stop start CITROEN JUMPER SPACETOURER 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2017Pages: 774, PDF Size: 77.73 MB
Page 263 of 774

261
Spacetourer-VP_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Brandstoftank
Openen
Indien uw auto is voorzien van het 
Stop & Start-systeem, tank dan nooit 
wanneer de motor zich in de STOP-
stand bevindt; zet in dat geval altijd het 
contact af met de sleutel of met de knop 
"START/STOP" bij een auto met het 
Keyless entry and start-systeem.
-
 
Z
et altijd eerst de motor af.
-
 
O
ntgrendel de auto als deze is voorzien 
van het Keyless entry and start-systeem.
-
 
O
pen de brandstofvulklep.
Ta n k e n
Tank meer dan 8 liter brandstof om er voor te 
zorgen dat de stijging van het brandstofniveau 
wordt weergegeven op de brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan een 
geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. 
Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk 
die ontstaat door de afdichting van het 
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.
F
 
D
 raai de vuldop open en plaats deze op de 
steun (aan de klep).
F
 
S
 teek het vulpistool zo ver mogelijk in de 
vulopening en druk hierbij de metalen 
klep
  A in.
F
 
V
 ul de brandstoftank. Laat het vulpistool 
maximaal drie keer afslaan, aangezien er 
anders storingen kunnen optreden.
F
 
P
 laats de vuldop terug en sluit deze door 
de dop rechtsom te draaien.
F
 
D
 ruk de brandstofvulklep dicht (uw auto 
moet ontgrendeld zijn).
F
 
K
 ies bij het tankstation de juiste brandstof 
(deze staat vermeld op de sticker aan de 
binnenzijde van de brandstofvulklep van 
uw auto).
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 69
 l i t e r.
F 
A
 ls uw auto is voorzien van een 
conventionele sleutel, steek deze dan in de 
vuldop en draai de sleutel linksom.
7 
Praktische informatie  
Page 273 of 774

271
Spacetourer-VP_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
MotorkapOpenenSluiten
F Haal de motorkapsteun uit de uitsparing.
F Be vestig de motorkapsteun in de houder.
F
 
L
 aat de motorkap voorzichtig zakken en 
laat deze aan het einde van de slag in het 
slot vallen.
F
 
T
 rek aan de motorkap om te controleren of 
deze goed vergrendeld is.
F
 
N
 eem de motorkapsteun uit de houder 
en bevestig deze in de uitsparing om de 
motorkap geopend te houden.
Open de motorkap niet als het hard waait.
Wees bij warme motor voorzichtig met 
het bedienen van de veiligheidshaak 
en de motorkapsteun (kans op 
brandwonden).
Gebruik 
nooit een hogedrukreiniger om 
de motorruimte schoon te maken: de 
elektrische componenten kunnen dan 
beschadigd raken. De koelventilator kan ook nog gaan 
draaien nadat de motor is afgezet: 
houd daarom voor werpen en kleding 
uit de buur t van de ventilator.
F
 
B
eweeg de hendel omhoog en til de 
motorkap op.
F
 
O
pen het portier.
F
 
T
rek de hendel aan de onderzijde van het 
portierkader naar u toe.
Schakel het Stop&Start-systeem 
altijd uit als u handelingen onder de 
motorkap wilt uitvoeren, om letsel 
door het automatisch activeren van de 
START-stand te voorkomen.
7 
Praktische informatie  
Page 278 of 774

276
Spacetourer-VP_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig 
te controleren of de accupoolklemmen 
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder 
snelsluiting voor de accupoolklemmen) 
en of de aansluitingen schoon zijn.Laat de filters periodiek vervangen 
volgens de in het onderhoudsschema 
van de fabrikant aangegeven 
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het 
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema 
van de fabrikant voor het 
vervangingsinterval van dit 
onderdeel.
OliefilterRoetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt 
u hierop geattendeerd door het 
tijdelijk branden van dit lampje in 
combinatie met een melding op het 
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra 
de omstandigheden het toelaten, met een 
snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot 
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het 
minimum brandstofadditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende 
rubriek voor meer informatie over het 
controleren van niveaus .
Bij een nieuwe auto kunt u de 
eerste paar keer dat het roetfilter 
geregenereerd wordt een brandlucht 
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid 
wordt gereden of de motor langdurig 
stationair draait, kan bij gasgeven 
soms rook uit de uitlaat waargenomen 
worden. Dit heeft geen invloed op de 
prestaties en heeft geen gevolgen voor 
het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft 
op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden 
uitvoert aan de 12V-accu
 de desbetreffende 
rubriek voor meer informatie en de te nemen 
voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik 
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding 
geven, moeten de filters twee keer zo vaak 
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties 
van de airconditioning verstoren en 
onaangename geuren veroorzaken.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale 
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden 
vervangen door het CITROËN-netwerk 
of door een gekwalificeerde werkplaats. 
Praktische informatie  
Page 282 of 774

280
Spacetourer-VP_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw 
auto.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan 
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij 
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam 
de flacons koel en buiten direct zonlicht te 
bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten 
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan 
deze weer worden gebruikt nadat deze bij 
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto 
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
F
 
Z
 et het contact af en ver wijder de sleutel of 
druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op 
de START/STOP-knop om de motor af te 
zetten.
F
 
O
 pen voor toegang tot het AdBlue
®-
reservoir het linker voorportier.
F
 
T
rek van onderen aan de zwarte dop. F
 
D
 raai de blauwe dop een zesde 
omwenteling linksom.
F  
T
 rek de knop omhoog om hem te 
verwijderen.
Voer de lege AdBlue
®-flacons niet als 
huisvuil af, maar deponeer ze in een 
daartoe bestemde container of breng de 
flacons naar uw verkooppunt.
Controleer 's winters of de 
omgevingstemperatuur van de auto 
hoger is dan -11°C. Als het kouder is, 
bevriest het AdBlue
® waardoor u het 
niet in het reservoir kunt gieten. Laat 
uw auto enkele uren op een warmere 
plaats staan en vul vervolgens het 
reservoir bij. 
Praktische informatie  
Page 318 of 774

316
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
12V- ac c uDe accu bevindt zich in de motorruimte.
F Open de motorkap via hendel in het interieur en gebruik vervolgens de veiligheidshaak aan de buitenzijde.
F Bevestig de motorkapsteun.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu 
voor het starten van de motor met behulp van 
startkabels en voor het laden van een lege accu.
Algemeen
12V-loodaccu
Bescherm uw ogen en gezicht voordat 
u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend 
uit in een goed geventileerde ruimte, ver 
van open vuur of vonken veroorzakende 
bronnen, om elk risico van brand- of 
explosiegevaar uit te sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden 
beëindigd zijn.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale 
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden 
vervangen door het CITROËN-netwerk 
of door een gekwalificeerde werkplaats. Het aanduwen om de motor te starten 
is bij een auto met een automatische 
transmissie niet toegestaan.
Accu's bevatten giftige stoffen zoals 
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden ver werkt conform 
de regelgeving en mogen in geen geval 
met het huishoudelijke afval worden 
weggegooid.
Breng de gebruikte batterijen en accu's 
naar een speciaal inzamelpunt.
Raadpleeg de desbetreffende 
rubriek(en) voor meer informatie over 
de motorkap en de motor.
F
 
V
 erwijder de kunststof afdekkap voor 
toegang tot de pluspool.
De minpool van de accu is niet bereikbaar.
In plaats daarvan kunt u gebruikmaken van een 
massapunt aan de voorzijde van de auto. 
Storingen verhelpen  
Page 319 of 774

317
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Starten van de motor met een 
hulpaccu en startkabels
Start de motor nooit door een acculader 
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24  V 
o f h o g e r.
Controleer eerst of de nominale 
spanning van de hulpaccu 12 V 
bedraagt en of de capaciteit van de 
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van 
de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers 
(autoradio, ruitenwissers, verlichting 
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich 
niet in de buurt van bewegende delen 
van de motor (ventilateur, riem enz.) 
bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet 
los ter wijl de motor draait. F
 
B
 eweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust, 
het kunststof kapje van de pluspool (+) 
omhoog.
F
 
S
 luit de rode kabel aan op de pluspool (+) van 
de ontladen accu A  (bij het gebogen metalen 
gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) 
van de hulpaccu B  of de startbooster.
F
 
S
 luit de groene of zwarte kabel aan op 
de minpool (-) van de hulpaccu B  of de 
startbooster (of op het massapunt van de auto 
met de hulpaccu).
F
 
S
 luit het andere uiteinde van de groene of 
zwarte kabel aan op het massapunt C  van de 
auto met de lege accu.
F
 
S
 tart de motor van de auto met de 
hulpaccu en laat deze gedurende enkele 
minuten draaien.
F
 
S
 tel de startmotor in werking van de auto 
met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het 
contact af en wacht even alvorens een nieuwe 
poging te doen.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan 
de motor worden gestart met een hulpaccu 
(externe accu of een accu van een andere 
auto) en startkabels of een startbooster.
Een aantal functies, waaronder 
het Stop   & Start-systeem, is niet 
beschikbaar als de laadtoestand van de 
accu onvoldoende is.
F
 
W
 acht tot de motor stationair draait en 
neem dan de kabels in omgekeerde 
volgorde los.
F  
B
 reng, indien uw auto hiermee is uitgerust, 
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F  
L
 aat de motor minimaal 30 minuten 
draaien, rijdend of stilstaand, om het 
laadniveau van de accu op een correct peil 
te krijgen.
8 
Storingen verhelpen  
Page 320 of 774

318
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Voor een optimale levensduur van de accu 
is het noodzakelijk om het laadniveau van de 
accu op een voldoende peil te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn 
om de accu op te laden:
- 
a
 ls u voornamelijk korte ritten maakt,
-
 
v
 oordat de auto meerdere weken niet wordt 
gebruikt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
12V-accu opladen met een 
acculader
F Zet het contact uit.
F  S chakel alle stroomverbruikers (autoradio, 
verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
Als u zelf de accu van uw auto gaat 
opladen, gebruik dan uitsluitend een 
lader die geschikt is voor loodaccu's en 
die een nominale spanning van 12
 
V 
heeft.
Volg de door de fabrikant van de lader geleverde 
instructies.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
Probeer niet een bevroren accu op te 
laden. Risico van explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat 
deze dan door het CITROËN-netwerk 
of door een gekwalificeerde werkplaats 
controleren op beschadigingen van de 
inwendige delen en op scheuren in de 
behuizing (kans op lekkage van giftig 
en corrosief zuur).
Als deze sticker is aangebracht, mag 
uitsluitend een 12V-lader worden 
gebruikt. Anders kan de elektrische 
uitrusting van het Stop & Start-systeem 
ernstig beschadigd raken. De accu hoeft niet te worden 
losgekoppeld.
F
 
S
chakel om gevaarlijke vonken te 
voorkomen de lader B uit alvorens de 
kabels op de accu aan te sluiten.
F
 
C
ontroleer of de kabels van de lader in 
goede staat zijn.
F
 
B
eweeg het kunststof kapje van de 
pluspool omhoog (indien aanwezig). F
 
S
luit de kabels van de lader B als volgt 
aan:
-
 
d
 e rode pluskabel (+) op de pluspool (+) 
van de accu A ,
-
 
d
 e zwarte minkabel (-) op het massapunt 
C van de auto.
F
 
S
chakel na het laden de lader B uit 
alvorens de kabels los te maken van de 
accu A . 
Storingen verhelpen  
Page 321 of 774

319
Spacetourer-VP_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Forceer de hendel niet door erop te 
duwen, aangezien de accupoolklem 
niet kan worden vergrendeld als deze 
niet correct is geplaatst; herhaal de 
procedure.
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat 
gebruiken, koppel dan de 12V-accu los. Op 
deze manier blijft het laadniveau van de accu 
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de 
accu los te koppelen:
F 
sl
 uit alle te openen carrosseriedelen 
(portieren, achterklep, ruiten, dak),
F
 
s
 chakel alle stroomverbruikers (autoradio, 
ruitenwissers, verlichting enz.) uit,
F
 
z
 et het contact uit en wacht vier minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los 
te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
De (+) klem loskoppelen
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog  om de accupoolklem B te ontgrendelen.
Na het weer aansluiten van de accukabels
Weer aansluiten van de (+) klem
F Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+) van de accu.
F
 
D
 ruk verticaal op de accupoolklem om 
deze goed tegen de accu aan te drukken.
F
 
Z
 et de accupoolklem vast door de hendel A 
omlaag te bewegen. Zet na het weer aansluiten van de accu het 
contact aan en wacht 1 minuut alvorens de 
motor te starten, zodat de elektronische 
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Mochten er zich na deze handeling kleine 
storingen blijven voordoen, raadpleeg dan het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het 
zelf opnieuw initialiseren van de elektronische 
systemen zoals:
-
 
d
 e sleutel met afstandsbediening of de 
elektronische sleutel (volgens uitvoering),
-
 d
 e elektrische ruitbediening,
-  
d
 e datum en de tijd,
-
 de
  voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste 
keer starten van de motor, werkt het 
Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt de functie pas 
weer als de auto gedurende een 
bepaalde periode, die afhankelijk is 
van de omgevingstemperatuur en 
de
  laadtoestand van de accu  
(maximaal 8 uur), niet is gebruikt.
8 
Storingen verhelpen  
Page 340 of 774

338
Spacetourer-VP_nl_Chap10b_NAC-1_ed01-2016
Gesproken commando's "Navigatie"
Deze commando's kunnen vanaf elke schermpagina worden gegeven nadat op de stuur wieltoets voor de gesproken commando's of de telefoon 
is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Geef de gesproken commando's voor de bestemming (adres) in de taal die in het systeem is ingesteld."Gesproken commando's"
Aanwijzingen
Navigeer naar huis Om de navigatie te starten of een routepunt toe te voegen, zegt u "navigeer naar" en dan 
het adres of de naam van de contactpersoon. 
Bijvoorbeeld "navigeer naar adres Kerkstraat 11 Amsterdam" of "navigeer naar 
contactpersoon Jan Janssen". 
U kunt aangeven of het een favoriete of recente bestemming is. Bijvoorbeeld "navigeer 
naar favoriet adres Tennisclub" of "navigeer naar recente bestemming Kerkstraat 11 
Amsterdam". U kunt ook "navigeer naar huis" zeggen. Om POI's op een kaart te zien, kunt 
u bijvoorbeeld "toon hotels in Rotterdam" of "toon POI tankstation in de buurt" zeggen.
Voor meer informatie kunt u "hulp bij routebegeleiding" zeggen.
Navigeer naar het werk
Navigeer naar favoriet adres <...>
Navigeer naar contact <...>
Navigeer naar adres <...>
Toon POI <...> in de buur t
Af te leggen afstand
Om informatie over uw huidige route te krijgen, kunt u zeggen "wat is de nog af te leggen 
tijd" of "afstand", of "aankomsttijd". 
Om meer commando's te leren, kunt u "hulp bij navigatie" zeggen.
Af te leggen tijd
Aankomsttijd
Stop navigatie 
Audio en telematica  
Page 503 of 774

501
Spacetourer-VP_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Stop (verklikkerlampje) ...................................16
Streaming audio Bluetooth  ..........388, 444, 485
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
 
.............2 74
Stuurslot
 
............................................ 49, 59, 201
Stuurverstelling
 
............................................... 87
Stuurwiel (verstellen)
 
...................................... 87
Supervergrendeling
 ........................... 4
8, 53, 58
Synchroniseren afstandsbediening
 
..........51, 6 2
Tafelstand
 
........................................................ 89
Tafeltjes
 
......................................................... 112
Tankbeveiliging
 ...............................
..............262
Technische gegevens
 
...........................325, 326
Telefoon
 
...................... 390, 392, 394, 396 - 401, 
446, 448, 450, 452- 457, 487, 488, 490
Te l l e r
 
.......................................................... 13, 14
Temperatuurregeling ..................................... 127
Tijd instellen
 
.................................... 44, 411, 467
TMC (verkeersinformatie)
 
.............................357
Toegang AdBlue-tank
 
...................................280
Toegang tot het reservewiel
 
.........................292
Toerenteller
 ............................................... 13
, 14
Touchscreen
 ................. 3
7, 41, 42, 77, 148 -150, 
152, 153, 156, 216, 222, 232, 241, 243,  246, 247, 251, 253, 260, 331, 419
Trekhaak
 
............................................... 19 4, 265
Tweepersoons voorbank
 
........................93, 165
Tweezitsbank vóór
 
.......................................... 94
U
V
T
Schakel sneeuwketting .................................264
SCR (Selective Catalytic Reduction)  ............278
SCR-systeem
 
.......................................... 25, 278
Selectiehendel
 
.............................................. 210
Selectiehendel elektronisch gestuurde  versnellingsbak
 
........................................... 277
Serienummer auto
 ..............................
..........327
Service
 
............................................................ 26
Service (verklikkerlampje)
 
..............................26
Sfeerverlichting
 
............................................. 153
Sierdeel
 
......................................................... 297
Signalering onoplettendheid
 
.................247, 248
Sjorogen
 
........................................................ 115
Sleepoog
 
....................................................... 320
Slepen van een auto
  .............................320, 321
Sleutel
 
................................... 45 - 47, 63, 65, 195
Sleutel met afstandsbediening
 
...47, 56, 195, 201
SMS
 
....................................................... 4 01, 4 57
Sneeuwkettingen
 
................................. 258, 264
Snelheidsbegrenzer
 
.....................220, 223, 225
Snelheidslimietherkenning
 
..................221, 222, 
225, 228, 232
Snelheidsregelaar
 
........220, 223, 228, 229, 233
Snelheidsregeling met  snelheidslimietherkenning
 
..........................223
Soort lamp
 ..................................................... 29
8
Spaarfase
 
...................................................... 266
Spraakcommando's
 
..............................3 3 6 - 3 41
Sproeiers, verwarmd
 ............................ 13
1, 157
Startblokkering, elektronische
 .... 4
9, 59, 63, 201
Starten van de auto...... 198, 200, 202, 205, 210
Starten van de motor
  .................................... 195
Stickers
 
................................................... 10, 109
Stilzetten van de auto
  ..........198, 200, 205, 210
Stoelen verstellen
 
..................................... 87, 90
Stoelverwarming
 
....................................... 91, 9 4
Stoelverwarming, schakelaars
 
.................91, 9 4
Stop & Start
 
........................ 20, 27, 40, 131, 134, 
214, 216, 261, 271, 276, 316, 319 Uitschakelen ESP
  .........................................
161
Urgence-oproep  ....................................15 8, 328
USB
 
...............................................113, 388, 444
USB-aansluiting
 
...................113, 388, 444, 482
Vaste achterstoel en -bank
  .....................98, 109
Veiligheidsgordels
 
.........164, 166, 167, 179, 180
Veiligheidsgordels achter
 
.............................165
Veiligheidsvoorzieningen   voor kinderen
 .............................. 1
6 9, 173 -175 , 
181, 18 4 -18 6, 189
Ventilatie
 ...............
..........11, 125, 130, 134, 135
Vergrendelen ................................. 47, 52, 56, 63
Vergrendeling van binnenuit
 ........................... 64
V
erkeersinformatie (TA)
 ................................47
9
Verkeersinformatie (TMC)
 ............................ 3
57
Verklikkerlampje geopend portier ...................18
Verklikkerlampje SCR-systeem
 
......................25
Verklikkerlampje service
 
.................................26
Verklikkerlampje stop
 
......................................16
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
 
............19
Verklikkerlampjes
 ............................................ 15
V
erlichting
 
 ...............................................28, 14 4
Versnellingsbak, automatische
 .......... 1
1, 13, 14, 
19, 195, 200, 202, 205, 214,  215, 229, 233, 277, 316
. 
Trefwoordenregister