lamp FIAT DUCATO 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2016, Model line: DUCATO, Model: FIAT DUCATO 2016Pages: 379, PDF Size: 20.63 MB
Page 6 of 379

AANDACHTIG LEZEN
TANKEN
Tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen die aan de Europese norm EN590 voldoet. Het gebruik van andere producten of mengsels kan
de motor onherstelbaar beschadigen en derhalve de garantie voor de veroorzaakte schade ongeldig maken.
MOTOR STARTEN
Controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in de vrijstand. Trap het koppelingspedaal volledig in, zonder het
gaspedaal te bedienen; draai de contactsleutel naar de stand MAR en wacht tot de controlelampjesendoven; draai de
contactsleutel naar de stand AVV en laat hem los zodra de motor start.
PARKEREN BOVEN BRANDBAAR MATERIAAL
De katalysator ontwikkelt tijdens zijn werking zeer hoge temperaturen. Parkeer het voertuig dus niet boven gras, dennennaalden of ander
ontvlambaar materiaal: brandgevaar.
MILIEUBESCHERMING
Het voertuig is uitgerust met een diagnosesysteem dat continu controles uitvoert op de componenten die verband houden met de
uitlaatgasemissie, om een betere bescherming van het milieu te garanderen.
ELEKTRISCHE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van het voertuig besloten mocht worden om elektrische accessoires toe te voegen (met het risico dat de accu langzaam
ontlaadt), neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen het totale stroomverbruik berekenen en controleren of de elektrische
installatie van het voertuig geschikt is voor het extra stroomverbruik.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Een correct onderhoud van het voertuig is van essentieel belang om de prestaties en de veiligheid van de het voertuig, zijn
milieuvriendelijkheid en lage bedrijfskosten gedurende langere tijd te garanderen.
HET INSTRUCTIEBOEK BEVAT
... belangrijke informatie, tips en waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en onderhoud van uw voertuig. Besteed speciale
aandacht aan de symbolen(veiligheid van de inzittenden)(milieubescherming)(toestand van het voertuig).
Page 9 of 379

GRAFISCHE INDEX
.
KOPLAMPEN
❒Soorten gloeilampen ...........................219
❒Dagverlichting ..................................... 48
❒Stadslicht en dimlicht .......................... 48
❒Grootlicht ............................................ 49
❒Lamp vervangen .................................221
WIELEN
❒Velgen en banden ...............................278
❒Bandenspanning .................................279
❒Een wiel verwisselen ...........................207
❒Fix&Go bandenreparatiekit ..................213
BUITENSPIEGELS
❒Afstelling ............................................. 25
❒Inklappen ............................................ 25
PORTIEREN
❒Gecentraliseerd openen/sluiten ........... 71
RUITENWISSERS
❒Werking .............................................. 52
❒Wisserblad vervangen .........................262
MOTOR
❒Niveaus controleren ............................249❒Technische gegevens ..........................272
1F1A5000
5
Page 10 of 379

.
ACHTERLICHTEN
❒Soorten gloeilampen ...........................219
❒Lamp vervangen .................................224
LAADRUIMTE
❒Openen/sluiten ................................... 74
DERDE REMLICHT
❒Soorten gloeilampen ...........................219
❒lamp vervangen ..................................226
PARKEERSENSOREN
❒Werking ..............................................100
2F1A5001
6
GRAFISCHE INDEX
Page 11 of 379

.
LUCHTROOSTERS
❒Luchtstroomroosters ........................... 29
LINKERHENDEL
❒Buitenverlichting ................................. 48
INSTRUMENTENPANEEL
❒Instrumentenpaneel en
boordinstrumenten .............................118
❒Controlelampjes ..................................134
RECHTERHENDEL
❒Ruiten reinigen .................................... 52
RADIO
❒installatie .............................................107
OPBERGVAK / AIRBAG
PASSAGIER VOOR
❒Interieuruitrusting ................................ 63
❒Airbag voorzijde ..................................179
DASHBOARDKASTJE
❒Interieuruitrusting ................................ 63
VERWARMING/
KLIMAATREGELSYSTEEM
❒Verwarming en ventilatie ..................... 28
❒Handbediende klimaatregeling ............ 32
❒Automatische klimaatregeling .............. 35
BEDIENINGSKNOPPEN OP HET
DASHBOARD
❒Werking .............................................. 60
VERSNELLINGSPOOK
❒Werking ..............................................191
STUURWIEL
❒Afstelling ............................................. 24
❒Frontairbag bestuurderszijde ...............179
RADIO
MEDIA
PHONEINFO
A-B-C
MENU
123 4 56
3F1A5002
7
Page 13 of 379

WEGWIJS IN UW AUTO
Grondige kennis van uw nieuwe
voertuig begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en
rechtstreekse wijze beschreven hoe uw
voertuig gemaakt is en hoe het werkt.
Daarom adviseren u het comfortabel
zittend in uw voertuig te lezen, dan kunt
u met eigen ogen zien wat hier
beschreven is.SYMBOLEN .................................... 10
FIAT CODE SYSTEEM..................... 10
DE SLEUTELS ................................ 11
DIEFSTALALARM ............................ 13
CONTACTSLOT .............................. 14
STOELEN........................................ 15
HOOFDSTEUNEN ........................... 23
STUURWIEL ................................... 24
ACHTERUITKIJKSPIEGELS ............ 25
VERWARMING EN VENTILATIE ...... 28
LUCHTROOSTERS ......................... 29
BEDIENINGSELEMENTEN
VERWARMING EN VENTILATIE ...... 29
HANDBEDIENDE
KLIMAATREGELING........................ 32
AUTOMATISCHE
KLIMAATREGELING........................ 35
EXTRA VERWARMING .................... 41
ONAFHANKELIJKE EXTRA
VERWARMING................................ 42
BUITENVERLICHTING .................... 48
RUITEN REINIGEN .......................... 52
CRUISE-CONTROL ........................ 54
PLAFONDVERLICHTING................. 58
BEDIENINGSELEMENTEN .............. 60
AFSLUITER
BRANDSTOFTOEVOER ................. 62
INTERIEURUITRUSTING ................. 63
TACHOGRAAF ................................ 69
SPEED BLOCK ............................... 69AUTOMATISCHE
NIVEAUREGELING
LUCHTVERING ............................... 70
PORTIEREN .................................... 71
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ..... 77
MOTORKAP.................................... 78
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................ 79
KOPLAMPEN .................................. 80
ABS ................................................ 81
ESC-SYSTEEM (ELECTRONIC
STABILITY CONTROL) .................... 82
TRACTION PLUS SYSTEEM ........... 87
TPMS (TYRE PRESSURE
MONITORING SYSTEM) ................. 88
DRIVING ADVISOR ......................... 91
CAMERA ACHTER (PARKVIEW®
ACHTERUITRIJCAMERA)................ 96
TRAFFIC SIGN RECOGNITION ....... 98
EOBD-SYSTEEM ............................100
PARKEERSENSOREN.....................100
START&STOP SYSTEEM ................103
ADDITIEF VOOR DIESELEMISSIES
ADBLUE (UREUM) ..........................106
AUTORADIO ...................................107
OPTIONELE ACCESSORIES ...........108
TANKEN..........................................110
MILIEUBESCHERMING...................115
9
Page 14 of 379

SYMBOLEN
Sommige onderdelen van het voertuig
zijn voorzien van gekleurde plaatjes met
daarop symbolen die die
voorzorgsmaatregelen aangeven die in
acht genomen moeten worden
wanneer het betreffende onderdeel
wordt gebruikt. Onder de motorkap is
tevens een plaatje aangebracht,
waarop de betekenis van deze
symbolen wordt toegelicht.
FIAT CODE SYSTEEM
IN HET KORT
Dit is een elektronische
startblokkering die de beveiliging
tegen diefstalpogingen verbetert.
Deze wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de
contactsleutel wordt verwijderd.
Elke sleutel bevat een elektronisch
apparaatje dat bij het starten een
signaal ontvangt van een speciale
antenne die in het contactslot is
ingebouwd. Het signaal, dat elke keer
dat de auto wordt gestart wijzigt, is
het "wachtwoord" waarmee de
regeleenheid de sleutel herkent en
het starten van de motor vrijgeeft.
1)
Werking
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de standMAR
te draaien, stuurt de regeleenheid van
het Fiat CODE systeem een
herkenningscode naar de Powertrain
Control Module (PCM) om de
startblokkering uit te schakelen.Deze code wordt alleen verzonden als
de regeleenheid van het Fiat CODE
systeem de door de sleutel verstuurde
code herkent.
Elke keer dat de contactsleutel naar de
stand STOP wordt gedraaid, schakelt
het Fiat CODE-systeem de functies van
de Powertrain Control Module uit.
Onregelmatige werking
Als de code tijdens het starten niet
correct herkend wordt, gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden en
verschijnt een bericht op het display (zie
hoofdstuk "Lampjes en berichten").
Draai in dit geval de sleutel naarSTOP
en vervolgens weer naarMAR; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer het
dan nogmaals met een van de andere
bij het voertuig geleverde sleutels.
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
specifieke code die in de regeleenheid
van het systeem moet worden
opgeslagen. Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk om alle sleutels
(maximum 8) te laten opslaan.
10
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 15 of 379

Inschakeling vanwaarschuwingslampje
tijdens het rijden
❒Als het waarschuwingslampje
gaat branden, betekent dit dat
het systeem een zelfdiagnose uitvoert
(bijv. bij een spanningsval).
❒Als het waarschuwingslampje
blijft branden, neem dan contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
1) De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigd raken
als de sleutel aan sterke schokken
wordt blootgesteld. Om een
correcte werking van de
inwendige elektronische
componenten te garanderen, mag
de sleutel nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
DE SLEUTELS
SLEUTEL ZONDER
AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard A fig. 5 van de sleutel
is niet inklapbaar.
De sleutel dient voor:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard A fig.6-fig.7is
inklapbaar en dient voor:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.Om de metalen baard uit te klappen, op
knop B fig. 6 - fig. 7 drukken.
Ga als volgt te werk om de baard in de
houder te steken:
❒Houd de knop B ingedrukt en
verplaats de metalen baard A.
❒Laat de knop B los en klap de
metalen baard A volledig in tot de klik
van het vergrendelen wordt
gehoord.
1)
Gebruik knopom de voorportieren
te ontgrendelen.
Gebruik knop
om alle portieren te
vergrendelen.
Gebruik knop
om de deuren van de
laadruimte te ontgrendelen.
5F1A00086F1A0004
11
Page 18 of 379

Als een portier of de motorkap niet
goed gesloten is, worden ze niet door
het alarmsysteem gecontroleerd.
Wanneer zelfs bij goed gesloten
portieren, motorkap en laadruimte het
geluidssignaal weerklinkt, dan heeft
zich een storing in de werking van het
systeem voorgedaan. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Wanneer de portieren
met de metalen baard van de sleutel
centraal worden vergrendeld, wordt het
alarm niet ingeschakeld.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm is marktgebonden en kan
dus per land verschillen.
Uitschakelen
Druk op de knop "ontgrendelen
portieren/ontgrendelen laadruimte” op
de sleutel met afstandsbediening.
De volgende dingen gebeuren (met
uitzondering van enkele
marktuitvoeringen):
❒de richtingaanwijzers knipperen twee
keer;
❒er klinken twee geluidssignalen
(piepjes);
❒de portieren worden ontgrendeld.BELANGRIJK Wanneer de portieren
met de metalen baard van de sleutel
centraal worden ontgrendeld, wordt het
alarm niet uitgeschakeld.
Aanwijzing
inbraakpoging
Wanneer er een poging tot diefstal
wordt gedaan, gaat het controlelampje
op het instrumentenpaneel branden
en verschijnt er een bericht op het
display (indien aanwezig, zie paragraaf
"Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel").
Uitschakeling
Om het diefstalalarm buiten werking te
stellen (bijv. langdurige stilstand), sluit
het voertuig dan gewoon af door de
metalen baard van de sleutel met
afstandsbediening in het slot te draaien.
BELANGRIJK Wanneer de batterijen
van de sleutel met afstandsbediening
leeg zijn, of als er een storing in het
alarmsysteem is vastgesteld, dan kan
het systeem buiten werking worden
gesteld door de sleutel in het
contactslot te steken en hem in de
stand MAR te draaien.
CONTACTSLOT
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 10:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden en stuur
geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven
werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten (instabiele stand).
Het contactslot is voorzien van een
elektronische beveiliging: als de motor
bij de eerste poging niet aanslaat, moet
de sleutel teruggedraaid worden naar
de stand STOP om opnieuw te kunnen
starten.
2) 3) 4) 5)
10F1A0009
14
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 35 of 379

SNEL ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN DE
VOORRUIT EN DE
VOORSTE ZIJRUITEN
Ga als volgt te werk:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒draai knop B naar 4
(maximum
ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK Voor het snel
ontwasemen/ontdooien moet, wanneer
er een extra verwarming aanwezig is
(onder de voorstoel of achterstoel
bij Panorama- en Combi-versies), deze
verwarming, indien ingeschakeld,
worden uitgeschakeld door te drukken
op knop F (led gedoofd) op het
bedieningspaneel fig. 47.
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, kan een stand worden gekozen om
de gewenste comfortsituatie te
herstellen.Ruiten ontwasemen
Wanneer het buiten uiterst vochtig is
en/of bij regen en/of bij grote verschillen
tussen de binnen- en
buitentemperatuur, de volgende
procedure uitvoeren om te voorkomen
dat de ruiten beslaan:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai schakelaar C in de stand
en
eventueel in de stand
als de ruiten
niet beslaan;
❒zet knop B op de 2e snelheid.ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN
VERWARMDE
ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op knop A fig. 48 om deze functie
in te schakelen; zodra dat gebeurd is,
gaat het lampje op de knop branden.
Dit is een tijdgeregelde functie die na 20
minuten automatisch wordt
uitgeschakeld. Druk opnieuw op de
knop A om de functie uit te schakelen.
BELANGRIJK Plak geen stickers op
de elektrische weerstandsdraden aan
de binnenzijde van de achterruit, om
beschadiging te voorkomen.
MODEF
47F1A0305
48F1A0330
31
Page 38 of 379

BELANGRIJK Bij koude motor moet
enkele minuten gewacht worden tot de
vloeistof van het systeem de optimale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
SNEL ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN DE
VOORRUIT EN DE
VOORSTE ZIJRUITEN
Ga als volgt te werk:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒draai knop B naar 4
(maximum
ventilatorsnelheid).
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
BELANGRIJK Voor het snel
ontwasemen/ontdooien moet, wanneer
er een extra verwarming/klimaatregeling
aanwezig is (onder de voorstoel of
achterstoel bij Panorama- en
Combi-versies), deze verwarming,
indien ingeschakeld, worden
uitgeschakeld door te drukken op de
knop F fig. 50 (led gedoofd) op het
bedieningspaneel.Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, kan een stand worden gekozen om
de gewenste comfortsituatie te
herstellen.
BELANGRIJK De klimaatregeling is erg
nuttig om het ontwasemen te
versnellen, aangezien de lucht wordt
ontvochtigd. Zet de knoppen dus zoals
hierboven is beschreven en druk op
knop E om de klimaatregeling in te
schakelen (de led op de knop gaat
branden).
Ruiten ontwasemen
Wanneer het buiten uiterst vochtig is
en/of bij regen en/of bij grote verschillen
tussen de binnen- en
buitentemperatuur, de volgende
procedure uitvoeren om te voorkomen
dat de ruiten beslaan:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai schakelaar C in de stand
en
eventueel in de stand
als de ruiten
niet beslaan;
❒zet knop B op de 2e snelheid.
BELANGRIJK De klimaatregeling is erg
nuttig om het beslaan van de ruiten
te voorkomen bij grote
luchtvochtigheid, aangezien het
systeem de lucht die in het interieur
wordt gevoerd ontvochtigt.
ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN
VERWARMDE
ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op knop A fig. 51 om deze functie
in te schakelen; zodra dat gebeurd is,
gaat het lampje op de knop branden.
Dit is een tijdgeregelde functie die na 20
minuten automatisch wordt
uitgeschakeld. Druk opnieuw op de
knop A om de functie uit te schakelen.
MODEF
50F1A0305
34
WEGWIJS IN UW AUTO