service FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015Pages: 367, PDF Size: 19.31 MB
Page 144 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING VOORGLOEIBOUGIES/
VOORGLOEISYSTEEM
Voorgloeisysteem
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
in de stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de van te voren
ingestelde temperatuur hebben bereikt.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog
is, kan het lampje al na zeer korte tijd doven.Start de motor onmiddellijk nadat het lampje is
gedoofd.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om een storing in het
voorgloeisysteem aan te geven.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Wat het betekent Wat te doen
geelWATER IN HET DIESELFILTER
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje
gaat branden als er water in het
dieselfilter aanwezig is.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.24)
140
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 145 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING STARTBLOKKERING - FIAT CODE
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, knippert het lampje één keer en gaat het
vervolgens uit.
Wanneer het lampje, met de contactsleutel in de
stand MAR, blijft branden, dan wijst dit op:
❒een mogelijke storing (zie “Fiat Code
startblokkering” in het hoofdstuk “Kennismaking
met het voertuig”);
❒een mogelijke inbraakpoging indien er een
diefstalalarm is; in dat geval gaat het lampje uit
na ongeveer 10 seconden.
Als het lampje
bij draaiende motor knippert,
betekent dit dat de auto niet beschermd is door de
startblokkering.Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk
om alle sleutels in het geheugen te laten
opslaan.
geelMISTACHTERLICHTEN
Het lampje gaat branden wanneer de
mistachterlichten worden ingeschakeld.
141
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 146 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelALGEMENE STORINGSMELDING
(Versies met multifunctioneel display)
Het lampje gaat onder de volgende
omstandigheden branden:
❒Als de brandstofnoodschakelaar in werking
treedt
❒Storing in de verlichting (mistachterlichten,
richtingaanwijzers, remlichten,
kentekenplaatverlichting, stadslichten,
dagverlichting, automatisme grootlicht
koplampen, richtingaanwijzers aanhanger,
stadslichten aanhanger)De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de
betreffende zekering(en) doorgebrand of
elektrische verbinding onderbroken.
❒Storing waarschuwingslampje airbag (lampje
algemene storing knippert)In dergelijke gevallen kan het lampje mogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen
aangeven. Laat het systeem controleren door
het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
❒Storing regensensor
❒Storing sensor dieselfilter
❒Storing aankoppeling aanhanger
❒Storing audiosysteem
❒Storing motoroliedruksensor
❒Storing parkeersensor.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de storing te laten
verhelpen.
142
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 148 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelStoring ESC-ASR systeem/TRACTION PLUS
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan
te geven dat het ESC systeem in werking is
getreden.Als het lampje niet uit gaat, of tijdens het rijden
blijft branden, contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk.
Storing Hill Holdersysteem
Het lampje gaat branden als het Hill Holdersysteem
defect is.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
geelVERSLETEN REMBLOKKEN
Het lampje gaat branden wanneer de remblokken
voor of achter versleten zijn.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen.
144
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 150 of 367

Wat het betekent Wat te doen
geelTPMS
Storing TPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in
het TPMS wordt gedetecteerd.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of dat de band langzaam
spanning verliest. Onder deze omstandigheden
kunnen de optimale levensduur van de banden en
het brandstofverbruik niet gegarandeerd worden.
BELANGRIJK
23) Als het waarschuwingslampjeniet gaat branden of permanent blijft branden als de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid of gaat knipperen tijdens het rijden (bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display),
zo snel mogelijk contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
24) De aanwezigheid van water in het brandstoftoevoercircuit kan leiden tot ernstige beschadiging van het
inspuitsysteem en onregelmatige werking van de motor. Als het lampje
gaat branden (bij bepaalde versies
verschijnt er ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om
de condens te laten aftappen. Als het lampje onmiddellijk na het tanken gaat branden, kan het zijn dat er tijdens
het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor onmiddellijk uit en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
25) Tijdens de regeneratie kan de ventilator worden ingeschakeld.
146
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 155 of 367

Wat het betekent Wat te doen
STORING AUTOMATISME GROOTLICHT
KOPLAMPEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt wanneer er een storing
gedetecteerd wordt in het automatische
inschakelingssysteem van het grootlicht.
KANS OP GLAD WEGDEK
Wanneer de buitentemperatuur 3 °C of lager
bedraagt dan gaat de aanwijzing knipperen om
de bestuurder te waarschuwen voor de mogelijke
aanwezigheid van een glad wegdek.
Dan verschijnt op het display een speciaal bericht
(alleen voor versies met multifunctioneel display).
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN
Het symbool verschijnt samen met een speciaal
bericht als de ingestelde snelheidslimiet wordt
overschreden (zie “Multifunctioneel display” in het
hoofdstuk “Kennismaking met het voertuig”).
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
(voor bepaalde versies/markten)
Op het display verschijnt het symbool en een
speciaal bericht naast de waarschuwingen voor
geprogrammeerd onderhoud en dit bericht
verdwijnt na afloop van de vervaltermijn van de
onderhoudsbeurt. Het symbool verdwijnt nadat
de onderhoudswerkzaamheden door het Fiat
Servicenetwerk zijn verricht of na 1000 km voor
de volgende onderhoudsbeurt.
151
Page 156 of 367

Wat het betekent Wat te doen
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR IN WERKING
GETREDEN
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Dit symbool verschijnt op het display als de
brandstofnoodschakelaar in werking is getreden.Zie voor de procedure om de
brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen
het deel "Elektrische voeding en
brandstofnoodschakelaar" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig". Neem contact
op met het Fiat Servicenetwerk als de
brandstoftoevoer nog steeds niet hersteld kan
worden.
STORING PARKEERSENSOR
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt samen met een speciaal
bericht om een storing van de parkeersensoren
aan te geven.
STORING SYSTEEM DRIVING ADVISOR
(Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel
display)
Het symbool verschijnt op het display en de twee
lampjes van de richtingaanwijzers
engaan
branden, bovendien klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een speciaal bericht.
STORING TRAFFIC SIGN RECOGNITION
Het symbool verschijnt samen met een speciaal
bericht om een storing in het systeem Traffic Sign
Recognition aan te geven.
152
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 161 of 367

BELANGRIJK
99) Druk tijdens het rijden nooit op
knop C fig. 150.
100) De hoogte van de
veiligheidsgordels mag alleen
ingesteld worden bij stilstaande
auto.
101) Controleer na de afstelling altijd
of de beugel, waaraan de ring is
bevestigd, in één van de vaste
standen is geblokkeerd. Om dit te
doen, de hendel loslaten en de
gordel omlaag trekken tot het
bevestigingspunt in één van de
mogelijke standen blokkeert.
SBR-SYSTEEM
IN HET KORT
Het voertuig is uitgerust met een Seat
Belt Reminder systeem (SBR),
bestaande uit een zoemer en een
knipperend lampje
op het
instrumentenpaneel die de
bestuurder waarschuwen dat de
veiligheidsgordel moet worden
vastgemaakt.
De zoemer kan als volgt uitgeschakeld
worden (tot de volgende keer dat de
motor wordt afgezet):
❒leg de veiligheidsgordel aan
bestuurderszijde om;
❒draai de contactsleutel in de stand
MAR;
❒wacht minstens 20 seconden en
maak vervolgens een van de
veiligheidsgordels los.
Voor het permanent uitschakelen van
dit systeem, contact opnemen met het
Fiat Servicenetwerk.
Op versies met een digitaal display kan
het SBR-systeem alleen opnieuw
worden ingeschakeld door het Fiat
Servicenetwerk.Het SBR-systeem kan ook via het
setup menu van het display opnieuw
worden ingeschakeld.
157
Page 163 of 367

❒zorg er altijd voor dat de gordel goed
uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of de oprolautomaat
niet haperend werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval,
ook al lijken ze niet beschadigd.
Vervang de gordels ook steeds als de
gordelspanners werden geactiveerd.
❒Gebruik water en neutrale zeep
om de gordels met de hand te
wassen. Spoel de gordels en laat ze
in de schaduw drogen. Gebruik
nooit agressieve reinigingsmiddelen,
bleekmiddel, verf of andere stoffen
die het weefsel van de gordel kunnen
aantasten;
❒zorg dat er geen vocht in de
oprolautomaat komt: de goede
werking ervan is alleen gegarandeerd
als ze droog blijven;
❒vervang de gordels als ze sporen van
slijtage of beschadiging vertonen.
BELANGRIJK
102) De gordelspanner kan slechts
één maal gebruikt worden. Nadat
ze in werking zijn getreden
moeten ze bij het Fiat
Servicenetwerk vervangen
worden.
103) Zorg dat de gordelband nooit
gedraaid is. Het bovenste
gordelgedeelte moet over de
schouder en schuin over de borst
liggen. Het onderste
gordelgedeelte moet over het
bekken (zoals aangegeven in fig.
154) en dus niet over de buik
liggen. Steek nooit voorwerpen
(wasknijpers, klemmen enz.)
tussen de gordel en het lichaam
van de inzittende.
153F1A0148
154F1A0149
155F1A0150
159
Page 164 of 367

104) Voor optimale bescherming
moet de rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en moet
de gordel goed aansluiten op
de borst en het bekken. Draag
altijd veiligheidsgordels, zowel
voor- als achterin! Rijden zonder
veiligheidsgordels doet bij ongeval
het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan
zelfs de dood tot gevolg hebben.
105) Het demonteren of aanpassen
van onderdelen van de
veiligheidsgordel of
gordelspanner is ten strengste
verboden. Werkzaamheden aan
deze onderdelen moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerd en
erkend personeel. Wend u altijd
tot het Fiat Servicenetwerk.
106) Nadat een gordel aan een
zware belasting is blootgesteld
(bijvoorbeeld bij een ongeval),
moet de gordel compleet met de
verankeringen,
bevestigingsbouten en de
gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade
is, kan de gordel toch verzwakt
zijn.107) Elke gordel kan slechts een
enkele persoon beschermen.
Vervoer nooit kinderen op
de schoot van inzittenden met één
veiligheidsgordel voor beiden fig.
155. Steek geen enkel voorwerp
tussen de gordel en het lichaam
van een inzittende.
BELANGRIJK
26) Werkzaamheden die leiden tot
stoten, trillingen of plaatselijke
verhittingen in de zone rond de
gordelspanner (hoger dan 100°C
gedurende ten hoogste zes uur)
kunnen de gordelspanners
beschadigen of onbedoeld in
werking doen treden. Neem
contact op met het Fiat
Servicenetwerk voor eventuele
werkzaamheden aan deze
componenten.
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Om een optimale bescherming bij een
ongeval te kunnen garanderen, moeten
alle passagiers zitten en gebruik maken
van goedgekeurde
beveiligingssystemen.
Dit geldt des te meer voor kinderen.
Dit is een wettelijke verplichting in alle
EU-landen, conform de Europese
richtlijn 2003/20/EC.
Vergeleken met volwassen is het hoofd
van kleine kinderen in verhouding met
de rest van het lichaam groter en
zwaarder, maar de spieren en
de botstructuur van kinderen zijn nog
niet volledig ontwikkeld. Kinderen
moeten daarom met geschikte
beveiligingssystemen worden
beschermd die verschillen van de
veiligheidsgordels voor volwassenen.
De onderzoeksresultaten naar de beste
bescherming van kinderen zijn
opgenomen in de Europese
verordening ECE-R44. Deze
verordening bepaalt het verplichte
gebruik van kinderzitjes en verdeelt
deze in vijf groepen:
160
VEILIGHEID