CITROEN C-ZERO 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: C-ZERO, Model: CITROEN C-ZERO 2017Pages: 174, PDF Size: 4.54 MB
Page 51 of 174

49
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Om het inschakelen van de ver warming,
de airconditioning en de ontwaseming
te kunnen programmeren moet aan de
volgende voorwaarden worden voldaan.
-
D
e selectiehendel staat in de
stand
P.
-
H
et contact staat in de stand
LOCK .
-
De auto is op de stroomvoorziening
aangesloten met het normale laadsnoer.
- Alle portieren van de auto zijn correct gesloten.- Het laadniveau van de tractiebatterij moet
voldoende zijn (minimaal één streepje).
Annuleren van de
geprogrammeerde waarden
Met de afstandsbediening
Met het contactslot
Zet het contact in de stand ON en vervolgens
weer in de stand LOCK .
Programmeren van het thermische comfort
Activeren van de functies
Schakel de afstandsbediening in.
Druk op de toets MODE om het programmeren
van het thermische comfort te selecteren.
Met deze functie kan het inschakelen van de
volgende functies worden geprogrammeerd:
-
d
e ver warming,
-
d
e airconditioning,
-
d
e ontwaseming.
Druk op de toets voor het direct
beginnen met laden en druk
vervolgens kort op de A AN/UIT-toets
om de gegevens naar de auto te
verzenden.
Een van deze symbolen verschijnt op het
scherm. Hiermee wordt de actuele status van
het thermische comfort aangegeven.
Selecteer met de pijltoetsen de gewenste
functie.
Druk kort op de A AN/UIT-toets om de
gegevens naar de auto te verzenden.
De met de afstandsbediening
geprogrammeerde waarden worden
elke keer dat de auto wordt gestart
automatisch gewist.
Zorg voor een optimale werking van de
programmeerfunctie van het thermische
comfort dat alle ruiten van de auto zijn
gesloten.
3
Ergonomie en comfort
Page 52 of 174

50
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Indicator van de laadtoestand
van de tractiebatterij
U kunt op de afstandsbediening de
laadtoestand van de tractiebatterij controleren.
Koelen: Inschakelen van de
airconditioning en de ventilatie
in het interieur via de centrale
ventilatieroosters.
Ver warmen: Inschakelen van de
ver warming in het interieur en de ventilatie
via de onderste ventilatieroosters. De
stoelverwarming van de bestuurdersstoel
wordt ook geactiveerd, mits deze functie is
ingeschakeld.
Ontwasemen: Inschakelen
van de achterruitverwarming,
de buitenspiegelverwarming
(volgens uitvoering), de ventilatie
en ver warming in het interieur
via de zijventilatieroosters en
de stoelver warming van de
bestuurdersstoel mits deze
functie is ingeschakeld.
Uitschakelen van de te
programmeren functie van het
thermische comfort en annuleren
van de geprogrammeerde
waarden. Tractiebatterij volledig geladen.
Tractiebatterij bijna ontladen. Tractiebatterij voor de helft geladen.
Tractiebatterij ontladen.
Gooi lege batterijen niet weg, maar
lever ze in als klein chemisch afval.
Batterijen vervangenBeschikbare functies
Type batterij: CR2032
Maak het kapje los en vervang vervolgens de
2 batterijen.
Ergonomie en comfort
Page 53 of 174

51
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Storingen
Afstandsbediening
IndicatorenStatus OorzakenActies / Opmerkingen
Knippert binnen ongeveer 10 seconden
nadat de afstandsbediening is
ingeschakeld. Er is een storing opgetreden.
Schakel de afstandsbediening uit en
vervolgens weer in.
Knipperen binnen ongeveer 1 seconde
nadat de afstandsbediening is
ingeschakeld. De werking van de afstandsbediening
of de overdracht van gegevens wordt
verstoord door elektrische interferentie.Ga op een plaats staan waar dit
probleem zich niet voordoet.
Knipperen binnen ongeveer 10
seconden
nadat de afstandsbediening is
ingeschakeld. De antenne is niet uitgeklapt.
Klap de antenne uit.
De afstandsbediening bevindt zich
buiten zijn bereik. Ga dichter bij de auto staan.
Het contact staat niet in de stand LOCK . Zet het contact in de stand LOCK.
3
Ergonomie en comfort
Page 54 of 174

52
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Programmeren van het laden
Programmeren van het thermische comfort
IndicatorenStatus OorzakenActies / Opmerkingen
Knipperen enkele seconden. Het laadsnoer is niet goed aangesloten.Controleer het snoer.
Er is een probleem met uw elektrische
installatie.
Laat uw elektrische installatie controleren
door een professionele installateur.
Knipperen enkele seconden. De tractiebatterij is onvoldoende
geladen.Zorg dat de tractiebatterij wordt opgeladen
en begin opnieuw met de programmering.
Knipperen enkele seconden.Een van de portieren van de auto is nog
geopend.Sluit alle portieren en begin opnieuw met
de programmering.
De selectiehendel staat niet in de
stand
P. Zet de selectiehendel in de stand P
.
Indicatoren
Status OorzakenActies / Opmerkingen
Knipperen enkele seconden. Het laadsnoer is niet goed aangesloten.Controleer het snoer.
Er is een probleem met uw elektrische
installatie. Laat uw elektrische installatie
controleren door een professionele
installateur.
Knippert enkele seconden. De selectiehendel staat niet in de
stand P
. Zet de selectiehendel in de stand P
.
Ergonomie en comfort
Page 55 of 174

53
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Lichtschakelaar
Hoofdverlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende
standen om de verlichting van de auto aan de
omstandigheden aan te passen en zo een goed
zicht voor de bestuurder te garanderen:
-
p
arkeerlicht: om gezien te worden,
-
d
imlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht
op wegen waar het omgevingslicht
onvoldoende is.
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
-
m
istachterlicht: voor een optimale
zichtbaarheid van achteren als het zicht
minder dan 50
m is,
-
m
istlampen vóór: voor extra zicht bij slecht
w e e r,
-
d
agrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag.
Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste
stand tegenover het merkteken te zetten.
Automatische verlichting. Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Grootlichtschakelaar
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Uit.
4
Verlichting en zicht
Page 56 of 174

54
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Mistlampen vóór en achter
Ringschakelaar voor het inschakelen van de
mistlampen.
De mistlampen werken in combinatie met het
parkeerlicht, het dimlicht en het grootlicht.Mistlampen vóór en mistachterlicht
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, zijn de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers
en daarom niet toegestaan.
Vergeet niet de mistlampen vóór en het
mistachterlicht uit te zetten zodra ze
niet meer nodig zijn.
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet en het
bestuurdersportier wordt geopend,
klinkt een geluidssignaal om aan te
geven dat de verlichting nog brandt.
Het geluidssignaal stopt zodra de
verlichting wordt uitgeschakeld.
F
D
raai de ring één keer naar voren om de
mistlampen vóór in te schakelen.
F
D
raai de ring twee keer naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen.
F
D
raai de ring één keer naar achteren om
het mistachterlicht uit te schakelen.
F
D
raai de ring twee keer naar achteren om
de mistlampen vóór uit te schakelen.
De ring springt automatisch terug in zijn
oorspronkelijke positie.
Het mistachterlicht wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer u het dimlicht /grootlicht
vóór uitschakelt.
Verlichting en zicht
Page 57 of 174

55
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Richtingaanwijzers
(knipperlichten)
F Links: beweeg de verlichtingsschakelaar omlaag voorbij het zware punt.
F
R
echts: beweeg de verlichtingsschakelaar
omhoog voorbij het zware punt.
Dagrijverlichting
Specifieke verlichting voor overdag, waardoor
de auto extra goed zichtbaar is.
De dagrijverlichting gaat automatisch branden
zodra u de motor start en er geen andere
verlichting is ingeschakeld.
Deze verlichting kan niet uitgeschakeld
worden.Automatische verlichting
Als de ring in de stand AUTO staat, wordt
het parkeerlicht en het dimlicht automatisch
ingeschakeld als de lichtsterkte van de
omgeving onvoldoende is.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is.
De sensor bevindt zich aan de onderzijde van
de voorruit.
Automatische verlichting
Automatisch uitschakelen
Als de lichtschakelaar in de stand "AUTO"
staat, ter wijl het contact in de stand "LOCK"
of "ACC" staat of als de sleutel uit het contact
wordt ver wijderd, wordt de verlichting
automatisch uitgeschakeld wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend .
De dagrijverlichting bevindt zich in
dezelfde behuizing als die van de
mistlampen vóór, maar voor deze
verlichting worden wel speciale
gloeilampen gebruikt.
Het gebruik van dagrijverlichting is in de
wegenverkeerswet omschreven.
Bij mist of sneeuwval kan de lichtsensor
voldoende licht waarnemen en zullen
de lichten niet automatisch worden
ingeschakeld.
Dek de lichtsensor niet af, de
bijbehorende functies worden dan niet
meer bediend.
4
Verlichting en zicht
Page 58 of 174

56
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Ruitenwisserschakelaar
Ruitenwissers vóór
De ruitenwisserschakelaar bestaat uit
schakelaar A en ring B. Eén keer wissen.
Uit.
Interval (wissnelheid handmatig in te
ste l l e n).
Lage snelheid.
Hoge snelheid.
B.
R
ingschakelaar voor instellen van de
interval van de ruitenwisser.
F
D
raai aan deze ring om de frequentie
van de interval van de ruitenwissers te
verhogen of te verlagen.
A.
S
electeer de wissnelheid met de schakelaar:
beweeg de schakelaar omhoog of omlaag
om hem in de gewenste stand te zetten.
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.
Schakel de ruitenwissers niet in
als de voorruit droog is. Controleer
voordat u bij extreem koud of warm
weer de ruitenwissers inschakelt of de
ruitenwisserbladen niet vastzitten aan
de voorruit. Verwijder onder winterse omstandigheden
sneeuw, ijs of rijp van de voorruit, van het
gebied rondom de ruitenwisserarmen
en de ruitenwisserbladen en van het
voorruitrubber alvorens de ruitenwissers in
te schakelen.
Stand "0" : basisinstelling.
Koplampen
verstellen
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
0.
A
lleen bestuurder of bestuurder +
1
passagier voorin.
1
of 2.
4
personen (inclusief bestuurder).
3.
4
personen (inclusief bestuurder) +
maximaal toegestane belading.
4.
Bes
tuurder + maximaal toegestane
belading.
Verlichting en zicht
Page 59 of 174

57
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Ruitenwisser achter
Uit.
Interval.
De ruitenwisser wist twee keer en schakelt
vervolgens naar de intervalstand, met een
interval van enkele seconden. Wissen met ruitensproeier.
Houd de ring in deze stand om de
ruitensproeier en de ruitenwisser enige tijd in te
schakelen. C.
S
electiering ruitenwisser achter.
Plafonnier
Stand 1 "ON"
De plafonnier brandt constant.
Stand 2 "●"
De plafonnier gaat bij het openen van een
portier of de achterklep branden; als u het
portier of de achterklep sluit, gaat de verlichting
in enkele seconden geleidelijk uit.
De plafonnier gaat meteen uit als u de portieren
en de achterklep sluit en de auto direct
daarna van binnenuit of met behulp van de
afstandsbediening vergrendelt.
Stand 3 "OFF"
De plafonnier is permanent uit. Zorg ervoor dat de plafonnier niet
brandt als u de auto verlaat.
Als de plafonnier permanent blijft
branden zal de 12V-accu ontladen
raken ook als de tractiebatterij geladen
is of wordt opgeladen.
Het is dan niet mogelijk de auto te
starten.
4
Verlichting en zicht
Page 60 of 174

58
C-Zero_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw
auto zijn stickers aangebracht. Ze
bevatten veiligheidswaarschuwingen
en informatie over de identificatie van
uw auto. Ver wijder ze niet: ze horen
namelijk bij de auto.
Neem voor alle werkzaamheden
aan uw auto contact op met een
gekwalificeerde werkplaats die
beschikt over de juiste technische
informatie, vakkennis en apparatuur.
Het CITROËN-netwerk is in staat u dit
te bieden.Belangrijke informatie:
- Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van CITROËN voorkomen, kan tot een hoger verbruik leiden en
storingen in het elektronische systeem van uw auto veroorzaken. Ga naar het CITROËN-
netwerk voor meer informatie over het aanbod aan accessoires met een artikelnummer.
-
U
it veiligheidsoverwegingen is toegang tot de diagnose-aansluiting, die is gekoppeld
aan de elektronische systemen in de auto, uitsluitend voorbehouden aan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats waar de beschikking is over
geschikt gereedschap (kans op storingen in de elektronische systemen die kunnen
leiden tot pech of ernstige ongevallen). De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld als deze aanwijzing niet wordt opgevolgd.
-
W
ijzigingen of aanpassingen die niet door CITROËN zijn voorzien of toegestaan, of die
niet volgens de technische voorschriften van de fabrikant zijn uitgevoerd, leiden tot het
vervallen van de wettelijke en contractuele garanties.
Monteren van als accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u een radiocommunicatiezender met buitenantenne monteert, moet u bij het
CITROËN-netwerk de technische gegevens (frequentieband, maximaal uitgangsvermogen,
positie antenne, specifieke installatievoorschriften) van de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (2004/104/EG).
Afhankelijk van de lokale wetgeving kan de aanwezigheid van bepaalde veiligheidsuitrusting
verplicht zijn: veiligheidsvesten, gevarendriehoeken, alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser, een verbandtrommel, spatlappen aan de achterzijde
van de auto.
Veiligheid