Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreser vewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Montagetips
)
Als u onder weg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
)
Trek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
)
Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
)
Rijd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50 km/h.
)
Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op
een sneeuwvrij gemaakte weg om
schade aan de banden en het wegdek
te voorkomen. Het is raadzaam
voor vertrek het monteren van de
sneeuwkettingen te oefenen; doe dit op
een vlakke en droge ondergrond. Als
uw auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, controleer dan of de ketting en
de bevestigingen de velg niet raken.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde
banden Maximale afmeting
van de schakels
215/60 R16
9 mm
215/55 R17
225/45 R18
225/40 R19
gebruik van sneeuwkettingen
niet mogelijk