air condition CITROEN DS4 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2015Pages: 452, PDF Size: 14.71 MB
Page 96 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Uitschakelen van het systeem
F Draai de knop van de luchtopbrengst naar links tot 
alle lampjes uitgaan.
Deze schakelaar heeft geen invloed op de werking van de automatische airconditioning, 
alleen op de aanjagersnelheid.
Tijdens de "REST"-functie kunt u de temperatuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling 
niet wijzigen: deze worden automatisch geregeld, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Deze functie is niet aanwezig in de STOP-stand van het Stop & Start-systeem. Vermijd het te lang rijden met 
ingeschakelde luchtrecirculatie of 
een uitgeschakeld systeem om te 
voorkomen dat de ruiten beslaan of de 
luchtkwaliteit vermindert.
Bij het aanzetten van het contact
-
 D
e signaleringen lichten op: de functie is 
beschikbaar.
-
 
D
ruk op de toets REST  om deze functie 
voor enkele minuten in te schakelen. Dit 
wordt aangegeven door twee streepjes in 
de controlesignaleringen en het branden 
van vier lampjes voor de aanjagersnelheid.
-
 
D
e functie is uit- en dan weer in te 
schakelen zolang de controlesignaleringen 
branden.
-
 
A
an het einde van de beschikbaarheid van 
deze functie, gaan de signaleringen uit. Bij het afzetten van de motor
-
 D
e displays zijn verlicht zolang de functie 
beschikbaar is.
-
 
D
ruk op de toets REST  om de ventilatie 
voor enkele minuten in te schakelen. Dit 
wordt aangegeven door twee streepjes 
in de controlesignalering en het branden 
van vier lampjes voor de kracht van de 
aanjager.
 D
e functie blijft gehandhaafd, ook als de 
auto vergrendeld is.
-
 
D
e signaleringen gaan aan het einde van 
de beschikbaarheid van de functie uit
 A
ls u nog een keer op de toets drukt 
vóór het einde van de beschikbaarheid 
schakelt u de ventilatie definitief uit: de 
signaleringen verdwijnen en de functie is 
niet meer beschikbaar. Alle functies van de airconditioning en het 
ventilatiesysteem worden dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer 
geregeld, maar er blijft een kleine luchtstroom 
gehandhaafd.
F
 
W
ijzig de instellingen (temperatuur, 
luchthoeveelheid en luchtverdeling) of druk 
op de toets "AUTO"  om het systeem weer 
met de laatst ingestelde waarden in te 
schakelen. 
Page 97 of 452

95
DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten 
staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Met handbediende 
airconditioning
F Zet de knoppen van de luchttemperatuur, de aanjagersnelheid en de luchtverdeling 
in de met de desbetreffende opdruk 
weergegeven stand.
F
 
Z
 et de knop van de luchttoevoer in de 
stand "Toevoer van buitenlucht"
 (
controlelampje op de knop gedoofd).
F
 
S
 chakel de airconditioning in door de toets 
"A /C "  in te drukken; het controlelampje in 
de toets gaat branden.
Met automatische airconditioning 
en gescheiden regeling
Als bij auto's met Stop & Start de 
ontwaseming, de airconditioning en 
de aanjager zijn ingeschakeld, is de 
STOP-stand niet beschikbaar.
Automatisch programma  
"Zicht"
F Selecteer dit programma om de voorruit  en de zijruiten snel te ontwasemen of te 
ontdooien.
Het systeem werkt volledig automatisch 
en regelt de luchttemperatuur, de 
aanjagersnelheid, de luchttoevoer en stelt de 
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de 
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
F
 
D
 ruk nogmaals op de toets "Zicht"  of op 
"AUTO"  om deze functie uit te schakelen; 
het controlelampje in de toets gaat uit en 
dat van de toets "AUTO"  gaat branden.
Het systeem keert terug naar dezelfde 
instellingen als die van vóór het uitschakelen. Bij auto's met een Stop & Start-systeem 
geldt dat zolang de voorruitontwaseming 
in werking is, de STOP-functie niet 
beschikbaar is.
Comfort  
Page 98 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Achterruitverwarming
De achterruitver warming kan worden ingeschakeld met de toets op het bedieningspaneel 
van de airconditioning.
Aan
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij 
draaiende motor.
F 
D
 ruk op deze toets om de achterruit 
en de buitenspiegels (afhankelijk van 
de uitvoering) te ontwasemen. Het 
controlelampje van de toets gaat branden.
Uit
De achterruitverwarming wordt automatisch 
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te 
voorkomen.
F
 
U k
 unt de achterruitver warming ook eerder 
uitschakelen door nogmaals op de toets te 
drukken. Het controlelampje van de toets 
gaat uit. F
 S chakel, zodra de omstandigheden 
het toelaten, de achterruit- en 
buitenspiegelverwarming uit, 
omdat een geringer stroomverbruik 
leidt tot een verlaging van het 
brandstofverbruik. 
Page 116 of 452

DS4_nl_Chap04_amenagement_ed02-2015
Dit opbergvak kunt u met een schuifklep 
afsluiten.
Het bevat:
- 
d
 e 12V-aansluiting voor accessoires en de 
USB -/Jack -aansluiting 1 ,
-
 
e
 en uitklapbare steun 2   voor een mobiele 
telefoon of een ander apparaat,
-
 
e
 en gedeelte dat via een afsluitbare 
uitstroomopening 3
  gekoeld wordt, zodat u 
drankjes en etenswaar fris kunt houden als 
de automatische airconditioning werkt. De verlichting gaat alleen branden als u 
de schuifklep helemaal opent.
U kunt de schuifklep tot de uitklapbare 
steun dichtschuiven zodat het in het 
opbergvak koel blijft.
Groot multifunctioneel 
opbergvak 
Page 145 of 452

143
DS4_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
SfeerverlichtingDe gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere 
omgeving bevindt.
Als het buiten donker is, gaat de verlichting 
van de autoradio, de automatische 
airconditioning en het bergvak in het midden 
van het dashboard automatisch branden als de 
parkeerlichten worden ingeschakeld.De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de 
koplampverlichting wordt uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden 
uitgeschakeld door deze met behulp van de 
lichtsterkteregeling steeds zwakker te maken.
Op bepaalde uitvoeringen gaan de drie 
ledjes in de verbindingsnaad van dak en 
binnenspiegel eveneens branden.
Inschakelen
Uitschakelen
Zicht  
Page 247 of 452

245
DS4_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Controles
Luchtfilter en interieurfilter
Oliefilter
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het 
controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Laat de filters periodiek vervangen 
volgens de in het onderhoudsschema 
van de fabrikant aangegeven 
intervallen.
Laat bij het olie verversen tevens het 
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema 
van de fabrikant voor het 
vervangingsinterval van dit 
onderdeel.
Deze sticker, die hoort bij het Stop & 
Start-systeem, geeft aan dat er een 
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die 
alleen losgekoppeld en/of vervangen 
mag worden door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats.
12V-accu
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt 
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie 
over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om 
regelmatig te controleren of de 
accupolen en -klemmen schoon zijn, 
vooral bij warm weer en in de winter.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik 
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding 
geven, moeten de filters twee keer zo vaak 
worden vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties 
van de airconditioning verstoren en 
onaangename geuren veroorzaken.
Onderhoud  
Page 294 of 452

DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Eco-modusDe eco-modus bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de 
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals radio, ruitenwissers, 
dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal 30  minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk worden 
beperkt als de accuspanning laag is.
Als de accu ontladen is, kan de 
motor niet gestart worden (zie de 
desbetreffende paragraaf).
Als u op het moment dat de eco-modus 
wordt ingeschakeld aan het telefoneren 
bent via het navigatiesysteem, wordt de 
verbinding na 10
 
minuten verbroken.
Inschakelen van de  
eco-modus
Na deze tijdsduur geeft een melding op het 
display aan dat de eco-modus is ingeschakeld. 
De actieve functies worden in de ruststand gezet.
Uitschakelen van de  
eco-modus
Deze functies worden automatisch weer 
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F 
S
 tart om de functies direct weer te 
kunnen gebruiken de motor en laat deze 
gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van 
de tijd dat de motor heeft gedraaid. 
Deze tijd zal echter altijd tussen de 5
  en  
30
 
minuten bedragen.
SpaarfaseDe spaar fase stuurt de elektrische functies van 
de auto aan om het ontladen van de accu te 
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de 
laadtoestand van de accu enkele functies 
(airconditioning, achterruitverwarming,
 
 ...) 
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch 
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de 
accu dit toelaat. 
Page 422 of 452

DS4_nl_Chap13_index-alpha_ed02-2015
Aanhanger..................................................... 297
Aanhangergewichten ............................ 3
08, 312
Aansluiten MirrorLink
 .................................... 3
71
Aansluiting 12V
 ...................... 11
2, 113 , 121 , 124
Aansteker
 ...................................................... 11
2
ABS met elektronische remdrukregelaar
 ..... 16
8
Accessoires ........................................... 19 0, 304
Accessoirestand
 ........................................... 19
0
Accu
 
.............................................. 245, 288 -291
Accu laden
 
............................................ 290, 291
Achterbank
 
.................................................... 102
Achterruitverwarming
 
.............................96, 104
Achteruitrijlicht
 
.............................................. 279
Actieradius AdBlue
 
....................................... 249
AdBlue
® ......................................................... 24 8
AdBlue®-niveau  ............................................. 248
AdBlue®-reservoir  ................................. 248, 255
Additief AdBlue  ............................... 28, 248 , 254
Afmetingen
 .................................................... 31
8
Afstandsbediening
 
.................. 60, 62, 66-68 , 72
Afstandsbediening, batterij
 .................. 65, 
70 -72
Afstandsbediening, batterij  vervangen
 ...............................
..........65, 70 , 71
Afstandsbediening synchroniseren
 
....65, 70 , 71
Afzetten van de motor
 
................................... 18
5
Airbags
 
..................................................... 27, 175
Airbags vóór
 ...............................
...........176, 180
Airconditioning
 ...............................
.................14
Airconditioning, automatische
 
............87, 88 , 91
Airconditioning (handbediend)
 
..................87- 8 9
Alarmknipperlichten
 
.............................. 166, 167
Alarmsysteem
 
................................................. 75
Algemeen menu
 ...............................
.............392
Allesdragers
 
.................................................. 294
Allesdragers monteren
 
................................. 294
Antiblokkeersysteem (ABS)
 .......................... 16
8
Antislipregeling
 
............................................. 169
Apple
®-speler  ................................................ 356Armleuning achter
 .........................................
12
 1
Armleuning vóór
 ...............................
 ......
115, 11 6
Asbak (uitneembaar)
 
 ......................................
111
Audio-aansluitingen
 
 ......................
112, 399 , 400
Audiokabel
 
 ....................................................
354
Automatische ruitenwissers
 
 ...................
137, 13 8
Automatisch inschakelen  alarmknipperlichten
 
 ....................................
167
Automatisch inschakelen verlichting
 
 ....
129 , 132
Autoradio
 
 .................................................
43, 389
AUX-aansluiting
 
 ....................................
354, 400
Aux-aansluitingen
 ...............................
 ..........
112
Aux-ingang
 ...............................
 .............
354, 400
Bagageruimte
 
 ..................................................
80
Bagageruimte, indeling
 
 .................................
12 2
Bagageruimte ontgrendelen
 
 ...........................
60
Bagageruimte openen
 
 ..............................
66, 80
Bagageruimteverlichting
 
 .......................
124, 14 4
Banden
 
 ............................................................
14
Banden, noodreparatie
 ................................. 26
 0
Bandenreparatieset
 
 ......................................
260
Bandenspanning
 
 .....................................
14, 319
Bandenspanning, detectie
 ............................ 2
 10
Bandenspanningscontrole (met set)
 
 .............
260
Bandenspanning te laag (detectie)
 ............... 2
 10
Bandreparatieset
 
 ..........................................
260
Bekerhouder
 
 .................................................
113
Beladen
 
 ...................................................
14, 294
Benzine
 ...............
 ..........................................
235
Benzinemotor
 
 ...............................
235, 239 , 308
Bestuurdersplaats (instellingen)  ...................
101
Binnenspiegel  ...............................................10 6CD
 
.........................................................
354, 397
CD MP3   .........................................
354, 397 , 398
CD-/MP3 -speler
 
 ...........................
354, 397 , 398
Centrale vergrendeling
 
 .......................
62, 67, 73
CHECK
 ................
 ......................................
19, 39
Citroën Noodoproep gelocaliseerd
 
 ..............
322
Claxon
 
 ...........................................................
167
Configuratie van de auto   ....................
20, 43 , 49
Contact
 
 ..................................................
187, 19 0
Contact aangezet  ..........................................
19 0
Black panel...................................................... 42
Blue HDi   .......................................... 39, 209 , 248
Bluetooth (handsfree set)
 ............. 376, 
377, 402
Bluetooth (telefoon)
 
...............................376, 377
Bluetooth-verbinding
 
.....................368, 376 , 377
Bochtverlichting
 ............................. 13
4 -13 6, 275
Boordcomputer
 
................................... 52, 54-56
Brake Assist System (BAS)
  ..................168, 169
Brandstof
 
................................................. 14, 235
Brandstofaddititiefniveau
 
..............................244
Brandstofniveau
 
............................................ 233
Brandstofniveaumeter
 ................................... 23
3
Brandstofsysteem ontluchten
 
.......................237
Brandstoftank
 
........................................ 233, 236
Brandstof tanken
 
..........................233, 235 , 236
Brandstoftank (inhoud)
 
.................................233
Brandstoftankklep
 
................................. 233, 236
Brandstoftank leeg (diesel)
 
...........................237
Brandstofverbruik
 
........................................... 14
Buitenspiegels ............................... 104, 105 , 217