CITROEN C4 CACTUS 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2016Pages: 302, PDF Size: 7.11 MB
Page 51 of 302

49
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Vo or stoelen
F Til de beugel A op en schuif de stoel in de gewenste stand. F
T rek de hendel C omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand van de
hoogteverstelling van de stoel bereikt is.
F
D raai aan de draaiknop B om de
rugleuning te verstellen.
Verstelling in lengterichting Hoogte
Rugleuningverstelling
Verstellen
(alleen bestuurder)
Voer het verstellen van de bestuurdersstoel uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend uit bij stilstaande auto.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen of hinderlijke
voor werpen op de vloer achter de stoel om te voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen als dit
het geval is.
3
Ergonomie en comfort
Page 52 of 302

50
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
F Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger te zetten.
F
D
ruk op de pal A en trek de hoofdsteun
omhoog om hem te verwijderen.
F
S
teek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in
de openingen van de rugleuning tot de
hoofdsteun op zijn plaats blijft.
F
D
ruk gelijktijdig op de pal A en op de
hoofdsteun om deze lager te zetten. Voor de veiligheid is het frame van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoofdsteun zakt in het geval van
een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is
als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde
van het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Hoogte van de hoofdsteun
Stoelverwarming
F Bij draaiende motor kunt u met de
draaiknop de stoelver warming inschakelen
en een verwarmingsstand selecteren:
0: U
it.
1: L
aag.
2:
Gemiddeld.
3:
Hoog.Controleer voordat u de auto verlaat of de
draaiknop van de stoelver warming van de
passagiersstoel in de stand 0
s
taat, zodat
de stoelver warming de volgende keer dat
u de auto gebruikt niet onnodig werkt als
er geen voorpassagier in de auto zit. De voorstoelen kunnen onafhankelijk
van elkaar worden ver warmd.
Ergonomie en comfort
Page 53 of 302

51
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Neerklappen van de rugleuning
F Schuif de desbetreffende voorstoelen indien nodig naar voren.
F
P
laats de veiligheidsgordels tegen de
rugleuning en maak ze vast.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand. Met een eendelige neerklapbare rugleuning:
F
D ruk de knoppen 1 gelijktijdig in om de
rugleuning 2 te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting.
AchterbankAchterbank met een eendelige zitting die niet opgeklapt kan worden en een eendelige neerklapbare rugleuning, of achterbank met een eendelige
zitting die niet opgeklapt kan worden en een in twee delen (1/3 - 2/3) neerklapbare rugleuning om de bagageruimte te vergroten.
Bij het neerklappen van de rugleuning mag de
middelste veiligheidsgordel niet worden vastgemaakt,
deze moet plat op de rugleuning worden gelegd.
Met een in twee delen (1/3 - 2/3) neerklapbare
rugleuning:
F
O
ntgrendel de rugleuning 2 door op de
desbetreffende knop 1 te drukken.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting.
De achterbank heeft een vaste
zitting. Klap om de inhoud van
de bagageruimte te vergroten de
rugleuning van de achterbank neer.
3
Ergonomie en comfort
Page 54 of 302

52
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Terugplaatsen van de rugleuning
F Zet de rugleuning 2 rechtop en vergrendel deze.
F
M
aak de veiligheidsgordels los en plaats
ze naast de rugleuning.
Let erop dat bij het terugplaatsen van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te
zitten en de rode markering (ter hoogte
van de knoppen 1 ) niet meer zichtbaar is.
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter kunnen worden verwijderd
en onderling worden verwisseld.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F Trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag,F Druk vervolgens de pal A in.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en zijn afgesteld in de
gebruiksstand (omhoog).
De hoofdsteunen achter hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
Terugplaatsen van een hoofdsteun:
F
S teek de pennen van de hoofdsteunen
recht in de openingen.
Omlaag zetten van een hoofdsteun:
F
D
uw de hoofdsteun omlaag ter wijl u de
nok A ingedrukt houdt.
Ergonomie en comfort
Page 55 of 302

53
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden ingeklapt
voor het parkeren in een smalle straat.
Buitenspiegels
Ontwaseming - ontdooiing
F Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop weer in het midden. Deze functie kunt u inschakelen door
bij draaiende motor op de toets van
de achterruitverwarming te drukken.
Elektrische verstelling
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden
gehouden om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Handmatig inklappen
U kunt de buitenspiegels handmatig inklappen
(parkeren, smalle garage, ...).
F
K
antel de spiegel naar de auto.
Stel om veiligheidsredenen de
buitenspiegels goed af om de "dode
hoek" zo klein mogelijk te maken. Raadpleeg voor meer informatie over de
ontwaseming en ontdooiing van de achterruit
de desbetreffende rubriek.
3
Ergonomie en comfort
Page 56 of 302

54
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand
waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van
de koplampen van achteropkomend verkeer.
Verstellen
F Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
F Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel A omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte voor een
optimale zithouding.
F
D
uw de hendel A omhoog om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Juiste zitpositie
Stel alvorens te gaan rijden en om te profiteren
van de ergonomie van de cockpit uw zitpositie af
in de volgende volgorde:
-
d
e hoogte van de hoofdsteun,
-
d
e hoek van de rugleuning,
-
d
e hoogte van de zitting van de stoel,
-
d
e verstelling in lengterichting van de zitting,
-
d
e hoogte van het stuur wiel.
-
d
e buitenspiegels en binnenspiegel.
Controleer vervolgens of u vanuit uw
zitpositie een goed zicht hebt op het
instrumentenpaneel.
Ergonomie en comfort
Page 57 of 302

55
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
r
echtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
t
oevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.
2.
Ui
tstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten vóór.
3.
A
fsluitbaar en verstelbaar
zijventilatierooster (uitsluitend aan
bestuurderszijde). 4. A
fsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Ui
tstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
Ui
tstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Luchtverdeling
Dit systeem wordt bediend via het
menu " Airconditioning " van het
touchscreen tablet A .
De toetsen voor de ontwaseming/ontdooiing
van de voorruit en van de achteruitver warming
bevinden zich onder het touchscreen tablet.
3
Ergonomie en comfort
Page 58 of 302

56
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de
auto op het door u gewenste niveau
wilt houden, kunt u tijdelijk de functie
Stop & Start uitschakelen (zie de
desbetreffende rubriek).
Ergonomie en comfort
Page 59 of 302

57
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Verwarming
Temperatuurregeling
F Druk op een van deze toetsen of verplaats de cursor van blauw
(koud) naar rood (warm) om de
temperatuur naar uw wens in te
stellen.
Regeling luchtopbrengst
F Druk op een van deze toetsen om de luchtopbrengst te
verhogen of te verlagen.
Rijd niet te lang met uitgeschakelde
aanjager om te voorkomen dat de ruiten
beslaan en de luchtkwaliteit vermindert.
De verwarming werkt uitsluitend bij draaiende motor.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt
geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de gewenste
aanjagersnelheid.
Door de aanjagersnelheid in de laagst mogelijke stand
te zetten wordt de aanjager volledig uitgeschakeld.
F Selecteer het menu "
Airconditioning"
op het touchscreen tablet om de
pagina met de bedieningstoetsen van
het systeem weer te geven.
3
Ergonomie en comfort
Page 60 of 302

58
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Luchtverdeling
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en de zijruiten.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te
sluiten.
Luchtstroom naar de voorruit.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Luchtstroom naar de beenruimte.
Door een toets in te drukken wordt de functie
in- of uitgeschakeld.
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
F Druk op deze toets om de lucht in het interieur te laten recirculeren.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om de
toevoer van buitenlucht weer in te
schakelen. Deze functie kan ook tijdelijk worden
gebruikt om de lucht in het interieur
sneller op te warmen.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen
dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.
Met deze drie toetsen kunt u de luchtverdeling
in het interieur instellen.
Voor een gelijkmatige verdeling van de
lucht over het interieur kunnen de drie
toetsen gelijktijdig zijn geactiveerd.
Ergonomie en comfort