dashboard CITROEN C4 CACTUS 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2018Pages: 334, PDF Size: 11.09 MB
Page 71 of 334

69
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorzieningen in het interieur bij een handgeschakelde versnellingsbak
1. Zonneklep.
2. Das hboardkastje.  
 In h
et dashboardkastje bevindt zich een 
JACK-aansluiting.
3.
 12
V-accessoireaansluiting 
(max.
 1
20
 W
 ).
4.
 US
B-aansluiting.
5.
 Op
en opbergvakken.
6.
 Be
kerhouders.
7.
 Ar
msteun vóór met opbergvak. 
 (v
olgens uitvoering).
8.
 Por
tiervakken vóór.
9.
 Vlo
ermat.
3 
Ergonomie en comfort  
Page 72 of 334

70
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorzieningen in het interieur bij een elektronisch gestuurde versnellingsbak
1. Zonneklep.
2. Das hboardkastje.  
 In h
et dashboardkastje bevindt zich een 
JACK-aansluiting.
3.
 12
V-accessoireaansluiting 
(max.
 1
20
 W
 ).
4.
 US
B-aansluiting.
5.
 Op
en opbergvakken.
6.
 Be
kerhouder.
7.
 Ar
msteun vóór.
8.
 Por
tiervakken vóór.
9.
 Vlo
ermat. 
Ergonomie en comfort  
Page 73 of 334

71
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2016
Dashboardkastje
Zonneklep
De zonneklep aan de bestuurderszijde is 
voorzien van een make-upspiegel met klep en 
een kaarthouder (of tickethouder).In het dashboardkastje kunnen een fles mineraalwater, 
de boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.F Til, wanneer u een accessoire van 
1
2 V ( maximaal vermogen: 120 W ) wilt 
aansluiten, het deksel op en sluit een 
geschikte adapter aan.
12V-aansluiting
F Beweeg de klep omhoog om het 
das hboardkastje te openen. Neem het maximale vermogen 
van de aansluiting in acht (kans op 
beschadiging van uw accessoire).
In het dashboardkastje bevinden zich een 
JACK-aansluiting en de schakelaar voor het 
uitschakelen van de airbag aan passagierszijde.
Bevestig geen voor werpen aan de 
zonneklep aan passagierszijde. Deze 
voor werpen kunnen bij het afgaan van 
de airbag vóór (in de hemelbekleding) 
letsel veroorzaken. Het aansluiten van elektrische 
apparatuur die niet door CITROËN is 
goedgekeurd, zoals een lader met  
USB-aansluitingen, kan leiden tot 
storingen in de werking van de 
elektrische componenten van de auto, 
zoals een slechte radio-ontvangst 
of storingen in de weergave van de 
displays.
3 
Ergonomie en comfort  
Page 102 of 334

100
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Uitschakelen airbag aan 
passagierszijde
Alleen de airbag aan passagierszijde kan 
worden uitgeschakeld.
F
 Zet het contact af en steek de sleutel in de schakelaar 
voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde.
F Draai deze in de stand "OFF".
F Ve r wijder de sleutel zonder de stand van 
de schakelaar te veranderen.
Bij het aanzetten van het contact 
brandt dit waarschuwingslampje in 
het display van de veiligheidsgordels. 
Het blijft branden zolang de airbag is 
uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind 
de airbag aan passagierszijde altijd uit 
als u een kinderzitje met de rug in de 
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan 
van de airbag levensgevaarlijk gewond 
raken.
Opnieuw inschakelen airbag aan 
passagierszijde
Als u het met de rug in de rijrichting geplaatste
 
kinderzitje hebt verwijderd, zet dan met afgezet 
contact  de schakelaar weer op "ON"  om de 
airbag opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid 
van uw voorpassagier te garanderen.
Frontairbags
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve de 
airbag aan passagierszijde wanneer deze is 
uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding 
binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór
 (
A), 
in de lengterichting van de auto en vanaf de 
voorzijde richting de achterzijde van de auto, die 
zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen de 
bestuurder en het stuur of tussen de passagier 
voorin en het dashboard om te verhinderen dat 
deze naar voren wordt geslingerd.
De frontairbags beschermen de bestuurder 
en voorpassagier bij een ernstige frontale 
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel 
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in 
het stuur wiel en de passagiersairbag is 
geïntegreerd in het dak om ruimte vrij te maken 
in het dashboardkastje.
Bij het aanzetten van het contact 
gaat dit waarschuwingslampje in het 
display van de veiligheidsgordels 
gedurende ongeveer één minuut 
branden om aan te geven dat de 
airbag aan passagierszijde weer is 
ingeschakeld. 
Veiligheid  
Page 105 of 334

103
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Maak er een gewoonte van om normaal 
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde 
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag 
en de inzittenden (kinderen, huisdieren, 
objecten...) en bevestig niets in de buurt van 
de airbags of in het gebied waar de airbags 
afgaan. Dit kan de inzittende bij het afgaan van 
de airbag verwonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke 
uitvoering van uw auto, voer met name geen 
wijzigingen door aan de onderdelen in de 
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto 
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen 
uitsluitend door het CITROËN-netwerk of 
door een gekwalificeerde werkplaats worden 
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften 
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op 
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, 
de borst of de armen als de airbag wordt 
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer 
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) 
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij 
de warme gassen via de daarvoor bestemde 
openingen naar buiten stromen.Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken 
vast en laat uw handen niet op het 
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op 
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat, 
kunnen brandende sigaretten of een pijp 
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten 
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers 
op het stuur wiel, op het dashboard of op 
de zonneklep aan passagierszijde. Deze 
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel 
veroorzaken.
Adviezen
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor 
goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie 
met actieve zijairbags gebruikt kunnen 
worden. Voor informatie over de stoelhoezen 
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich 
wenden tot het CITROËN-netwerk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de 
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van 
de airbags kunnen leiden tot verwondingen 
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel 
zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; 
dit zou bij het afgaan van de window-airbags 
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak 
(indien aanwezig); deze maken deel uit van 
de bevestiging van de window-airbags.
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
5 
Veiligheid  
Page 173 of 334

171
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter 
op het dashboard bij het aanzetten van 
het contact na 30 minuten de juiste 
waarde aangeven.
Motorolie bijvullen
De plaats van de vulopening voor de motorolie 
is aangegeven op de desbetreffende 
afbeelding van de motorruimte.
F
 Dr
aai de dop van de vulopening.
F
 Gi
et de olie voorzichtig in de opening om 
morsen op motoronderdelen te voorkomen 
(dit kan brand veroorzaken).
F
 Wa
cht enkele minuten en controleer 
vervolgens nogmaals het oliepeil met de 
peilstok.
F
 Vu
l indien nodig nog olie bij.
F
 Dr
aai nadat u het oliepeil nogmaals hebt 
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de 
vulopening en steek de peilstok weer in de 
schacht.
Olie ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de 
fabrikant voor het verversingsinterval voor uw 
auto.
Maak om een verminderde betrouwbaarheid 
van de motor en de emissieregeling te 
voorkomen nooit gebruik van additieven in de 
motorolie. Het remvloeistofniveau dient zich 
zo dicht mogelijk bij het merkteken 
"MAXI" te bevinden. Controleer indien 
dit niet het geval is of de remblokken 
van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van 
de fabrikant voor het voorgeschreven 
verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven 
remvloeistof.
7 
Praktische informatie  
Page 207 of 334

205
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Voordat u een zekering vervangt, dient u:
F de oorzaak van de storing te achterhalen 
om deze te verhelpen,
F
 st
roomverbruikers uit te schakelen,
F
 de a
uto stil te zetten met het contact uit,
F
 de d
efecte zekering te achterhalen 
met behulp van de zekeringtabel en de 
schema's op de volgende bladzijden.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
Het vervangen van een zekering door 
een andere dan in de volgende tabellen 
genoemd, kan tot ernstige storingen 
leiden. Raadpleeg het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats. Tang
Zekering vervangen
De tang voor het verwijderen van zekeringen 
is bevestigd aan de binnenzijde van het deksel 
van de zekeringkasten in het dashboard.
Toegang tot het gereedschap
Voor ingrepen aan een zekering geldt:
F ge
bruik een speciale tang om de zekering 
uit de zekeringkast te ver wijderen en te 
controleren of het smeltdraadje van de 
zekering intact is,
F
 ve
rvang een defecte zekering altijd door 
een zekering met dezelfde stroomsterkte 
(zelfde kleur): een afwijkende 
stroomsterkte kan storingen veroorzaken 
(brand).
Mocht de storing kort na het vervangen 
van de zekering terugkeren, laat dan de 
elektrische uitrusting controleren door het 
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats.
F
 Tr
ek het deksel eerst linksboven en dan 
rechtsboven los.
F
 Ver
wijder het deksel en keer het om.
F
 Ve
r wijder de tang van de achterzijde van 
het deksel.
8 
Storingen verhelpen  
Page 209 of 334

207
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Zekeringen dashboard
De twee zekeringkasten bevinden zich aan 
de onderzijde van het dashboard, onder het 
stuurwiel.Zekering
n r. Ampère
 
(A) Functies
F01 10Rempedaal (schakelaar 2), Stop & Start.
F02 5Koplamphoogteverstelling, extra verwarming (diesel), 
parkeerhulp, diagnoseaansluiting, buitenspiegels (elektrische 
verstelling), Grip Control.
F03 10Brandstofadditiefpomp (diesel), elektrische stuurbekrachtiging, 
koppelingspedaal (schakelaar).
F04 5Regen-/lichtsensor.
F06 10Rempedaal (schakelaar 1), diagnoseaansluiting.
F08 5Module stuurkolomschakelaars en stuurwieltoetsen.
F10 5Urgence-oproep / Assistance-oproep.
F12 5Stop & Start, ABS, ESP.
F13 5Parkeerhulp, achteruitrijcamera.
F14 10Elektronisch gestuurde versnellingsbak, schakelaarpaneel 
(onder touchscreen tablet), airconditioning, touchscreen tablet.
F16 1512V-aansluiting.
F18 20Autoradio.
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los door het aan de bovenzijde 
eerst links en vervolgens rechts los te trekken.
Linker zekeringkast
8 
Storingen verhelpen  
Page 237 of 334

235
C4-cactus_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2016
Telefoon
Configuratie Internetdiensten
Een telefoon via Bluetooth® verbinden.
Hiermee kunnen de geluidsweergave 
(balans, klank, ...), de lichtsterkte van de 
dashboardverlichting en de weergave op het 
scherm (taal, eenheden, datum, tijd, ...) worden 
ingesteld en hebt u toegang tot een interactieve 
hulp met betrekking tot de belangrijkste 
uitrusting en verklikkerlampjes van de auto. (CITROËN MULTICITY CONNECT)
Verbinding maken met een portal met 
applicaties die het reizen gemakkelijker, veiliger 
en persoonlijker maken. Hiervoor is een dongel 
met abonnement nodig die verkrijgbaar is bij 
het CITROËN-netwerk.(Volgens uitvoering)
. 
Audio en telematica  
Page 293 of 334

291
C4-cactus_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
C
DAB (Digital Audio Broadcasting) -  Digitale radio ....................................... 244, 245
Dagrijverlichting
 ........................ 7
9, 83, 197, 198
Dagteller
 ................
.......................................... 37
Dagteller resetten
 ........................................... 37
D
ashboardkastje
 ........................................ 6
9 -71
Dashboardverlichting   (dimmer)
 ................
........................................ 39
Datum (instellen)
 ............................................. 38
D
atum instellen
 ............................................... 38
D
erde remlicht
 ............................................... 203
D
iesel
 ...............................
 .............................15 6
Dieselmotor
 ............. 1
4, 156, 169, 218, 221, 222
Digitale radio - DAB   (Digital Audio Broadcasting) ...............244, 245
Dimlicht
 ................................................... 78
, 198 Handopvoerpomp
 ..............................
...........
218
Handrem
 ...............
 ................................
12 4 ,  174
Handsfree set
 ...............................
 .........
278, 279
Het opslaan van de snelheid
 ........................ 1
 41
Hill Start Assist
 .............................................. 13
 1
Hoedenplank
 ............................................. 76
 , 77
Hoofdsteunen achter
 ...................................... 52
Ho
 ofdsteunen verstellen
 .................................
50
H
 oofdsteunen vóór
.......................................... 50
Hulpoproep
 ............................................ 90
 , 226
Hulpoproep gelokaliseerd
 ............................. 226
F
H
Follow-me-home-verlichting ...........................84
F requentie (radio) ............................... ...242, 243
Functie snelweg   (richtingaanwijzers) ....................................... 81
D
CD .................................................................246
CD MP3 ................ ......................................... 246
CD-/MP3 -speler
 ........................................... 24
6
Centrale vergrendeling
 ................................... 41
CIT
ROËN
 Con
 nect  
Box 
 ........
..................................................... 226
CITROËN Multicity Connect
 ......................... 2
73
C
IT
ROËN
 No
 odoproep  
gelocaliseerd
 .............................................. 2
26
Claxon
 ............................................................. 90
C
onfiguratie van  
de auto
 ............................................. 2
8, 30, 33
Contact
 ................
.................................... 6 4, 123
Controlelampjes
 ............................ 12
, 13, 16, 17
Controles
 ............................... 1
68, 169, 173, 174Eco-modus ...............................
.....................160
Eco-rijden (adviezen) ........................................ 9
E
lectronic Brake Force Distribution  
(EBD)
 ...............
.............................................91
Electronic Stability Program  (ESC)
 ...............
.....................16, 18, 91, 93, 94
Elektronische remdrukregelaar   (REF)
 ..............................
..............................91
Elektronisch gestuurde versnellingsbak .... 9, 23, 
70, 73, 127, 131, 132, 174
Elektronisch Stabiliteits Programma  (ESP) ....................................................... 16, 91
ESP
 ................................................................. 91
E
SP/ASR
 ...............................
 ..........................91
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
 .... 16
ESP
-systeem
 ..................................................16G
ordellampje ...................................................97
G
rip control .....................................................94
G
rootlicht
 ...............................
 ..........78, 197, 19 9
E
G
Gereedschap ................................ 18 5, 191, 192
Gevarendriehoek .................................... 7
6, 18 4
Gewichten
 ............................................ 2
20, 222
Gewichten, overzicht
 ........................... 2
20, 222
Gordel (lampje)
 ..............................
.................97Identificatie auto
............................................ 224
Identificatiegegevens
 .................................... 2
 24
Identificatieplaatjes constructeur
 ................. 2
 24
Identificatie (stickers)
 .................................... 224
I
 nstellen van de uitrustingen ..............
2 8, 30, 33
Instellingen (Menu's) ..................................... 26
4
Instellingen van het systeem ........................ 271
I
nstrumentenpaneel
 ........................................11
In
teractieve hulp
 .........................2
8, 30, 33, 270
Interieurfilter
 ...............................
...................173
I
. 
Trefwoordenregister