersinformatie uitzendt.
De huidige radiozender of audiobron
wordt dan tijdelijk onderbroken.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen
is, schakelt de radio terug naar de oor-
spronkelijke radiozender of audiobron.
Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders zenden
op bepaalde tijdstippen op dezelfde
frequentie verschillende, regionale pro-
gramma's uit.
Met deze functie kan een regionaal pro-
gramma worden beluisterd.
U kunt hiermee:
- een specifi eke regionale zender blij-
ven volgen,
- naar het gekoppelde netwerk luiste-
ren, waarbij het mogelijk is dat de
radio overschakelt naar een ander
programma.
De functies "AF", "REG" en
"TP" kunnen met de knop
"TUNE" in- en uitgescha-
keld worden. Druk op de toets "TP".
Op het display verschijnt
"TP". Als de zender gebruik
maakt van RDS, verschijnt
dit eveneens op het display.
Zodra de radio verkeersinformatie ont-
vangt, verschijnt "TRAF INF" op het
display, gevolgd door de naam en fre-
quentie van de zender.
Het volumeniveau van de verkeersin-
formatie kan afwijken van het oorspron-
kelijke volume.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen
is, wordt het oorspronkelijke volume
hersteld.
Wanneer "TP" wordt weergegeven
op het display, schakelt de radio al-
leen over naar verkeersinformatie op
zenders met RDS. Wanneer de ontvangst van een zen-
der verslechtert, zoekt de radio naar
een alternatieve frequentie (AF). Als
deze niet beschikbaar is, schakelt de
radio over naar een andere, gekop-
pelde, regionale zender (REG). Als
deze ook niet beschikbaar is, scha-
kelt de radio terug naar de voorkeu-
zezender in het geheugen. De RDS-functie (Radio Data System)
op de FM-band biedt de volgende mo-
gelijkheden:
- weergave van informatie, zoals de
naam van een radiozender, ...
- dezelfde zender ontvangen in ver-
schillende regio's,
- tijdelijk overschakelen naar ver-
keersinformatie.
De meeste FM-radiozenders maken
gebruik van RDS en zenden naast pro-
gramma's ook niet-hoorbare tekstinfor-
matie uit.
Dankzij deze informatie kunt u de naam
van de radiozender afl ezen op het dis-
play, een radiozender automatisch blij-
ven volgen of tijdelijk overschakelen
naar verkeersinformatie.
De RDS-functie biedt de mogelijkheid
om naar een zender te blijven luisteren,
ongeacht de verschillende frequenties
die voor deze zender gebruikt worden
in de diverse regio's.Er kunnen ech-
ter storingen optreden in de ontvangst
door een onvolledige dekking van een
zender.
Page 173 of 244

XI
171
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Programmatype (PTY)
Sommige radiozenders bieden de mo-
gelijkheid om programmavoorkeuren
vast te leggen aan de hand van één
van de volgende thema's:
NEWS, AFFAIRS, INFO, SPORT, EDU-
CATE, DRAMA, CULTURE, SCIENCE,
VARIED, POP M, ROCK M, EASY M,
LIGHT M, CLASSICS, OTHER M,
WEATHER, FINANCE, CHILDREN, SO-
CIAL, RELIGION, PHONE IN, TRAVEL,
LEISURE, JAZZ, COUNTRY, NATION M,
OLDIES, FOLK M, DOCUMENT
Waarschuwingsberichten
"ALERT"
Wanneer een waarschuwingsbericht
wordt uitgezonden, wordt de huidige
weergave van een radiozender of an-
dere audiobron tijdelijk onderbroken.
Op het display verschijnt de tekst
"ALERT" en het volume wordt aan-
gepast.
Na het waarschuwingsbericht verdwijnt
deze tekst en het oorspronkelijke vo-
lume wordt hersteld.
Zoeken naar een zender met "PTY"
Druk op de toets "PTY".
Draai aan de knop "TUNE"
om het gewenste thema te
selecteren.
Na twee seconden start de radio het
zoeken naar zenders met het gewenste
thema; het gekozen thema knippert op
het display.
Wanneer de zender gevonden is, ver-
schijnt de naam van de zender op het
display.
U kunt op de toets "SEEK
" of "SEEK
" drukken om een andere zender te zoe-
ken.
Als er geen programma met het ge-
wenste thema gevonden wordt, ver-
schijnt gedurende vijf seconden de
melding "NONE" op het display.
U kunt maximaal 6 PTY-programma's
in het geheugen opslaan.
Als u een nieuw programma opslaat
wordt het vorige gewist.
Opslaan van een
"PTY"-programma Druk kort (minder dan twee secon-
den) op de toets om de opgeslagen
instellingen weer op te roepen.
Taalkeuze PTY
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de instellingen te wijzigen.
Druk vervolgens herhaaldelijk op de-
zelfde toets, om de volgende functies
te kunnen wijzigen:
AF/CT/REG/TP-S/PTY (taalkeuze)/SCV/
PHONE/OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links of
naar rechts om de gewenste taal te
selecteren: ENGLISH, FRANCAIS,
DEUTSCH, SVENSK, ESPAGNOL,
ITALIANO).
Tijdens het opslaan wordt de geluids-
weergave kort onderbroken.
Het nummer van de toets en het PTY-
programma worden weergegeven op
het display.
Draai aan de knop "TUNE"
om het PTY-programma te
selecteren dat u wilt opslaan.
Druk minimaal twee secon-
den op een van de cijfer-
toetsen "1" tot en met "6".
Page 174 of 244

XI
172
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
CD-SPELER
Hiermee kan een audio-CD (CD-DA,
CD-Text, CD-R/RW) of een MP3-CD
worden afgespeeld.
Selecteren van CD-speler
Druk op de toets "CD" als
de CD zich al in de CD-spe-
ler bevindt.
Op het display verschijnt
"CD", gevolgd door het nummer van de
huidige track en de speelduur.
Functie-instellingen
Hiermee kunnen verschillende functies
worden in- of uitgeschakeld.
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de functie-instellingen in te
schakelen.
Druk vervolgens herhaalde-
lijk op dezelfde knop om de
volgende functies te wijzigen:
AF / CT/REG / TP-S / PTY (taalkeuze) /
SCV / PHONE / OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links om
een functie uit te schakelen (OFF), of
naar rechts om een functie in te scha-
kelen (ON).
De functie "PHONE" is op dit mo-
ment nog niet beschikbaar.
De functie-instellingen worden na
tien seconden uitgeschakeld wan-
neer geen enkele toets meer wordt
ingedrukt. Het afspelen begint automatisch zodra
een CD met de bedrukte zijde naar bo-
ven in de CD-speler wordt geplaatst.
Uitwerpen van een CD
Druk op deze toets om de
CD uit te werpen. Het sy-
steem schakelt automatisch
over naar de radio.
Snelzoeken
Houd de toets "
" of "
"
ingedrukt om versneld voor-
of achteruit te zoeken.
Het afspelen begint zodra u de toets
loslaat.
Selectie van een track
Druk op de toets "
" of "
"
om de vorige of volgende
track te selecteren.
Track doorlopend afspelen
Druk op de toets "RPT" om
de huidige track continu te
herhalen. Op het display
verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen.
In willekeurige volgorde afspelen
van de tracks van een CD
Druk op de toets "RDM"
om alle tracks op de CD in
willekeurige volgorde af te
spelen. Op het display ver-
schijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen. Gebruik alleen CD's met een ronde
vorm.
CD's met een diameter van 8 cm die-
nen in het midden van de CD-sleuf
te worden geplaatst.
Wanneer de CD niet binnen 15 se-
conden na het uitwerpen wordt uitge-
nomen, wordt deze weer ingevoerd
in de CD-speler.
Audio-CD
Page 175 of 244

XI
173
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
MP3-CD'S / ID3-TAGS
Begin van elke track afspelen
Druk op de toets "SCAN"
om de eerste tien seconden
van elke track op de disc af
te spelen. Op het display
verschijnt "SCAN" en het nummer van
de desbetreffende track knippert.
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen. De CD-speler en CD-wisselaar kun-
nen MP3-bestanden afspelen.
Deze bestanden moeten zijn op-
genomen in het ISO9660 format
(versie 1 of 2), en op een CD-ROM, CD-
R of CD-RW gebrand volgens het Jo-
liet of Romeo bestandssysteem. Deze
discs kunnen maximaal 255 bestanden,
100 mappen en 16 niveaus bevatten.
Tijdens het afspelen van MP3-bestan-
den kunnen ID3-TAGS (versie 1) op
het display worden getoond.
Als een disc zowel CD-DA als MP3-
bestanden bevat, zullen de CD-DA
bestanden altijd eerst worden afge-
speeld.
Om het af te spelen bestandstype te
wijzigen houdt u de toets "CD" mini-
maal 2 seconden ingedrukt, tot een
geluidssignaal klinkt.
Tijdens het afspelen van CD's wer-
ken de functies "Repeat", "Random/
Shuffl e" en "Intro Scan" alleen voor
bestanden van hetzelfde type.
Een MP3-map selecteren
Draai de knop "FOLDER"
naar rechts om vooruit naar
mappen te zoeken, en naar
links om terug te zoeken. Druk herhaaldelijk op de
toets "DISP" voor weergave
van de gewenste CD-Text:
DISC NAME/TRACK NAME/NORMAL
DISPLAY MODE.
WEERGAVE CD-TEXT
Als de tekst meer dan 12 te-
kens bevat, druk dan op de
toets "PAGE" om de rest weer
te geven.
Wanneer geen tekst kan worden weer-
gegeven, verschijnt "NOTITLE" op het
display. De CD-speler en CD-wisselaar onder-
steunen de weergave van CD-Text.
De geluidskwaliteit van CD-R/RW's
is afhankelijk van de gebruikte bran-
der, software en brandsnelheid.
Page 176 of 244

XI
174
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Tijdens het afspelen verschijnt "READING"
op het display, daarna worden achtereen-
volgens het nummer van de map, het num-
mer van de track, de speelduur en "MP3"
weergegeven.
Begin van elke track afspelen
Druk op de toets "SCAN"
om de eerste tien seconden
van de tracks in alle map-
pen af te spelen. "SCAN"
verschijnt op het display en het nummer
van de desbetreffende track knippert.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen.
Weergave van ID3-Tags van
MP3-bestanden
Druk herhaaldelijk op de
toets "DISP" om de ge-
wenste MP3-informatie op
het display weer te geven:
FOLDER NAME/TRACK NAME/NOR-
MAL DISPLAY MODE. Wanneer de tekst meer dan
12 karakters bevat, kunt u op
de toets "PAGE" drukken om
het vervolg weer te geven.
Wanneer geen MP3 of ID3-TAG informa-
tie beschikbaar is, verschijnt "NOTITLE"
op het display.
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "DISP" om
de ID3-TAG informatie weer
te geven. "TAG" verschijnt
op het display.
Druk herhaaldelijk op de toets "DISP"
om de volgende ID3-TAG informatie
weer te geven:
ALBUM NAME/ TRACK NAME/ARTIST
NAME/NORMAL DISPLAY MODE. Druk minimaal twee seconden op de
toets "DISP" om de weergave van
ID3-TAGs uit te schakelen.
Map doorlopend
afspelen
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RPT" om
alle tracks in de huidige map
doorlopend af te spelen.
"D-RPT" verschijnt op het display.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen.
Map afspelen in willekeurige volgorde
Druk op de toets "RDM" om
alle tracks in de huidige map
in willekeurige volgorde af
te spelen. "RDM" verschijnt
op het display.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen.
Disc afspelen in willekeurige volgorde
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RDM" om de
tracks in alle mappen in wille-
keurige volgorde af te spelen.
"D-RDM" verschijnt op het display.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen. De geluidskwaliteit van CD-R's en
CD-RW's is afhankelijk van de ge-
bruikte brander, software en brand-
snelheid.
De benodigde tijd voordat het afspe-
len begint, hangt af van de structuur
en de hoeveelheid mappen en MP3-
bestanden op de disc.
Page 177 of 244

XI
175
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Selecteren van de CD-wisselaar
Druk op de toets "CD" als
reeds een CD is geplaatst.
Op het display verschijnen
het nummer van de cd, de
track en de speelduur. Het afspelen begint automatisch zo-
dra een CD met de bedrukte zijde naar
boven in de CD-wisselaar wordt ge-
plaatst.
CD uitwerpen
Druk kort op deze toets om
de huidige CD uit te wer-
pen. Als een CD na het uitwerpen niet bin-
nen 15 seconden wordt verwijderd,
schuift de tray weer in.
Een CD plaatsen
Druk kort op de toets
"LOAD", waarna "WAIT" op
het display verschijnt.
Als de CD-wisselaar gereed
is, gaat het lampje in de toets "LOAD"
branden en verschijnt "LOAD DISC Nr.
(1-6)" op het display.
Als er meerdere lege trays beschikbaar
zijn, selecteer er dan één met de toet-
sen "DISC". Er kunnen maximaal 6 CD's in de CD-
wisselaar.
Gebruik alleen CD's met een ronde
vorm.
De CD-wisselaar kan geen 8 cm
CD's afspelen.
Alle CD's plaatsen
Alle CD's uitwerpen
Druk minimaal twee secon-
den op deze toets. De huidi-
ge CD wordt uitgeworpen.
Wanneer de CD verwijderd
is, wordt automatisch de volgende CD
uitgeworpen.
Herhaal deze stappen tot alle CD's uit-
geworpen zijn.
Een CD selecteren
Druk meerdere malen op de
toetsen "DISC" tot het picto-
gram van de gewenste CD
op het display verschijnt. Zie ook "CD-Text weergave" en "MP3-
CD's / ID3-TAGS".
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "LOAD".
De CD-wisselaar kiest ver-
volgens de lege tray met het
laagste nummer en wacht tot een CD
wordt geplaatst.
Op het display verschijnt "LOAD DISC
Nr. (1-6)"; plaats de CD in de desbetref-
fende tray.
De CD-wisselaar selecteert automa-
tisch de eerstvolgende lege tray en
wacht tot een CD wordt geplaatst.
Herhaal deze stappen tot alle CD's ge-
plaatst zijn. De laatst geplaatste CD
wordt het eerst afgespeeld.
CD-WISSELAAR
Page 178 of 244

XI
176
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Begin van elke track afspelen
Druk op de toets "SCAN"
om de eerste tien seconden
van elke track op de CD af
te spelen. Op het display
verschijnt "SCAN" en het nummer van
de afgespeelde track gaat knipperen.
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
De geluidskwaliteit van CD-R/RW's
is afhankelijk van de gebruikte soft-
ware, brander en opnamesnelheid.
Alle CD's afspelen in willekeurige
volgorde
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RDM" om
de tracks op alle CD's in wil-
lekeurige volgorde af te spe-
len. Op het display verschijnt "D-RDM".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
Snelzoeken
Houd de toetsen "
" of "
"
ingedrukt om versneld voor-
of achteruit te zoeken.
Het afspelen wordt hervat zodra de
toets wordt losgelaten.
Een track selecteren
Druk op de toesen "
" of
"
" om de vorige of de vol-
gende track te selecteren.
Track herhalen
Druk op de toets "RPT" om
de huidige track doorlopend
af te spelen. Op het display
verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
CD afspelen in willekeurige volgorde
Druk op de toets "RDM" om
de tracks van een CD in
willekeurige volgorde af te
spelen. Op het display ver-
schijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
CD herhalen
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RPT" om
de huidige CD doorlopend
af te spelen. Op het display
verschijnt "D-RPT".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
Audio-CD
Page 179 of 244

XI
177
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
FOUTMELDINGEN
Raadpleeg bij foutmeldingen op het display onderstaande tabel, voor een beschrijving van het probleem en mogelijke oplos-
singen.
FOUTMELDING
BESCHRIJVING
OPLOSSING
NO DISC Geen disc aanwezig.
Disc niet compatibel. Plaats een disc.
ERROR 01 Disc niet goed geplaatst.
Condens op de disc. Plaats de disc met de bedrukte zijde naar boven.
Maak de disc droog.
ERROR 02 Disc is vuil, vervormd of heeft krassen.
Auto trilt hevig. Maak de disc schoon of vervang deze.
Probeer opnieuw nadat de trillingen zijn
opgehouden.
ERROR 03 Fout bij het plaatsen of uitwerpen.
Lens niet goed gekalibreerd. Werp de disc uit en plaats deze opnieuw.
Wanneer de autoradio de disc niet uitwerpt, laat
de radio dan nakijken.
ERROR HOT Inschakelen van de interne beveiliging tegen
hoge temperaturen. Wacht ongeveer 30 minuten tot de autoradio
afgekoeld is.
ERROR Communicatiefout tussen de autoradio en het
externe systeem.
Fout in de invoer vanuit het externe systeem. Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
Page 180 of 244

XI
!
178
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
AUDIO: weergave Audio/video
(FM,CD, Music Server,...) of Na-
vigatie (kaart).
VOL: volumeregeling audio/video.
OPEN: klapt het scherm
open en biedt toe-
gang tot CD en DVD.
Druk nogmaals om het
scherm neer te klappen.
SCALE: wijzigt de schaal van de
kaart.
ENT: bevestigt het op het display
geselecteerde item.
Sommige functies worden beves-
tigd door het touchscreen aan te
raken.
De kaart verschuiven of een item
selecteren.
Om veiligheidsredenen mag
de bestuurder handelingen
die veel aandacht vragen al-
leen verrichten wanneer de auto
stilstaat.
AUDIO-TELEMATICASYSTEEM
Andere audio-/videobron selecte-
ren (FM, CD, Music Server, ...).
Geluid uit/aan.
Voor- of achteruit zoeken naar:
- een radiozender,
- een audiotrack (CD),
- een hoofdstuk (DVD).
Raak het scherm met een vinger aan
om het systeem te activeren.
Gebruik de toetsen die op het display
worden weergegeven.
POWER: alleen audiosysteem in-
schakelen/uitschakelen.
Volumeregeling audio.