traction control FIAT DUCATO BASE CAMPER 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2018Pages: 316, PDF Size: 14.76 MB
Page 90 of 316

VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin
worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee de auto is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.ABS ................................................ 89
ESC-SYSTEEM (ELECTRONIC
STABILITY CONTROL) .................... 90
TRACTION PLUS SYSTEEM ........... 94
TPMS (TYRE PRESSURE
MONITORING SYSTEM) ................. 95
DRIVING ADVISOR ......................... 98
VEILIGHEIDSGORDELS ..................102
SBR-SYSTEEM ...............................103
GORDELSPANNERS.......................103
KINDEREN VEILIG VERVOEREN .....106
INBOUWVOORBEREIDING VOOR
“UNIVERSEEL ISOFIX”
KINDERZITJE ..................................110
AANVULLEND
VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) -
AIRBAGS ........................................116
88
VEILIGHEID
Page 97 of 316

Wanneer met sneeuwkettingen wordt
gereden, kan het handig zijn om
Traction Plus in te schakelen en op die
manier de ASR-functie te blokkeren:
onder deze omstandigheden levert het
doorslippen van de aandrijfwielen bij het
wegrijden immers meer trekkracht op.
BELANGRIJK
67)Het Traction Plus systeem werkt alleen
effectief op wegoppervlakken die niet
homogeen zijn en/of bij verschillen tussen
de twee aandrijfwielen.
68)Trap het gaspedaal, tot het einde van
de optrekmanoeuvre, volledig in om het
volledige aandrijfkoppel over te kunnen
brengen op het wiel met de beste grip.
TPMS (Tyre
Pressure
Monitoring System)
(voor bepaalde versies/markten)
69) 70) 71) 72) 73) 74) 75) 76) 77)
BESCHRIJVING
Het bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) meldt aan de bestuurder een
lage bandenspanning op basis van de
koude bandenspanning die voor het
voertuig is voorgeschreven.
Schommelende buitentemperaturen
kunnen de bandenspanning
beïnvloeden. Dit betekent dat een
afname van de buitentemperatuur
overeenkomt met een afname van de
bandenspanning.
De bandenspanning moet altijd op
basis van de koude bandenspanning
worden afgesteld. De koude
bandenspanning is de spanning van de
banden na minstens drie uur stilstand
van het voertuig of een rit van minder
dan 1,6 km na een pauze van drie uur.
De koude bandenspanning mag niet de
maximum bandenspanning
overschrijden die op de zijkant van de
band is aangegeven.
De bandenspanning neemt ook toe
tijdens het rijden met het voertuig; dit is
normaal en vereist geen aanpassing
van de bandenspanning.Het TPMS blijft de bestuurder een lage
bandenspanning melden totdat deze
gecorrigeerd wordt; de waarschuwing
gaat door totdat de spanning
overeenkomt of hoger is dan de voor
de koude banden voorgeschreven
spanning. Wanneer het
waarschuwingslampje voor een lage
bandenspanning
blijft branden,
moet de bandenspanning op de
spanning worden gebracht die voor
koude banden is voorgeschreven. Dit
controlelampje dooft na de
automatische bijwerking van het
systeem. Het kan nodig zijn om 20
minuten met een snelheid van meer
dan 20 km/h te rijden om ervoor te
zorgen dat het TPMS deze informatie
ontvangt.
OPMERKING
Het TPMS vervangt niet het normale
onderhoud van banden en dient ook
niet om eventuele storingen van
banden aan te geven.
Daarom mag het TPMS niet gebruikt
worden als drukschakelaar tijdens de
afstelling van de bandenspanning.
95
Page 102 of 316

De werking van het systeem kan soms
negatief beïnvloed worden door de
vorm van het terrein/de weg waarop
wordt gereden (bijv. hobbels),
omstandigheden van slecht zicht (bijv.
mist, regen, sneeuw), omstandigheden
van extreem licht (bijv. verblinding
door de zon, duisternis), vervuiling of
beschadiging, ook gedeeltelijk, van de
voorruit in de zone voor de camera.
De Driving Advisor kan niet werken
door een storing in de volgende
veiligheidssystemen: ABS, ESC, ASR
en Traction Plus.
De werking van het systeem kan
negatief beïnvloed worden door
omstandigheden van slecht zicht (bijv.
mist, regen, sneeuw), omstandigheden
van extreem licht (bijv. verblinding
door de zon, duisternis), vervuiling of
beschadiging, ook gedeeltelijk, van de
voorruit in de zone voor de camera.
De zone van de voorruit rond de
camera mag niet gedeeltelijk of geheel
worden afgedekt door voorwerpen (bijv.
stickers, beschermfolie, enz.).
BELANGRIJK
78)Als de camera zijn positie verliest door
een variatie in lading, kan het zijn dat het
systeem tijdelijk niet werkt om te zorgen
dat de camera een zelfkalibratie kan
uitvoeren.79)De Driving Advisor is geen automatisch
rijsysteem en vervangt de bestuurder niet
bij het onder controle houden van het
traject van het voertuig. De bestuurder is
persoonlijk verantwoordelijk om voldoende
aandacht voor het verkeer en de
wegomstandigheden te houden en voor
het veilig onder controle houden van het
traject van het voertuig.
80)In het geval van onduidelijke,
overlappende of ontbrekende
rijstrookbelijning, kan het zijn dat het
systeem de bestuurder niet assisteert: in
dit geval is de Driving Advisor inactief.
100
VEILIGHEID
Page 313 of 316

Onderhoud en zorg - periodieke
controles........................199
Opbergvak onder de stoel...........21
Opbergvak onder voorste
passagiersstoel...................50
Oppompen........................190
Opstaptrede........................16
Parkeerlichten......................29
Parkeersensoren...................135
Plafondverlichting...................32
Plafondverlichting achter (een
lamp vervangen).................166
Plafondverlichting voor (een lamp
vervangen)......................166
Pollenfilter.........................215
Portieren............................12
Portiervergrendeling.................35
Prestaties..........................249
Regensensor.......................37
Remvloeistof.......................214
Reservewiel........................234
Richtingaanwijzers...................29
Rijstijl..............................139
Rollend starten.....................193
Rubber slangen....................224
Ruiten reinigen......................36
Ruitenwisser....................36-218
SBR-systeem.....................103
Schakelindicator....................58
Schuifdeur..........................14Sensor automatische
inschakeling koplampen...........30
Slepen van het voertuig............196
Sneeuwkettingen..................221
Snel herstel bandenspanning
Fix&Go Automatic...............190
Speed block.......................134
Speed Limiter......................133
Sproeiers..........................218
Stadslicht......................28-165
Start&Stop-systeem................131
Starten met hulpaccu..............193
Stoel met draaivoet..................18
Stoelen.............................17
Stoelen (Combiversies)..............22
Stoelen (Panoramaversies)...........21
Stoelen met verstelbare
armsteunen......................18
Stopcontact.........................50
Stuurbekrachtiging.................233
Stuurbekrachtigingsvloeistof........213
Stuurwiel............................25
Symbolen............................4
Systeeminspectie..................227
Tablethouder.......................50
Tachograaf..........................51
Tankdop...........................140
Tanken........................140-254
Tips voor het laden.................148Tips, bediening en algemene
informatie.......................277
TPMS..............................95
TPMS (systeem).....................95
Traction Plus systeem...............94
Transmissie........................128
Trip computer.......................60
Uconnect 3" Radio................280
Uconnect 5” Radio – Uconnect
5” Radio Nav....................290
Uitlijning lichtbundel.................31
Veiligheidsgordels
Gebruik........................102
Velgen en banden..................234
Verlichting uit........................28
Versie met aardgassysteem
(Natural Power)..................146
Versnellingspook...................128
Verwarming en ventilatie.............39
VIN-plaatje.........................226
Vloeistof voor ruitensproeiers/-
achterruitsproeier................213
Vloeistoffen en smeermiddelen......259
Vrachtruimte........................20
Wielen............................234
Wielen en banden..................219
Wieluitlijning.......................234
Winterbanden......................221
Wisserbladen voorruit
vervangen.......................218