alarm CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021Pages: 324, PDF Size: 10.5 MB
Page 4 of 324
2
Inhoudsopgave
■
OverzichtOverzicht 4
Stickers 6
■
Eco-rijden
1InstrumentenpaneelInstrumentenpaneel 10
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 12
Meters 18
Kilometerteller en dagteller 24
Dimmer dashboardverlichting 25
Boordcomputer 25
Touchscreen 27
Op afstand bedienbare functies
(elektrische auto)
28
Datum en tijd instellen 29
2 ToegangElektronische sleutel met afstandsbediening en
ingebouwde fysieke sleutel 31
Ontgrendelen/Volledige of selectieve
ontgrendeling
33
Noodprocedures 38
Centrale vergrendeling 40
Elektrisch bedienbare schuifdeur(en) 42
Algemene aanbevelingen voor de schuifdeuren 44
Handsfree-functie schuifdeur(en) 46
Achterdeuren 48
Achterklep 49
Ruit van de achterklep 49
Alarm 49
Elektrische ruitbediening 51
3Ergonomie en comfortJuiste zitpositie 53
Voorstoelen 53
Tweezitsbank vóór 55
Stuurwielverstelling 57
Spiegels 57
Moduwork 58
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot
de stoelen en banken
62
Vaste eendelige bank 63
Vaste stoel en bank achter 64
Achterstoel en -bank op rails 67
Achterstoel(en) op rails 69
Dubbele cabine, vast 72
Dubbele cabine, neerklapbaar 73
Voorzieningen in het interieur 74
Inrichting laadruimte 78
Voorzieningen passagierscompartiment achter 79
Panoramadak 81
Wegklapbare schuiftafel 81
Verwarming en ventilatie 85
Verwarming 86
Handbediende airconditioning 86
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
87
Ontwasemen - ontdooien voorruit 89
Achterruit- en buitenspiegelverwarming -
ontdooien
90
Verwarming - airconditioning achter 90
Extra verwarmings-/ventilatiesysteem 91
Voorverwarming/voorkoeling airco (Elektrisch) 93
Plafonnier(s) 94
4Verlichting en zichtLichtschakelaar 96
Richtingaanwijzers 97
Verlichting overdag / Parkeerlichten 98
Automatisch inschakelen koplampen 98
Follow me home- en instapverlichting 98
Statische bochtverlichting 99
Grootlichtassistent 99
Hoogteafstelling van de koplampen 101
Sfeerverlichting interieur 101
Ruitenwisserschakelaar 101
Automatische stand ruitenwissers 102
Ruitenwisserbladen vervangen 104
5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid 105
Alarmknipperlichten 105
Noodoproep of pechhulpoproep 106
Claxon 108
Geluidssignaal voor voetgangers (elektrisch) 108
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) 108
Advanced Grip Control 111
Veiligheidsgordels 11 2
Airbags 11 5
Kinderzitjes 11 8
De airbag vóór aan passagierszijde
uitschakelen
121
ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes 128
Mechanische kinderbeveiliging 144
Elektrisch kinderslot 145
Kinderslot van de ruitbediening achter 145
6RijdenRijadviezen 146
Starten/afzetten van de motor 148
Handbediende parkeerrem 152
Elektrische parkeerrem 152
Hill Start Assist 155
Handgeschakelde 6-versnellingsbak 156
Schakelindicator 156
Automatische transmissie 157
Keuzeschakelaar 160
Rijmodi (elektrisch) 162
Page 7 of 324
5
Overzicht
Stuurkolomschakelaars
1.Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Bediening audiosysteem
4. Bediening snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer/Adaptieve cruise control
5. Rolknop voor het selecteren van de
weergavemodus van het instrumentenpaneel
6. Bediening spraaksynthese
Volume
7. Bediening audiosysteem
Middelste rij schakelaars
1. Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit
2. Elektrisch bediende schuifdeur links
3. Elektrisch kinderslot
4. Elektrisch bediende schuifdeur rechts
5. Selectie cabine/laadruimte
6. Alarmknipperlichten
7. DSC/ASR-systeem
8. Bandenspanningscontrolesysteem
9. Stop & Start (diesel)
Rij schakelaars aan de zijkant
1. Advanced Grip Control
2. Head-up display
3. Parkeerhulp
4. Extra verwarmings-/ventilatiesysteem
5. Alarm
6. Hoogteverstelling van de koplampen
7. Lane Departure Warning System
8. Dodehoekbewakingssysteem
9. Grootlichtassistent
Elektromotor
1.Laadaansluiting
2. Tractiebatterij
3. 12V-accu
4. Geïntegreerde lader
5. Elektromotor
6. Laadkabel
Via laadaansluiting
1
kan de auto op 3 manieren
worden opgeladen:
–
Opladen via een normaal stopcontact en de
bijbehorende laadkabel 6
(Mode 2).
–
V
ersneld opladen via een lader voor versneld
laden (wallbox) (Mode 3).
–
Snelladen via een openbaar snellaadpunt
(Mode 4).
De tractiebatterij van 400
V
2
is een lithium-
ionbatterij. Deze slaat energie op die voor
de elektromotor, de airconditioning en de
verwarming wordt gebruikt. Het laadniveau
Page 15 of 324
13
Instrumentenpaneel
1Laadtoestand accuPermanent.
Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet correct
gespannen of gebroken enz.).
Reinig de nokjes en bevestig deze weer als het
waarschuwingslampje niet uitgaat wanneer de
motor is gestart, (2) uitvoeren.
Veiligheidsgordels losgemaakt of niet
vastgemaakt
Permanent of knipperend, samen
van een toenemend
geluidssignaal.
Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt (afhankelijk
van de uitvoering).
Deur openPermanent, in combinatie met een
melding die het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.
Een geluidssignaal is hoorbaar bij het alarm als
de snelheid hoger is dan 10
km/h.
Een portier, de kofferbak, de achterklep of de
achterklepruit staat nog open (afhankelijk van de
uitvoering).
Sluit de toegangsopening.
Dit lampje gaat niet branden als de rechter
achterdeur (indien aanwezig) niet goed is
gesloten.
Elektrische parkeerremPermanent.
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken.
Knippert.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet.
Voer (1) uit: parkeer de auto op een vlakke
(horizontale) ondergrond.
Bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
Bij een auto met een automatische transmissie
of een selectiehendel (elektrisch): selecteer
stand PBij een auto met een automatische
transmissie of een selectiehendel
Zet het contact af en voer (2) uit.
Handbediende parkeerremPermanent.
De parkeerrem is ingeschakeld of niet
goed vrijgezet.
RemsysteemBrandt permanent.
Het remvloeistofniveau is te laag.
Voer (1) uit en vul het remvloeistofreservoir
bij met de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof. Voer (2) uit als het probleem blijft
bestaan.
Permanent.
Een storing in het systeem van de
elektronische remdrukregelaar (EBD).
Voer (1) en dan (2) uit.
Oranje waarschuwingslampjes
Service
Brandt tijdelijk in combinatie met de
weergave van een melding.
Er zijn één of meer kleine storingen gedetecteerd
waarbij geen specifiek waarschuwingslampje
gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing
met behulp van de melding op het
instrumentenpaneel.
Sommige problemen kunt u zelf oplossen,
zoals het vervangen van de batterij in de
afstandsbediening.
Zie (3) voor andere problemen, zoals een storing
in het bandenspanningscontrolesysteem.
Brandt permanent, in combinatie met de
weergave van een melding.
Er zijn één of meerdere grote storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
waarschuwingslampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing
met behulp van de melding op het
instrumentenpaneel en voer vervolgens (3) uit.
Permanent, in combinatie met de melding
"Storing parkeerrem".
De functie automatisch vrijzetten van de
elektrische parkeerrem is niet beschikbaar.
Zie (2).
Waarschuwingslampje Service
brandt permanent en
Page 33 of 324
31
Toegang
2Elektronische sleutel
met afstandsbediening
en ingebouwde fysieke
sleutel,
Als een van de portieren of de achterklep nog open is of als de elektronische
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem in de auto is achtergebleven, dan
wordt de centrale vergrendeling niet
ingeschakeld.
Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren of de achterklep worden
vervolgens niet geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door een CITROËN-dealer of gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van
het Keyless entry and start-systeem mee te
nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen
als de sleutel nog in een van de aangegeven
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is
vergrendeld.
Als een portier of deur, of de achterklep niet goed is gesloten (behalve de rechter
achterdeur):
–
gaat, bij stilstaande auto en draaiende motor
,
dit lampje branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele seconden
wordt weergegeven,
–
brandt tijdens het rijden (wagensnelheid
hoger dan 10 km/h) dit verklikkerlampje in
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die gedurende enkele
seconden wordt weergegeven.
Sleutel met
afstandsbediening
Met de sleutel met afstandsbediening kunt
de auto ontgrendelen of vergrendelen door
de centrale vergrendeling te bedienen via het
portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie van de auto, het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor, en maakt deel uit van de
diefstalbeveiliging.
De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan
staat.
De sleutel uitklappen/inklappen
► Druk op deze toets om de sleutel uit of in te
klappen.
De afstandsbediening kan beschadigd
raken als u niet op de toets drukt.
Keyless entry and start
Hiermee kunt u de auto op afstand ontgrendelen
of vergrendelen.
De afstandsbediening dient tevens voor het
lokaliseren en starten van de auto en maakt deel
uit van de diefstalbeveiliging.
Geïntegreerde sleutel
Hiermee kan de auto vergrendeld en
ontgrendeld worden als de afstandsbediening
niet werkt:
–
lege batterij, accu ontladen of losgekoppeld, ...
Page 34 of 324
32
Toegang
Vergrendelen van de auto
Wanneer de portieren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Neem uit veiligheidsoverwegingen de sleutel
of de elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door een CITROËN-dealer
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u zeker weet dat de sleutels
in uw bezit de enige sleutels zijn waarmee de
auto kan worden gestart.
De handsfree functies worden in de
ruststand gezet als ze 21 dagen niet
worden gebruikt, zodat de batterij in de
elektronische sleutel en de accu van de auto
niet leeg lopen. Druk op een van de toetsen
van de afstandsbediening of plaats de
elektronische sleutel in de lezer en start de
motor om het systeem weer te activeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het Keyless entry and
start-systeem.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur zoals telefoons
– auto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
► Trek aan de knop 1 om de sleutel 2 uit de
behuizing te verwijderen.
Als het inbraakalarm is geactiveerd, zal het geluidssignaal dat klinkt bij het met
de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) openen van een portier,
bij het aanzetten van het contact stoppen.
"Keyless entry and start" met de
elektronische sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de
afstandsbediening op zak houdt in het
detectiegebied " A".
De functie handsfree-toegang werkt niet
en de portieren kunnen niet worden
geopend als het contact AAN (stand
Accessoires) is gezet met de knop "START/
STOP".
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het starten en afzetten van
de motor,Keyless entry and start en in het
bijzonder de stand "contact aan".
Lokaliseren van de auto
Hiermee kunt u uw auto op afstand lokaliseren
terwijl de auto is vergrendeld:
–
De richtingaanwijzers knipperen ongeveer 10
seconden.
–
De plafonniers gaan branden.
► Druk op deze toets.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van de auto.Druk kort op deze knop om de verlichting
via de afstandsbediening in te schakelen
(inschakelen van het parkeerlicht, het dimlicht en
de kentekenplaatverlichting).
Door de knop een tweede keer in te drukken
terwijl de verlichting nog brandt, wordt de
verlichting via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor
kan zorgen dat de afstandsbediening
niet meer werkt. In dat geval moet de
afstandsbediening worden gereset.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact
is uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Was de elektronische startblokkering
niet aan, omdat er dan storingen kunnen
ontstaan.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te verwijderen en aan
het stuurwiel te draaien om het stuurslot te
activeren.
Page 36 of 324
34
Toegang
Met te openen achterruit (achterklep)
► Met de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak drukt u op de
knop voor het ontgrendelen van de te openen
achterruit om de auto te ontgrendelen. De ruit
gaat iets open; beweeg de ruit vervolgens
omhoog om de ruit te openen.
Selectieve ontgrendeling
Het ontgrendelen wordt aangegeven
door het gedurende enkele seconden
snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de afstandsbediening
► Druk eenmaal op deze knop om
alleen de portieren van de cabine te
ontgrendelen.
schakel het contact in en druk langer dan twee
seconden op deze toets.
Er klinkt een geluidssignaal en afhankelijk van
de uitvoering verschijnt er een melding ter
bevestiging dat het verzoek is uitgevoerd.
De selectieve ontgrendeling tussen
cabine en laadruimte is standaard
geactiveerd.
Ontgrendelen/Volledig
ontgrendelen
Het ontgrendelen wordt aangegeven
door het gedurende enkele seconden
snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de sleutel
► Steek de sleutel in het slot van het portier
linksvoor en draai hem richting de voorzijde van
de auto om de auto
volledig te ontgrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
uitgeschakeld. Het alarm wordt geactiveerd
als een portier wordt geopend en kan worden
uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op een van deze toetsen
om de auto te ontgrendelen
(afhankelijk van de uitvoering).
Met de afstandsbediening bij
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
► Om de auto volledig te ontgrendelen
en de schuifdeur te openen, moet u deze
knop ingedrukt houden totdat de schuifdeur
opengaat.
Met de Keyless entry and
start -afstandsbediening op zak
Voor het ontgrendelen van de auto moet de
afstandsbediening in detectiegebied A aanwezig
zijn.
►
Als u de auto
volledig wilt ontgrendelen,
legt u uw hand achter een van de portiergrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en)
of achterdeur links). Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier/de deur te openen.
Met elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
► Als u de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak hebt, legt u uw
hand achter de portiergreep om de auto
te ontgrendelen.
Trek vervolgens aan de
portiergreep en laat hem weer los. Hierdoor gaat
ook de desbetreffende deur open.
Met achterklep
► Met de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak kunt u de auto
ontgrendelen door aan de handgreep van de
achterklep te trekken en deze daarna omhoog te
bewegen.
Page 37 of 324
35
Toegang
2Met te openen achterruit (achterklep)
► Met de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak drukt u op de
knop voor het ontgrendelen van de te openen
achterruit om de auto te ontgrendelen. De ruit
gaat iets open; beweeg de ruit vervolgens
omhoog om de ruit te openen.
Selectieve ontgrendeling
Het ontgrendelen wordt aangegeven
door het gedurende enkele seconden
snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de afstandsbediening
► Druk eenmaal op deze knop om
alleen de portieren van de cabine te
ontgrendelen.
► Druk nogmaals op deze knop om de
deuren van de laadruimte (schuifdeuren en
achterdeuren) te ontgrendelen.
Als uw auto is uitgerust met deze functie:
► Druk op deze knop om alleen de
laadruimte te ontgrendelen.
Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
► Druk om alleen d e laadruimte te
ontgrendelen zonder de schuifdeur te
openen op de knop van de desbetreffende
schuifdeur of houd de knop ingedrukt om de
schuifdeur te openen.
Met de Keyless entry and start-
afstandsbediening op zak
► Als u alleen de cabine wilt ontgrendelen,
legt u uw hand achter een portiergreep van het
portier linksvoor of rechtsvoor. Trek vervolgens
aan de portiergreep om het portier te openen.
De vergrendelingsstatus van de deuren
van de laadruimte blijft ongewijzigd.
► Als u alleen de laadruimte wilt ontgrendelen
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt
binnen detectiezone
A, B of C, legt u uw hand
achter de handgreep van een van de deuren
van de laadruimte. Trek vervolgens aan de
handgreep om de desbetreffende deur te
openen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels alleen uitgeklapt wanneer
de cabine wordt ontgrendeld en het
alarmsysteem is uitgeschakeld.
Page 38 of 324
36
Toegang
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten
niet door voorwerpen of personen wordt
gehinderd.
Let vooral goed op als kinderen de ruiten
bedienen.
Als de auto niet is voorzien van een alarmsysteem, dan gaan de
richtingaanwijzers ongeveer twee seconden
branden om aan te geven dat de auto is
vergrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden
tegelijkertijd de buitenspiegels ingeklapt.
Wanneer de portieren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Verlaat om veiligheidsredenen nooit de
auto, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
afstandsbediening mee te nemen.
Supervergrendeling
De supervergrendeling schakelt de
buiten- en binnenportiergrepen uit en de
knop voor de centrale vergrendeling op het
dashboard.
De claxon blijft werken.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
► Terwijl u de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak hebt, legt u uw hand
achter de portiergreep links of rechts om de
laadruimte te ontgrendelen. Trek vervolgens
aan de portiergreep en laat hem weer los.
Hierdoor gaat ook de desbetreffende deur open.
Met achterklep
► Met de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak kunt u de laadruimte
ontgrendelen door aan de handgreep van de
achterklep te trekken en deze daarna omhoog te
bewegen.
Het ontgrendelen wordt aangegeven
door het gedurende enkele seconden
snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Vergrendelen
Met de sleutel
► Steek de sleutel in het slot van het
portier linksvoor en draai hem richting de
achterzijde van de auto om de auto volledig te
vergrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
ingeschakeld.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze knop om de auto
volledig te vergrendelen.
Met de Keyless entry and
start
-afstandsbediening op
zak
Voor het vergrendelen van de auto moet de
afstandsbediening zich in detectiegebied A
bevinden.
► Als u de auto wilt vergrendelen, drukt u op
de merktekens van een van de portiergrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en) of
achterdeur links).
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
► Met de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak kunt u
de auto
volledig vergrendelen door
op de merktekens op een van de
portierhandgrepen
voor
te drukken.
Met achterklep
► Met de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak drukt u op de
vergrendelknop voor de achterklep om de auto
te vergrendelen.
Afhankelijk van de uitvoering kunt u de ruiten sluiten door de
vergrendelknoppen ingedrukt te houden. Als u
de knop loslaat, stopt de ruit direct.
Page 39 of 324
37
Toegang
2Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten
niet door voorwerpen of personen wordt
gehinderd.
Let vooral goed op als kinderen de ruiten
bedienen.
Als de auto niet is voorzien van een alarmsysteem, dan gaan de
richtingaanwijzers ongeveer twee seconden
branden om aan te geven dat de auto is
vergrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden
tegelijkertijd de buitenspiegels ingeklapt.
Wanneer de portieren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Verlaat om veiligheidsredenen nooit de
auto, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
afstandsbediening mee te nemen.
Supervergrendeling
De supervergrendeling schakelt de
buiten- en binnenportiergrepen uit en de
knop voor de centrale vergrendeling op het
dashboard.
De claxon blijft werken.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
► Steek om de supervergrendeling van de
auto in te schakelen de sleutel in het slot van
het portier linksvoor en draai hem richting de
achterzijde van de auto.
►
Draai de sleutel binnen vijf seconden
nogmaals richting de achterzijde.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze knop om de
supervergrendeling in te schakelen.
►
Druk
binnen 5 seconden na het
vergrendelen nogmaals op deze knop.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering, de buitenspiegels elektrisch
ingeklapt.
Als de auto niet is voorzien van het alarmsysteem, wordt het inschakelen van
de supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2 seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Met de Keyless entry and start-
afstandsbediening op zak
Voor het vergrendelen van de auto moet de
afstandsbediening zich in detectiegebied A
bevinden.
► Als u de auto volledig wilt vergrendelen,
drukt u op de merktekens van een van de
portiergrepen (voorportier(en), handbediende
schuifdeur(en) of achterdeur links).
►
Druk
binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling in te
schakelen.
Met elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
► Met de Keyless entry and start
-afstandsbediening op zak kunt u de
auto
volledig vergrendelen door op de
merktekens op een van de handgrepen van de
portieren
voor
te drukken.
►
Druk
binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling in te
schakelen.
Met achterklep
► Met de Keyless entry and start
-afstandbediening op zak drukt u op de
Page 40 of 324
38
Toegang
► Controleer of de kinderbeveiliging van
de schuifdeur niet geactiveerd is. Zie de
desbetreffende rubriek.
Voorportier aan passagierszijde
Schuifdeur
► Verwijder de zwarte dop op de zijkant van het
portier met behulp van de sleutel.
► Steek de sleutel voorzichtig in de opening en
duw zonder de sleutel te verdraaien de pal naar
de binnenzijde van het portier.
► Verwijder de sleutel en breng de zwarte dop
aan.
► Sluit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
Achterdeuren
Ontgrendelen
► Gebruik de binnenportiergreep.
Vergrendelen
► Controleer of het elektrische kinderslot
(indien aanwezig) niet is ingeschakeld.
► Open de achterdeur links.
vergrendelknop voor de achterklep om de
auto
volledig te vergrendelen.
►
Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de
knop om de supervergrendeling in te schakelen.
Als de auto niet is voorzien van een alarmsysteem, dan gaan de
richtingaanwijzers ongeveer twee seconden
branden om aan te geven dat de
supervergrendeling is ingeschakeld.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening
of elektronische sleutel
verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de
sleutelcode naar een CITROËN-dealer.
De CITROËN-dealer kan de sleutelcode en
de transpondercode uitlezen, waardoor er een
nieuwe sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
– De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
Een storing in de afstandsbediening.
–
De accu van de auto is leeg.
– De auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem
mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
►
Steek de sleutel in het deurslot.
►
Draai de sleutel in de richting van
de voorzijde/achterzijde om de auto te
ontgrendelen/vergrendelen.
►
Draai de sleutel binnen 5 seconden
nogmaals naar de achterzijde van de auto om de
supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Als de auto is uitgerust met een alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de
sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
klinkt de sirene bij het openen van de
deur. De sirene stopt als het contact wordt
ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel in het slot nadat de auto met de
afstandsbediening of het Keyless entry
and start-systeem is vergrendeld, dan
worden alle portieren en de achterklep
ontgrendeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel
in het slot nadat de auto met de sleutel is
vergrendeld, dan worden alleen de portieren
(voorportieren en schuifdeur(en)) ontgrendeld.
De achterdeuren en achterklep worden niet
ontgrendeld. Wanneer het contact wordt
aangezet, worden ze ontgrendeld.
Centrale vergrendeling
werkt niet
Gebruik deze procedures in de volgende
situaties:
–
Storing in de centrale vergrendeling.
–
Accu losgekoppeld of leeg.
Bij een storing in het centrale-
vergrendelingssysteem moet de accu
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig
is vergrendeld.
Portier linksvoor
► Steek de sleutel in het portierslot.
► Draai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto om deze te vergrendelen
of in de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
Voorportier aan passagierszijde en
schuifdeur
Ontgrendelen
► T rek aan de handgreep aan de binnenzijde.
Vergrendelen
►
Open het portier
.