tyre pressure FIAT DOBLO COMBI 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2018Pages: 284, PDF Size: 23.89 MB
Page 116 of 284

STARTEN EN RIJDEN
Laten we eens kijken naar het "hart"
van het voertuig: dan kunt u zien hoe u
het potentieel ervan optimaal kunt
benutten.
We zullen u laten zien hoe u het
voertuig in elke situatie veilig kunt
besturen, zodat het een echte "maatje"
voor u kan zijn, waarbij het comfort
en de portefeuille niet vergeten worden.DE MOTOR STARTEN ....................115
DE AUTO PARKEREN .....................116
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK ......................118
COMFORT-MATIC-/DUALOGIC-
VERSNELLINGSBAK ......................119
START&STOP-SYSTEEM ................121
TPMS (TYRE PRESSURE
MONITORING SYSTEM) .................123
SPEED BLOCK ...............................125
CRUISE-CONTROL.........................126
TRACTION PLUS SYSTEEM ...........128
PARKEERSENSOREN.....................128
TANKEN..........................................130
AANHANGERS TREKKEN ..............133
114
STARTEN EN RIJDEN
Page 125 of 284

BELANGRIJK
96)Laat de accu alleen vervangen door
een dealer van het Fiat Servicenetwerk.
Vervang de accu door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type en met
dezelfde specificaties.
97)Controleer alvorens de motorkap te
openen of de motor is afgezet en of de
contactsleutel in de stand OFF staat. Volg
de instructies op die zijn aangegeven op
het plaatje op de voorste traverse. Wij
adviseren om de contactsleutel uit te
nemen als er zich nog inzittenden in de
auto bevinden.
98)Alle inzittenden moeten uit de auto
stappen nadat de contactsleutel is
uitgenomen of naar de OFF-stand is
gedraaid. Controleer bij het tanken of de
motor is afgezet en of de contactsleutel in
de stand OFF staat.
99)Als bij voertuigen met een
automatische versnellingsbak de motor op
een helling is afgezet, dan moet hij gestart
worden door de versnellingspook in (+)
of (–) te zetten zonder het rempedaal los te
laten. Bij voertuigen met een automatische
versnellingsbak en Hill Holder-functie moet
de motor, wanneer die automatisch op
een helling is afgezet, gestart worden door
de versnellingspook in (+) of (–) te zetten
zonder het rempedaal los te laten, zodat de
Hill Holder-functie kan worden
ingeschakeld, die alleen bij draaiende
motor werkt.100)Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het Start&Stop-
systeem worden uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven werken.
TPMS (Tyre
Pressure
Monitoring System)
(voor bepaalde versies/markten)
101) 102) 103) 104) 105) 106) 107) 108) 109)
BESCHRIJVING
Het systeem waarschuwt de
bestuurder als een of meer banden leeg
zijn met het waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel (samen
met een waarschuwingsbericht en
een geluidssignaal). Dit wordt
weergegeven tot de bandenspanning
overeenstemt of hoger is dan de
bandenspanning die voor koude
banden is gespecificeerd. Dit
controlelampje dooft na de
automatische bijwerking van het
systeem. Het kan nodig zijn om 20
minuten met een snelheid van meer
dan 20 km/h te rijden om ervoor te
zorgen dat het TPMS deze informatie
ontvangt.
De bandenspanning moet altijd op
basis van de koude bandenspanning
worden afgesteld. De koude
bandenspanning is de spanning van de
banden na minstens drie uur stilstand
van het voertuig of een rit van minder
dan 1,6 km na een pauze van drie uur.
123
Page 126 of 284

De koude bandenspanning mag niet de
maximum bandenspanning
overschrijden die op de zijkant van de
band is aangegeven.
OPMERKING
Het TPMS vervangt niet het normale
onderhoud van banden en dient ook
niet om eventuele storingen van
banden aan te geven.
Daarom mag het TPMS niet gebruikt
worden als drukschakelaar tijdens de
afstelling van de bandenspanning.
Rijden met onvoldoende
bandenspanning veroorzaakt
oververhitting van de banden en kan tot
defecten van de banden leiden. Een
lage bandenspanning vermindert
tevens de brandstofefficiency en de
duur van het loopvlak en kan de
handling en remwerking van het
voertuig nadelig beïnvloeden.
Het TPMS vervangt niet een correct
onderhoud van de banden. De
bestuurder moet ervoor zorgen dat de
juiste bandenspanning wordt
gehandhaafd, door deze met een
geschikte drukschakelaar te meten. Dit
is ook nodig indien de bandenspanning
nog niet dusdanig is gedaald dat het
controlelampje van de bandenspanning
gaat branden.
Het TPMS waarschuwt de
bestuurder in elke situatie van
onvoldoende bandenspanning. Als
deze om welke reden dan ook onder
de limiet voor onvoldoende
bandenspanning daalt, waaronder lage
temperatuur en normaal
spanningsverlies van de band.
De temperatuurschommelingen van
de seizoenen beïnvloeden de
bandenspanning.
BELANGRIJK De controle en het
behoud van de juiste spanning van alle
banden zijn zeer belangrijk.
Waarschuwing lage spanning Tyre
pressure monitoring system
BELANGRIJK In het geval van
spanningsverlies van meer dan een
band achter elkaar, zonder de motor uit
en weer in te schakelen, wordt het
geluidssignaal van de tweede
betreffende band niet geactiveerd,
alleen het speciale signaal wordt op het
display weergegeven.
Om te voorkomen dat het signaal wordt
opgeslagen in het geval van
spanningsverlies van nog een volgende
band (met uitschakeling van het
geluidssignaal), moet de contactsleutel
naar MAR en dan naar STOP worden
gedraaid, elke keer als de spanning
hersteld wordt.Storingen in de werking van het
TPMS
Een systeemstoring wordt gemeld door
de controlelamp
die eerst 75
seconden knippert en daarna vast blijft
branden.
BELANGRIJK
101)Het TPMS is geoptimaliseerd voor de
originele banden en wielen die geleverd
zijn. De spanningen en waarschuwingen
van het TPMS zijn afgestemd op de maat
banden die op het voertuig zijn
gemonteerd. Als een vervangende
uitrusting van verschillende maat, type of
soort wordt gebruikt, kan een
onregelmatige werking van het systeem of
beschadiging van de sensoren optreden.
Niet-originele reservebanden kunnen
de sensor beschadigen. Gebruik geen
bandenafdichtmiddel of balansloodjes als
het voertuig met TPMS is uitgerust,
aangezien deze de sensoren kunnen
beschadigen.
102)Als het systeem een
spanningsafname van een bepaalde band
aangeeft, wordt geadviseerd om de
spanning van alle vier de banden
te controleren.
103)Het TPMS ontslaat de bestuurder niet
van de verplichting om de bandenspanning
elke maand te controleren en mag niet
beschouwd worden als een systeem dat
het onderhoud of de veiligheid vervangt
124
STARTEN EN RIJDEN