display CITROEN C5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2016Pages: 384, PDF Size: 19.75 MB
Page 28 of 384

26
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje)
of geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan sommige
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.Bijbehorende waarschuwingen
so
mmige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden
één van de volgende verklikkerlampjes
gaat branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder
actie ondernemen.
een
waarschuwingslampje gaat altijd branden
in combinatie met een aanvullende melding om
u te helpen bij het opsporen van de storing.
ra
adpleeg indien nodig het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 29 of 384

27
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent in
combinatie
met een ander
waarschuwingslampje. Dit waarschuwingslampje brandt
bij een storing met betrekking tot
het remsysteem of bij een te hoge
koelvloeistoftemperatuur. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Service tijdelijk, in combinatie
met een melding.
er z
ijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het display.
bep
aalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van
minimaal 60
km/h totdat het verklikkerlampje dooft).
ra
adpleeg in andere gevallen, zoals een storing in
het controlesysteem bandenspanning, het CI
tro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een
melding.
er z
ijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp
van de melding op het display en raadpleeg het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met het
knipperen en vervolgens
blijven branden van de
onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is
overschreden.Alleen bij
bl ueHDi uitvoeringen met dieselmotor.
Laat het onderhoud aan uw auto zo snel mogelijk
uitvoeren.
1
Controle tijdens het rijden
Page 31 of 384

29
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Dynamische
stabiliteitscontrole
( ESP /ASR)knippert. De esP -/As r- regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent.
st
oring in het es
P
-/A
s
r
-
systeem. Laat het systeem controleren door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Slijtage van de
remblokken permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en
een melding op het
display. De remblokken zijn aan vervanging
toe.
Laat de remblokken vervangen door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aangetrokken of vrijgezet.
ra
adpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem de desbetreffende rubriek.
Bandenspanning
te laag permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+ knipperend en
vervolgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
se
rvice. Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 36 of 384

34
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Mistlampen vóórpermanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
Controlelampjes ingeschakelde functies
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
linksknippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsknippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Alarmknipperlichtenknippert, met
geluidssignaal. De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
Controle tijdens het rijden
Page 38 of 384

36
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag
vóór permanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
u
kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem. Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
be
vestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
so
ms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Controle tijdens het rijden
Page 39 of 384

37
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Monochroom display C
SchermweergaveBediening
Afhankelijk van de context wordt weergegeven:
-
d e tijd,
-
d
e datum,
-
d
e buitentemperatuur bij uitvoeringen met
airconditioning (de weergegeven waarde
knippert in geval van kans op gladheid),
-
d
e parkeerhulp,
-
d
e audiofuncties,
-
d
e waarschuwingsmeldingen. A.
t
o
egang tot het "Hoofdmenu"
B.
H
uidige bewerking annuleren of terug naar
het vorige scherm.
C.
s
c
rollen door de schermmenu's.
b evestigen via het stuurwiel.
D.
b
e
vestigen via het bedieningspaneel van
de autoradio.
Kiezen van het type weergegeven
informatie (Mode)
Wanneer u herhaalde malen op het uiteinde
van de ruitenwisserschakelaar of op de toets
MODE van de autoradio drukt, kunt u het type
informatie selecteren dat wordt weergegeven
op het multifunctionele display (datum of
autoradio/CD/MP3).
om
veiligheidsredenen dient de
bestuurder dit bij stilstaande auto in te
stellen.
1
Controle tijdens het rijden
Page 40 of 384

38
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
HoofdmenuMenu "Audiofuncties"
schakel de Autoradio in en selecteer dit menu. u
kunt vervolgens de functies die betrekking
hebben op de radio (
rDs,
re
G
, r
a
diotext),
de CD-speler (introscan, random afspelen,
CD herhalen) of de MP3 -speler (
u
sb
-
/
ja
ck-
aansluitingen) in- en uitschakelen.
ra
adpleeg de rubriek Autoradio
voor meer informatie over het menu
"Audiofuncties".
Druk op toets A om het "Hoofdmenu" van het
multifunctionele display weer te geven. Via dit
menu hebt u toegang tot de volgende functies:
-
audiofuncties,
-
c
onfiguratie display,
-
t
elefoon (
bl
uetooth handsfree kit).se lecteer dit menu om de volgende instellingen
aan te passen:
-
he
lderheid van de weergave,
-
d
atum en tijd,
-
k
euze van de eenheden.
Menu "Configuratie
display"
Controle tijdens het rijden
Page 41 of 384

39
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
schakel de Autoradio in en selecteer dit menu. u kunt vervolgens de bl uetooth handsfree kit
configureren (koppelingen), de verschillende
indexen van de telefoon (logboek van
oproepen, diensten enz.) openen en opties met
betrekking tot telefoongesprekken (opnemen,
beëindigen, dubbelgesprek, discretiefunctie
enz.) selecteren.Datum en tijd instellen
Menu "Bluetooth® -
telefoon - audio"
om veiligheidsredenen dient de
bestuurder uitsluitend bij stilstaande
auto het multifunctionele display te
configureren. Zie de rubriek Autoradio voor meer
informatie.
F
D
ruk op de toets A
.
F
s
e
lecteer met behulp van C het menu
"Datum en tijd instellen".
b
e
vestig door
op C op het stuur wiel of D op de autoradio
te drukken.
F
k
i
es met de knop C de configuratie van
het display.
b
e
vestig door op C op het
stuur wiel of D op de autoradio te drukken.
F
s
e
lecteer met B de datum en tijd, en
bevestig met C op het stuur of D op de
autoradio.
F
k
i
es met de knop C de te wijzigen
waarden.
b
evestig door op C op het
stuur wiel of D op de autoradio te drukken.
F
b
e
vestig de instelling met "OK" .
1
Controle tijdens het rijden
Page 50 of 384

48
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Storing
na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F o
n
tgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
s
y
nchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
ra
adpleeg zo snel mogelijk het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F Z et de sleutel in de stand 2 (Contact).
(ra
adpleeg de rubriek "
st
arten - afzetten
van de motor").
F
D
ruk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden, tot de auto vergrendeld is, op de
vergrendelknop (gesloten hangslot) van de
afstandsbediening.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Batterij vervangen
batterij ref.: Cr2 032/3 V.
F
W
ip het huis met een kleine
schroevendraaier bij de inkeping los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
k
l
ik het deksel vast op het huis.
Lokaliseren van de auto
F Druk op het gesloten hangslot om uw eerder vergrendelde auto te lokaliseren op
een parkeerplaats.
De binnenverlichting gaat branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele
seconden.
De auto blijft vergrendeld.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is,
wordt u gewaarschuwd door dit
controlelampje, een geluidssignaal
en een melding op het display.
toegang tot de auto
Page 56 of 384

54
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkeren van de
ruitbediening en de
portiergrepen achter
F Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de schakelaar 5 om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de ruiten, te
blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening
geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruitbediening niet
geblokkeerd.
op h
et display van het instrumentenpaneel
wordt een melding weergegeven als de
blokkering van de ruitbediening in- of
uitgeschakeld wordt.
ne
em bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er met name op dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Met deze schakelaar worden ook
de binnenportiergrepen van de
achterportieren geblokkeerd (zie de rubriek
"Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen"- §
el
ektrische kinderbeveiliging"). Als het lampje een andere status heeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat dit nakijken door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
toegang tot de auto