CITROEN C4 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: C4, Model: CITROEN C4 2021Pages: 244, PDF Size: 6.97 MB
Page 191 of 244

189
In geval van pech
8gebruikt. Anders kunnen elektrische
onderdelen onherstelbaar beschadigd raken.
24V
12V
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en
op scheuren in de behuizing (kans op lekkage
van giftig en corrosief zuur).
De accu loskoppelen
We raden u aan om de accu los te koppelen als
de auto langere tijd niet wordt gebruikt, zodat de
accu voldoende lading behoudt om de motor te
starten.
Voer de volgende handelingen uit voordat u de
accu loskoppelt:
►
Sluit alle te openen carrosseriedelen
(portieren/deuren, achterklep, ruiten, dak).
►
Schakel alle stroomverbruikende
voorzieningen uit (zoals audiosysteem,
ruitenwissers en lampen).
►
Zet het contact uit en wacht 4 minuten. Als u bij de accu bent, hoeft u alleen
de klem van
de pluspool (+) los te halen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
► Afhankelijk van de uitrusting tilt u het plastic
kapje van de pluspool (+)
op.
►
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om
de accupoolklem B te ontgrendelen.
►
Beweeg de accupoolklem B
omhoog om hem
te verwijderen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
► Trek de hendel ( A) zo ver mogelijk omhoog.
► Plaats de geopende accupoolklem ( B
) op de
pluspool (+).
►
Druk de accupoolklem B
volledig omlaag.
►
Beweeg de hendel A
omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
►
Afhankelijk van de uitrusting duwt u het
plastic kapje terug op de pluspool (+)
.
De hendel tijdens het vergrendelen niet
forceren omdat de klem dan mogelijk
verkeerd zit; start de procedure opnieuw.
Na het opnieuw aansluiten van de
accu
Als de accukabels weer zijn aangesloten,
moet u het contact aanzetten en vervolgens 1
minuut wachten voordat u de motor start, zodat
de elektronische systemen kunnen worden
geïnitialiseerd.
Page 192 of 244

190
In geval van pech
Toegang tot het
gereedschap
Het sleepoog is opgeborgen bij de
gereedschapsset in de bagageruimte.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over toegang tot het gereedschap.
Slepen van de auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan contact op
met een CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Aan de hand van het betreffende hoofdstuk moet
u bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Afstandsbediening of elektronische sleutel
(afhankelijk van de uitvoering).
–
Schuif-/kanteldak.
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor na het
aansluiten van de accukabels, werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet.
Het systeem werkt dan pas weer als de auto
langere tijd heeft stilgestaan; hoe lang dat is,
is afhankelijk van de buitentemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal 8 uur).
De auto slepen
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
kabels, touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem- en
stuurbekrachtiging niet.
Neem contact op met een
professioneel bergingsbedrijf:
–
Als de auto is gestrand op de autosnelweg
of autoweg.
– Als het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de parkeerrem vrij te zetten.
–
Als het bij een auto met automatische
transmissie niet mogelijk is om deze te slepen
met draaiende motor
.
–
Bij het slepen met slechts twee wielen op
de grond.
–
Bij auto's met vierwielaandrijving.
–
Bij het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.
De auto moet in de vrijloop worden gezet
voordat deze wordt gesleept.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de vrijloop.
Elektromotor
Een elektrische auto mag nooit worden
gebruikt om een andere auto te slepen.
De auto mag echter wel worden gebruikt
om bijvoorbeeld een ander voertuig uit een
greppel te trekken.
Page 193 of 244

191
In geval van pech
8Beperkingen bij slepen
Type auto
(motor/versnellingsbak) Voorwielen op de grond Achterwielen op de
grondDieplader
4 wielen op de grond
met sleepstang
Verbrandingsmotor /
Handgeschakeld
Verbrandingsmotor / Automaat
Elektrisch
Bij een storing in de accu of elektrische parkeerrem is het essentieel d\
at u contact opneemt met een professioneel bedrijf dat gebruikmaakt van
autoambulances (behalve bij een handgeschakelde versnellingsbak).
Toegang tot het
gereedschap
Het sleepoog is opgeborgen bij de
gereedschapsset in de bagageruimte.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over toegang tot het
gereedschap.
Slepen van de auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
► Maak het afdekplaatje los door op het
linkergedeelte te drukken.
►
V
erwijder het afdekplaatje door het omlaag te
bewegen.
Voor het slepen van uw auto:
► Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.
Wanneer deze instructie niet in acht
wordt genomen, kunnen bepaalde
onderdelen (zoals de remmen en de
transmissie) beschadigd raken en kan het zijn
dat de rembekrachtiging niet werkt wanneer
de motor een volgende keer wordt gestart.
Automatische transmissie
Sleep de auto nooit met de aangedreven
wielen op de grond terwijl de motor is afgezet.
Page 194 of 244

192
In geval van pech
► Ontgrendel het stuurwiel en zet de
parkeerrem vrij.
►
Schakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als de af te leggen afstand beperkt.
Slepen van een andere auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
achterzijde:
► Maak het afdekplaatje los door op het
rechtergedeelte te drukken.
►
Beweeg het afdekplaatje omlaag.
V
oor het slepen van een andere auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Schakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als de af te leggen afstand beperkt.
Page 195 of 244

193
Technische gegevens
9Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
Motoren
De technische gegevens van de motor van
uw auto zijn op het kentekenbewijs en in de
commerciële documentatie vermeld.
Alleen de waarden die beschikbaar waren op
het moment van publicatie zijn in de tabellen
vermeld.
Neem contact op met een
CITROËN-dealer of
gekwalificeerde werkplaats als u de ontbrekende
waarden wilt weten.
Het maximumvermogen komt overeen
met de op de testbank gehomologeerde
waarde, onder de omstandigheden die zijn
vastgelegd in de Europese regelgeving
(Richtlijn 1999/99/EG).
Neem voor meer informatie contact op met
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten en aanhangergewichten van de
auto zijn op het kentekenbewijs van uw auto en
in de commerciële documentatie vermeld.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Neem voor meer informatie contact op met
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW) en
de aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000 meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000
meter hoogte met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op
de trekhaakkogel mag rusten.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de
prestaties van de auto minder worden
om de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur hoger dan 37 °C is, moet
het aanhangergewicht worden verlaagd.
Het trekken van een aanhanger, ook met
een licht beladen auto, kan een negatief
effect op de wegligging hebben.
Met een aangekoppelde aanhanger heeft de
auto een langere remweg.
Wanneer de auto een aanhanger trekt, mag
u nooit sneller dan 100 km/h of de plaatselijk
geldende snelheidslimiet (in Nederland
wettelijk 90 km/h) rijden.
Page 196 of 244

194
Technische gegevens
Motoren en aanhangergewichten - Diesel
MotorenBlueHDi 110BlueHDi 130
Versnellingsbak/transmissie BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen) EAT8
(Automaat, 8 versnellingen)
Codes DV5RCe MB6 STTdDV5RC ATN8 STTd
Modelcodes BBYHSABBYHZB
Cilinderinhoud (cc) 1.4991.499
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 8196
Brandstof DieselDiesel
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar treingewicht)
(kg)
op een helling van max. 10 % of 12 % 1.200
1.200
Aanhanger ongeremd (kg) 660690
Maximale kogeldruk (kg) 6161
Motoren en aanhangergewichten - benzine
Motoren PureTech 100 S&S PureTech 130 S&S PureTech 130 S&S PureTech 155 S&S
Versnellingsbak/transmissie BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen) BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen) EAT8
(Automaat, 8
versnellingen) EAT8
(Automaat, 8
versnellingen)
Codes EB2ADTD_B MB6
STTd EB2ADTS MB6
STTd EB2ADTS ATN8
STTd EB2ADTX ATN8
STTd
Modelcodes BAHNEABAHNSABAHNSBBAHNNB
Cilinderinhoud (cc) 1.1991.1991.1991.199
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 75969611 4
Brandstof LoodvrijLoodvrijLoodvrijLoodvrij
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
combinatiegewicht) (kg)
op een helling van max. 10 % of 12 % 1.000
1.2001.2001.200
Aanhanger ongeremd (kg) 640660680670
Maximale kogeldruk (kg) 61616161
Page 197 of 244

195
Technische gegevens
9Motoren en aanhangergewichten - Diesel
MotorenBlueHDi 110BlueHDi 130
Versnellingsbak/transmissie BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen) EAT8
(Automaat, 8 versnellingen)
Codes DV5RCe MB6 STTdDV5RC ATN8 STTd
Modelcodes BBYHSABBYHZB
Cilinderinhoud (cc) 1.4991.499
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 8196
Brandstof DieselDiesel
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar treingewicht)
(kg)
op een helling van max. 10 % of 12 % 1.200
1.200
Aanhanger ongeremd (kg) 660690
Maximale kogeldruk (kg) 6161
Page 198 of 244

196
Technische gegevens
Afmetingen (mm)
Deze afmetingen zijn gemeten bij een onbeladen
auto.
Elektromotor
Modelcodes: BCZKXC
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 0
Aanhanger ongeremd (kg) 0
Maximale kogeldruk (kg) 0
Elektromotor
TechnologieSynchroon met permanente magneten
Max. vermogen: EC-standaard (kW)/(pk) 100/136
Tractiebatterij
Technologie Lithium-ion
Geïnstalleerde capaciteit (kWh) 50
Laden via een normaal stopcontact Type 2
Wisselstroomspanning (AC)
Stroomsterkte (A) 230 (eenfasestroom)
8 of 16.
Versneld laden Type 3
Wisselstroomspanning (AC)
Stroomsterkte (A) 230 (eenfase- of driefasenstroom)
16 of 32.
Snelladen Type 4
Gelijkstroomspanning (DC) 400
Page 199 of 244

197
Technische gegevens
9Afmetingen (mm)
Deze afmetingen zijn gemeten bij een onbeladen
auto.
* Ingeklapte buitenspiegels
** Elektrische uitvoeringen
Identificatie
Diverse zichtbare markeringen voor
voertuigidentificatie en het zoeken van
voertuigen.
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder
de motorkap.
Gestanst in het chassis.
B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het
dashboard.
Gedrukt op een zelfklevende sticker die
zichtbaar is via de voorruit.
C. Plaatje van de fabrikant.
Bevestigd op het rechterportier.
Bevat de volgende informatie:
–
Naam fabrikant.
–
Europees typegoedkeuringsnummer
.
–
V
oertuigidentificatienummer (VIN).
–
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht (GVW).
–
Maximaal toelaatbaar treingewicht (GTW).
–
Maximumgewicht op de vooras.
–
Maximumgewicht op de achteras.
D. Sticker bandenspecificaties/kleurcode.
Bevestigd op het bestuurdersportier
.
Bevat de volgende informatie over de banden:
–
De bandenspanning, onbeladen en met volle
belading.
–
De specificaties van de banden, bestaande
uit de maat en het type, en de belastings- en
snelheidsindex.
–
De bandenspanning van het reservewiel.
Hierop staat ook de kleurcode van de lak
vermeld.
De auto kan bij levering zijn voorzien van
banden met een andere aanduiding voor
belasting en snelheid dan vermeld op de
sticker: dit maakt voor de bandenspanning
geen verschil (bij koude banden).
Wanneer er een ander type band wordt
gemonteerd, neem dan contact op met een
CITROËN-dealer om te weten welke banden
voor de auto zijn goedgekeurd.
Page 200 of 244

198
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
Touchscreen met BLUETOOTH-
audiosysteem
Multimedia audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De functies en de instellingen die worden
beschreven, verschillen afhankelijk van
de uitvoering van de auto en de configuratie.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
–
De smartphone in de Bluetooth-modus
koppelen met het systeem.
–
De smartphone gebruiken.
– De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in de auto functioneert.
De melding Eco-modus wordt weergegeven
wanneer het systeem in de betreffende
modus wordt gezet.
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de knop drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de knop drukt, wordt
het systeem ingeschakeld.
Verhogen of verlagen van het volume met
de rolknop aan de linkerkant.
Druk op deze toets op het touchscreen
om toegang tot de menu's te krijgen.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug te
gaan.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een niet-schurende zachte doek
(bijvoorbeeld een brillendoekje), zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte vingers.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
– Informatie over de airconditioning (afhankelijk
van de uitvoering).
–
Bluetooth-verbinding
–
Indicatie van het delen van locatiegegevens.
Selecteer de audiobron:
–
FM/AM/DAB-radiozenders (afhankelijk van de
uitrusting).
–
T
elefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending via Bluetooth (streaming).
–
USB-stick.
–
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitrusting).
Als het zeer warm is, kan het geluidsvolume worden beperkt om het
systeem te beschermen. Het systeem kan
gedurende ten minste 5 minuten stand-by
(scherm en geluid uitgeschakeld) worden
gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is
gezakt, werkt het systeem weer normaal.
Stuurkolomschakelaars
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 1
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.