sensor CITROEN DS3 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2016Pages: 410, PDF Size: 17.09 MB
Page 155 of 410

153
DS3_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Active City Brake
Active City Brake is een rijhulpfunctie die
beoogt een frontale aanrijding te voorkomen
of de snelheid van een frontale aanrijding te
verminderen wanneer de bestuurder niet of
onvoldoende ingrijpt (onvoldoende intrappen
van het rempedaal).
Dit systeem is ontwikkeld om de veiligheid te
verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het verkeer in
de gaten blijven houden en de afstand tot
en de snelheid van andere weggebruikers
blijven inschatten.
Active City Brake is slechts een hulpsysteem;
de bestuurder moet altijd attent blijven.
Bekijk de lasersensor nooit met een
optisch instrument (vergrootglas,
microscoop enz.) op een afstand van
minder dan 10 cm: kans op oogletsel.
Dit automatische noodremsysteem remt later
af dan de bestuurder normaal gesproken zou
doen. Het systeem grijpt dus alleen in als de
kans op een aanrijding groot is.
Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een lasersensor
boven aan de voorruit voertuigen die in
dezelfde richting rijden of die vóór de auto
stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto automatisch
af om een aanrijding met de voorligger te
voorkomen.
Voorwaarden voor activering
Active City Brake werkt als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
● het contact is aangezet,
● de
auto rijdt vooruit,
● de
snelheid ligt tussen ongeveer 5 en
30 km/h,
● de
remhulpsystemen (ABS, EBD, BAS)
zijn niet defect,
● de
stabiliteitscontrolesystemen (ASR, ESP)
z
ijn niet uitgeschakeld of defect,
● de
auto maakt geen scherpe bocht,
● het
systeem is de laatste 10 seconden niet
i
n werking getreden.
Veiligheid
Page 158 of 410

Storingen
Als de voorruit ter hoogte van de
sensor beschadigd is, schakel het
systeem dan uit en neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de
voorruit te laten vervangen.
Ver wijder de sensor niet, stel de sensor niet af en test de
sensor niet.
Werkzaamheden aan de sensor mogen alleen door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Bij het trekken van een aanhanger of
als uw auto wordt gesleept, moet het
systeem worden uitgeschakeld.
Plak of bevestig geen voor werpen op
de voorruit vóór de sensor.
Storing van de sensor
De werking van de lasersensor kan worden
gehinderd door vuil op de voorruit of door het
beslaan van de voorruit. In dat geval wordt een
melding weergegeven om u te waarschuwen.
Schakel de voorruitontwaseming in en reinig de
voorruit ter hoogte van de sensor regelmatig.
Storing van het systeem
Bij een storing van het systeem wordt u
door een geluidssignaal en de weergave
van de melding "
Storing automatisch
noodremsysteem " gewaarschuwd.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onder zeer slechte
weersomstandigheden (zware
regenval, sneeuw, mist, hagel enz.)
neemt de remweg toe waardoor het
systeem minder efficiënt een aanrijding
kan voorkomen.
De bestuurder moet dus altijd bijzonder
oplettend blijven.
Laat nooit sneeuw op de motorkap liggen,
voor werpen boven de motorkap uitkomen
of voor werpen op het dak naar voren
uitsteken: ze zouden in het gezichtsveld
van de sensor kunnen komen en de
detectie van voertuigen kunnen hinderen.
Page 162 of 410

Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij ernstige
aanrijdingen te verbeteren. De airbags
vormen een aanvulling op de werking van
de veiligheidsgordels met spanbegrenzers
(behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren
de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
-
b
ij een ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af om de inzittenden van de
auto (uitgezonderd de middelste passagier
achter) te helpen beschermen. Direct
na de aanrijding ontsnapt het gas snel
uit de airbags, zodat het zicht niet wordt
belemmerd en de inzittenden de auto
eventueel kunnen verlaten,
-
b
ij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels helpen u in deze
situaties voldoende te beschermen. De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een
volgend ongeval), worden de airbags
niet meer opgeblazen.
Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp
actzone opzij.
Het activeren van (een van) de airbags
gaat gepaard met wat rook en een
knal, als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor personen die hier gevoelig voor
zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
De airbags werken alleen als het
contact aan is.
Page 220 of 410

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F8 20 AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F9 30 A12V-aansluiting, voeding steun portable navigatiesysteem.
F10 15 AStuurkolomschakelaars.
F11 15 AContactslot, diagnose-aansluiting, elektronische eenheid
automatische transmissie.
F12 15 ARegen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5 AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15 AElektronische eenheid parkeerhulp, Elektronische eenheid
airbags, instrumentenpaneel, automatische airconditioning,
USB Box, hifi-versterker.
F15 30 AVergrendeling.
F16 -Niet gebruikt.
F17 40 AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.
Page 223 of 410

221
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F12 30 ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F13 40 AVoeding BSI
(+ na contact).
F14 30 AVoeding Valvetronic (VTi)
F15 10 AGrootlicht rechts.
F16 10 AGrootlicht links.
F17 15 ADimlicht links.
F18 15 ADimlicht rechts.
F19 15 ALambdasondes en elektrokleppen (VTi), elektrokleppen
(diesel), EGR-elektroklep (diesel).
F20 10 APompen, gestuurde thermostaat (VTi), elektroklep
nokkenas (THP), sensor water in brandstof (diesel).
F21 5 AVoeding bediening koelventilator, ABS / ESP,
turbopomp (THP).
Praktische informatie