stop start CITROEN DS3 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2015Pages: 384, PDF Size: 12.29 MB
Page 106 of 384

DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
rijden
Dit hoofdstuk behandelt de handrem, de handgeschakelde
versnellingsbak, de eG S-versnellingsbak, de automatische
versnellingsbak, de opschakelindicator en het Stop & Start-systeem voor
een lager brandstofverbruik, de Hill Start Assist, de snelheidsbegrenzer
voor het niet overschrijden van een vooraf ingestelde snelheid, de
snelheidsregelaar voor het rijden met een vooraf ingestelde snelheid en
de parkeerhulp voor het detecteren van obstakels achter de auto.
Page 120 of 384

DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
Stop & Start-systeemHet Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (StoP -stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(StAr t- stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop&Start-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een
aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het systeem werkt de eerste
10 seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
S
t
o
P
-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
ta
nk nooit als de motor door het Stop
& Start-systeem in de S
t
o
P
-stand is
gezet. Zet in dat geval altijd het contact
af en neem de sleutel uit het contactslot.
Het controlelampje "ECO"
op het
instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de S
t
o
P
-stand gezet:
-
a
ls u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak, bij een snelheid lager
dan 20
km/h de versnellingshendel in
de neutraalstand zet en vervolgens het
koppelingspedaal loslaat.
-
a
ls u, bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak met 5
of 6
versnellingen,
bij stilstaande auto of een snelheid lager dan
8
km/h (volgens uitvoering) het rempedaal
intrapt of de selectiehendel in de stand N zet.
ee
n teller telt de duur van de
momenten dat de motor afgezet
is, op.
e
l
ke keer als u het contact
opnieuw aanzet, wordt deze
teller op 0
gezet. De St
oP -stand wordt niet geactiveerd als:
- he t bestuurderportier geopend is,
-
d
e autogordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
d
e auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10
km/h heeft gereden,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
Het controlelampje "ECO" knippert een
paar seconden en gaat vervolgens uit.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Page 122 of 384

DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra u het contact
opnieuw aanzet.
Inschakelen
Dit systeem heeft specifieke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale accu
(raadpleeg voor meer informatie het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
CI
t
ro
Ën
voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
bi
j een storing in het systeem gaat het
controlelampje in de schakelaar "ECO OFF"
knipperen en vervolgens constant branden.
Laat het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als er in de S
t
o
P
-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet
meer wil aanslaan of direct afslaat. Alle
controlelampjes op het instrumentenpaneel
branden. Zet in dat geval het contact af en start
de auto dan met behulp van de sleutel.
Storingen Onderhoud
Schakel omwille van de veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit als u
handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren.
Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden
aan dit type accu uitvoeren door
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF"
.
Het systeem is dan weer ingeschakeld; het
controlelampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding op het display weergegeven.
Page 157 of 384

155
DS3_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan een
bepaalde grenswaarde.
Het systeem zorgt er dan voor dat de benodigde
bedieningskracht minder wordt en dat de
effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
tr
ap het rempedaal bij een noodstop
zeer krachtig in en laat het pedaal niet
los.
Stabiliteitscontrolesystemen
Antislipregeling
(ASR) en elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP)
De antislipregeling verbetert de tractie van de
wielen om doorslippen te voorkomen, door in
te grijpen op de remmen van de aangedreven
wielen en op het motorkoppel.
Het elektronisch stabiliteitsprogramma grijpt
in via de remmen van één of meer wielen en
via het motorkoppel om de auto (binnen de
grenzen van de natuurkundige wetmatigheden)
weer in de juiste koers te brengen.Inschakelen
De systemen worden automatisch ingeschakeld
zodra de motor wordt gestart.
De systemen worden geactiveerd zodra de wielen
te weinig grip hebben of de koers van de auto afwijkt
van de door de bestuurder gewenste richting.
In dat geval gaat dit controlelampje
op het instrumentenpaneel
knipperen.
Veiligheid
Page 192 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
brandstoftankInhoud van de brandstoftank: ongeveer 50 liter (benzine), 46 liter (diesel) of 33 liter (LPG); (Afhankelijk van de uitvoering: ongeveer 30 liter
( benzine of diesel)).
Waarschuwing brandstofniveau
Ta n k e n
op een label aan de binnenzijde van de
tankklep staat de voorgeschreven soort
brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter is het raadzaam minimaal 7
liter
brandstof te tanken.
Zolang de brandstoftankdop niet is
vastgedraaid, kan de sleutel niet uit de
dop worden verwijderd.
bi
j het openen van de brandstoftankdop
kan een aanzuiggeluid van lucht hoorbaar
zijn. Dit is normaal en komt doordat de
afdichting van het brandstofcircuit een
onderdruk veroorzaakt.
Veilig tanken:
F
z
et altijd de motor af,
F
o
pen de brandstoftankklep,
F
s
teek de sleutel in de dop en draai de
sleutel linksom, F
v er wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep,
F
u k
unt de auto aftanken, maar laat het
vulpistool nooit meer dan 3
keer
afslaan . Indien dit wel gebeurt, kunnen er
storingen optreden.
na h
et tanken:
F
b
reng de dop aan,
F
d
raai de sleutel naar rechts en ver wijder
deze vervolgens uit de dop,
F
s
luit de brandstoftankklep.
Als dit controlelampje gaat branden,
is het minimale niveau in de
brandstoftank bereikt.
o
p
het moment
dat het lampje gaat branden, bevindt zich nog
ongeveer 5
liter brandstof
in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
ra
adpleeg indien u strandt met een lege tank
(Diesel) het hoofdstuk "Controles-
niv
eaus".
ta
nk nooit als de motor door het Stop
& Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de
sleutel.
Page 199 of 384

197
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
In het geval van een tijdelijke storing
stopt de waarschuwing zodra de
uitlaatgasemissiewaarden weer aan de
normen voldoen.
er w
ordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100
km is gereden
nadat de storing in het SC
r-
systeem
is gesignaleerd. Laat het systeem
zo snel mogelijk controleren door
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als een storing wordt gesignaleerd
Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen
1100 km en 0 km)
Zodra het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes ure
A
, S
e
r
V
IC
e
en
zelfdiagnose motor branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling" om een storing in de
emissieregeling te signaleren. Als een storing in het SC
r-
systeem is
bevestigd (nadat 50 km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan zodra het contact wordt
aangezet de verklikkerlampjes S
e
r
V
IC
e
en
zelfdiagnose motor branden en knippert het
verklikkerlampje ure
A i
n combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
"Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd
binnen 300
km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog met de resterende
hoeveelheid additief kunt rijden.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SC
r-
systeem niet is verholpen.
neem zo snel mogelijk contact op met het CItroËn-
n etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
Praktische informatie
Page 233 of 384

231
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
AccuProcedure voor het opladen van de accu en het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.De accu bevindt zich in de motorruimte.
to
egang tot de accu:
F
o
pen de motorkap met de hendel in het
interieur en deblokkeer vervolgens de
veiligheidshaak via de buitenzijde,
F
b
evestig de motorkapsteun,
F
b
eweeg de kunststof afdekkap van de (+)
pool omhoog.
Toegang tot de accuna het monteren van de accu door
het CIt roËn- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het
even voordat het Stop & Start-systeem
weer zal werken, hoe lang dit duurt
is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8
uur duren).
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door een dealer van
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.
Praktische informatie
Page 249 of 384

247
DS3_nl_Chap11_verifications_ed01-2014
MotorkapDe motorkap biedt toegang tot de motorruimte, zodat u de verschillende niveaus kunt controleren.
Openen
F open het linker voorportier.
F trek de hendel A aan de onderzijde van
het portierkader naar u toe. F
D uw de veiligheidshaak B naar links en til
de motorkap op.
Schakel het Stop&Start-systeem
altijd uit als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren, om letsel
door het automatisch activeren van de
S
tAr
t
-
stand te voorkomen.
De plaats van de ontgrendelingshendel
in het interieur zorgt ervoor dat de
motorkap niet geopend kan worden als
het linker voorportier is gesloten.
Onderhoud
Page 257 of 384

255
DS3_nl_Chap11_verifications_ed01-2014
Controles
12V-accuLuchtfilter en interieurfilter
OliefilterRoetfilter (diesel)
raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto
v oor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De accu is onderhoudsvrij.
ni
ettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter. Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het garantie- en
onderhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
ra
adpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als het roetfilter vervuild is, wordt u
hierop geattendeerd door het tijdelijk
branden van dit lampje in combinatie met een
melding op het multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de
paragraaf "
ni
veau brandstofadditief".
bi
j een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
ra
adpleeg voordat u de accukabels losneemt
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
ee
n verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Onderhoud
Page 262 of 384

DS3_nl_Chap12_caracteristiques_ed01-2014
BenzinemotorenVTi 82e-VTi 82 V Ti 120
Versnellingsbakken Handgeschakeld
(5
versnellingen)
el
ektronisch gestuurd(5
versnellingen)Handgeschakeld
(5
versnellingen)Automatisch
(4
versnellingen)
Type Variant Uitvoering:
SA... HMZ0
HMZ0/PS 5FS05FS9
Cilinderinhoud (cm
3) 11 9 911 9 9 159 8
bo
ring x slag (mm) 75
x 90,575
x 90,577
x 85,8
Max.vermogen:
e
Ce-
norm (kW)* 6059 88
to
erental bij max.vermogen (t/min) 57505750 6000
Max.koppel:
e
Ce-
norm (
nm
) 118117 160
to
erental bij max.koppel (t/min) 27502750 4250
br
andstof LoodvrijLoodvrij Loodvrij
k
atalysator
j
a
j
a
j
a
Inhoud carter (in liter) van de motor
(met vervangen filter) 3,25
3,25 4,254,25
*
H
et maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de e
u
ropese
regelgeving (richtlijn 1999/99/C
e)
.
benzinemotoren
.../S: uitvoering e-Vti m et Stop & Start.