FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015Pages: 367, PDF Size: 19.31 MB
Page 121 of 367

De symbolen doven geleidelijk aan om
het dalende olieniveau aan te geven.
Er branden vier of vijf symbolen
wanneer de oliehoeveelheid voldoende
is. Als het vijfde symbool niet brandt,
duidt dit niet op een defect of op een
tekort aan olie in het oliecarter.Als het olieniveau zich onder het
minimumpeil bevindt, dan verschijnt er
een bericht op het display dat het
minimum motorolieniveau aangeeft en
waarschuwt dat er bijgevuld moet
worden.
BELANGRIJK Controleer het juiste
olieniveau altijd met behulp van de
oliepeilstok (zie paragraaf “Niveaus
controleren” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”).
Na enkele seconden verdwijnen de
symbolen die het olieniveau aangeven
en:
❒Wanneer het onderhoudsinterval
bijna is verstreken, wordt de
resterende tijd tot de volgende
servicebeurt weergegeven en gaat
het lampje õ op het
instrumentenpaneel branden.
Wanneer deze onderhoudsdatum
wordt bereikt, verschijnt een speciaal
bericht op het display;
❒Vervolgens, wanneer de termijn voor
het verversen van de motorolie bijna
is verstreken, verschijnt de
resterende afstand tot de volgende
olieverversing op het display.
Wanneer dit onderhoudsinterval is
verstreken, verschijnt een speciaal
bericht op het display.
BELANGRIJK
20) Als de wijzer van de
koelvloeistoftemperatuur in de
rode zone komt, zet dan
onmiddellijk de motor af uit en
neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
144 - Versies met multifunctioneel displayF1A0354
Liv.olio
MAX MIN
145 - Versies met herconfigureerbaar multifunction-
eel displayF1A0355
117
Page 122 of 367

DISPLAY
(voor bepaalde versies/markten)
Het voertuig kan uitgerust zijn met een
multifunctioneel display of met een
herconfigureerbaar multifunctioneel
display, waarop informatie kan worden
weergegeven die tijdens het rijden
nuttig en noodzakelijk is.
"STANDAARD" SCHERM
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Op het standaardscherm fig. 146 kan
de volgende informatie worden
weergegeven:
ADatum
BKilometerteller (afgelegde afstand in
km of mijlen).
CKlok.
DBuitentemperatuur
EStand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht).
OpmerkingWanneer een portier wordt
geopend, wordt het display
ingeschakeld en worden het tijdstip en
het aantal afgelegde kilometers of
mijlen enkele seconden weergegeven.
"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Op het standaardscherm fig. 147 kan
de volgende informatie worden
weergegeven:
ATijd
BDatum of weergave dagteller in
kilometers (of mijlen)
CKilometerteller (weergave aantal
gereden kilometers/mijlen)
DStand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht)
EBuitentemperatuur (voor bepaalde
versies/markten)
GEAR SHIFT INDICATOR
(voor bepaalde versies/markten)
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert
de bestuurder een andere versnelling in
te schakelen via een speciaal bericht
op het instrumentenpaneel.
Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op het display wordt
weergegeven, geeft de GSI het advies
om een hogere versnelling in te
schakelen, terwijl wanneer het
pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt weergegeven, de bestuurder
geadviseerd wordt een lagere
versnelling in te schakelen.
BELANGRIJK De aanduiding op het
display blijft branden zolang de
bestuurder niet schakelt of zolang de
rijomstandigheden niet terugkeren naar
een situatie waarin schakelen niet
nodig is om het verbruik te
optimaliseren.
146F1A1040147F1A1041
118
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 123 of 367

BEDIENINGSKNOPPEN
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar
beneden te doorlopen of om
de weergegeven waarde te
verhogen.
MODUS
Kort indrukken om het menu te openen
en/of naar het volgende scherm te
gaan of de gekozen menuoptie te
bevestigen.
Ingedrukt houden om naar het
standaardscherm terug te keren.
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar boven
te doorlopen of om de
weergegeven waarde te
verlagen.OpmerkingMet de knoppen
en
kunnen verschillende functies
geactiveerd worden, afhankelijk van de
volgende situaties:
Regeling lichtsterkte
interieurverlichting
- bij ingeschakeld stadslicht en
standaardscherm, kan de lichtsterkte
van de interieurverlichting worden
ingesteld.
Setup-menu
- hiermee kan binnen het menu naar
beneden en naar boven gebladerd
worden;
- hiermee kunnen tijdens het instellen
de waarden verhoogd of verlaagd
worden.
SETUP-MENU
Setup-menufuncties
Het menu omvat een reeks functies die
cyclisch gekozen kunnen worden met
de knoppen
enwaarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup)
worden geboden die in de volgende
paragrafen zijn beschreven. Sommige
functies hebben een submenu (Tijd
en Meeteenheid instellen).Het Setup-menu wordt geactiveerd
door de MODE knop kort in te drukken.
Het menu biedt de volgende functies:
❒Menu
❒Verlichting
❒Hoogteregeling koplampen
❒Snelheidswaarschuwing
❒Sensor koplampen
❒Flanklichten
❒Regensensor
❒Inschakeling Trip B
❒Verkeersborden
❒Tijd instellen
❒Datum instellen
❒Autoclose
❒Meeteenheden
❒Taal
❒Volume waarschuwingen
❒Service
❒Passagiersairbag
❒Dagverlichting
❒Automatische inschakeling grootlicht
koplampen
❒Menu afsluiten
MODE
148F1A0304
119
Page 124 of 367

Door het kort indrukken van de
knoppen
ofkan door de
opties van het setup-menu gebladerd
worden.
De bedieningswijzen verschillen
afhankelijk van de gekozen optie.
Een optie in het hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
- druk kort op de knop MODE om de
optie van het hoofdmenu te kiezen
die veranderd moet worden;
- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om de nieuwe instelling te selecteren;
- druk kort op de knop MODE om
de nieuwe instelling op te slaan
en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde menuoptie.
Een optie in het hoofdmenu met een
submenu kiezen:
- druk kort op de knop MODE om de
eerste optie uit het submenu weer
te geven;
- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om door de opties van het submenu
te bladeren;
- druk kort op de knop MODE om de
getoonde submenu-optie te selecteren
en het betreffende setup-menu te
openen;- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om de nieuwe instelling voor deze
menu-optie te selecteren;
- druk kort op de knop MODE om de
instelling op te slaan en terug te gaan
naar de eerder gekozen optie van
het sub-menu.
“Datum” en “Klokinstellen” selecteren:
- druk kort op de knop MODE om
de eerste waarde die gewijzigd moet
worden te selecteren (bijv. uren /
minuten of jaar / maand / dag);
- druk op de knoppen
of
(meerdere keren kort indrukken)
om de nieuwe instelling te selecteren;
- druk kort op de knop SET om de
nieuwe instelling op te slaan en verder
te gaan naar de volgende optie in
het Setup-menu. Als dit de laatste
menuoptie is, wordt teruggekeerd naar
de eerder geselecteerde menuoptie.
Houd de knop MODE ingedrukt:
- om het setup-menu te verlaten als u
zich in het hoofdmenu bevindt;
- om het hoofdmenu te verlaten als u
zich op een ander punt van het menu
bevindt (bijv.: op het niveau van een
submenu of op het niveau van instelling
van een optie van het hoofdmenu);- om alleen de door de gebruiker
opgeslagen (en door het indrukken van
de knop MODE bevestigde) wijzigingen
op te slaan.
Het setup-menu is tijdgeregeld;
wanneer het menu na verloop van een
bepaalde tijd wordt afgesloten, dan
worden alleen de reeds opgeslagen
instellingen bewaard (die vooraf
bevestigd zijn door het indrukken van
de MODE knop).
Druk vanuit het standaardscherm kort
op de MODE knop om het menu te
doorlopen.
Druk op de knoppenofom
het menu te doorlopen.
OpmerkingTijdens het rijden is om
veiligheidsredenen alleen een beperkt
menu (“Piep Snelheid” instellen)
toegankelijk. Breng het voertuig tot
stilstand om toegang te krijgen tot het
volledige menu.
120
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 125 of 367

Verlichting
(Regeling interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om de
lichtsterkte van het instrumentenpaneel,
de bedieningsknoppen van het
uconnect™systeem (voor bepaalde
versies/markten) en de
bedieningsknoppen van de
automatische klimaatregeling (voor
bepaalde versies/markten) (op 8
niveaus) te regelen.
Ga als volgt te werk om de lichtsterkte
te regelen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop
ofom de
gewenste lichtsterkte te regelen;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
OpmerkingBij versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel
display kan de instelling gemaakt
worden met beide lichten uit (niveau
helderheid "overdag") en met de lichten
aan (niveau helderheid "nacht").Hoogteregeling
koplampen (Correctie
koplampafstelling)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de
koplampafstelling (max. 4 niveaus)
gecorrigeerd worden.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde niveau knippert
op het display;
❒druk op knop
ofom de
stand aan te passen;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Snelheidslimiet (Piep
snelheid)
Met deze functie kan de
voertuigsnelheidslimiet ingesteld
worden (km/h of mph). Wanneer deze
limiet overschreden wordt, wordt de
bestuurder onmiddellijk gewaarschuwd
(zie hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga als volgt te werk om de
snelheidslimiet in te stellen:
- druk kort op de knop MODE: op het
display verschijnt het opschrift (Piep
snelheid);druk op de knop
ofom de
snelheidsbegrenzing in (On) of uit (Off)
te schakelen;
- als de functie ingeschakeld is (On), op
de knop
ofdrukken om
de gewenste snelheid te selecteren en
vervolgens op de knop MODE om te
bevestigen.
OpmerkingDe waarde kan ingesteld
worden tussen 30 en 200 km/h of
tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van
de ingestelde eenheid. Zie de paragraaf
“Meeteenheid instellen (Meeteenheid)”
die hierna wordt beschreven. Met
elke druk op de knop
/
wordt de waarde 5 eenheden verhoogd
of verlaagd. Houd de knop
/
ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan de instelling afgerond
worden door de knop een paar keer
kort in te drukken.
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelling te
annuleren:
121
Page 126 of 367

- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert (On);
- druk op knop
, op het display
gaat (Off) knipperen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Instelling gevoeligheid
sensor koplampen
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de regensensor van de koplampen
op 3 niveaus ingesteld worden.
Ga als volgt te werk om het gewenste
gevoeligheidsniveau in te stellen:
– druk kort op de knop: op het display
begint het eerder ingestelde
gevoeligheidsniveau te knipperen;
– druk op de knop
ofom
de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.Bochtverlichting
(Inschakeling/uitschakeling van de
“Bochtverlichting”)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de
bochtverlichting in- of uitgeschakeld
worden ("On"/"Off") (zie de beschrijving
in de paragraaf “Buitenverlichting”).
Ga als volgt te werk om de lichten in-
en uit te schakelen:
❒druk kort op de knop MODE. "Aan"
of "Uit" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
❒druk op
ofom uw keuze
te maken;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Regensensor
(Instelling regensensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de regensensor op 4 niveaus
worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste
gevoeligheidsniveau in te stellen:❒druk kort op de knop MODE. Het
eerder ingestelde "niveau" knippert
op het display;
❒druk op de knop
ofom
de instelling uit te voeren;
❒druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Trip B Aan/Uit (gegevens
Trip B)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) ingeschakeld (On) of
uitgeschakeld (Off) worden.
Zie voor meer informatie de paragraaf
"Trip computer".
Ga als volgt te werk om in/uit te
schakelen:
- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert ON of OFF (afhankelijk
van wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
ofom te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
122
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 127 of 367

Verkeersborden
Met deze functie kan de functie
Verkeersborden in (On) of uit (Off)
geschakeld worden om de
verkeersborden te herkennen (niet
inhalen of snelheidslimieten).
Ga als volgt te werk om in/uit te
schakelen:
- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert ON of OFF (afhankelijk
van wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
ofom te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
De klok instellen (Tijd
instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld
worden via twee submenu’s: “Uur”
en “Formaat”.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
- druk kort op de knop MODE en de
twee submenu's, "Uur" en "Formaat",
worden weergegeven;
- druk op de knop
ofom
de submenu's te selecteren;- druk na het submenu te hebben
geselecteerd kort op de knop MODE;
- wanneer het submenu “Uur” is
gekozen, gaan de "uren" op het display
knipperen wanneer kort op de knop
MODE wordt gedrukt;
- druk op de knop
ofom in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE: de
"minuten" gaan knipperen op het
display;
- druk op de knop
ofom in
te stellen;
– wanneer het submenu “Formaat” is
gekozen, gaat het formaat op het
display knipperen wanneer kort op de
knop MODE wordt gedrukt;
- druk op de knop
ofom
"24h" of "12h" te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de knop MODE
drukken om terug te keren naar het
menuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
- druk nogmaals op de knop MODE om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.Datum instellen (Datum
instellen)
Met deze functie kan de datum
ingesteld worden (dag - maand - jaar).
Ga als volgt te werk om te updaten:
- druk kort op de knop MODE: de dag
(dd) knippert op het display;
- druk op de knop
ofom in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE: de
maand (mm) knippert op het display;
- druk op de knop
ofom in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE: het jaar
(yyyy) knippert op het display;
- druk op de knop
ofom in
te stellen.
OpmerkingDe instelling wordt met
een eenheid verhoogd of verlaagd, elke
keer als de knop
ofwordt
ingedrukt. Houd de knop ingedrukt
om de waarde snel automatisch te
verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan de
instelling afgerond worden door de
knop een paar keer kort in te drukken.
123
Page 128 of 367

- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Automatische centrale
portiervergrendeling bij
rijdend voertuig
(Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On),
worden de portieren automatisch
vergrendeld wanneer sneller dan 20
km/h wordt gereden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
(On) en uit (Off) te schakelen:
- druk kort op de knop MODE om een
submenu weer te geven;
- druk kort op de knop MODE, op het
display knippert ON of OFF (afhankelijk
van wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
ofom te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het hoofdmenu zonder op te
slaan;- druk nogmaals op de knop MODE om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.
Eenheden instellen
(Meeteenheden)
Met deze functie kunnen de
meeteenheden worden ingesteld via
drie submenu’s: “Afstand”, “Verbruik”
en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de
meeteenheid in te stellen:
- druk kort op de knop MODE om de
drie submenu's weer te geven;
- druk op de knop
ofom
de submenu's te doorlopen;
- druk na het submenu te hebben
geselecteerd kort op de knop MODE;
- wanneer het submenu “Afstanden”
wordt gekozen, kort op de knop MODE
drukken om “km” of “mi” op het
display weer te geven (afhankelijk van
wat eerder is ingesteld);
druk op de knop
ofom te
kiezen;- wanneer het submenu “Verbruik ”
wordt gekozen, kort op de knop MODE
drukken om “km/l”, “l/100km” of
“mpg” op het display weer te geven
(afhankelijk van wat eerder is ingesteld);
Wanneer de meeteenheid “km” is
ingesteld, wordt het brandstofverbruik
(km/l of l/100km) op het display
weergegeven.
Wanneer de meeteenheid “mi” is
ingesteld, wordt het brandstofverbruik
in “mpg" op de display weergegeven.
druk op de knop
ofom
te kiezen;
- wanneer het submenu “Temperatuur”
is gekozen, kort op de knop MODE
drukken om "°C" of "°F" op het display
weer te geven (afhankelijk van wat
eerder is ingesteld);
druk op de knop
ofom te
kiezen;
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de knop MODE
drukken om terug te keren naar het
menuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
124
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 129 of 367

- druk nogmaals op de knop MODE om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van waar u zich in het menu
bevindt.
Taal instellen (Taal)
De berichten op het display kunnen in
de volgende talen worden
weergegeven: Italiaans, Duits, Engels,
Spaans, Frans, Portugees en
Nederlands.
Ga als volgt te werk om de gewenste
taal in te stellen:
- druk kort op de knop MODE: op het
display begint de eerder ingestelde taal
te knipperen;
druk op de knop
ofom te
kiezen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.Geluidssterkte zoemer
storing/waarschuwing
instellen (Volume
zoemer)
Met deze functie kan het volume van
het geluidssignaal, dat klinkt als een
storing/waarschuwing wordt
weergegeven, ingesteld worden op 8
niveaus.
Ga als volgt te werk om het gewenste
volume in te stellen:
- druk kort op de knop MODE: op het
display begint het eerder ingestelde
volume te knipperen;
- druk op de knop
ofom in
te stellen;
- druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Service
Geprogrammeerd onderhoud
Deze functie zorgt voor weergave van
informatie over de intervallen waarmee
de servicebeurten uitgevoerd moeten
worden.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:- druk kort op de knop MODE: het
display geeft het interval in kilometers of
mijlen aan, op grond van wat eerder is
ingesteld (zie paragraaf
"Meeteenheden")
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm.
Olie verversen
Deze functie geeft informatie over het
aantal kilometers waarna de olie
ververst moet worden.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
- druk kort op de knop MODE: het
display geeft een schatting (afhankelijk
van de rijwijze) van het aantal kilometers
tot de volgende olieverversing;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm.
125
Page 130 of 367

OpmerkingHet “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” voorziet elke
48.000 km (of 30.000 mijl) in een
servicebeurt. Deze melding verschijnt
automatisch wanneer de sleutel in
de stand MAR wordt gedraaid, vanaf
2.000 km (of 1.240 mijl) voor de
servicebeurt. Deze melding wordt elke
200 km (of 124 mijl) herhaald.
Meldingen m.b.t. de olieverversing
worden op dezelfde wijze herhaald.
Gebruik de knoppen
en
om afwisselend het
geprogrammeerd onderhoud en het
interval voor de olieverversing weer te
geven. Onder de 200 km wordt deze
melding met kortere intervallen
weergegeven. De melding is afhankelijk
van de meeteenheid die is ingesteld,
d.w.z. in km of mijl. Wanneer het
onderhoudsinterval bijna is vervallen en
de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, verschijnt de melding
"Service" op het display, gevolgd door
het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om
onderhoudswerkzaamheden volgens
het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" uit te laten voeren
en het display te laten resetten.OpmerkingWanneer het verversen
van de olie binnenkort moet gebeuren,
wordt op het display het betreffende
bericht weergegeven wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid. Als onder deze
omstandigheden verder wordt gereden,
nemen de motorprestaties af. Wanneer
de olie moet worden ververst, wordt
op het display het betreffende bericht
getoond en gaan de lampjes
en
branden. Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
Frontairbags en
zijairbags ter
bescherming van de
borst aan
passagierszijde in-/
uitschakelen
(Passagiersairbag)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de zijairbag aan
passagierszijde in-/uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop MODE en, nadat
het bericht "Bag pass: Off" (om uit
te schakelen) of "Bag pass: On" (voor
het inschakelen) op het display is
verschenen, de knoppen
en
indrukken, en daarna
nogmaals op de knop MODE
drukken;❒op het display verschijnt een
bevestigingsbericht;
❒druk op de knoppen
of
om "Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of "Nee" (om te
annuleren);
❒druk kort op de knop MODE: er
verschijnt een bevestigingsbericht
van de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Dagverlichting (DRL)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de dagverlichting
worden in- en uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kort op de knop MODE. Op het
display verschijnt een submenu;
❒druk kort op de knop MODE. "Aan"
of "Uit" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
❒druk op
ofom uw keuze
te maken;
126
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL