CITROEN DS4 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2016Pages: 436, PDF Size: 10.45 MB
Page 301 of 436

299
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en de
tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven
melding "NO START IN" en de afstand 0 km
of mijl - ("NO START IN 0
km" betekent dat het
starten van de motor is geblokkeerd).
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel type 2
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100
km is gereden
nadat de storing in het SCR-systeem
is gesignaleerd. Laat het systeem
zo snel mogelijk controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing in het SCR-systeem wordt
gesignaleerd
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Als een storing wordt gesignaleerd
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
Onderhoud
Page 302 of 436

Bevriezing van het additief AdBlue®
Het additief AdBlue® bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer
-11° C .
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50
km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan de verklikkerlampjes
SERVICE en zelfdiagnose motor branden
en knippert het verklikkerlampje UREA in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300
km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de
resterende hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart. Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100
km en 0
km)
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd". Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 303 of 436

301
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Bijvullen van het additief AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het additief AdBlue
® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBluewordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Het AdBlue
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen. Gebruik uitsluitend additief AdBlue
® dat aan de
norm ISO 22241
voldoet.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89
liter (1/2
gallon) zijn verkrijgbaar bij het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onderhoud
Page 304 of 436

Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid. Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
Procedure voor bijvullen
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel of druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de START/STOP-knop om de motor af te
zetten. F
T
il de vloerplaat van de bagageruimte op om
toegang te krijgen tot het AdBlue
®-reservoir. Z
et de vloerplaat vast door het koord aan
de haak van de steun van de hoedenplank
te bevestigen.
F
M
aak de zwarte plastic dop los met behulp
van de borglip.
F
S
teek uw vingers in de opening en draai
de blauwe dop een zesde omwenteling
linksom.
F
T
rek de dop om hem te ver wijderen
voorzichtig omhoog, zonder hem los te
laten.
Page 305 of 436

303
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer opnieuw
starten - moet u het reservoir vullen
met minimaal 3,8
liter additief
(twee flacons van 1,89
liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk:
als u additief hebt
bijgevuld nadat het reservoir
leeg is geraakt , dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de
auto te ontgrendelen, de sleutel in
het contactslot te steken of de sleutel
van het Keyless entr y and star t-
systeem in het interieur te houden .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte plastic dop aan door hem
op de opening vast te klikken.
F
M
aak het koord los van de haak van de
steun van de hoedenplank en laat de
vloerplaat van de bagageruimte zakken.
Onderhoud
Page 306 of 436

DS4_nl_Chap11_caracteristiques_ed03-2015
Technische gegevens
011
Page 307 of 436

DS4_nl_Chap11_caracteristiques_ed03-2015
Page 308 of 436

DS4_nl_Chap11_caracteristiques_ed03-2015
Motoren en versnellingsbakken benzine
BenzinemotorV Ti 120PureTech 130 S&STHP 15 0
Versnellingsbak
BVM
(Handgeschakeld 5 versnellingen) BVM6
(Handgeschakeld 6 versnellingen)BVA6
(Automaat 6 versnellingen)
Type Variant Uitvoering:
NX... 5FS0
5FS0/1 HNYM/S
HNYM/1S
HNYM/2S 5FEA
Cilinderinhoud (cm
3) 159 811 9 9159 8
Boring x slag (mm) 77
x 85,875
x 90,577
x 85,8
Max.vermogen*: ECE-norm (kW) 889611 0
Toerental bij max.vermogen (t/min) 600055006050
Max.koppel: ECE-norm (Nm) 160230 240
Toerental bij max.koppel (t/min) 4250175 0140 0
Brandstof LoodvrijLoodvrijLoodvrij
Katalysator JaJaJa
Inhoud car ter (in liter) motor (met ver vangen
filter) 4,25
3,54,25
.../S: uitvoering met Stop & Start-systeem.
.../1: uitvoering met banden met lage rolweerstand.
.../2: uitvoering met banden met ultralage rolweerstand.
*
H
et maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de voor waarden die zijn vastgelegd in de Europese
regelgeving (Richtlijn 1999/99/CE).
Page 309 of 436

307
DS4_nl_Chap11_caracteristiques_ed03-2015
BenzinemotorTHP 160THP 165 S&STHP 200 THP 210 S&S
Versnellingsbak BVA6
(Automaat
6
versnellingen)E AT 6
(Automaat
6
versnellingen)BVM6
(Handgeschakeld 6
versnellingen)BVM6
(Handgeschakeld 6
versnellingen)
Type variant uitvoering:
NX... 5FMA5GZT/S
5GZ T/1S 5FU8
5FU8 /15GMM/S
Cilinderinhoud (cm
3) 159 8159 8159 8159 8
Boring x slag (mm) 77
x 85,877
x 85,877
x 85,877
x 85,8
Max. vermogen*: ECE-norm (kW) 120121147155
Toerental bij max. vermogen (t/min) 60006000 55006000
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 240240 275285
Toerental bij max. koppel (t /min) 140 0140 0 170 0175 0
Brandstof LoodvrijLoodvrijLoodvrijLoodvrij
Katalyseur JaJaJaJa
Inhoud carter (in liter) motor (met ver vangen
filter) 4,25
4,254,254,25
.../S: uitvoering met Stop & Start-systeem.
.../1: uitvoering met banden met lage rolweerstand.
*
H
et maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de voor waarden die zijn vastgelegd in de Europese
regelgeving (Richtlijn 1999/99/CE).
Technische gegevens
Page 310 of 436

DS4_nl_Chap11_caracteristiques_ed03-2015
Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht
d ient voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger geldt een lagere snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90
km/h).
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C
bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd.
Gewichten en aanhangergewichten benzine (in kg)
Benzinemotoren V Ti 120PureTech 130 S&STHP 15 0
Versnellingsbakken
BVM
( Handgeschakeld 5
v ersnellingen)BVM6
(Handgeschakeld 6 versnellingen)BVA6
(Automaat 6 versnellingen)
Type Variant Uitvoering:
NX... 5FS0
5FS0
/1 HNYM/S
HNYM/1S - /2S 5FEA
-
L
edig gewicht 120 5125 513 6 3
-
G
ewicht rijklaar* 128 013 3 0 143 8
-
M
aximum technisch toegestane massa
totaal 175 5
179 01835
-
M
aximaal toegestaan treingewicht
m
ax. helling 12% 2955
2990 2635
- Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht) m
ax. helling 12%120 0 120 0 800
- Aanhanger geremd** (met verminderde belading
auto, binnen max. toegestaan treingewicht)145 0 145 01000
-
A
anhanger ongeremd 640675715
-
A
anbevolen kogeldruk 757575
* Het gewicht rijklaar staat gelijk aan het ledig gewicht + bestuurder (75
kg).
**
H
et totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt
verminderd. Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het
weggedrag.