stop start CITROEN C4 CACTUS 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2016Pages: 302, PDF Size: 7.11 MB
Page 5 of 302

.
C4-cactus_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2015
Rijadviezen 116
Starten - afzetten van de motor  1 18
Parkeerrem
 
121
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
 1
22
Schakelindicator
 1
23
Elektronisch gestuurde versnellingsbak   (ETG)
 
124
Hill Start Assist
 
1
 28
Stop & Start
 
1
 29
Snelheidsbegrenzer
 1
32
Snelheidsregelaar
 
135
Snelheden opslaan
 1
38
Parkeerhulp
 
139
Achteruitrijcamera
 
141
Park Assist
 
1
 42
Bandenspanningscontrolesysteem
 1
47
Rijden
Brandstoftank 150
Vulpistoolrestrictie (diesel) 1 52
Sneeuwkettingen
 
154
Sneeuwschermen
 
155
Trekken van een aanhanger
 
1
 56
Ec o - mode
 
157
Accessoires
 
158
Wisserbladen vervangen
 1
60
Allesdragers
 
161
Motorkap
 16
4
Benzinemotoren
 1
65
Dieselmotoren
 
166
Niveaus controleren
 1
67
Controles
 
170
Additief AdBlue
® en SCR-systeem  
(BlueHDi-dieselmotor)  172
AIRBUMP
®-stootlijsten 1 79
Onderhoudstips 1 80
Praktische informatie
Bandenreparatieset 1 82
Reservewiel  188
Een lamp vervangen
 1
94
Zekering vervangen
 2
02
12V-accu
 
209
Slepen
 
212
Brandstoftank leeg (Diesel)
 
2
 14
Storingen verhelpen
Benzinemotoren 215
Gewichten (benzine)  2 16
Dieselmotoren
 
217
Gewichten (diesel)
 
2
 18
Afmetingen
 2
19
Identificatie	 220
Technische gegevens
Noodoproep of Pechhulp 2 22
7 inch touchscreen tablet 2 25
Audio en datacommunicatie
Trefwoordenregister     
Inhoudsopgave  
Page 8 of 302

6
C4-cactus_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Cockpit
Buitenspiegels 53
Ruitbediening vóór, elektrisch 4 8
Motorkapontgrendeling
 1
64 Touchscreen tablet
 
2
 8 -34, 225 -285
Datum/tijd instellen  
3
 8
Cockpit, lichtsterkte  
3
 9
Verwarming, ventilatie
 5
 5-58
Handbediende airconditioning
 5
 9-60
Automatische airconditioning
 6
 1-64
Handgeschakelde   5-versnellingsbak
 
122
Schakelindicator
 
123
Elektronisch gestuurde  versnellingsbak
 
124-127
Hill Start Assist
 
1
 28
Stop & Start-systeem
 
1
 29 -131
Dashboardkastje
 6
9-71
Jack-aansluiting
 
6
 9 -70, 72, 242
Plafonnier
 6
7
Binnenspiegel
 
 54
Urgence-oproep of   Assistance-oproep
 89
 , 222-223
Parkeerrem
 1
 21
12V-accessoireaansluiting
 
69-71
USB-aansluiting
 
6
 9 -70, 72, 242 
Overzicht  
Page 17 of 302

15
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2015
Automatische 
ruitenwisserspermanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar 
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is 
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de 
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet 
de hendel in een andere stand.
Stop & Star t permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor 
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht, 
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch 
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele 
seconden en gaat 
dan uit. De STOP-stand is nu niet 
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de 
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer 
informatie over het Stop & Start-systeem.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag  
voorpassagie rpermanent.
De schakelaar in het dashboardkastje 
staat in de stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje 
met de "rug in de rijrichting". Zet de schakelaar in de stand "
OFF" om de 
passagiersairbag uit te schakelen.
U kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de 
rijrichting", behalve in het geval van een storing in de 
airbags (als het waarschuwingslampje Airbags brandt).
1 
Instrumentenpaneel  
Page 37 of 302

35
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2015
Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Weergave van de informatie op het touchscreen tablet
F Selecteer het menu "Rijhulpsysteem ". -
 
A
 ctuele informatie:
●	 actieradius,
●	 huidig 	 brandstofverbruik,
●	 de 	 teller 	 van 	 het 	  
Stop & Start-systeem.
-   Traject 
"1":
●	 gemiddeld
	b
 randstofverbruik,
●	 afgelegde 	 afstand,
●	 gemiddelde 	 snelheid, 	
 v oor het eerste traject.
-
  Traject "2":
●	 gemiddeld
	b
randstofverbruik,
●	 afgelegde
	 afstand,
●	 gemiddelde
	 snelheid, 	
 
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de toets " Reset" of op 
het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar 
tot er nullen verschijnen.
De trajecten "1"  en "2" zijn onafhankelijk.
Traject "1"  kan bijvoorbeeld gebruikt worden 
voor een gemiddeld verbruik per dag en 
traject
 
"2" voor een gemiddeld verbruik per 
maand.
De gegevens zijn toegankelijk via het touchscreen tablet.
Druk voor een tijdelijke weergave in 
een specifiek venster op het uiteinde 
van de ruitenwisserschakelaar om 
de informatie te bekijken en de 
verschillende tabbladen weer te geven.
De informatie van de boordcomputer wordt 
weergegeven op de hoofdpagina van het menu.
F
 
D
ruk op een van de toetsen om het 
gewenste tabblad te bekijken.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 38 of 302

36
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2015
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de 
resterende hoeveelheid brandstof 
kunt rijden (berekend op basis van 
het gemiddelde verbruik over de 
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een 
gewijzigde rijstijl of het rijden op een 
helling, waardoor het momentele 
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, verschijnen 
s treepjes op het display. Na het tanken van minimaal 
5
  liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en 
weergegeven als deze meer dan 100
  km bedraagt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats als 
tijdens het rijden de streepjes continu 
worden weergegeven. Deze functie wordt alleen weergegeven 
bij snelheden vanaf 30
  km/h.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste verstreken 
seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling 
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling 
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling 
van de trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, registreert een teller hoelang de 
STOP-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact 
aanzet weer op nul gezet. 
Instrumentenpaneel  
Page 58 of 302

56
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de 
volgende gebruiksadviezen in acht:
F 
L
 et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de 
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters 
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij 
blijven.
F
 
L
 et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient 
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
 
Z
 et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan 
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
 
C
 ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek 
vervangen.
 W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale 
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon 
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
 
L
 aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem 
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
 
G
 ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft 
gestaan en de temperatuur in het 
interieur hoog is opgelopen, zet dan de 
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid 
voldoende hoog is ingesteld, zodat de 
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij 
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning 
kan ertoe leiden dat zich een klein 
plasje water onder de auto vormt. Dit is 
een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij 
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een 
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning 
werken uitsluitend bij draaiende motor. 
Als u het thermische comfort in de 
auto op het door u gewenste niveau 
wilt houden, kunt u tijdelijk de functie 
Stop & Start uitschakelen (zie de 
desbetreffende rubriek). 
Ergonomie en comfort  
Page 67 of 302

65
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Ontwasemen - Ontdooien vóór
Aan
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt 
dat zolang de voorruitontwaseming in werking 
is, de STOP-functie niet beschikbaar is.
F Druk op deze knop om de voorruit en de zijruiten snel te 
ontwasemen of te ontdooien. 
Het lampje van de knop gaat 
branden.
Het systeem regelt automatisch de 
airconditioning (volgens uitvoering), de 
luchtopbrengst en de luchttoevoer en stelt de 
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de 
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
Uit
F Druk nogmaals op deze knop om  de ontwaseming uit te schakelen. 
Het lampje van de knop gaat uit.
3 
Ergonomie en comfort  
Page 118 of 302

116
C4-cactus_nl_Chap06_conduite_ed01-2015
Rijadviezen
Houd u altijd aan de verkeersregels en let 
onder alle omstandigheden goed op.
Richt uw aandacht op het verkeer en houd 
uw handen op het stuur wiel, zodat u snel kunt 
reageren op onverwachte situaties.
Las tijdens een lange rit om de twee uur een 
pauze in.
Rijd bij slecht weer defensief, rem eerder af en 
houd meer afstand tot uw voorligger.
Rijden op een 
overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo 
veel mogelijk te vermijden, want het water kan 
de motor, versnellingsbak en het elektrische 
systeem van uw auto ernstig beschadigen.Bent u genoodzaakt over een overstroomd 
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
-
 
k
 ijk of het water niet meer dan 15 cm 
diep is, houd daarbij rekening met golven 
die door andere weggebruikers kunnen 
worden veroorzaakt,
-  
s
 chakel het Stop & Start-systeem uit,
-  
r
 ijd zo langzaam mogelijk zonder de motor 
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet 
sneller dan 10 km/h,
-  z et de auto niet stil en zet de motor niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte 
achter u hebt gelaten, rem dan, zodra de 
verkeerssituatie dat toelaat, meerdere keren 
licht af om de remschijven en remblokken te 
drogen.
Als u twijfels hebt over de staat van uw auto, 
neem dan contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Belangrijk!
Rijd nooit met aangetrokken handrem - 
Kans op oververhitting en beschadiging 
van het remsysteem!
Parkeer uw auto niet en zet uw auto 
niet met draaiende motor stil op een 
plaats waar brandbaar materiaal (droog 
gras, afgevallen blad, ...) in contact kan 
komen met het warme uitlaatsysteem - 
Kans op brand!
Laat de auto nooit onbewaakt met 
draaiende motor achter. Als u uw auto 
met draaiende motor moet verlaten, 
trek dan de handrem aan en zet de 
versnellingsbak in de neutraalstand of 
in de stand N of P , afhankelijk van het 
type versnellingsbak. 
Rijden  
Page 120 of 302

118
C4-cactus_nl_Chap06_conduite_ed01-2015
Starten
Zorg ervoor dat de handrem is 
aangetrokken.
F
 
Z
et bij een handgeschakelde 
versnellingsbak de versnellingshendel in 
de neutraalstand en trap vervolgens het 
koppelingspedaal volledig in.
F
 
S
electeer bij een elektronisch gestuurde 
versnellingsbak de stand N en trap 
vervolgens het rempedaal volledig in.
F
 
S
teek de sleutel in het contactslot; het 
systeem herkent de code.
F
 
Ontgrendel het stuurslot door tegelijkertijd aan 
het stuur wiel en aan de contactsleutel te draaien.
In bepaalde gevallen is veel kracht 
nodig bij het draaien aan het stuur wiel 
(bijvoorbeeld als de wielen niet rechtuit 
st a a n).
F
 
A
uto's met een benzinemotor: activeer de 
startmotor door de sleutel in de stand 3 te 
houden tot de motor is aangeslagen. Geef 
hierbij geen gas. Laat de sleutel los zodra 
de motor draait.
Starten - afzetten van de motor
Het contactslot heeft 3 standen:
-   stand  1 (Stop) : sleutel in het contactslot 
steken en uit het contactslot verwijderen, 
stuurslot vergrendeld,
-
  stand  2 (Contact) : stuurslot ontgrendeld, 
aanzetten van het contact, voorgloeien 
dieselmotor, draaien van de motor,
-
  stand  3 (Star ten) .
Contactslot
Bij het afzetten van de motor is de 
rembekrachtiging niet meer actief.
Stand Contact (2)
In deze stand werkt de elektrische uitrusting 
van de auto en kan externe apparatuur worden 
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde 
minimale grenswaarde heeft bereikt, 
schakelt het systeem over op de eco-mode: 
de elektrische voeding wordt automatisch 
uitgeschakeld zodat de accu voldoende 
opgeladen blijft.
Hang geen zware voor werpen aan de 
sleutel of de afstandsbediening: dit kan 
namelijk storingen aan het contactslot 
veroorzaken.
Bovendien kunnen deze voorwerpen 
bij het activeren van de airbag vóór 
ernstige verwondingen veroorzaken. 
Rijden  
Page 125 of 302

123
C4-cactus_nl_Chap06_conduite_ed01-2015
Werking
Schakelindicator
Om het brandstofverbruik te verminderen adviseert dit systeem bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak een hogere versnelling in te schakelen.Het systeem past het schakeladvies 
aan de rijomstandigheden (helling, 
belading van de auto, ...) en de rijstijl 
van de bestuurder (veel vermogen 
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
 
d
 e eerste versnelling in te 
schakelen,
-
 
d
 e achteruitversnelling in te 
schakelen,
-
 
t
 erug te schakelen.
Voorbeeld:
-
 
U r
 ijdt in de derde versnelling.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de uitrusting 
van uw auto kan het systeem u adviseren één of 
meer versnellingen op te schakelen. U kunt deze 
aanwijzingen opvolgen zonder de tussenliggende 
versnellingen in te hoeven schakelen.
- U trapt het gaspedaal in.
- H et systeem kan u adviseren een hogere 
versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een 
pijl in combinatie met het nummer van 
de geadviseerde versnelling op het 
instrumentenpaneel weergegeven.
Bij bepaalde dieseluitvoeringen met handgeschakelde 
versnellingsbak kan het systeem u onder bepaalde 
rijomstandigheden verzoeken om de versnellingsbak 
in de neutraalstand te zetten (weergave van de 
letter
 
N o
p het instrumentenpaneel), om het tijdelijk 
afzetten van de motor mogelijk te maken (STOP-fase 
van het Stop & Start-systeem).
Het is niet verplicht om de aanbevolen 
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. 
De keuze van de optimale versnelling hangt 
namelijk altijd af van de situatie op de weg, de 
verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder 
blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor het 
al dan niet opvolgen van een schakeladvies van 
het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
6 
Rijden