ESP CITROEN DS5 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS5, Model: CITROEN DS5 2015Pages: 418, PDF Size: 16.35 MB
Page 10 of 418

ExterieurElektronische sleutel / Keyless entry and start 52 - 60, 99 -101
-
op
enen / sluiten
-
d
iefstalbeveiliging
-
b
atterij
-
s
tarten
Instapverlichting
1
51
Meedraaiende koplampen
15
3
Statische bochtverlichting
15
4
Koplampverstelling
1
52
Lampen vervangen
21
3-217
-
k
oplampen
-
mi
stlampen vóór
-
zi
jknipperlichten Ruitenwissers
1
55-158
Ruitenwisserbladen vervangen
15
8, 228
Portieren
5
2-61
-
Ke
yless entry and start
-
o
penen/sluiten
-
cen
trale vergrendeling
-
n
oodbediening
Alarmsysteem
6
3 - 65 Cockpit roof
68
- 69
Allesdragers
233
A
ccessoires
2
35-236
ESC (ABS, BAS, ASR, ESP)
18
4-187
Bandenspanningscontrolesysteem 11 9 -12 0
Bandenspanning 11
9, 203, 278
Sneeuwkettingen
2
12
Wiel verwisselen
20
4-211
-
g
ereedschap
-
d
emonteren/monteren
Bandenreparatieset
1
98-203 Bagageruimte
53
, 62
-
op
enen / sluiten
-
n
oodbediening
Lampen vervangen
21
8-220
-
a
chterlichten
-
der
de remlicht
-
k
entekenplaatverlichting
-
m
istachterlichten
Buitenspiegels
8
0
Verlichting buitenspiegels
15
1
Brandstoftank 2
41-242
Tankbeveiliging (diesel) 24
3 Parkeerhulp 13
9-140
Achteruitrijcamera
14
1
Slepen
2
29-230
Trekhaak
2
31-232
DS5_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Page 14 of 418

Cockpit
Automatische schakeling grootlicht/dimlicht 1 49-150
Lane Departure Warning System
12
5
Interieurbeveiliging alarmsysteem
6
3-65
Ruitbediening voor/achter
66
- 67
Elektrische kinderbeveiliging
17
8
Centrale vergrendeling
61
O
penen van de brandstoftankklep
24
1
Openen van de achterklep
62
Pa
rkeerhulp
13
9-140
ESP-/ASR-systeem
1
86 -187
Stop & Start
12
1-124
of
D odehoekbewaking
12
6 -128
Rijen drukschakelaars (zijkant)
Urgence-oproep met lokalisering 183, 282-283
Assistance-oproep met lokalisering
18
3, 282-283
Cockpit roof
68
- 69
Head-up display
12
9 -130 Buitenspiegels
8
0
Koplampverstelling
1
52
Rijen drukschakelaars (midden)
DS5_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Page 29 of 418

27
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Remsysteempermanent. Het remvloeistofniveau is te laag.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer
van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren
door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
( ESP /ASR)knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het ESP-/ASR-systeem. Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 33 of 418

31
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichting knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Autogordel(s)
niet vastgemaakt
of weer
losgemaakt
permanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Een van de autogordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Controle tijdens het rijden
Page 42 of 418

DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Als de radio is ingeschakeld, kunt u via
dit menu de functies van de radio (RDS,
Volgsysteem digitale zender, FM, RadioText
(TXT)) in- of uitschakelen en kunt u kiezen
op welke manier de media moet worden
afgespeeld (Normaal, Willekeurig, Willekeurig
alle media, Herhalen).
Raadpleeg voor meer informatie over de
functie "Multimedia" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Als de radio is ingeschakeld en dit menu is
geselecteerd, kunt u de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
functie "Telefoon" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit
menu een Bluetooth apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree, audiobestanden
l eze n).
Zie voor meer informatie over de
"Bluetooth-verbinding" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende functies:
-
"P
arameters van auto definiëren",
-
"
Taalkeuze",
-
"C
onfiguratie beeldscherm".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto in- en uitgeschakeld worden:
-
"T
oegang tot de auto" (zie de rubriek
"Toegang tot de auto"):
● "Afstandsbed."
(
Alleen
be
stuurdersportier ontgrendelen),
● "Alleen
a
.klep
o
ntgrendelen"
(
Alleen achterklep ontgrendelen).
Menu "Multimedia" Menu "Bluetooth-
verbinding"
Menu "Telefoon" Menu "Persoonlijke
instellingen -
Configuratie"
Page 107 of 418

105
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Noodremfunctie
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.Bij een storing aan het ESP, aangegeven
door het branden van dit verklikkerlampje,
kan de stabiliteit bij het remmen niet
worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A
te trekken
en deze weer los te laten.
Wanneer het rempedaal niet werkt
of bij uitzonderlijke situaties (bijv.
wanneer de bestuurder onwel wordt),
kan de auto worden gestopt door aan
de hendel A te trekken en deze vast
te houden.
Het ESP-systeem zorgt ervoor dat de auto stabiel
blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect".
Bijzondere omstandigheden
Om een goede werking en dus uw
veiligheid te waarborgen, kan de
parkeerrem maximaal acht keer achter
elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Bij overmatig gebruik wordt u
gewaarschuwd door de melding
"Storing parkeerrem" en een knipperend
verklikkerlampje. Onder bepaalde omstandigheden (starten
van de motor...) kan de kracht waarmee de
parkeerrem is aangetrokken automatisch
worden aangepast. Dit is normaal.
Trap wanneer u de auto enkele centimeters
wilt verplaatsen zonder de motor te starten
bij aangezet contact het rempedaal in
en zet de parkeerrem vrij door aan de
hendel A te trekken en deze vervolgens
weer los te laten . Als de parkeerrem
volledig is vrijgezet, gaan het lampje op de
hendel A en het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel uit en wordt de melding
"Parkeerrem vrijgezet" weergegeven.
Rijden
Page 167 of 418

165
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Kinderzitje op de passagiersstoel voor*
"Met de rug in de rijrichting""Met het gezicht in de rijrichting"
Let erop dat de veiligheidsgordel goed
aansgespannen is.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun
voor dat de steun goed contact maakt
met de vloer. Verstel de passagiersstoel
als dit niet het geval is.
Passagiersstoel in de hoogste stand en zo
ver mogelijk naar achteren.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt
geplaatst, moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren worden geschoven, en in de hoogste
stand en met de rugleuning rechtop worden
gezet.
De frontairbag aan passagierszijde moet
zijn uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken .Wanneer een kinderzitje met het gezicht in
de rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel zo ver mogelijk
naar achteren worden geschoven, en in de
hoogste stand en met de rugleuning rechtop
worden gezet en mag de frontairbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
*
Ra
adpleeg de wetgeving in uw land alvorens
u een kinderzitje op deze zitplaats bevestigt.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 169 of 418

AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това може да причини СМ ЪРТ и ли С ЕРИОЗНО Н АРАНЯВАНЕ н а д етето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí S MRTI D ÍTĚTE n ebo V Á ŽNÉHO Z R ANĚNÍ.
DABrug ALDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKTIV AIRBAG. BARNET risikerer at blive ALVORLIGT
K VÆSTET eller DR ÆBT.
DEMontieren Sie auf einem Sitz mit AKTIVIERTEM Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der Fahr trichtung,
das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤΩΠΙΚΟ α ερόσακο π ου ε ίναι Ε ΝΕΡΓΟΣ. Α υτό μ πορεί ν α έ χει σ αν σ υνέπεια τ ο Θ ΑΝΑΤΟ ή τ ο Σ ΟΒΑΡΟ Τ ΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ τ ου Π ΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ESNO INSTALAR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal A CTIVADO, y a q ue p odría c ausar l esiones G R AVES o i ncluso l a M UERTE d el n iño.
ETÄrge MITTE KUNAGI paigaldage "seljaga sõidusuunas" lapseistet juhi kõrvalistmele, mille ESITURVAPADI on AKTIVEERITUD. Turvapadja
avanemine võib last TÕSISELT või ELUOHTLIKULT vigastada.
FIÄLÄ KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAK AVAN LOUKK A ANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GR AVEMENT
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi mo glo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HUSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a gyermek H ALÁLÁT v agy S ÚLYOS S ÉRÜLÉSÉT o kozhatja.
ITNON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GR AVI al bambino.
LTNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO PAGALVĖS. I šsiskleidus o ro p agalvei v aikas g ali b ūti M IRTINAI a rba S UNKIAI T R AUMUOTAS.
167
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Veilig vervoeren van kinderen
Page 179 of 418

177
DS5_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp
van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje
zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar
kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje
met de veiligheidsgordel voor dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan
worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
he
t kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
-
de v
oeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op.
Adviezen voor kinderzitjes
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje zo dicht mogelijk tegen de rugleuning
van de stoel van de auto aan zit of er zelfs
tegenaan drukt.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd.
Kinderen voorin Plaatsen van een
stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
ge
en kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
no
oit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
de s
leutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achter
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
d
eel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 186 of 418

Elektronisch stabiliteitsprogramma dat de
volgende systemen omvat:
-
he
t antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar (EBD),
-
de
noodremassistentie (AFU),
-
de a
ntislipregeling (ASR),
-
de d
ynamische stabiliteitscontrole (ESP).
Elektronisch stabiliteitsprogramma
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en voor een betere controle in
bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De EBD verdeelt de remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
Antislipregeling (ASR)
Dit systeem past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voorkomen
via de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(ESP)
Dit systeem houdt de vier wielen in de gaten
en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van
de door de bestuurder gewenste richting,
automatisch in via de remmen van een of
meerdere wielen en het motorkoppel om de
auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.