CITROEN DS5 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2015Pages: 418, PDF Size: 16.35 MB
Page 61 of 418

59
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Gooi de lege batterijen van de 
afstandsbediening niet weg: ze bevatten 
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal 
verzamelpunt.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
Deze batterij is via het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u 
gewaarschuwd door een melding op het display 
van het instrumentenpaneel.
F
 Wi
p het deksel met een kleine 
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
 Ve
rwijder het deksel.
F
 Ve
rwijder de lege batterij.
F
 Pl
aats een nieuwe batterij in de juiste 
richting in de houder.
F
 Dr
uk het deksel vast.
Storing in en resetten van 
de afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, 
het vervangen van de batterij van de afstandsbediening 
of een storing in de afstandsbediening kan de auto 
niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld, 
vergrendeld en gelokaliseerd worden.
F Steek eerst de mechanische sleutel 
(ondergebracht in de afstandsbediening) in 
het slot om de auto te ontgrendelen.
F
 Pl
aats de elektronische sleutel in de lezer.
F
 Ze
t het contact aan door op "START/
STOP" te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als 
de storing niet is verholpen. 
Toegang tot de auto  
Page 62 of 418

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en, indien mogelijk, met het kaartje voorzien van de sleutelcode naar het 
CITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe bestellen.
Elektronische sleutel
De radiografische elektronische sleutel is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knoppen van de sleutel te spelen 
om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw elektronische sleutel buiten het bereik en het zicht van uw auto. De sleutel kan dan onbruikbaar worden en 
moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De elektronische sleutel kan niet als afstandsbediening functioneren als de sleutel in de lezer zit of als het contact is aangezet.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsover wegingen (kinderen in de auto) de elektronische sleutel mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in sommige gevallen niet correct in de nabijheid van elektronische apparatuur: telefoon, laptop, sterke 
magnetische velden, ...
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat door het CITROËN-netwerk controleren of er een pairing van uw autosleutels heeft plaatsgevonden, zodat u er zeker van kunt zijn dat de 
in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart. 
Page 63 of 418

61
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Centrale vergrendeling
Het rijden met vergrendelde portieren 
kan bij een noodgeval de toegang tot de 
auto voor de hulpdiensten bemoeilijken. Als een van de portieren of de achterklep 
geopend is, werkt de automatische 
centrale vergrendeling niet: u hoort de 
sloten dan weer openspringen.
Ver voer van lange of grote 
voor werpen
Mocht u met geopende achterklep en 
vergrendelde portieren willen rijden, 
druk dan op de toets voor de centrale 
vergrendeling om de portieren te 
vergrendelen.
Handbediende centrale 
vergrendeling
F Druk op deze knop om de centrale 
vergrendeling van de auto (portieren en 
achterklep) vanuit het interieur te bedienen.
F
 Dr
uk nogmaals op de knop om de auto 
volledig te ontgrendelen.
Bij vergrendeling/supervergrendeling van 
buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of 
als de supervergrendeling van buitenaf is 
ingeschakeld, is de knop buiten werking.
F
 Tr
ek na het vergrendelen van de auto aan 
de binnenportiergreep van een van de 
portieren om de auto te ontgrendelen.
F
 Al
s de supervergrendeling is ingeschakeld, 
moet u de afstandsbediening, het 
Keyless entry and start-systeem of de 
geïntegreerde sleutel gebruiken om de 
auto te ontgrendelen.
Automatische centrale 
vergrendeling van de portieren 
(beveiliging tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens 
het rijden automatisch vergrendeld bij een 
snelheid hoger dan 10 km/h.
Om deze functie in of uit te schakelen 
(standaard is deze functie geactiveerd):
F
 Dr
uk met aangezet contact op 
deze knop tot er een melding op 
het instrumentenpaneel wordt 
weergegeven. 
Toegang tot de auto  
Page 64 of 418

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Achterklep
F Druk, nadat de achterklep of alle 
portieren van de auto zijn ontgrendeld, 
op de schakelaar voor het openen van de 
achterklep en open de achterklep.
Openen van buitenaf
F Druk op deze knop tot u hoort dat de 
a chterklep ontgrendeld wordt.
Noodbediening
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het 
slot in de bagageruimte te komen.
F
 St
eek een kleine schroevendraaier in de 
opening A van het slot om de achterklep te 
ontgrendelen.
F
 Ve
rplaats de nok naar links.
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele 
storing in het systeem van de centrale 
vergrendeling de achterklep mechanisch 
ontgrendeld worden.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten, 
wordt deze weer vergrendeld als het probleem 
niet is verholpen.
Sluiten
F Trek de achterklep omlaag met behulp van 
de
 handgreep aan de binnenzijde.
Als de achterklep niet goed is gesloten bij 
draaiende motor  of rijdende auto (snelheid 
boven de 10
 k
m/h), verschijnt er gedurende 
enkele seconden een melding op het display 
van het instumentenpaneel.
Openen vanuit het interieur 
Page 65 of 418

OFF
63
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en 
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende 
typen beveiliging:
Alarm
- Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de achterklep of de motorkap 
probeert te openen.
- Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er 
bewegingen in het interieur worden 
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt 
ingeslagen, als iets of iemand de auto 
binnendringt of als iets of iemand in de auto 
beweegt.
- Wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen 
in de wagenhoogte worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, 
verplaatst of aangestoten.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand 
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de 
accu, de knop of de kabels van de sirene 
uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats alvorens wijzigingen 
aan het alarmsysteem aan te brengen.
Vergrendelen van de auto met 
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
F Zet het contact af en verlaat de auto.F
 Dr
 uk op de vergrendelknop 
van de afstandsbediening of 
vergrendel de auto met het 
"Keyless entry and start"-
systeem. Nadat de auto met de 
afstandsbediening of het "Keyless entry 
and start"-systeem is vergrendeld, 
wordt de omtrekbeveiliging na  
5 seconden, de interieurbeveiliging na 
45 seconden en de wegsleepbeveiliging 
na 90 seconden geactiveerd.
Indien een portier of de achterklep niet 
goed is gesloten, wordt de auto niet 
vergrendeld, maar wordt de uitwendige 
beveiliging na 45 seconden wel 
ingeschakeld.
F
 Dr
 uk op de ontgrendelknop 
van de afstandsbediening of 
ontgrendel de auto met het 
"Keyless entry and start"-
systeem.
Uitschakelen van de 
interieurbeveiliging
De interieurbeveiliging wordt 
uitgeschakeld; het verklikkerlampje 
van de knop gaat uit.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het verklikkerlampje 
van de knop zal één keer per seconde knipperen. 
Toegang tot de auto  
Page 66 of 418

OFF
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Vergrendelen van de auto 
met alleen de uitwendige 
beveiliging ingeschakeld
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit 
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt 
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
 ee
n ruit op een kier blijft staan,
-
 ee
n huisdier in de auto achterblijft,
-
 de a
uto wordt gewassen,
-
 ee
n wiel wordt ver wisseld,
-
 de a
uto wordt gesleept,
-
 de a
uto op een boot wordt vervoerd.Uitschakelen van de interieur- en 
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af en druk binnen 
10 seconden op deze knop 
tot het verklikkerlampje blijft 
branden.
F
 Ve
rlaat de auto.
F
 Dr
uk onmiddellijk op de 
vergrendelknop van de 
afstandsbediening of vergrendel 
de auto met het "Keyless entry 
and start"-systeem.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt 
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop 
zal één keer per seconde knipperen.
Wanneer de auto automatisch weer 
wordt vergrendeld (als niet binnen 
30 s
econden een portier of de 
achterklep wordt geopend), wordt het 
alarmsysteem niet automatisch weer 
ingeschakeld.
Om het alarmsysteem weer in te 
schakelen moet u de auto ontgrendelen 
en weer vergrendelen met de 
afstandsbediening of met het "Keyless 
entry and start"-systeem.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden 
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke keer 
na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd. 
Page 67 of 418

OFF
OFF
65
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Opnieuw inschakelen van de 
interieur- en wegsleepbeveiliging
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in 
werking en knipperen de richtingaanwijzers 
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden 
de alarmsystemen uitgeschakeld.
F
 Dr
uk op de ontgrendelknop 
van de afstandsbediening of 
ontgrendel de auto met het 
"Keyless entry and start"-
systeem om de omtrekbeveiliging 
uit te schakelen.
F
 Dr
uk op de vergrendelknop 
van de afstandsbediening of 
vergrendel de auto met het 
"Keyless entry and start"-
systeem om alle alarmsystemen 
in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop 
zal opnieuw één keer per seconde 
knipperen. Als het verklikkerlampje van de knop 
snel knippert bij het ontgrendelen van 
de auto met de afstandsbediening of 
met het "Keyless entry and start"-
systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid 
afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als 
het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
F
 On
tgrendel de auto met de sleutel (in de 
afstandsbediening) in het slot van het 
bestuurdersportier.
F
 Op
en het portier; het alarm gaat af.
F
 Ze
t het contact aan, het alarm stopt. Het 
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto 
zonder het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de 
s upervergrendeling in met de sleutel (in 
de afstandsbediening) in het slot van het 
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het 
verklikkerlampje van de knop blijft branden, duidt 
dit op een storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
* Volgens land van bestemming.
Automatisch inschakelen*
Het systeem wordt 2 minuten nadat het 
laatste portier of de achterklep is gesloten, 
automatisch ingeschakeld.
F
 Om h
et afgaan van het alarm bij het 
openen van een portier of de achterklep 
te voorkomen, moet eerst op de 
ontgrendelknop van de afstandsbediening 
worden gedrukt of moet de auto 
ontgrendeld worden met het "Keyless entry 
and start"-systeem. 
Toegang tot de auto  
Page 68 of 418

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Elektrisch bedienbare ruiten
1. Schakelaar ruitbediening linksvoor.
2. Sch akelaar ruitbediening rechtsvoor.
3.
 Sch
akelaar ruitbediening rechtsachter.
Werking
Handmatig
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt 
om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt 
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
4.
 Sc
hakelaar ruitbediening linksachter.
5.
 Blo
kkeerschakelaar elektrisch 
bedienbare ruiten achter ,
 ve
rgrendeling van de achterportieren  
 (k
inderbeveiliging).
Automatisch
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware 
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de 
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de 
ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar 
om het openen of sluiten te stoppen. Tot ongeveer 45 seconden nadat het 
contact is afgezet, kunnen de ruiten 
worden bediend zolang de portieren 
van de auto gesloten blijven.
Zodra een portier wordt geopend of de 
45 seconden zijn verstreken, moet u het 
contact weer aanzetten om de ruiten te 
kunnen bedienen. 
Page 69 of 418

67
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, 
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk 
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de 
schakelaar om de ruit helemaal te openen en 
trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de 
ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar na 
het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de 
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkering van de 
ruitbediening  
achter Resetten van de 
ruitbediening
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets tussen de ruit en de sponning bekneld raakt, moet 
de ruit weer worden geopend. Druk daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat 
niets het correcte sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken 
van de elektrische ruitbediening.
Zorg er met name voor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Let op inzittenden en personen in de buurt van de auto tijdens het sluiten van de ruiten met de 
elektronische sleutel of het "keyless entry and start"-systeem. Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de 
ruitbediening gereset worden.
Tijdens deze handelingen is de 
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Voer bij elke ruit de volgende procedure uit:
-
 op
en de ruit volledig en sluit de ruit. 
Telkens als de schakelaar wordt bediend, 
sluit de ruit enkele centimeters. Laat de 
schakelaar los en bedien hem opnieuw 
totdat de ruit volledig is gesloten,
-
 ho
 ud de schakelaar na het sluiten nog 
minimaal 1 seconde vast.
Druk, voor de veiligheid van uw 
kinderen, op de schakelaar 5 om de 
ruitbediening achter, ongeacht de 
stand van de ruiten, te blokkeren.
Ter bevestiging gaat het controlelampje van 
de knop branden en wordt er een melding 
weergegeven. Het lampje blijft branden zolang 
de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
De binnenportiergrepen van de achterportieren 
worden in dat geval ook geblokkeerd.
Het blijft mogelijk om de portieren van buitenaf 
te openen en de achterportierruiten via het 
bedieningspaneel op het bestuurdersportier te 
bedienen. 
Toegang tot de auto  
Page 70 of 418

DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Cockpit roof
De glaspanelen zijn alle drie voorzien van een 
elektrisch bedienbaar zonnescherm.
Deze zonneschermen kunnen afzonderlijk of 
gelijktijdig worden bediend.Zowel het openen als het sluiten is op twee 
manieren mogelijk:
Elektrische zonneschermen
Automatisch
F Duw of trek de schakelaar tot voorbij het 
z
ware punt (naar voren voor het sluiten, 
naar achteren voor het openen).
 Be
dien de schakelaar één keer om het 
scherm volledig te openen of te sluiten.
 Na
dat u de schakelaar nogmaals hebt 
bediend, verplaatst het scherm zich nog 
ongeveer 2 cm, waarna het stopt.
Handmatig
F Duw of trek de schakelaar tot aan het 
z ware punt (naar voren voor het sluiten, 
naar achteren voor het openen).
 Wa
nneer de schakelaar wordt losgelaten, 
verplaatst het scherm zich nog ongeveer  
2 cm, waarna het stopt.
Klembeveiliging
Als het zonnescherm tijdens het automatisch 
sluiten bijna volledig is gesloten en op een 
obstakel stuit, stopt het scherm en gaat het 
gedeeltelijk weer open.