stop start CITROEN DS3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2017Pages: 521, PDF Size: 14.31 MB
Page 10 of 521

DS3_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
Buitenzijde
Stickerset voor
persoonlijke styling
Deze bestickering maakt deel
uit van een divers gamma aan
leverbare stickersets voor de
buitenkant, waarmee u uw
auto kunt ver fraaien en een
persoonlijk tintje kunt geven.
Follow me home-verlichting
Na het afzetten van het contact blijven de koplampen nog enkele seconden
branden om het uitstappen in het donker te vergemakkelijken.
Active City Brake
Dit systeem is bedoeld om een kop-
staartbotsing te voorkomen of, wanneer dit niet
mogelijk is, de snelheid te verlagen waarmee
de voorligger wordt geraakt. Het grijpt in als de
bestuurder niet of onvoldoende reageert.238
137 157
Stop & Start-systeem
Dit systeem zet de motor tijdelijk af
(STOP-stand) als de auto stilstaat
(bij rood licht, opstoppingen enz.).
De motor wordt automatisch weer
gestart (START-stand) als u weer
weg wilt rijden. Het Stop & Start-
systeem zorgt voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot
van schadelijke stoffen en een lager
geluidsniveau in het interieur tijdens
het wachten.
120
Page 13 of 521

11
DS3_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
Cockpit
1. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
2. Koplampverstelling.
3.
H
endel stuurwielverstelling.
4.
S
chakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
5.
Instrumentenpaneel.
6.
A
irbag bestuurder.
Claxon.
7.
V
ersnellingspook.
8.
1
2V-aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.
9.
S
chakelaar stoelverwarming.
10.
H
endel motorkapontgrendeling.
11.
S
chakelaars buitenspiegels.
S
chakelaars ruitbediening.
12 .
Zekeringkast.
13.
S
chakelaar Stop & Start-systeem.
S
chakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP/ASR).
14 .
Zijruitontwaseming.
15.
L
uidspreker (tweeter).
16.
V
oorruitontwaseming.
Overzicht
Page 26 of 521

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
De sleutel staat in de tweede stand
(contact) van het contactslot. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot het
lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handrem.
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Page 30 of 521

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Remsysteempermanent, in
combinatie met het
STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te laag.
Stop onmiddellijk op een veilige plek.
Vul het niveau bij met remvloeistof voorzien van een
artikelnummer van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of door
eengekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS en het STOP-lampje.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (EBD). Stop onmiddellijk op een veilige plek.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)knippert.
Het systeem is bezig in te grijpen. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit.
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje van
de uitschakeltoets, een
geluidssignaal en een
melding. Storing in het ESP-/ASR-systeem of
de Hill Start Assist.
Laat dit nakijken door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 56 of 521

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Boordcomputer
Monochroom display A
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende informatie van de
boordcomputer weer te geven. De boordcomputer kan de volgende informatie
weergeven:
-
actieradius,
-
hui
dig brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-systeem,
- af gelegde afstand,
-
g
emiddeld brandstofverbruik,-
g
emiddelde snelheid.
F
D
ruk nogmaals op de toets om terug te
keren naar de oorspronkelijke weergave.
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Op 0 stellen
F Druk langer dan 2
seconden op de toets
om de afgelegde afstand, het gemiddelde
brandstofverbruik en de gemiddelde
snelheid op 0
te zetten.
Page 57 of 521

55
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Monochroom display C
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven: -
D
e momentele informatie:
●
ac
tieradius,
●
m
omenteel
brandstofverbruik,
●
n
og af te leggen afstand of
de teller van het
Stop & Start-systeem.
-
H
et traject "1"
:
●
a
fgelegde afstand,
●
ge
middeld
brandstofverbruik,
● g emiddelde snelheid v
oor het eerste traject.
-
H
et traject "2":
●
a
fgelegde afstand,
●
ge
middeld
brandstofverbruik,
●
g
emiddelde snelheid
v
oor het tweede traject.
F
D
ruk nogmaals op de toets om terug te
keren naar het vorige scherm.
Traject op nul zetten
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan
2
seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Controle tijdens het rijden
Page 58 of 521

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Touchscreen
Weergave van de informatie
F Druk op de toets MENU en selecteer
vervolgens " Rijden " om de verschillende
functies weer te geven.
F
S
electeer de gewenste functie met uw
vinger. -
"
Actueel " met:
●
ac
tieradius,
●
a
ctueel brandstofverbruik,
●
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
- "
Traject 1 " met:
●
a
fgelegde afstand,
●
g
emiddeld brandstofverbruik,
●
g
emiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
- " Traject 2
" met:
●
a
fgelegde afstand,
●
g
emiddeld brandstofverbruik,
●
g
emiddelde snelheid,
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk op de toets voor het resetten zodra het gewenste traject wordt weergegeven.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Page 59 of 521

57
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of
uren/minuten)
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Nog af te leggen
afstand
(km of mijlen)
Aantal kilometers dat u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden (berekend
op basis van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Berekend over de laatste verstreken seconden.
Dit is de nog af te leggen afstand tot de
eindbestemming. Deze afstand kan door de
gebruiker worden ingevoerd.
Als de afstand niet wordt ingevoerd,
verschijnen er streepjes in plaats van cijfers.
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de
STOP-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste
nulstelling van de trajectgegevens. Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Boordcomputer
Controle tijdens het rijden
Page 86 of 521

DS3_nl_Chap03_confort_ed02-2015
De ver warming/ventilatie en airconditioning werken als de motor draait en bij auto’s met Stop & Start ook als de STOP-functie is geactiveerd.
1. Temperatuurregeling
F Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in te
stellen.
2. Luchtopbrengstregeling
F Draai de knop in één van de
vijf standen om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen.
F
W
anneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de
stand
0 staat (uitschakeling van
het systeem), wordt het thermische
comfort niet meer geregeld. Er blijft
door de rijwind echter nog wel een
kleine luchtstroom gehandhaafd.
3. Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in
een middenstand te zetten.
4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
Paneel met handmatige bediening
F
Sc
huif de bedieningsknop
naar links om de lucht in het
interieur te laten recirculeren.
F
Sc
huif de bedieningsknop
naar rechts om de toevoer
van buitenlucht weer in te
schakelen.
Page 88 of 521

DS3_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Automatische airconditioningDe airconditioning werkt bij draaiende motor en, bij auto’s met een Stop & Start-systeem, ook in de STOP-stand.
Automatische werking
1. Automatisch programma Comfort
Druk op de toets "AUTO" . Het symbool
"AUTO" wordt weergegeven. Met het oog op uw comfort worden
de instellingen van de airconditioning
de volgende keer dat de auto wordt
gestart, gehandhaafd.
Om bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
ventilatie geleidelijk op het optimale
niveau gebracht.
2. Temperatuurregeling
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en niet op de
werkelijke temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
Druk op de toetsen " 5" en " 6" om
deze waarde te wijzigen. Instelling
op ongeveer 21
biedt een optimaal
comfort. Desgewenst kunt u een
andere waarde instellen, waarbij
het raadzaam is deze niet lager dan
18
en niet hoger dan 24
in te stellen.
3. Automatisch programma Zicht
In sommige gevallen kan het
automatisch programma Comfort
niet toereikend blijken om de voorruit
en zijruiten snel condens- en ijsvrij
te maken (vocht, veel inzittenden,
vorst...).
Bij auto’s met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de voorruitontwaseming in werking
is, de STOP-functie niet beschikbaar is.
Kies dan het automatisch programma Zicht.
Het controlelampje in de toets 3 gaat branden.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning en de luchtopbrengst en zorgt
voor een optimale luchttoevoer naar de voorruit
en zijruiten. De luchtrecirculatie 5
wordt door
het systeem automatisch uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets 3
of op "AUTO"
om
dit programma af te sluiten. Het controlelampje
in de toets gaat uit en het symbool "AUTO"
wordt weergegeven.
Het is raadzaam deze stand te gebruiken:
het systeem regelt de temperatuur, de
luchtopbrengst, de luchtverdeling naar
de luchtroosters en de luchtrecirculatie
automatisch en optimaal aan de hand van de
door u ingestelde waarde.
Het systeem kan tijdens alle seizoenen effectief
gebruikt worden, mits de ruiten zijn gesloten.