CITROEN DS3 CABRIO 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS3 CABRIO, Model: CITROEN DS3 CABRIO 2016Pages: 458, PDF Size: 20.28 MB
Page 211 of 458

209
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Lamp van richtingaanwijzer
vervangen
Wanneer het controlelampje van de
richtingaanwijzer (rechts of links) met
een hogere frequentie dan normaal
knippert, duidt dit op een defecte lamp
aan de desbetreffende zijde.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en verwijder het geheel.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren in de omgekeerde volgorde uit.
Lampen dimlicht vervangen
F Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te
kunnen verwijderen.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
De amberkleurige lampen, zoals die
van de richtingaanwijzers, moeten
worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en specificaties.
Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldig
de beschermkap om ervoor te zorgen
dat de lampunit goed wordt afgedicht.
Praktische informatie
Page 212 of 458

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Lampen grootlicht vervangen Lampen parkeerlicht vervangen
F Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te
kunnen verwijderen.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. F
T rek aan de borglip om de beschermkap te
verwijderen.
F
T
rek aan de lamphouder ter wijl u aan beide
kanten op de beide borglippen drukt.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
LED*-/xenonkoplampen
* LED: Light Emitting Diodes. 1.
R
ichtingaanwijzers (LED).
2.
Pa
rkeerlichten (LED).
3.
D
imlicht (xenon).
4.
G
rootlicht (LED/xenon).
5.
D
agrijverlichting (LED).
6.
M
istlampen (PSX24W).
Neem voor het vervangen van dit type lampen
(LED/xenon) contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 213 of 458

2 11
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
U kunt deze unit bestellen bij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voor vragen over het vervangen van deze lampen kunt u terecht bij het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Mistlampen vóór vervangen
F Via de opening onder de voorbumper kunt u de mistlampen vóór bereiken.
F
N
eem de zwarte stekker van de
lamphouder los door aan de bovenkant op
de borglip te drukken.
F
V
er wijder de lamphouder door op de twee
klemmen te drukken (boven en onder).
F
V
ervang de unit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Geïntegreerde zijknipperlichten
vervangen
F Steek ter hoogte van het midden van het
zijknipperlicht een schroevendraaier tussen het
zijknipperlicht en de voet van de buitenspiegel.
F Wip het zijknipperlicht met de schroevendraaier los.
F
N
eem de stekker van het zijknipperlicht los.
F
V
ervang de zijknipperlichtunit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Een nieuwe zijknipperlichtunit is
verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
LED van dagrijverlichting
vervangen
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met LED’s contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 214 of 458

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
1. Remlicht/parkeerlicht (P21/5W).
2. Parkeerlichten (P5W).
3.
R
ichtingaanwijzers (PY21W, amberkleurig).
4.
M
istachterlicht links (PR21W, rood)
A
chteruitrijlicht rechts (P21W).
Achterlichten
Rode of amberkleurige lampen,
zoals de richtingaanwijzers of het
mistachterlicht, moeten vervangen
worden door lampen met dezelfde
specificaties en kleur.
Lampen vervangen
F Open de achterklep.
F V er wijder het luikje in de bekleding aan de
desbetreffende zijkant.
F
D
raai de vlindermoer voor de bevestiging
van de lampunit los.
F
N
eem de stekker van de lampunit los.
F
V
er wijder voorzichtig de lampunit door er in
een rechte beweging aan te trekken. F
M aak de vier borglippen los en ver wijder
de lamphouder.
F
D
raai de lamp een kwart omwenteling en
vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Zorg ervoor dat de lampunit in de geleiders
komt door de lampunit goed in de lengteas van
de auto te houden.
Page 215 of 458

213
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Vervangen van de lamp van de
richtingaanwijzers (4) en van het
mistachterlicht of achteruitrijlicht
(5)
F Draai de lamp een kwart omwenteling om hem te verwijderen en vervang de lamp.
Vervangen van de parkeerlichten
en remlichten met leds
Raadpleeg als deze ledverlichting moet worden
vervangen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
3D achterlichten
Toegang tot de lampen
F Open de achterklep/het kofferdeksel.
F V er wijder het luikje in de bekleding aan de
desbetreffende zijkant.
F
D
raai de vlindermoer voor de bevestiging
van de lampunit los.
F
N
eem de stekker van de lampunit los.
F
V
er wijder voorzichtig de lampunit door
hem in een rechte beweging naar buiten te
trekken.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Zorg ervoor dat de lampunit in de geleiders
komt door de lampunit goed in de lengteas van
de auto te houden.
1.
3
D parkeerlicht met leds.
2. R
emlicht/parkeerlicht met leds.
3. C
ontourlicht met leds.
4.
R
ichtingaanwijzer (PY21W, amberkleurig).
5.
M
istachterlicht links (H21W, rood)
A
chteruitrijlicht rechts (H21W).
Rode of amberkleurige lampen,
zoals de richtingaanwijzers of het
mistachterlicht, moeten vervangen
worden door lampen met dezelfde
specificaties en kleur.
Praktische informatie
Page 216 of 458

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Lamp derde remlicht vervangen
(4 lampen W5W)
F Open de achterklep.
F
V erwijder de twee afsluitdoppen A op het
binnenpaneel van de achterklep.
F
D
ruk in een rechte beweging
tegen de lampunit en gebruik twee
schroevendraaiers als hefboom om de unit
via de buitenzijde te verwijderen.
F
N
eem de stekker van de lampunit en indien
nodig de slang van de ruitensproeier los.
F
D
raai de lamphouder van de defecte lamp
een kwart omwenteling.
F
T
rek aan de lamp en vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Lamp derde remlicht vervangen
(LED's)
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type LED-
verlichting te vervangen.
Lampen kentekenplaatverlichting
vervangen (W5W)
F Steek een kleine schroevendraaier in een
van de buitenste gaten van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
T
rek de lamp uit de houder en vervang de
lamp.
Page 217 of 458

215
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Binnenverlichting
Plafondverlichting (1 / W5W)
Maak de kap van de plafondverlichting 1 met
e en dunne schroevendraaier los, aan de zijde
van de schakelaar, om de defecte gloeilamp te
kunnen bereiken.
Kaartleeslampjes (2 / W5W)
Maak de kap van de plafondverlichting 1 los.
M aak het schot van het desbetreffende
kaartleeslampje 2
los, om de defecte gloeilamp
te kunnen bereiken.
Bagageruimteverlichting (W5W)
Trek de verlichtingsunit los door van achter
tegen de voet te drukken.
Verlichting voetenruimte en
opbergvak middenconsole (W5W)
Trek de verlichtingsunit los om de lamp te kunnen bereiken.
Verlichting dashboardkastje (W5W)
Trek de verlichtingsunit los om de lamp te
kunnen bereiken.
Praktische informatie
Page 218 of 458

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekeringen vervangen
Montage van elektrische
accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische
circuit van uw auto is reeds rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in
de auto monteert of laat monteren.
CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door
CITROËN aanbevolen en geleverd
worden, en die niet volgens haar
voorschriften zijn gemonteerd. Dit
geldt met name als het gezamenlijke
stroomverbruik van de extra
accessoires meer dan 10 milliampère
bedraagt.
De tang voor het verwijderen van zekeringen
evenals de reservezekeringhouders bevinden
zich aan de binnenzijde van het deksel van de
zekeringkast in het dashboard:
F
t
rek aan de zijkant van het deksel om het
los te maken,
F
v
erwijder het deksel volledig,
F
m
aak de tang los.
Toegang tot het gereedschap
Voordat u een zekering vervangt, dient u de
oorzaak van de storing op te sporen en te
(laten) verhelpen.
F
U k
unt aan de draad van een zekering zien
of deze defect is.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
F
G
ebruik de speciale tang om de zekering
uit de zekeringkast te verwijderen.
F
V
ervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
F
S
electeer de zekering aan de hand van
het nummer op de zekeringkast, de op de
zekering aangegeven stroomsterkte en het
onderstaande overzicht.
Page 219 of 458

217
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
FH36 5 ATrekhaakmodule.
FH37 -Niet gebruikt.
FH38 20 AHifi-versterker.
FH39 20 AStoelverwarming.
FH40 40 ATrekhaakmodule.
Zekering Ampère Functies
F1 15 ARuitenwisser achter.
F2 -Niet gebruikt.
F3 5 A
Elektronische eenheid airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F410 AAirconditioning, koppelingscontact, elektrochromatische
spiegel, roetfilterpomp (diesel), diagnose-aansluiting,
luchtdebietmeter (diesel).
F5 30 ARuitbedieningspaneel, ruitbediening passagier, motor
ruitbediening voor.
F6 30 AMotor bediening ruit bestuurdersportier.
F7 5 APlafonnier, verlichting dashboardkastje.
Praktische informatie
Page 220 of 458

DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F8 20 AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F9 30 A12V-aansluiting, voeding steun portable navigatiesysteem.
F10 15 AStuurkolomschakelaars.
F11 15 AContactslot, diagnose-aansluiting, elektronische eenheid
automatische transmissie.
F12 15 ARegen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5 AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15 AElektronische eenheid parkeerhulp, Elektronische eenheid
airbags, instrumentenpaneel, automatische airconditioning,
USB Box, hifi-versterker.
F15 30 AVergrendeling.
F16 -Niet gebruikt.
F17 40 AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.