airbag CITROEN C4 CACTUS 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2018Pages: 334, PDF Size: 11.09 MB
Page 4 of 334
.
.
C4-cactus_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Instrumentenpaneel 11
Verklikkerlampjes
1
2
Meters
2
4
7 inch touchscreen tablet
28
B
oordcomputer
3
5
Kilometerteller en dagteller
37
D
atum en tijd instellen
38
L
ichtsterkte van de dashboardverlichting
39
Instrumentenpaneel Overzicht
Sleutel met afstandsbediening 40
C entrale vergrendeling
44
P
ortieren
45
A
chterklep
4
7
Elektrisch bedienbare ruiten vóór
48
A
chterportierruiten
4
8
Toegang tot de auto
Voorstoelen 49
Ach terbank
5
1
Spiegels
5
3
Stuurwielverstelling
5
4
Ventilatie
5
5
Verwarming
5
7
Handbediende airconditioning
59
A
utomatische airconditioning
61
O
ntwasemen - Ontdooien vóór
65
O
ntwaseming - Ontdooiing achterruit
66
P
lafonnier
6
7
Verlichting bagageruimte
68
G
lazen panoramadak
68
V
oorzieningen in het interieur
69
V
oorzieningen bagageruimte
75
A
fdekplaat achter (service-uitvoering)
77
Ergonomie en comfort
Lichtschakelaar 7 8
Richtingaanwijzers (knipperlichten)
81
A
utomatische verlichting
82
V
erlichting overdag
/ P
arkeerlichten
(LED-verlichting)
83
K
oplampen in hoogte verstellen
84
S
tatische bochtverlichting
85
R
uitenwisserschakelaar
8
6
Automatische ruitenwissers
88
Verlichting en zicht
Alarmknipperlichten 9 0
Claxon
90
Urge
nce-oproep of Assistance-oproep
90
E
lektronische stabiliteitscontrole (ESP)
91
G
rip control
94
V
eiligheidsgordels
96
A
irbags
99
K
inderzitjes
10
4
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
1
07
ISOFIX-kinderzitjes
11
3
i-Size-kinderzitjes
1
16
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
11
8
Veiligheid
Eco-rijden
Inhoudsopgave
Page 7 of 334
5
C4-cactus_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Indeling bagageruimte 75-76
- h oedenplank
-
h
aak
-
op
bergbak
-
bag
agenet (accessoire)
-
be
vestigingsogen bagagenet
Bagageruimteverlichting
6
8
Gevarendriehoek
18
4
AdBlue
®-reservoir 1 79-181
Interieur
Achterportierruiten 4 8
Mechanisch kinderslot
11
8
Achterbank
5
1-52
Airbags
9
9-103
Ruitbediening vóór, elektrisch
48
U
itschakeling airbag vóór
passagierszijde
10 0
, 10 6 -109
Veiligheidsgordels
9
6-98
K i n d e r z i t j e s
1 0
4 -112 , 117
ISOFIX-kinderzitjes
1
14-116
i-Size-kinderzitjes
1
16Voorstoelen
49
-50
Stoelverwarming
5
0
Indeling interieur
69
-73
-
z
onneklep
-
das
hboardkastje
-
1
2V-accessoireaansluiting
-
U
SB-aansluiting/Jack-aansluiting
- mid denarmsteun vóór
- k ledinghaken
Matten
74
.
Overzicht
Page 17 of 334
15
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
Automatische
ruitenwisserspermanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Stop & Star t permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag
voorpassagie rpermanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel. Zet de schakelaar in de stand "
OFF" om de
passagiersairbag uit te schakelen.
U kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de
rijrichting", behalve in het geval van een storing in
de airbags (als het waarschuwingslampje Airbags
brandt).
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 334
16
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
Airbag
voorpassagier permanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats een kinderzitje
met de rug in de rijrichting.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
( ESP /ASR )permanent. De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50 km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ESP-systeem (ESP/ASR).
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 334
21
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
Laag
brandstofniveaupermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5 l
iter brandstof in
de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Zolang er niet voldoende brandstof is bijgetankt, gaat
dit lampje elke keer dat het contact wordt aangezet
opnieuw branden in combinatie met het geluidssignaal
en de melding.
Dit geluidssignaal en deze melding worden met een
toenemende frequentie herhaald naarmate het niveau
daalt en dichter bij de "0" komt.
Inhoud brandstoftank:
-
Be
nzine: ongeveer 50
l
iter.
-
Di
esel: ongeveer 45
o
f 50
l
iter (volgens uitvoering).
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
omdat anders het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd kunnen raken.
Autogordel(s)
niet vastgemaakt
of weer
losgemaakt permanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Een van de autogordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 73 of 334
71
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2016
Dashboardkastje
Zonneklep
De zonneklep aan de bestuurderszijde is
voorzien van een make-upspiegel met klep en
een kaarthouder (of tickethouder).In het dashboardkastje kunnen een fles mineraalwater,
de boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.F Til, wanneer u een accessoire van
1
2 V ( maximaal vermogen: 120 W ) wilt
aansluiten, het deksel op en sluit een
geschikte adapter aan.
12V-aansluiting
F Beweeg de klep omhoog om het
das hboardkastje te openen. Neem het maximale vermogen
van de aansluiting in acht (kans op
beschadiging van uw accessoire).
In het dashboardkastje bevinden zich een
JACK-aansluiting en de schakelaar voor het
uitschakelen van de airbag aan passagierszijde.
Bevestig geen voor werpen aan de
zonneklep aan passagierszijde. Deze
voor werpen kunnen bij het afgaan van
de airbag vóór (in de hemelbekleding)
letsel veroorzaken. Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN is
goedgekeurd, zoals een lader met
USB-aansluitingen, kan leiden tot
storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto,
zoals een slechte radio-ontvangst
of storingen in de weergave van de
displays.
3
Ergonomie en comfort
Page 99 of 334
97
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Als de wagensnelheid hoger is
dan 20 km/h, knippert (knipperen)
het pictogram (de pictogrammen)
gedurende twee minuten in
combinatie met een geluidssignaal.
Na deze 2
m
inuten blijft (blijven)
het pictogram (de pictogrammen)
branden zolang de bestuurder of
voorpassagier zijn gordel niet heeft
vastgemaakt.
Pictogram(men) veiligheidsgordel(s)
losgemaakt/niet vastgemaakt
Pictogram(men) veiligheidsgordel(s) vóór
Bij het aanzetten van het contact gaat het
pictogram 1 op h
et instrumentenpaneel en de
desbetreffende pictogrammen ( 2 en 3) op het
pictogrammendisplay van de veiligheidsgordels
en airbag vóór aan passagierszijde
rood branden als de bestuurder en/of
de voorpassagier zijn gordel niet heeft
vastgemaakt of weer heeft losgemaakt.
1. Pictogram veiligheidsgordels vóór
los gemaakt/niet vastgemaakt, op het
instrumentenpaneel.
2.
Pi
ctogram veiligheidsgordel links voor.
3.
Pi
ctogram veiligheidsgordel rechts voor.
4.
Pi
ctogram veiligheidsgordel rechts achter.
5.
Pi
ctogram veiligheidsgordel midden achter.
6.
Pi
ctogram veiligheidsgordel links achter.
Pictogram(men) veiligheidsgordel(s) achter
Het desbetreffende pictogram ( 4 t / m 6)
op het pictogrammendisplay van de
veiligheidsgordels en de airbag vóór
aan passagierszijde gaat rood branden
als een van de achterpassagiers zijn
gordel heeft losgemaakt.
5
Veiligheid
Page 100 of 334
98
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder
te controleren of alle passagiers hun
veiligheidsgordel goed hebben omgedaan
en vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels
niet om; de gordels zijn dan niet voldoende
effectief.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De
gordel wordt automatisch opgerold als deze
niet wordt gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van
de auto. U kunt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te
trekken en deze weer los te laten, zodat de
riem weer een stukje wordt opgerold.Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan
1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
De veiligheidsgordel mag door niet meer dan
één persoon gedragen worden.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over kinderzitjes.
Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel:- dient deze strak om het lichaam te worden gedragen,- moet deze in een vloeiende beweging naar voren
worden getrokken, zonder dat de gordel gedraaid
raakt,
- mag deze door niet meer dan één persoon worden
ged ragen,
- mag deze geen beschadigingen of rafels vertonen,- mag er om te voorkomen dat de gordel niet goed
werkt, niets aan worden gewijzigd.
Bij aanrijdingen
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van
de aard en de kracht van de aanrijding ,
vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.
Het activeren van de gordelspanners gaat
gepaard met wat onschadelijke rook en een
knal, als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van
de airbag branden.
Laat het systeem na een aanrijding
controleren en eventueel vervangen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften
moeten werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats, die tevens voor de garantie
zorgt en de werkzaamheden volgens de
voorschriften uitvoert.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats,
vooral als de gordels beschadigingen
vertonen.
Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of
een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar
bij het CITROËN-netwerk.
Controleer na het neerklappen of verstellen
van een stoel of de achterbank of de gordel
zich op de juiste plaats bevindt en goed is
opgerold.
Adviezen
Veiligheid
Page 101 of 334
99
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Airbags
Algemeen
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij ernstige
aanrijdingen te verbeteren. De airbags
vormen een aanvulling op de werking van
de veiligheidsgordels met spanbegrenzers
(behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren
de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
-
bi
j een ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af om de inzittenden van de
auto (uitgezonderd de middelste passagier
achter) te helpen beschermen. Direct
na de aanrijding ontsnapt het gas snel
uit de airbags, zodat het zicht niet wordt
belemmerd en de inzittenden de auto
eventueel kunnen verlaten,
-
bi
j een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels helpen u in deze
situaties voldoende te beschermen. De airbags werken alleen als het
contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding plaatsvindt
(tijdens hetzelfde of een volgend
ongeval), worden de airbags niet meer
opgeblazen.Het activeren van (een van) de airbags
gaat gepaard met wat rook en een
knal, als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor personen die hier gevoelig voor
zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impa ctzone opzij.
5
Veiligheid
Page 102 of 334
100
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld.
F
Zet het contact af en steek de sleutel in de schakelaar
voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde.
F Draai deze in de stand "OFF".
F Ve r wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
Bij het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje in
het display van de veiligheidsgordels.
Het blijft branden zolang de airbag is
uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen airbag aan
passagierszijde
Als u het met de rug in de rijrichting geplaatste
kinderzitje hebt verwijderd, zet dan met afgezet
contact de schakelaar weer op "ON" om de
airbag opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid
van uw voorpassagier te garanderen.
Frontairbags
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve de
airbag aan passagierszijde wanneer deze is
uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór
(
A),
in de lengterichting van de auto en vanaf de
voorzijde richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geslingerd.
De frontairbags beschermen de bestuurder
en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag is
geïntegreerd in het dak om ruimte vrij te maken
in het dashboardkastje.
Bij het aanzetten van het contact
gaat dit waarschuwingslampje in het
display van de veiligheidsgordels
gedurende ongeveer één minuut
branden om aan te geven dat de
airbag aan passagierszijde weer is
ingeschakeld.
Veiligheid