CITROEN DS5 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2015Pages: 418, PDF Size: 16.35 MB
Page 101 of 418

99
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Starten - afzetten van de motor
F Steek de elektronische sleutel in de lezer.F Houd het rempedaal ingetrapt (auto's met automatische
of elektronisch gestuurde versnellingsbak) of houd
het koppelingspedaal volledig ingetrapt (auto's me
t
handgeschakelde versnellingsbak).
Starten met de
elektronische sleutel Starten met het keyless
entry and start-systeem
Als aan een van de voor waarden voor het starten
niet wordt voldaan, wordt ter herinnering een
melding op het display van het instrumentenpaneel
weergegeven. In sommige gevallen moet het
stuurwiel heen en weer worden bewogen terwijl
de knop "START/STOP" wordt ingedrukt om het
stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan via een
melding op de hoogte gebracht.
Handgeschakelde versnellingsbak
: zet de versnellingshendel in de neutraalstand.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak : zet de selectiehendel in de stand N.
Automatische transmissie : zet de selectiehendel in de stand P of N .
Bij temperaturen onder
0
g
raden wordt bij auto's met
een dieselmotor de motor pas
na het doven van het verklikkerlampje
"Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u
op START/STOP-knop hebt gedrukt,
moet u het rem- of koppelingspedaal
ingetrapt houden tot dit lampje uitgaat
en niet opnieuw op de "START/
STOP-knop drukken, tot de motor is
aangeslagen.
F
Ho
ud, als de elektronische sleutel zich
in de auto bevindt (u hoeft hem niet in de
lezer te steken), het rempedaal ingetrapt
bij auto's met automatische of elektronisch
gestuurde versnellingsbak of houd het
koppelingspedaal volledig ingetrapt bij auto's
met handgeschakelde versnellingsbak.
F
Druk op de knop "
START/STOP". De motor wordt gestart (zie de
n
avolgende waarschuwing, die
geldt voor dieseluitvoeringen). F
Dr
uk op de knop "START/STOP".
De m
otor wordt gestart (zie de
navolgende waarschuwing, die
geldt voor dieseluitvoeringen). De elektronische sleutel van het
Keyless entry and start-systeem moet
zich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet ter wijl de motor nog draait.
Rijden
Page 102 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Afzetten met de
elektronische sleutel
F Zet de auto stil.
Als u de elektronische sleutel vergeet
Als u de elektronische sleutel in de lezer laat zitten,
wordt u bij het openen van het bestuurdersportier
gewaarschuwd door een melding.
Afzetten met het keyless
entry and start - systeem
F Zet de auto stil.
A ls de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.
Aanzetten van het contact
(zonder te starten)
F Druk ter wijl de elektronische
s leutel zich in de auto bevindt op
de knop " START/STOP ".
De m
otor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
F
Dr
uk op de knop "
START/STOP".
De m
otor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveiliging
In de sleutels is een chip aangebracht die over
een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk.
Druk, met de elektronische sleutel van het
keyless entry and start-systeem in de lezer of
in het interieur van de auto, zonder een pedaal
in te trappen op de "START/STOP"-knop om
het contact aan te zetten.
F
Ve
rwijder de elektronische sleutel uit de
l e z e r. F
Dr
uk op de "START/STOP"-knop:
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
F
Dr
uk nogmaals op de knop om
het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.
Als het contact is aangezet, gaat
het systeem vanaf een bepaalde
laadtoestand van de accu automatisch
over op de eco-mode.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Page 103 of 418

101
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Noodprocedure voor het starten
met het keyless entry and start-
systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "START/STOP" drukt:
F
St
eek de elektronische sleutel in de lezer.
F
Ho
ud bij auto's met automatische of
elektronische versnellingsbak het
rempedaal ingetrapt of houd bij auto's met
handgeschakelde versnellingsbak het
koppelingspedaal volledig ingetrapt.
F
Dr
uk op de knop "START/STOP".
De
motor wordt gestart. In noodgevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel zich niet meer in
het detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.
Noodprocedure voor het afzetten van de motorAls de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless
entry and start-systeem
F Houd de knop "START/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op: zonder
de sleutel kan de motor niet meer gestart
wo r d e n).
Rijden
Page 104 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Bij zeer lage temperaturen of bij
het trekken van een aanhanger
Wij raden u aan de parkeerrem in deze
situaties niet aan te trekken.
Zet in dat geval bij aangezet contact de
parkeerrem handmatig vrij en voer, voordat u
het contact afzet, de volgende handeling uit:
F Handgeschakelde versnellingsbak:
s chakel de eerste versnelling of de
achteruitversnelling in.
F
Ele
ktronisch gestuurde
versnellingsbak: zet de
selectiehendel in de stand A of R.
F
Au
tomatische versnellingsbak: zet
de selectiehendel in de stand P of R.
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden bediend:
-
Au
tomatisch aantrekken/vrijzetten
De p
arkeerrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden
(standaard geactiveerde functies),
-
Hand
matig aantrekken/vrijzetten
De parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken door aan de hendel A te trekken.
U kunt de parkeerrem handmatig weer
v
rijzetten door het rempedaal ingetrapt
te houden en gelijktijdig aan de hendel te
trekken en deze vervolgens los te laten.
Als de parkeerrem nog niet is aangetrokken en
het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er
een geluidssignaal en verschijnt er een melding
op het display.
Programmeren van de
automatische werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de automatische werking van de parkeerrem
worden uitgeschakeld.
De functie wordt in dat
geval uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Elektrische parkeerrem
Als de automatische werking is
uitgeschakeld, moet de parkeerrem
handmatig worden bediend.
Als dit verklikkerlampje brandt
op het instrumentenpaneel, is de
automatische werking uitgeschakeld.
Verlaat de auto nooit zonder dat u
zich ervan hebt verzekerd dat de
parkeerrem is aangetrokken. Dit verklikkerlampje blijft
permanent branden.
Sticker op het portierpaneel
Bij een lege accu
Als de accu onvoldoende stroom levert,
werkt de elektrische parkeerrem niet.
Volg om veiligheidsredenen bovenstaande
voorschriften op om te voorkomen dat
de auto in beweging komt of plaats een
wielblok tegen een van de wielen.
Neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 105 of 418

103
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Om bij aangezet contact of draaiende motor
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal in, trekt u aan de hendel A in en
laat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Handmatig vrijzetten
- het uitgaan van het
v erklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje
P op d
e hendel A,
-
de m
elding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder het
rempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel.
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt
u aan de hendel A .
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het
branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
de m
elding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij
draaiende motor ter wijl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een melding op het display (behalve
bij auto's met automatische transmissie, als de
selectiehendel in de stand P (Park) staat).
Het extra stevig aantrekken van de parkeerrem is
noodzakelijk in de volgende omstandigheden:
- wanneer een caravan of aanhanger aan
d
e auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
wa
nneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd wordt
op een boot of trailer, of bij slepen).
U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is of op
een steile helling staat, dient u de parkeerrem
extra stevig aan te trekken, bij het parkeren
de voor wielen naar de stoeprand te sturen en
een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem duurt het langer voordat de
parkeerrem weer is vrijgezet.
Extra stevig aantrekken
Rijden
Page 106 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet:
ze zouden de parkeerrem kunnen
vrijzetten.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
- het branden van het
verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op de
hendel A ,
-
de m
elding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de parkeerrem automatisch
aangetrokken
.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden :
F
Hand
geschakelde versnellingsbak :
trap het koppelingspedaal volledig in
en schakel de eerste versnelling of de
achteruitversnelling in; geef gas en laat
het koppelingspedaal opkomen tot de
parkeerrem wordt vrijgezet.
F
Ele
ktronisch gestuurde
versnellingsbak : selecteer de stand A , M
of R en geef gas.
F
Au
tomatische versnellingsbak : selecteer
de stand D , M of R en geef gas.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het
doven van het verklikkerlampje
parkeerrem en het
verklikkerlampje
P op d
e hendel A,
-
de
melding "Parkeerrem vrijgezet".
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende
motor, niet onnodig gas, omdat u dan het risico
loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto tegen wegrollen te beveiligen
door de parkeerrem handmatig
aan te trekken.
Trek daarvoor aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het
branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
de
melding "parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om
uit te stappen ter wijl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het display
(behalve bij auto's met automatische
versnellingsbak, als de selectiehendel in de
stand P (Park) staat).
Stilzetten van de auto,
draaiende motor
Page 107 of 418

105
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Noodremfunctie
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.Bij een storing aan het ESP, aangegeven
door het branden van dit verklikkerlampje,
kan de stabiliteit bij het remmen niet
worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A
te trekken
en deze weer los te laten.
Wanneer het rempedaal niet werkt
of bij uitzonderlijke situaties (bijv.
wanneer de bestuurder onwel wordt),
kan de auto worden gestopt door aan
de hendel A te trekken en deze vast
te houden.
Het ESP-systeem zorgt ervoor dat de auto stabiel
blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect".
Bijzondere omstandigheden
Om een goede werking en dus uw
veiligheid te waarborgen, kan de
parkeerrem maximaal acht keer achter
elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Bij overmatig gebruik wordt u
gewaarschuwd door de melding
"Storing parkeerrem" en een knipperend
verklikkerlampje. Onder bepaalde omstandigheden (starten
van de motor...) kan de kracht waarmee de
parkeerrem is aangetrokken automatisch
worden aangepast. Dit is normaal.
Trap wanneer u de auto enkele centimeters
wilt verplaatsen zonder de motor te starten
bij aangezet contact het rempedaal in
en zet de parkeerrem vrij door aan de
hendel A te trekken en deze vervolgens
weer los te laten . Als de parkeerrem
volledig is vrijgezet, gaan het lampje op de
hendel A en het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel uit en wordt de melding
"Parkeerrem vrijgezet" weergegeven.
Rijden
Page 108 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de
auto dan stil op een vlakke en horizontale ondergrond, schakel een versnelling in, plaats indien nodig een wielblok en zet het contact af. Neem zo snel
mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Situaties Gevolgen
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
De
automatische bediening is uitgeschakeld.
-
De H
ill Start Assist is niet beschikbaar.
-
De
elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
De e
lektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden vrijgezet
door het rempedaal in te trappen en aan de hendel te trekken.
-
De H
ill Start Assist is niet beschikbaar.
-
De a
utomatische bediening en het handmatig aantrekken van de
parkeerrem blijven mogelijk.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
De
automatische bediening is uitgeschakeld.
-
De H
ill Start Assist is niet beschikbaar.
Page 109 of 418

107
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
SituatiesGevolgen
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
F
pa
rkeer de auto en zet het contact uit,
F
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,F zet het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de
e lektrische parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
zet h
et contact aan,
F
houd de hendel ongeveer 3 seconden aangetrokken en laat de hendel weer los.Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als
de verklikkerlampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet,
werken deze procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond
en laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
Al
leen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de
motor en automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
He
t handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem
is niet mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet
beschikbaar.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "Storing accu" .-
Ze
t de auto zo snel mogelijk stil (rekening houdend met het overige
verkeer) en beveilig de auto tegen wegrollen (plaats indien nodig een
wielblok achter een wiel).
-
Tr
ek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
Rijden
Page 110 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Hill Start Assist
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-
al
s de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
bi
j bepaalde hellingcondities,
-
al
s het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden wanneer
u het rempedaal loslaat:
-
als
bij de handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand is
ingeschakeld,
-
als
bij de elektronisch gestuurde
versnellingsbak de stand A of M is
ingeschakeld,
-
als
bij de automatische transmissie de
stand D of M is ingeschakeld.Werking
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het
verklikkerlampje van de parkeerrem en
het lampje P op de hendel (elektrische
parkeerrem) permanent branden.
Storing
Bij een storing in de Hill Start Assist gaan
deze verklikkerlampjes branden. Raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.