display CITROEN DS3 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2018Pages: 248, PDF Size: 8.86 MB
Page 29 of 248

27
Resetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator worden gereset.
Procedure voor het resetten:
F
Z
et het contact uit.
F
D
ruk op de resetknop van de dagteller en houd
deze ingedrukt.
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen.
F
L
aat de knop los als het display "=0" aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Als u
na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht
minimaal vijf minuten. Het resetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet worden
opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de resetknop van de dagteller. De
onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven en verdwijnt vervolgens weer.
Motorolieniveaumeter
Olieniveau correct
Te laag olieniveau
(afhankelijk van de uitvoering) Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Als de aanduiding "OIL" knippert in combinatie
met het lampje Ser vice, een geluidssignaal en een
melding, is het motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt
dat het olieniveau inderdaad te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus .
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst de
onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens
gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
01
Instrumentenpaneel
Page 32 of 248

30
Starten geblokkeerdU hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Neem verplicht contact op met het dealernetwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de motor weer
te kunnen starten.
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden gedurende
30 seconden weergegeven bij het afzetten van het
contact, bij het openen van het bestuurdersportier
en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de
auto. Voor reizen in het buitenland kan de eenheid
van afstand worden aangepast: de snelheid
moet namelijk worden weergegeven in de
officiële eenheid van het land (km of mijl).
De eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van het
display.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de
auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers weer
sinds de bestuurder de teller op 0
heeft gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje UREA
in combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd".
Dimmer
dashboardverlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
d ashboardverlichting handmatig aanpassen aan het
licht van de omgeving.
01
Instrumentenpaneel
Page 33 of 248

31
Actief
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld:
F Druk op de knop om de lichtsterkte van de
dashboardverlichting te wijzigen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Inactief
De lichtsterkte kan niet worden aangepast als de
verlichting van de auto is uitgeschakeld of, bij auto's
met dagrijverlichting, in de dagstand staat.
Black panel
(comfortfunctie voor
nachtelijke ritten)
Met deze functie kunt u tijdens ritten in het donker
b epaalde delen van de dashboardverlichting
uitschakelen zodat uw ogen minder snel vermoeid
raken.
Activeren
F Druk als de verlichting brandt meerdere keren op de linkerknop van het instrumentenpaneel
om de lichtsterkte van de dashboardverlichting
geleidelijk te verminderen.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de lichtsterkte
tot het minimumniveau te beperken en de
sfeerverlichting uit te schakelen.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de
blackpanelfunctie in te schakelen.
Op het instrumentenpaneel blijft de belangrijkste
rijinformatie, zoals de wagensnelheid, de
waarschuwings- en verklikkerlampjes en de
gegevens van de snelheidsregelaar/-begrenzer,
weergegeven worden.
Monochroom display A
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie weergeven:
-
d e tijd, -
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur knippert
bij kans op gladheid),
-
d
e status van de te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep enz.),
-
d
e informatie over de audiobron (radio, CD enz.)
waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de boordcomputer,
-
d
e waarschuwingsmeldingen en andere
meldingen,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
voorzieningen van de auto.
Toetsen
Druk op het bedieningspaneel van het
audiosysteem op:
F
d
e toets " MENU" om het hoofdmenu weer te
geven,
F
d
e toets " 5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets MODE om de permanent weergegeven
informatie te wijzigen (datum, audiobron enz.),
de
01
Instrumentenpaneel
Page 34 of 248

32
Hoofdmenu
F Druk op de toets "MENU" om het hoofdmenu
weer te geven en ver volgens op de toets " 5" of
" 6 " om door de verschillende menu's te scrollen:
-
R
adio - CD,
-
C
onfiguratie van de auto,
-
O
pties,
-
I
nstellingen display,
-
Ta
a l ,
-
E
enheden.
F
D
ruk op de toets " OK" om het gewenste menu te
selecteren.
Radio-CD
Als het audiosysteem is ingeschakeld en het menu
"Radio- CD" is geselecteerd, kunnen de functies
van de radio (RDS, REG -modus) en de CD-speler
(introscan, willekeurig afspelen, herhalen van CD)
worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Configuratie van de autoF de toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling af
te breken. Als het menu "Config. auto" is geselecteerd,
kunnen de volgende functies worden geactiveerd of
gedeactiveerd:
-
i
nschakelen ruitenwisser achter bij inschakelen
van de achteruitversnelling,
-
fo
llow me home-verlichting,
-
parkeerhulp.
Via dit menu kunt u
ook het
bandenspanningscontrolesysteem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Opties
Als het menu "Opties" is geselecteerd, kan de status
van de verschillende functies worden weergegeven
(geactiveerd, gedeactiveerd, storing).
Instellingen display
F Selecteer een parameter en druk op de toets "7 " of " 8" om de waarde er van te wijzigen.
F
D
ruk op de toets " 5" of " 6" om de vorige of
volgende parameter te selecteren.
F
D
ruk op de toets OK om de gewijzigde waarde
op te slaan en terug te keren naar de normale
weergave of druk op de toets Te r u g om de
uitgevoerde handeling af te breken.
Ta a l
Als het menu "Talen" is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display worden gewijzigd
door een keuze te maken uit de lijst van beschikbare
talen.
Eenheden
Als het menu "Eenheden" is geselecteerd, kunnen
de eenheden van de volgende parameters worden
gewijzigd:
-
t
emperatuur (°C of °F),
-
b
randstofverbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Als het menu "Instellingen display" is geselecteerd,
kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd:
-
j a a r,
-
maand,
-
dag,
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12
of 24
uur. Wanneer het brandstofverbruik in mpg
wordt weergegeven, wordt de op het display
getoonde informatie met betrekking tot de
snelheid en de afstand in respectievelijk mph
en mijlen weergegeven.
01
Instrumentenpaneel
Page 35 of 248

33
Uit veiligheidsoverwegingen mag de
bestuurder de instellingen van het
multifunctionele display uitsluitend bij
stilstaande auto veranderen.
Monochroom display C
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie weergeven:
- d e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur knippert
bij kans op gladheid),
-
d
e status van de te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep enz.),
-
d
e audiofuncties (radio, CD, USB-/Jack-
aansluiting enz.),
-
d
e informatie van de boordcomputer,
-
d
e waarschuwingsmeldingen en andere
meldingen,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
voorzieningen van de auto.
Toetsen Hoofdmenu
Menu "Audiofuncties "
Als het audiosysteem is ingeschakeld
en dit menu is geselecteerd, kunnen
de functies van de radio (RDS, REG,
RadioText), de CD-speler (introscan,
willekeurig afspelen, herhalen van
CD) of de MP3 -speler (USB-/Jack-
aansluiting) worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
Menu "Boordcomputer "
Via dit menu kunt u
informatie met
betrekking tot de auto raadplegen
(logboek waarschuwingen, status van
verschillende systemen enz.).
Druk op het bedieningspaneel van het
audiosysteem op:
F
d
e toets "
MENU" om het hoofdmenu weer te
geven,
F
d
e toets "
5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F d
e toets MODE om de permanent weergegeven
informatie te wijzigen (boordcomputer,
audiobron enz.),
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling af
te breken. F
D
ruk op de toets "
MENU" om het hoofdmenu te
openen:
-
a
udiofuncties,
-
b
oordcomputer,
-
pe
rsoonlijke instellingen – configuratie,
-
t
elefoon (handsfree set).
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" om het gewenste
menu te selecteren en bevestig door op de toets
" OK " te drukken.
01
Instrumentenpaneel
Page 36 of 248

34
Logboek waarschuwingen
Deze functie geeft een overzicht van de
actieve waarschuwingsmeldingen door ze
achtereenvolgend op het multifunctionele display
weer te geven.
Status van functies
Geeft aan welke functies van de auto actief of
inactief zijn.
Invoeren van de afstand tot de
bestemming
Hiermee kunt u een door u geschatte afstand tot de
p laats van bestemming invoeren.
Menu "Persoonlijke instellingen –
configuratie "
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de volgende
functies worden geselecteerd:
-
par
ameters van de auto instellen,
-
c
onfiguratie display,
-
taalkeuze.
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende voorzieningen
van de auto geactiveerd of gedeactiveerd worden:
-
i
nschakelen ruitenwisser achter bij inschakelen
van de achteruitversnelling,
-
f
ollow me home-verlichting en duur,
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de volgende
instellingen worden geselecteerd:
-
r
egelen van de lichtsterkte van de weergave,
-
i
nstellen datum en tijd,
-
k
iezen van de eenheden.
Taalkeuze
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal van de
weergave van het display worden geselecteerd uit
een lijst van talen. Uit veiligheidsoverwegingen mag de
bestuurder de instellingen van het
multifunctionele display uitsluitend bij
stilstaande auto veranderen.
Wanneer het brandstofverbruik in mpg
wordt weergegeven, wordt de op het display
getoonde informatie met betrekking tot de
snelheid en de afstand in respectievelijk mph
en mijlen weergegeven.
-
parkeerhulp.
-
a
utomatisch noodremsysteem.
Via dit menu kunt u ook het
bandenspanningscontrolesysteem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Menu "Telefoon "
Als het audiosysteem is ingeschakeld
en dit menu is geselecteerd, kunt
u
een Bluetooth-apparaat verbinden
(paren) of loskoppelen, de verschillende
telefoonindexen (gesprekkenlijst,
diensten enz.) raadplegen en uw
telefoongesprekken beheren (gesprek
aannemen, gesprek beëindigen, duo-
gesprek, privacy-modus enz.).
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
- t oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
-
t
oegang tot de configuratiemenu's van het
audiosysteem en de weergave,
-
b
ediening van het audiosysteem, de telefoon en
weergave van de bijbehorende informatie,
-
w
eergave van de waarschuwingsmeldingen,
-
w
eergave van de buitentemperatuur (er wordt
een blauwe sneeuwvlok weergegeven bij kans
op bevriezing/ijzel),
-
w
eergave van de informatie van de
boordcomputer.
01
Instrumentenpaneel
Page 40 of 248

38
Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over het
rijden (actieradius, brandstofverbruik…).
Monochroom display A
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de
verschillende functies van de boordcomputer
weer te geven.
De boordcomputer kan de volgende informatie
weergeven:
-
d
e actieradius, -
h
et actuele brandstofverbruik,
-
d
e tijdteller van het Stop & Start-systeem,
-
d
e afgelegde afstand,
-
he
t gemiddelde verbruik,
-
de
gemiddelde snelheid.
F
D
ruk nogmaals op de toets om terug te keren
naar de oorspronkelijke weergave.
Resetten
F Druk langer dan 2 seconden op de toets
om de afgelegde afstand, het gemiddelde
brandstofverbruik en de gemiddelde snelheid op
0
te zetten.
Monochroom display C
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de
verschillende tabbladen van de boordcomputer
weer te geven.
01
Instrumentenpaneel
Page 42 of 248

40
Enkele definities
Actieradius
(k m)
De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een helling,
waardoor het actuele brandstofverbruik
aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
worden streepjes weergegeven. Na het tanken
van minimaal 5
liter brandstof wordt de actieradius
opnieuw berekend en weergegeven als deze meer
dan 100
km bedraagt.
Raadpleeg het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens
het rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(km/l of l/100 km)
B erekend over de laatste seconden. Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(km/l of l/100 km)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Nog af te leggen afstand
(k m)
Dit is de nog af te leggen afstand tot
de eindbestemming. Deze afstand kan
door de gebruiker worden ingevoerd.
Als de afstand niet wordt ingevoerd,
verschijnen er streepjes in plaats van
cijfers.
Teller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop
& Start-systeem, houdt een teller bij
hoelang de STOP-stand tijdens een rit
is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u
het
contact met de sleutel aanzet, weer op
nul gezet.
Datum en tijd instellen
Met monochroom display A
F Druk op de toets MENU .
F S electeer "Instellingen display" met de toets " 5"
of " 6".
F
D
ruk op " OK" om te bevestigen.
F
Sel
ecteer "Jaarinstellingen" met de toets " 5" of
" 6 ".
F
D
ruk op " OK" om te bevestigen.
F
S
tel de gewenste waarde in met de toets " 7" of
" 8 ".
F
D
ruk op " OK" om te bevestigen.
F
V
oer dezelfde procedure uit voor de instellingen
"Maand", "Dag", "Uren" en "Minuten".
01
Instrumentenpaneel
Page 43 of 248

41
Met monochroom display C
F Selecteer het menu "Configuratie display".
F Sel ecteer de functie Instellen datum en tijd
met de toets " 5" of " 6".
F
D
ruk op " OK" om te bevestigen.
F
S
tel de parameters één voor één in met de
toetsen " 7" en " 8" en bevestig ver volgens met
de toets " OK".
F
Sel
ecteer vervolgens de optie " OK" op het
display en bevestig.
Met touchscreen
F Selecteer " Instellingen".
F
D
ruk op de secundaire pagina op " Tijd/datum".F
Sel
ecteer "
Tijd instellen " of "Datum instellen ".Als u tijdens het instellen van de tijd de optie
" Satellietsynchronisatie " selecteert, worden
de minuten automatisch ingesteld op de via de
satelliet ontvangen tijd.
F
W
ijzig de instellingen met behulp van het
numerieke toetsenbord en bevestig uw keuze.
F D ruk op "Bevestigen" om de instellingen op te
slaan en het menu te verlaten.
01
Instrumentenpaneel
Page 46 of 248

44
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen.
F
D
ruk binnen 5 seconden nogmaals op het
gesloten hangslot om de supervergrendeling
van de auto in te schakelen.
Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier rechtsom om de auto volledig
te vergrendelen.
F
D
raai binnen 5
seconden de sleutel nogmaals
rechtsom om de super vergrendeling van de auto
in te schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden branden van
de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering
van de auto, de buitenspiegels ingeklapt.
Lokaliseren van de auto
F Druk op de knop met het gesloten hangslot om de eerder vergrendelde
auto te lokaliseren op een
parkeerplaats.
De plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele
seconden.
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met de
afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met de
sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het dealernetwerk als
de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
Batterijtype: CR1620/3 volt.
F
Z
et het contact af.
F
Z
et de sleutel in de stand 2
(Contact) .
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op de
knop met het gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit het
contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Vervangen van de batterij
Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, wordt u gewaarschuwd door
dit lampje op het dashboard, een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
F
K
lap de sleutel uit.
F
O
ntgrendel het verchroomde deel door op het
nokje A te drukken.
F
H
oud het nokje A ingedrukt en schuif het
verchroomde deel 45° uit.
F
W
ip het huis los door een muntstuk in de
opening te steken en dit ver volgens te draaien.
02
Toegang tot de auto