ECO mode CITROEN C5 AIRCROSS 2022 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2022, Model line: C5 AIRCROSS, Model: CITROEN C5 AIRCROSS 2022Pages: 276, PDF Size: 7.91 MB
Page 54 of 276

52
Ergonomie en comfort
Hoofdsteunen achter
Er zijn twee standen:
– de hoge stand (gebruiksstand):
â–º beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
– de lage stand (opgeborgen stand), als de
zitplaats onbezet is: â–º druk de pallen A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden
verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
â–º beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
â–º druk vervolgens de pallen A in om de
hoofdsteun te ontgrendelen en beweeg hem
helemaal omhoog,
â–º berg de hoofdsteun op.
Terugplaatsen van een hoofdsteun:
â–º steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de desbetreffende rugleuning,
â–º duw de hoofdsteun omlaag tot aan de
aanslag,
â–º druk de pallen A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
De functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels met de
afstandsbediening kan via het menu
Rijverlichting
/ Auto
van het touchscreen
worden ingesteld.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de spiegels
met deze functie automatisch omlaag worden
gekanteld, om achteruit parkeren gemakkelijker
te maken.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van
de spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
–
Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.
–
W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt
gereden.
–
Als de motor wordt afgezet.
De functie wordt ingesteld in het menu
Rijverlichting/Auto op het touchscreen.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Handbediend model
Instellingen
â–º
Stel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Dag-/nachtstand
â–º Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
â–º
Duw het hendeltje naar voren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand.
Automatische "elektrochroom" modellen
Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor
voor het detecteren van het niveau van het
buitenlicht en van het licht dat van achteren
op de spiegel valt, zodat er automatisch en
geleidelijk tussen dag- en nachtstand kan
worden geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren
wordt het spiegelglas automatisch
helderder als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de
lading in de bagageruimte hoger dan de
bagageafdekking is of als er voorwerpen op
de bagageafdekking zijn geplaatst.
Achterbank
De drie stoelen van de tweede zitrij zijn
onafhankelijk en hebben dezelfde breedte.
De rugleuning van deze stoelen kan worden
neergeklapt om de bagageruimte aan te passen.
Page 69 of 276

67
Ergonomie en comfort
3Plafonnier
1.Plafonnier vóór
2. Leeslampjes vóór
3.Plafonnier achter
4. Leeslampjes achter
Plafonniers voor en achter
In deze stand gaat de plafonnier
geleidelijk branden:
–
als de auto wordt ontgrendeld.
–
als de sleutel uit het contact wordt verwijderd.
–
als een van de portieren wordt geopend.
– als er op de vergrendelknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto te
lokaliseren.
De plafonnier gaat geleidelijk uit:
–
als de auto wordt vergrendeld.
–
als het contact wordt aangezet.
–
30 seconden na het sluiten van het laatste
portier
.
Permanent uit.
Permanent aan.
In de stand "Permanent aan" blijft de plafonnier
gedurende een bepaalde tijd branden:
–
Bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
In de eco-mode: ongeveer 30 seconden.
–
Bij draaiende motor: onbeperkt.
Als de plafonnier vóór in de stand "Permanent aan" staat, gaat de
plafonnier achter ook branden tenzij deze in
de stand "Permanent uit" staat.
Zet de plafonnier achter in de stand
"Permanent uit" als u deze wilt uitschakelen.
Leeslampjes
â–º Bedien d e betreffende schakelaar
terwijl het contact is aangezet.
Zorg ervoor dat niets tegen de
plafonniers aankomt.
Sfeerverlichting interieur
De gedempte interieurverlichting verbetert het
zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Als het buiten donker is, gaat de sfeerverlichting
automatisch branden/wordt deze uitgeschakeld
als de parkeerlichten worden in-/uitgeschakeld.
Het inschakelen/uitschakelen, en het
aanpassen van de helderheid en de kleur,
gebeurt via het menu Rijverlichting/Auto van
het touchscreen.
Voorzieningen
bagageruimte
1. Bagageafdekking
2. 12V-aansluiting (120 W)
3. Verlichting bagageruimte
4. Verwijderbare dwarsbalk achterbank (om de
bagageruimte te vergroten).
Page 72 of 276

70
Ergonomie en comfort
â–º Trek de vloerplaat met behulp van de
middelste handgreep omhoog en naar u toe, en
gebruik vervolgens de steunen aan de zijkant om
de vloerplaat te verplaatsen.
â–º
Duw de vloerplaat zo ver mogelijk naar voren
om deze in de gewenste stand te zetten.
Controleer of de bagageruimte leeg is
voordat u de vloerplaat in een andere
stand zet.
U kunt de inhoud van de bagageruimte met de
vloer in de laagste stand vergroten:
â–º
T
rek de dwarsbalk van de achterbank
omhoog, naar het niveau van de merktekens, om
deze te verwijderen.
â–º
Plaats de dwarsbalk terug door deze zo ver
mogelijk aan te drukken totdat deze vastklikt.
Opbergbak
â–º Til de mat van de bagageruimte zover
mogelijk op of til de opvouwbare mat van de
bagageruimte (afhankelijk van de uitvoering) op
voor toegang tot de opbergbak.
Afhankelijk van de uitvoering bevat de
opbergbak:
–
Een bandenreparatieset met
gereedschapsset.
–
Een reservewiel met gereedschapsset.
–
De laadkabel voor de tractiebatterij (plug-in
hybride).
Verlichting bagageruimte
De verlichting gaat automatisch branden
zodra de achterklep wordt geopend en gaat
automatisch uit zodra deze wordt gesloten. De tijd dat de bagageruimteverlichting brandt,
hangt af van de situatie:
–
bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
in de eco-mode: ongeveer 30 seconden.
–
bij draaiende motor: onbeperkt.
Page 74 of 276

72
Verlichting en zicht
Dagrijverlichting/
parkeerlichten
De verlichting voor en achter wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
De verlichting doet dienst als:
– Dagrijverlichting (lichtschakelaar in stand
"AUTO" bij voldoende omgevingslicht).
– Parkeerlicht (lichtschakelaar in stand
"AUTO" bij weinig omgevingslicht of in stand
"Parkeerlicht" of "Dim-/grootlicht").
Als de functie dagrijverlichting is ingeschakeld, hebben de leds een
grotere lichtsterkte.
Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door
het inschakelen van de parkeerlichten aan de
kant van het verkeer.
â–º Afhankelijk van de uitvoering: duw de
lichtschakelaar binnen één minuut na het
afzetten van het contact omhoog of omlaag om
de parkeerlichten aan de kant van het verkeer
in te schakelen (voorbeeld: rechts van de
sneeuwval (de regels kunnen per land
verschillen).
Vergeet niet de mistverlichting uit te
schakelen zodra deze niet meer nodig is.
De verlichting inschakelen na het
afzetten van het contact
Als u de lichtschakelaar weer wilt activeren,
draai de ring in de stand AUTO en vervolgens
in de gewenste stand.
Als het bestuurdersportier is geopend, hoort u
een tijdelijk geluidssignaal dat de bestuurder
waarschuwt dat de lampen nog branden.
De verlichting gaat automatisch na enige tijd
uit; hoe lang dit duurt is afhankelijk van de
laadtoestand van de accu (overgang naar de
eco-mode).
De verlichting uitschakelen na het
afzetten van het contact
Als het contact wordt afzet, worden alle
lichten automatisch uitgeschakeld, behalve
het dimlicht als de automatische "follow me
home"-verlichting is geactiveerd.
Onder bepaalde weersomstandigheden
(zoals een lage temperatuur of vocht)
kan er een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
ontstaan; dit verdwijnt als de lampen enkele
minuten branden.
Kijk nooit van dichtbij in de lichtbundel
van ledlampen. U kunt daarbij ernstig
oogletsel oplopen!
Reizen naar het buitenland
Auto's met handmatige hoogteafstelling
van de koplampen:
Wanneer u uw auto gaat gebruiken in een
land waar het verkeer aan de andere kant
van de weg rijdt, moeten de dimlichten
worden afgesteld om te voorkomen dat
tegemoetkomend verkeer wordt verblind.
Neem contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Richtingaanwijzers
â–º Links of rechts: beweeg de hendel omlaag of
omhoog, voorbij het zware punt.
Wanneer de richtingaanwijzers na meer
dan 20 seconden nog niet zijn
uitgeschakeld, neemt het knippergeluid bij
een snelheid van meer dan 80 km/u
automatisch toe.
Drie keer knipperen
â–º Beweeg de hendel kort omhoog of omlaag,
zonder deze door de weerstand te drukken. De
desbetreffende richtingaanwijzers zullen drie
keer knipperen.
Page 108 of 276

106
Rijden
Het contactslot heeft 3 standen:
– stand 1 (Stop): sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
–
stand 2 (Contact): stuurslot ontgrendeld,
contact ingeschakeld, voorgloeien dieselmotor,
draaien van de motor,
–
stand 3 (Starten).
Hang geen zware voorwerpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt, schakelt het
systeem over op de eco-mode: de elektrische
voeding wordt automatisch uitgeschakeld zodat
de accu voldoende opgeladen blijft.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Starten van de motor
Parkeerrem aangetrokken:
â–º Zet bij een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand en trap vervolgens het
koppelingspedaal volledig in.
â–º
Auto met
automatische transmissie: zet
de selectiehendel in de stand N of P en trap het
rempedaal volledig in.
â–º
Steek de sleutel in het contactslot; het
systeem herkent de code.
â–º
Ontgrendel het stuurslot door gelijktijdig aan
het stuurwiel en de sleutel te draaien.
In bepaalde gevallen is veel kracht nodig
bij het draaien aan het stuurwiel
(bijvoorbeeld als de wielen volledig naar links
of rechts zijn gedraaid).
â–º
Auto's met een
benzinemotor: activeer
de startmotor door de sleutel in de stand 3 te
houden tot de motor is aangeslagen. Geef hierbij
geen gas. Laat de sleutel los zodra de motor is
aangeslagen.
Bij een benzinemotor kan, na een
koude start, het voorverwarmen van de
katalysator twee minuten lang duidelijk
voelbare motortrillingen veroorzaken wanneer
de motor stationair draait (verhoogd stationair
toerental).
â–º
Auto's met een
dieselmotor: draai de sleutel
in de stand 2 (aanzetten van het contact) om de
motor te laten voorgloeien.
Activeer, zodra dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel is gedoofd, de
startmotor door de sleutel in de stand 3 te
houden tot de motor is aangeslagen; geef daarbij
geen gas. Laat de sleutel los zodra de motor is
aangeslagen.
Onder winterse omstandigheden blijft het
lampje langer branden. Als de motor
warm is, gaat het waarschuwingslampje niet
branden.
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, zet dan het contact uit. Wacht een paar
seconden alvorens opnieuw te starten. Als de
motor ook na een aantal pogingen niet
aanslaat, probeer dan niet langer de motor te
starten: de startmotor en de motor zouden
beschadigd kunnen raken. Neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat de motor bij gematigde
temperaturen niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg
zonder de motor veel toeren te laten draaien.
Motor afzetten
â–º Breng de auto tot stilstand.
â–º Draai bij een stationaire motor de sleutel naar
stand
1.
â–º
V
erwijder de sleutel uit het contactslot.
â–º
Draai om het stuurslot te vergrendelen aan
het stuurwiel tot het blokkeert.
Zet de voorwielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten.Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van het
stuurslot.
â–º Controleer of de parkeerrem correct is
aangetrokken, met name als de auto op een
helling staat.
Zet nooit het contact af voordat de auto
volledig tot stilstand is gekomen. Als de
motor wordt afgezet, worden ook de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld: u zou dan de controle over de
auto kunnen verliezen.
Als u de auto verlaat, neem dan de sleutel mee en vergrendel de auto.
Eco-mode
Na het afzetten van de motor (stand 1-Stop)
kunt u nog gedurende maximaal 30 minuten
gebruikmaken van een aantal functies, zoals het
audio- en telematicasysteem, de ruitenwissers,
het dimlicht en de plafonniers.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de eco-mode.
Sleutel vergeten
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2
(Contact) van het contactslot blijft staan, zal
Page 109 of 276

107
Rijden
6Zet de voorwielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten.Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van het
stuurslot.
â–º
Controleer of de parkeerrem correct is
aangetrokken, met name als de auto op een
helling staat.
Zet nooit het contact af voordat de auto
volledig tot stilstand is gekomen. Als de
motor wordt afgezet, worden ook de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld: u zou dan de controle over de
auto kunnen verliezen.
Als u de auto verlaat, neem dan de sleutel mee en vergrendel de auto.
Eco-mode
Na het afzetten van de motor (stand 1-Stop)
kunt u nog gedurende maximaal 30 minuten
gebruikmaken van een aantal functies, zoals het
audio- en telematicasysteem, de ruitenwissers,
het dimlicht en de plafonniers.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de eco-mode.
Sleutel vergeten
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2
(Contact) van het contactslot blijft staan, zal
het contact na een uur automatisch worden
afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1 (Stop) en
vervolgens opnieuw in de stand 2 (Contact)
om het contact weer aan te zetten.
Starten / afzetten van de
motor metKeyless entry
and start
De elektronische sleutel moet zich in het
interieur bevinden.
Als de elektronische sleutel niet wordt
gedetecteerd, wordt een melding
weergegeven.
Verplaats de elektronische sleutel zodat de
motor kan worden gestart of gestopt.
Als dit niet lukt, raadpleeg dan het gedeelte
"Sleutel niet gedetecteerd - Noodprocedure
voor starten/afzetten".
Starten van de motor
â–º Zet bij een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
of
â–º
Selecteer bij een auto met een
automatische transmissie de stand
P of N en
trap vervolgens het rempedaal in.
â–º
Druk op de knop " ST
ART/STOP"; houd het
pedaal ingetrapt tot de motor is aangeslagen.
Bij auto's met een dieselmotor wordt de
motor bij temperaturen beneden het vriespunt
en/of bij koude motor pas gestart als het
waarschuwingslampje voor het voorgloeien is
gedoofd.
Als dit lampje gaat branden nadat u op de toets "START/STOP" hebt gedrukt:
â–º
Moet u het pedaal ingetrapt houden en niet
nogmaals op de toets " ST
ART/STOP" drukken
voordat de motor is aangeslagen.
Page 180 of 276

178
Praktische informatie
Maat van de af fabriek
gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
215/65 R17 9 mm
225/55 R18 9 mm
235/55 R18 Bandenmaat niet geschikt voor
sneeuwkettingen
205/55 R19 9 mm
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Montagetips
â–º Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant van de
weg stil op een vlakke ondergrond.
â–º Trek de parkeerrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
â–º Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij de
aanwijzingen van de fabrikant.
â–º Rijd voorzichtig weg en rij even met een
snelheid van maximaal 50 km/h.
â–º Zet de auto stil en controleer of de kettingen
correct gespannen zijn.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen te
â–º Berg de kogel zorgvuldig op in de hoes,
zodat de kogel geen beschadigingen kan
oplopen en niet vuil kan worden.
Onderhoud
De correcte werking van het systeem is alleen
gegarandeerd als de kogel en de steun schoon
blijven.
Voordat de auto met een hogedrukreiniger wordt
schoongemaakt, moet de kogel zijn verwijderd
en moet de beschermdop zijn aangebracht op
de steun.
Bevestig het bijgevoegde label op een
goed zichtbare plaats, in de buurt van de
steun of in de bagageruimte.
Neem contact op met een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
voor werkzaamheden aan het
trekhaakkogelsysteem.
Eco-mode
Dit systeem regelt de maximale gebruiksduur
van bepaalde functies bij afgezet contact om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Na het afzetten van de motor kunt u een aantal
functies, zoals het audio- en telematicasysteem,
de ruitenwissers, het dimlicht en de
interieurverlichting, nog ongeveer 40 minuten
gebruiken.
Activering van de modus
Er wordt een melding weergegeven als de eco-
mode wordt geactiveerd: de actieve functies
worden in stand-by gezet.
Als u op dat moment aan het telefoneren bent, kunt u het gesprek nog ongeveer
10 minuten via het handsfree systeem van
het audiosysteem voortzetten.
Afsluiten van de eco-mode
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Als u de functies direct weer wilt gebruiken, start
dan de motor en laat deze draaien:
–
Minder dan 10 minuten om de functies
ongeveer 5 minuten te kunnen gebruiken.
–
Meer dan 10 minuten om de functies ongeveer
30 minuten te kunnen gebruiken.
Laat de motor de aangegeven tijd draaien om
er zeker van te zijn dat de accu voldoende is
opgeladen.
V
ermijd het herhaaldelijk of continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de 12V-accu.
Spaarfase
Dit systeem regelt het gebruik van bepaalde
functies van de auto afhankelijk van de
laadtoestand van de accu.
Tijdens het rijden kunnen enkele functies, zoals
de airconditioning en achterruitverwarming,
tijdelijk worden uitgeschakeld in verband met de
laadtoestand van de accu.
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu
dit toelaat.
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag
van de auto.
Uitsluitend de voorwielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien. Een
noodreservewiel mag niet worden voorzien
van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal toegestane
snelheid.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Page 220 of 276

218
Technische gegevens
Motoren en aanhangergewichten - Diesel
MotorenBlueHDi 130 S&S Euro 6.2 BlueHDi 130 S&S Euro 6.3 BlueHDi 180 BlueHDi 180
S&S
Versnellingsbakken BVM6 (Handges-chakeld, 6
versnellingen) EAT6
(Automaat, 6
versnellingen) EAT8
(Automaat, 8
versnellingen) BVM6
(Handges- chakeld, 6
versnellingen) EAT8
(Automaat, 8
versnellingen) EAT8
(Automaat, 8
versnellingen) EAT8
(Automaat, 8
versnellingen)
Codes DV5RC STTd
ML6C DV5RC STTd
AT6III DV5RC STTd
ATN8 DV5RC STTd
ML6C DV5RC STTd
ATN8 DW10FC
AMN8 DW10FC STTa
AMN8
Modelcodes
J... YHZ
YHZEHZEHZ
Cilinderinhoud (cc) 1.4991.4991.9971.997
Max. vermogen:
EC-standaard (kW) 96
96130130
Brandstof DieselDieselDieselDiesel
Aanhanger
geremd (binnen
max. toelaatbaar
combinatiegewicht)
(kg)
op een helling van
max. 10% of 12% 1.450
1.2501.250 1.2501.6501.650
Aanhanger
ongeremd (kg) 750
750750750
Maximale kogeldruk
(kg) 58
5050 656666
Motor en aanhangergewichten - Plug-in hybride
Hybrid 225 e-EAT8
Code EP6FADTX
Modelcode
J... DGZ
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 1.300
Aanhanger ongeremd (kg) 750
Maximale kogeldruk (kg) 65
Benzinemotor PureTech 180
Versnellingsbak Elektrische automatische transmissie, 8 versnellingen
Cilinderinhoud (cc) 1.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 132
Brandstof Loodvrij
Elektromotor
Technologie Synchroon met permanente magneten
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 80
Batterij
Technologie Lithium-ion
Voltage (AC) 240-400
Max. verbruik (kWh) 13,2
Gecombineerd vermogen (kW) 165
Page 221 of 276

219
Technische gegevens
9Motor en aanhangergewichten - Plug-in hybride
Hybrid 225 e-EAT8
Code EP6FADTX
Modelcode
J... DGZ
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 1.300
Aanhanger ongeremd (kg) 750
Maximale kogeldruk (kg) 65
Benzinemotor PureTech 180
Versnellingsbak Elektrische automatische transmissie, 8 versnellingen
Cilinderinhoud (cc) 1.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 132
Brandstof Loodvrij
Elektromotor
Technologie Synchroon met permanente magneten
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 80
Batterij
Technologie Lithium-ion
Voltage (AC) 240-400
Max. verbruik (kWh) 13,2
Gecombineerd vermogen (kW) 165
Page 223 of 276

221
CITROËN Connect Radio
10CITROËN Connect Radio
Multimedia-audiosysteem -
Apps - Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen
zijn afhankelijk van de uitvoering van de
auto en het land waar de auto is verkocht.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
–
De smartphone via Bluetooth met het
systeem koppelen.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de apps CarPlay
®
of Android Auto (bepaalde apps worden niet
meer weergegeven als de auto rijdt).
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De melding Eco-mode
wordt weergegeven
wanneer het systeem in stand-by wordt gezet.
De broncodes van Open Source
Software (OSS) van het systeem zijn op
de volgende sites beschikbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de knop drukt, wordt het geluid gedempt.
Als u bij afgezet contact op de knop drukt, wordt
het systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of
onder het touchscreen om de menu's te openen
en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" en "Menu" aan de linkerkant van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
U kunt de rolmenu's altijd weergegeven door kort
met drie vingers op het scherm te drukken.
Alle aanraakgebieden op het scherm zijn wit.
Bij pagina's met meerdere tabbladen onder aan
het scherm kunt u tussen de pagina's wisselen
door op het gewenste tabblad voor de pagina te
tikken of door de pagina's met uw vinger naar
links of rechts te vegen.
Druk op het gearceerde gedeelte om een niveau
lager te gaan of om uw keuze te bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te
gaan of om uw keuze te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief
scherm.
Gebruik een niet-schurende zachte doek
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel om het scherm schoon
te maken.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
–
Statusinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreeks
toegang tot het desbetreffende menu.
–
Menu statusinformatie Radio Media en
T
elefoon.
–
Statusinformatie Privacy
.
–
T
oegang tot de instellingen van het
touchscreen en het digitaal instrumentenpaneel.
Audiobronnen selecteren (afhankelijk van de
uitrusting):