stop start CITROEN DS3 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2015Pages: 384, PDF Size: 12.29 MB
Page 10 of 384

DS3_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
buitenzijde
Stickerset voor
persoonlijke styling
Deze bestickering maakt deel
uit van een divers gamma aan
leverbare stickersets voor de
buitenkant, waarmee u uw
auto kunt ver fraaien en een
persoonlijk tintje kunt geven.
Follow me home-verlichting
na het afzetten van het contact blijven de koplampen nog enkele seconden
branden om het uitstappen in het donker te vergemakkelijken.
Active City Brake
Dit systeem is bedoeld om een kop-staartbotsing te
voorkomen of, wanneer dit niet mogelijk is, de snelheid
te verlagen waarmee de voorligger wordt geraakt. Het
grijpt in als de bestuurder niet of onvoldoende reageert.
2 41
13 5 157
Stop & Start-systeem
Dit systeem zet de motor tijdelijk af
(St
oP -stand) als de auto stilstaat
(bij rood licht, opstoppingen enz.). De
motor wordt automatisch weer gestart
(S
tAr
t
-
stand) als u weer weg wilt
rijden. Het Stop & Start-systeem zorgt
voor een lager brandstofverbruik,
minder uitstoot van schadelijke stoffen
en een lager geluidsniveau in het
interieur tijdens het wachten.
118
Page 13 of 384

11
DS3_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Cockpit
1. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
2. koplampverstelling.
3.
H
endel stuurwielverstelling.
4.
S
chakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
5.
I
nstrumentenpaneel.
6.
A
irbag bestuurder.
Claxon.
7.
Versnellingspook.
8.
1
2V-aansluiting.
uSb-
/
ja
ck-aansluitingen.
9.
S
chakelaar stoelverwarming.
10.
H
endel motorkapontgrendeling.
11.
S
chakelaars buitenspiegels.
S
chakelaars ruitbediening.
12.
Zekeringkast.
13.
S
chakelaar Stop & Start-systeem.
S
chakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma (
eS
P/AS
r)
.
14.
Z
ijruitontwaseming.
15.
L
uidspreker (tweeter).
16.
Voorruitontwaseming.
Overzicht
Page 26 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
De sleutel staat in de tweede stand
(contact) van het contactslot. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot het
lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
ra
adpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handrem.
Stop & Star t permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de St
oP -stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De S
t
o
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
S
t
Ar
t
-
stand gezet.
ra
adpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de S
t
o
P
- en S
tAr
t
-
stand de
rubriek "Stop & Start".
Page 44 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
boordcomputer
Monochroom display A
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende informatie van de
boordcomputer weer te geven. De boordcomputer kan de volgende informatie
weergeven:
-
actieradius,
-
m
omenteel brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-systeem,
- af gelegde afstand,
-
g
emiddeld brandstofverbruik,-
g
emiddelde snelheid.
F
D
ruk nogmaals op de toets om terug te
keren naar de oorspronkelijke weergave.
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Op 0 stellen
F Druk langer dan 2
seconden op de toets
om de afgelegde afstand, het gemiddelde
brandstofverbruik en de gemiddelde
snelheid op 0
te zetten.
Page 45 of 384

43
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Monochroom display C
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven: -
D
e momentele informatie:
● actieradius,
● momenteel
br
andstofverbruik,
● nog af te leggen afstand
o
f de teller van het Stop &
Start-systeem.
-
H
et traject "1"
:
● afgelegde afstand,
● gemiddeld
br
andstofverbruik,
● gemiddelde snelheid
v
oor het eerste traject.
-
H
et traject "2"
:
● afgelegde afstand,
● gemiddeld
br
andstofverbruik,
● gemiddelde snelheid
v
oor het tweede traject.
F D ruk nogmaals op de toets om terug te
keren naar het vorige scherm.
Kleurendisplay 16 x 9 (eMyWay)
Traject op nul zetten
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan
2
seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
tra
ject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Controle tijdens het rijden
Page 46 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Enkele definities...
Actieradius
(km of miles)
Momenteel
verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
n
a h
et
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Nog af te leggen
afstand
(km of mijlen)
De actieradius geeft aan hoeveel kilometer u
nog met de resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden, berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde
kilometers.
Dit is het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste seconden.
Dit is de nog af te leggen afstand tot de
eindbestemming. Deze afstand kan door de
gebruiker worden ingevoerd.
Als de afstand niet wordt ingevoerd,
verschijnen er streepjes in plaats van cijfers.
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de
S
t
o
P
-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt berekend sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer (contact aan).
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
D
it is het gemiddelde verbruik sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer. Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Page 65 of 384

63
DS3_nl_Chap03_ouvertures_ed01-2014
Starten van de motor
F Steek de sleutel in het contactslot. Het systeem herkent de code van de
startblokkering.
F
D
raai de sleutel van u af in de stand
3
(Star ten) .
F
L
aat zodra de motor draait de sleutel los. F
Z et de auto stil.
F D raai de sleutel linksom in de stand
1
(Stop).
F
V
er wijder de sleutel uit het contactslot.
Afzetten van de motor
bevestig geen zware objecten aan de
sleutel waardoor deze - als hij in het
contact steekt - naar beneden wordt
getrokken, waardoor storingen kunnen
ontstaan.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend ter wijl de sleutel nog in het
contact zit, klinkt er een geluidssignaal.
Toegang tot de auto
Page 89 of 384

87
DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
De ver warming/ventilatie en airconditioning werken als de motor draait en bij auto’s met Stop & Start ook als de StoP -functie is geactiveerd.
1. Temperatuurregeling
F Draai de knop van blauw
(koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in te
stellen.
2. Luchtopbrengstregeling
F Draai de knop in één van de
vijf standen om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen.
F
W
anneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de stand
0
staat (uitschakeling van het
systeem), wordt het thermische
comfort niet meer geregeld.
e
r b
lijft
door de rijwind echter nog wel een
kleine luchtstroom gehandhaafd.
3. Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
be
enruimte.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters. De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in
een middenstand te zetten.
4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
Paneel met handmatige bediening
F
Sc
huif de bedieningsknop
naar links om de lucht in het
interieur te laten recirculeren.
F
Sc
huif de bedieningsknop
naar rechts om de toevoer
van buitenlucht weer in te
schakelen.
Comfort
Page 91 of 384

89
DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
ontwasemen - on tdooien voorruit en zijruiten
Met verwarmings-/
ventilatiesysteem
F Zet de knoppen van de luchttemperatuur
en de aanjagersnelheid in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven
stand.
F
Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand “
to
evoer van buitenlucht”
(
knop naar rechts geschoven (handmatige
bediening) of controlelampje gedoofd
(elektrische bediening)).
F
Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand “Voorruit”. Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen
of te ontdooien.
Met handbediende
airconditioning
F Zet de knoppen van de luchttemperatuur
en de aanjagersnelheid in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven
stand.
F
Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand “
to
evoer van buitenlucht”
(
knop naar rechts geschoven (handmatige
bediening) of controlelampje gedoofd
(elektrische bediening)).
F
Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand “Voorruit”.
F
S
chakel de airconditioning in door de toets
“A / C ” in te drukken; het desbetreffende
groene controlelampje gaat branden. Als bij auto’s met Stop & Start de
ontwaseming, de airconditioning en
de aanjager zijn ingeschakeld, is de
St
oP -stand niet beschikbaar.
Comfort
Page 92 of 384

DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
Automatische airconditioningDe airconditioning werkt bij draaiende motor en, bij auto’s met een Stop & Start-systeem, ook in de StoP -stand.
Automatische werking
1. Automatisch programma
Comfort
Druk op de toets “AU TO ” .
Het symbool “AU TO ” wordt
weergegeven.
Het is raadzaam deze stand te gebruiken:
het systeem regelt de temperatuur, de
luchtopbrengst, de luchtverdeling naar
de luchtroosters en de luchtrecirculatie
automatisch en optimaal aan de hand van de
door u ingestelde waarde.
Het systeem kan tijdens alle seizoenen effectief
gebruikt worden, mits de ruiten zijn gesloten. Met het oog op uw comfort worden
de instellingen van de airconditioning
de volgende keer dat de auto wordt
gestart, gehandhaafd.
om b
ij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
ventilatie geleidelijk op het optimale
niveau gebracht.
2. Temperatuurregeling
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de werkelijke temperatuur in graden
Celsius of Fahrenheit. Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
Druk op de toetsen " 5" en " 6" om
deze waarde te wijzigen. Instelling
op ongeveer 21
biedt een optimaal
comfort. Desgewenst kunt u een
andere waarde instellen, waarbij
het raadzaam is deze niet lager dan
18
en niet hoger dan 24 in te stellen.
3. Automatisch programma Zicht
In sommige gevallen kan het
automatisch programma Comfort niet
toereikend blijken om de voorruit en
zijruiten snel condens- en ijsvrij te
maken (vocht, veel inzittenden, vorst...).
ki
es dan het automatisch programma Zicht.
Het controlelampje in de toets 3
gaat branden.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning en de luchtopbrengst en zorgt
voor een optimale luchttoevoer naar de voorruit
en zijruiten. De luchtrecirculatie 5
wordt door
het systeem automatisch uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets 3
of op “AU TO ”
om
dit programma af te sluiten. Het controlelampje
in de toets gaat uit en het symbool “AU TO ”
wordt weergegeven.
bi
j auto’s met een Stop & Start-
systeem geldt dat zolang de
voorruitontwaseming in werking is, de
S
t
o
P
-functie niet beschikbaar is.