CITROEN C-ZERO 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C-ZERO, Model: CITROEN C-ZERO 2016Pages: 176, PDF Size: 4.91 MB
Page 131 of 176

129
c-zero_nl_c hap10_caracteristiques-techniques_ed01-2014
Motortype en tractiebatterij
Type variant uitvoering: 1 N ZK Y Z
Elektromotor Y51
tec
hnologie
sy
nchrone elektromotor met permanente neodymium magneten
Maximum vermogen:
eu (kW) 49
to
erental bij maximum vermogen (tr/min) 4
000 - 8 800
Maximum koppel:
eu (
nm
) 19 6
to
erental bij maximum koppel (tr/min) 0
- 300
Tractiebatterij Lithium-Ion
capa
citeit (kWh) 14,5
Normaal laadsysteem
span
ning (V) A
c23
0
Laadtijd
( * ) ( ** ):
-
1
6
A
-
1
4
A
-
1
0
A
-
8
A 5
uur en 30 minuten
6
uur
8
uur
11
u u r
Snellaadsysteem
span
ning (V) D
c3
00
Laadtijd (80% van max. capaciteit)** 30
minuten
De actieradius van de auto is afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de rijstijl van de bestuurder, het gebruik van elektrische uitrustingen,
de frequentie van het laden (normaal en snelladen) en de leeftijd van de tractiebatterij. * Afhankelijk van het lokale elektriciteitsnet.
**
t
i
jd gemeten bij een buitenluchttemperatuur tussen 20 en 25°
c.
10
technische gegevens
Page 132 of 176

130
c-zero_nl_c hap10_caracteristiques-techniques_ed01-2014
Elektromotor Y51
Tractiebatterij Lithium-Ion
Type variant uitvoering: 1
N ZK Y Z
Ledig gewicht 1
065
Ledig gewicht rijklaar 1
140
Maximaal technisch toegestane massa totaal (M
tAc) 1
450
Maximaal toegestaan treingewicht (M
t
r
A
) 1
450
Maximaal toegestane daklast (inclusief allesdragers) 43
Montage van een trekhaak op deze auto is niet mogelijk. Het trekken van een aanhanger is niet mogelijk.
Gewichten (in kg)
technische gegevens
Page 133 of 176

131
c-zero_nl_c hap10_caracteristiques-techniques_ed01-2014
Afmetingen (in mm)
10
technische gegevens
Page 134 of 176

132
c-zero_nl_c hap10_caracteristiques-techniques_ed01-2014
IdentificatieDe auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Identificatieplaatje .
Dit plaatje is met popnagels bevestigd aan de
achterkant van de voorklep.co ntroleer de bandenspanning
minstens één keer per maand,
als de banden koud zijn.
ee
n te lage bandenspanning veroorzaakt
een hoger verbruik en verkleint daardoor
de actieradius van de auto.
B. Sticker banden.
Deze sticker is op de middenstijl aan
bestuurderszijde bevestigd.
op d
e sticker staan de volgende gegevens:
-
d
e bandenspanning (in bar),
-
d
e specificatie van de banden,
-
h
et type band.C. Constructeursplaatje.
Dit plaatje is met behulp van popnagels op de
linker middenstijl bevestigd.
D. VIN (
Voertuig Identificatie Nummer ).
Dit nummer is in de bagageruimte op de rand
van de rechter wielkast gegraveerd.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
meer informatie over het gebruik van
sneeuwkettingen.
De belangrijkste informatie op dit plaatje:
-
h
et type auto,
-
de
kleurcode,
-
t
ype, variant, uitvoering…
technische gegevens
Page 135 of 176

133
c-Zero_nl_chap11a_btA_ed01-2014
URGENCE-OPROEP OF A SSISTANCE - OPROEP
Page 136 of 176

134
c-Zero_nl_chap11a_btA_ed01-2014
URGENCE-OPROEP OF A SSISTANCE - OPROEP
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene L e D-lampje en een
geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de helpdesk
van "
u rgence" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd. Het groene L
e D-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op ieder willekeurig moment, de
toets langer dan 8
seconden in te drukken.
b
ij het aanzetten van het contact, gaat
het groene lampje 3
seconden branden.
Dit duidt op een goede werking van het
systeem.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannule\
erd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht. Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
e
en gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd*.
Het groene L
e
D-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het
lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk van urgence die de informatie
over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwing kan zenden
naar
de gekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de alarmcentrale niet
operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wo\
rdt de
oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan. Het oranje lampje knippert: er is een storing
in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden.r
aadpleeg in beide gevallen het c I tro Ë n -
netwerk.
Wanneer u uw auto buiten het
c I tro Ë n -netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten
controleren
en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem
laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
o
m technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht \
voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen.
Indien u gebruik maakt van de dienst
c I tro Ë n e t
ouch, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina My
c I troen op de
c
I
tro
Ë n -internetsite voor uw land. s urf hiervoor naar www.citroen.com.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van
bepaalde voorwaarden en
beschikbaarheid.
r
aadpleeg het c I tro Ë n -netwerk.
Citroën Urgence-oproep met
lokalisatiefunctieCitroën Assistance-oproep met lokalisatiefunctie
Werking van het systeem
Page 137 of 176

135
c-Zero_nl_chap11b_rDe2_ed01-2014
Autoradio/Bluetooth®
01 Basisfuncties
om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Als de motor is afgezet en de eco-mode is ingeschakeld
wordt het systeem automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02
Radio
03
Audio
04
Telefoon
05
Audio-instellingen
06
Configuratie
07
Menustructuren display
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
136
137
140
146
152
153
154
155na het losnemen van de accukabels moet een code
ingevoerd worden om de radio weer te kunnen gebruiken.
u
kunt maximaal vijf pogingen doen om de code in te
voeren.
b ij de laatste twee pogingen moet u 15 minuten
wachten voordat u een nieuwe poging kunt doen.
Aan het eind van dit document vindt u de sticker met de code:
Page 138 of 176

01
136
c-Zero_nl_chap11b_rDe2_ed01-2014
BASISFUNCTIES
selecteren van de geluidsbron:
- FM1, FM2, c D, usb , A u X,
s
treaming.
-
b innenkomend gesprek aannemen.
Lang indrukken:
-
toegang tot het logboek gesprekken
van de gekoppelde telefoon.
-
of beëindigen van het
telefoongesprek.
Instellen van de
geluidsweergave : klankkleur,
hoge tonen, bassen,
loudness, balans, fader,
automatische volumeregeling. Aan/uit en
volumeregeling.Huidige bewerking annuleren.
o
mhoog in de menustructuur
(menu of afspeellijst).
u
itwerpen van de
c
D.
s
electeren van een
opgeslagen voorkeuzezender.
r
adio: lang indrukken:
opslaan van een zender als
voorkeuzezender.
Andere geluidsbron: zie het
desbetreffende hoofdstuk.
Automatisch
zoeken naar zenders in aflopende/
oplopende volgorde.
s
electeren van het vorige/volgende nummer van
de
c D, usb .
Zoeken in een lijst.
Ingedrukt houden: snel vooruit of terug.
toegang tot het
algemene menu.
W
eergave van de lijst met
radiozenders, de nummers van een
c
D/
usb
.
Lang indrukken: lijst met
voorkeuzezenders wijzigen.
Page 139 of 176

02
137
c-Zero_nl_chap11b_rDe2_ed01-2014
Druk een paar keer achter elkaar
op SRC/TEL om de radiofunctie te
selecteren en kies het golfbereik FM1
of FM2.
Druk op een van de toetsen om de
desbetreffende zender te selecteren.
s
electeer de gewenste zender en
bevestig uw keuze door op "OK" te
drukken.
Radio
Druk op LIST voor een overzicht van
de opgeslagen zenders in alfabetische
volgorde.
De omgeving waarin u rijdt (bergen, hoge gebouwen, bruggen, tunnels enz\
.) kan leiden tot een slechte ontvangst, ook als de
r D s -functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken me\
t een storing in de radio.
Houd LIST even ingedrukt om een
nieuwe lijst met voorkeuzezenders te
maken; de radio-ontvangst wordt dan
tijdelijk onderbroken.
Houd één van de toetsen ingedrukt om
de zender waar u naar luistert in het
geheugen op te slaan. De naam van de
zender verschijnt op het display en er
klinkt een geluidssignaal ter bevestiging.
Druk een keer om naar de volgende of
vorige letter te gaan (bijv.: A,
b , D, F, G,
j
, k , ...).
Lijst beheren
Selecteren en opslaan van een zender
RADIO
Page 140 of 176

02
138
c-Zero_nl_chap11b_rDe2_ed01-2014
Als de rDs-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste frequentie van een zender , zodat u ernaar kunt blijven
luisteren.
s ommige r D s -zenders zijn echter niet in het hele land
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele
land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan
wegvallen.
RDS
Druk MENU en selecteer vervolgens
"Radio" als de FM1 of FM2 is
weergegeven.
Vink "RDS" aan of uit om het
r D s -
systeem in of uit te schakelen en
bevestig uw keuze door op "OK" te
drukken.
Handmatig invoeren van een frequentie
Druk op MENU, selecteer "Radio" en
vervolgens "Invoeren freq.".
Druk op + of - om de gewenste
frequentie te selecteren en bevestig uw
keuze met "OK".
RADIO