display CITROEN DS5 HYBRID 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS5 HYBRID, Model: CITROEN DS5 HYBRID 2016Pages: 780, PDF Size: 48.81 MB
Page 27 of 780

25
Servicetijdelijk, in combinatie
met een melding. Er zijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het display.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van
minimaal 60
km/h totdat het verklikkerlampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in
het controlesysteem bandenspanning, het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een
melding. Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp
van de melding op het display en raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is
overschreden.
Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat het onderhoud aan uw auto zo snel mogelijk
uitvoeren.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Controle tijdens het rijden
Page 34 of 780

Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
- i n zone A , de temperatuur is in orde,
-
i
n zone B, de temperatuur is te hoog. Het
waarschuwingslampje STOP gaat branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Page 35 of 780

33
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display van
het instrumentenpaneel.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden. Een melding
op het display van het instrumentenpaneel
geeft de resterende kilometers of tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display van het instrumentenpaneel tijdelijk het
volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel .
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers en de
verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
(volgens land van bestemming) heeft de
mate van vervuiling van de motorolie ook
invloed op de berekening.
Controle tijdens het rijden
Page 36 of 780

De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de
sleutel knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden
zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
met 300
km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display van het
instrumentenpaneel het volgende aan:
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk
van de mate van vervuiling van de
motorolie ook eerder gaan branden, wat
afhankelijk is van de rijomstandigheden
van de auto.
De sleutel blijft branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd hadden moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
gaat bij het aanzetten van het contact in
combinatie met deze waarschuwing ook het
verklikkerlampje Service branden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000
km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display van het
instrumentenpaneel gedurende enkele seconden het volgende aan:
Nadat de melding is verdwenen, blijft de
sleutel branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
De sleutel kan gaan branden als het interval
in tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt, zoals
vermeld in het onderhoudsschema van de
fabrikant, is overschreden.
Page 37 of 780

35
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5 minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt
enkele seconden weergegeven en
verdwijnt vervolgens weer.
Controle tijdens het rijden
Page 39 of 780

37
U kunt bij het rijden in het donker de lichtsterkte
van de dashboardverlichting handmatig
aanpassen.
Dimmer dashboardverlichting
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld:
F d ruk op deze knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te variëren,
F
l
aat deze knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
De ingestelde lichtsterkte wordt bij het afzetten
van het contact in het geheugen opgeslagen.
De dashboardverlichting kan niet met deze knop worden
ingesteld als de verlichting van de auto is uitgeschakeld.
De kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij het afzetten van
het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van
de auto.
Kilometerteller en dagteller
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
Controle tijdens het rijden
Page 40 of 780

Met dit systeem kan de verlichting van
bepaalde delen van het instrumentenpaneel
en de verlichting van het touchscreen (zwart
scherm) worden uitgeschakeld voor een
rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten.
Op het instrumentenpaneel blijft de
belangrijkste rijinformatie, zoals de rijsnelheid,
de verklikkerlampjes, de weergave van de
ingeschakelde versnelling van de automatische
transmissie en de gegevens van de
snelheidsregelaar/-begrenzer, verlicht.
Black-panelfunctie
(comfortweergave bij nachtelijke
ritten) met het touchscreen
Klokje
Het analoge klokje is niet voorzien van een
instelknop.
Raadpleeg voor het op tijd zetten de rubriek
over het configuratiemenu van het display
(autoradio).
Het klokje wordt gesynchroniseerd met de
tijd op het display; zodra de tijd op het display
gewijzigd en opgeslagen wordt, verdraaien de
wijzers en worden ze gesynchroniseerd met
de door u ingestelde tijd. Deze synchronisatie
vindt ook plaats elke keer dat het contact wordt
aangezet.
F
D
ruk bij ingeschakelde
verlichting op deze knop om de
functie in te schakelen.
Touchscreen
U kunt op elk gewenst moment de
verlichting van het touchscreen weer
inschakelen door op het zwarte scherm of
op een van de menutoetsen te drukken.
In de stand AUTO van de verlichting
wordt de black-panelfunctie
automatisch uitgeschakeld zodra de
lichtsterkte van het omgevingslicht
voldoende is.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om de functie
uit te schakelen of druk op de knop van de
dimmer van de dashboardverlichting.
Page 41 of 780

39
Monochroom display C
Afhankelijk van de context kan de volgende
informatie worden weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e grafische weergave van de parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de
handsfree kit,
-
d
e configuratiemenu's van het display en
de uitrusting van de auto. Druk op het bedieningspaneel van de Autoradio
op:
F
d
e toets A om te kiezen tussen weergave
van de audio-informatie op een volledig
scherm of de gecombineerde weergave
van de audiogegevens en de tijd,
F
d
e toets "MENU" voor toegang tot het
algemene menu ,
F
d
e toets "5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets "7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets "OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets "Terug" om de uitgevoerde
handeling af te breken. F
D
ruk op de toets "MENU"
om het
algemene menu weer te geven:
- "Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Bluetooth-verbinding".
-
"
Persoonlijke instellingen - Configuratie".
F D ruk op de toets "
7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets "OK" te drukken.
Weergave op het display ToetsenAlgemeen menu
Controle tijdens het rijden
Page 44 of 780

Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display worden
geselecteerd uit een lijst van talen.
Configuratie display
Via dit menu hebt u toegang tot de volgende
parameters:
-
"
Keuze van eenheden",
-
"
Datum en tijd instellen",
-
"
Instellingen display",
-
"Lichtsterkte".
Voer deze handelingen omwille van
de veiligheid alleen uit als de auto
helemaal stilstaat.
Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om het menu
"Configuratie beeldscherm" te selecteren
en druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om de in te
stellen parameter te selecteren. Bevestig
uw keuze door op de toets "OK" te
drukken, stel de parameter in en bevestig
nogmaals uw keuze om de wijziging op te
slaan.
F
S
tel de parameters één voor één in door
uw keuze te bevestigen met de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "5" of " 6", vervolgens
op de toets "OK" om het vakje "OK" te
selecteren en bevestig uw keuze of druk
op de toets "Terug" om de handeling af te
breken. Het analoge klokje op het dashboard
loopt synchroon met de tijd op het
display. Bij het bevestigen van de via
het configuratiemenu ingestelde tijd
en elke keer dat het contact wordt
aangezet, wordt het klokje automatisch
gesynchroniseerd.
Page 48 of 780

Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Display van het
instrumentenpaneel
Weergave van de informatie
F Druk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende functies
weer te geven. -
A
ctuele informatie:
●
ac
tieradius,
●
a
ctueel brandstofverbruik,
●
d
e teller van het Stop & Start-
systeem.
- Traject
"1":
●
g
emiddelde snelheid,
●
g
emiddeld brandstofverbruik
v
oor het eerste traject.
- Traject
"2":
●
g
emiddelde snelheid,
●
g
emiddeld brandstofverbruik v
oor het tweede traject.F
D
ruk zodra het gewenste traject wordt
aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan twee
seconden in.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
- R adio of mediadrager.
-
Navigatiesysteem.
Traject resetten