radio FIAT FIORINO 2008 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2008, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2008Pages: 210, PDF Size: 5.2 MB
Page 5 of 210
4
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING DASHBOARD ...................................................................... 5
INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 6
SYMBOLEN ........................................................................... 7
FIAT CODE ........................................................................... 7
DE SLEUTELS ........................................................................ 8
DIEFSTALALARM ................................................................ 12
START-/CONTACTSLOT ................................................. 14
INSTRUMENTEN ................................................................ 15
DIGITAAL DISPLAY............................................................. 17
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ..................................... 22
TRIP COMPUTER................................................................. 31
ZITPLAATSEN ...................................................................... 33
SCHEIDINGSWANDEN..................................................... 36
HOOFDSTEUNEN .............................................................. 38
STUURWIEL ......................................................................... 39
SPIEGELS ................................................................................ 39
KLIMAATREGELING........................................................... 41
VERWARMING EN VENTILATIE .................................... 43
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 46BUITENVERLICHTING ...................................................... 49
RUITEN REINIGEN ............................................................. 51
PLAFONDVERLICHTING ................................................. 53
BEDIENINGSORGANEN .................................................. 56
INTERIEURUITRUSTING .................................................. 58
PORTIEREN .......................................................................... 61
RUITBEDIENING ................................................................. 66
BAGAGERUIMTE ................................................................. 67
MOTORKAP ......................................................................... 70
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 72
KOPLAMPEN ........................................................................ 73
ABS ..........................................................................................74
EOBD-SYSTEEM ................................................................... 76
PARKEERSENSOREN ......................................................... 77
AUTORADIO ....................................................................... 79
ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
MONTEREN........................................................................... 80
TANKEN MET DE AUTO ..................................................81
BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................. 82
D
D D D
A A A A
S S S S
H H H H
B B B B
O O O O
A A A A
R R R R
D D D D
E E E E
N N N N
B B B B
E E E E
D D D D
I I I I
E E E E
N N N N
I I I I
N N N N
G G G G
Page 6 of 210
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsknoppen, de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering
verschillen.
1.Luchtrooster voor lucht naar de zijruiten - 2.Verstel- en regelbaar luchtrooster - 3.Linker hendel: bediening buitenverlichting -
4.Instrumentenpaneel en waarschuwingslampjes - 5.Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer -
6.Autoradio (indien aanwezig) - 7.Schakelaar waarschuwingsknipperlichten, achterruitverwarming, bediening Bluetooth-systeem
(indien aanwezig), ontgrendelknop achterdeuren (indien aanwezig) - 8.Airbag passagierszijde (indien aanwezig) - 9.Opbergvak/
dashboardkastje (indien aanwezig) - 10.Verstel- en regelbare luchtroosters - 11.Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/
airconditioning - 12.Opbergvak - 13.Contactslot - 14.Airbag bestuurderszijde - 15.Hendel motorkapontgrendeling -
16.Schakelaarpaneel: mistlampen voor/mistachterlicht/koplampverstelling/display
5
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0T0070m
fig. 1
Page 15 of 210
14
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 10F0T0039m
Verwijder de sleutel nooit uit
het contactslot als de auto
nog in beweging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur automa-
tisch. Dit geldt in alle gevallen, ook
als de auto gesleept wordt. Het is
streng verboden om de-/montage-
werkzaamheden uit te voeren, waar-
voor wijzigingen in de stuurinrichting
of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij
montage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veilig-
heid in gevaar worden gebracht en
voldoet de auto niet meer aan de
typegoedkeuring.
ATTENTIESTART-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 3 standen worden
gedraaid fig. 10:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneembaar
en stuur geblokkeerd. Enkele elektri-
sche installaties werken (bijv. autoradio,
centrale portiervergrendeling, diefstal-
alarm enz.).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische in-
stallaties werken.
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet u de sleutel te-
rugdraaien in stand STOPen nogmaals
starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, neem de
sleutel uit het contactslot en draai het stuur
totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl
u de sleutel in stand MARdraait.
Page 18 of 210
17
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 15
+Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar boven te doorlopen of
de weergegeven waarde te verhogen.
MENUKort indrukken voor toegang
ESCtot het menu en/of naar het vol-
gende scherm te gaan of de keu-
ze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om te-
rug te keren naar het begin-
scherm.
–Om het scherm en de keuzemogelijk-
heden naar beneden te doorlopen of
de weergegeven waarde te verlagen.
OpmerkingBij de knoppen +en –hangt
de werking van het volgende af: Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergege-
ven, dan kunt u hiermee de lichtsterkte
van het instrumentenpaneel en de auto-
radio regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar
boven of beneden doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde ver-
hogen of verlagen.
DIGITAAL DISPLAY
BEGINSCHERM fig. 14
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
AStand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).
BKilometerteller (weergave kilometer-/
mijltotaalteller).
CTijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en gesloten
voorportieren).
OpmerkingBij uitgenomen contact-
sleutel wordt bij het openen van een van
de voorportieren het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de kilo-
meter- of mijltotaalteller weergegeven.
fig. 14F0T0017mfig. 15F0T0025m
Page 23 of 210
22
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
(indien aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een multi-
functioneel display, dat tijdens het rijden
nuttige informatie aan de bestuurder le-
vert aangepast aan de eerder gekozen in-
stelling.
BEGINSCHERM fig. 17
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
ADatum.
BKilometerteller (weergave kilometer-/
mijltotaalteller).
CTijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en gesloten
voorportieren).
DBuitentemperatuur.
EStand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).
OpmerkingBij het openen van een
voorportier wordt het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de
kilometer-/mijltotaalteller weergegeven.
fig. 17F0T0019mfig. 18F0T0025m
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 18
+Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar boven te doorlopen of
de weergegeven waarde te verhogen.
MENUKort indrukken voor toegang
ESCtot het menu en/of naar het
volgende scherm te gaan of de
keuze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om
terug te keren naar het begin-
scherm.
–Om het scherm en de keuzemogelijk-
heden naar beneden te doorlopen of
de weergegeven waarde te verlagen.OpmerkingBij de knoppen +en –hangt
de werking van het volgende af:
Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergege-
ven, dan kunt u hiermee de lichtsterkte
van het instrumentenpaneel en de auto-
radio regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar
boven of beneden doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde ver-
hogen of verlagen.
Page 25 of 210
24
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Dag
JaarMaand
Deutsch
Português
English
Español
Français
Italiano
Nederlands
Turkçe
Bijvoorbeeld:
fig. 19 Bijvoorbeeld:Druk kort op de knop MENU ESCom vanuit het be-
ginscherm te navigeren. Druk op de knop +of –om in
het menu te navigeren.
OpmerkingAls de auto rijdt is om veiligheidsredenen
alleen een beperkt menu (“Beep Snelheid” instellen)
toegankelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide
menu toegankelijk.
F0T1000i
MENU
ESC
kort
indrukken
van de knop
+
– +
–
– +
+
–
+–
–
– +
+++ ––––
++ +
– +
–
MENU VERLATENBEEP SNELHEID
TIJD INSTELLEN
DATUM INSTELLEN
ZIE RADIO
AUTOCLOSE
MEETEENHEID
TAAL VOLUME
WAARSCHUWINGEN VOL. TOETSEN BUZZ. GORDELS (
*) SERVICEBAG PASSAGIER
(*) Functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem door de Fiat-dealer is uitgeschakeld.
–+
GEGEVENS TRIP B
MENU
ESC
kort
indrukken
van de knop
Page 28 of 210
27
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Centrale portiervergrendeling bij
rijdende auto (Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On), wor-
den de portieren automatisch vergrendeld
als de auto sneller rijdt dan 20 km/h.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van deze functie als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt een submenu;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On) of (Off), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt
om terug te keren naar het scherm van
het hoofdmenu zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop
MENU ESCom terug te keren naar het
beginscherm of het hoofdmenu, afhanke-
lijk van waar u zich in het menu bevindt. Herhaling informatie
audiosysteem (Zie radio)
Met deze functie kan op het display de in-
formatie over de autoradio worden weer-
gegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het
geselecteerde radiostation, automatisch
zoeken of AutoSTore inschakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het
muziekstuk;
– CD-wisselaar: CD-nummer en nummer
muziekstuk.
Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-
kelen (Off) van de informatie van het au-
diosysteem op het display als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On) of (Off), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.Meeteenheid instellen
(Meeteenheid)
Met deze functie kunnen de meeteenheden
worden ingesteld in drie submenu’s: “Af-
stand”, “Verbruik” en “Temperatuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste
meeteenheidals volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnen de drie submenu’s;
– druk op de knop +of –om tussen de drie
submenu’s te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu
dat u wilt wijzigen, kort op de knop
MENU ESC;
– als u in het submenu “Afstand”zit: – druk
kort op de knop MENU ESC; op het
display wordt “km” of “mijl” weergegeven,
afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze uit
te voeren;
– als u in het submenu “Verbruik”zit: druk
kort op de knop MENU ESC; op het dis-
play wordt “km/l”, “l/100km” of “mpg”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
Page 61 of 210
fig. 66F F0
0T
T0
01
13
34
4m
m
fig. 67
A
F F0
0T
T0
01
13
35
5m
m
60
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ZONNEKLEPPEN fig. 65
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde kunnen voor de voorruit
en de zijruit worden gedraaid.
Aan de achterzijde van de zonneklep aan
bestuurderszijde bevindt zich een vakje
voor het opbergen van pasjes.
Op enkele uitvoeringen is de zonneklep
aan passagierszijde voorzien van een spie-
geltje.SCHRIJF/LEESTAFELTJE
(indien aanwezig)
In het midden van het dashboard, boven
de inbouwplaats van de autoradio, bevindt
zich een schrijftafeltje A-fig. 65a; op
enkele uitvoeringen kan het schrijftafeltje
gebruikt worden als leestafeltje door het
aan de achterzijde omhoog te trekken en
de steun op het dashboard te laten rusten,
zoals afgebeeld.
Op uitvoeringen met airbag aan passa-
gierszijde is het schrijftafeltje vast inge-
bouwd.
fig. 65F F0
0T
T0
01
18
88
8m
m
UITZETBARE ZIJRUITEN ACHTER
(Combi-uitvoeringen) fig. 66
Ga voor het openen als volgt te werk:
❒druk de hendel A-fig. 67naar buiten
totdat de ruit geheel geopend is.
❒druk de hendel naar achteren totdat de
vergrendeling inspringt.
Om de ruit te sluiten, drukt u de hendel
in tegenovergestelde richting totdat u een
klik hoort waarmee de hendel weer in de
vergrendelde stand staat.
fig. 65aF F0
0T
T0
02
20
04
4m
m
Page 80 of 210
79
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
AUTORADIO
(indien aanwezig)
Raadpleeg voor de werking van de auto-
radio met CD- of MP3 CD-speler (indien
aanwezig) het supplement dat bij dit in-
structieboekje is geleverd.
BASIS
INBOUWVOORBEREIDING
Het pakket bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒aansluitkabels voor luidsprekers voor
(op de binnenste sierpanelen voor de
buitenspiegels);
❒aansluitkabels voor luidsprekers in de
voorportierpanelen;
❒aansluitkabels voor luidsprekers achter
(naast de hoedenplank) (indien aanwe-
zig);
❒een inbouwplaats voor de autoradio;
❒een antennekabel.UITGEBREIDE
INBOUWVOORBEREIDING
Het pakket bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒aansluitkabels voor luidsprekers voor
(op de binnenste sierpanelen voor de
buitenspiegels);
❒aansluitkabels voor luidsprekers in de
voorportierpanelen;
❒aansluitkabels voor luidsprekers achter
(naast de hoedenplank) (indien aanwe-
zig);
❒2 tweeters op de binnenste sierpanelen
voor de buitenspiegels;
❒2 midwoofers aan de onderzijde van de
voorportieren;
❒2 aansluitkabels voor luidsprekers ach-
ter (naast de hoedenplank) (indien aan-
wezig);
❒een inbouwplaats voor de autoradio;
❒een antennekabel;
❒een antenne.AUTORADIO INBOUWEN
De autoradio moet worden ingebouwd op
de plek van het opbergvak in het midden. De
voedingskabels liggen achter dit opbergvak.
Druk op de lippen A-fig. 97om het vak
te verwijderen.
fig. 97F F0
0T
T0
00
03
32
2m
m
Laat de aansluiting op de in-
bouwvoorbereiding in de
auto uitsluitend door de Fiat-dealer
uitvoeren. Zo bent u verzekerd van
het beste resultaat en wordt voor-
komen dat de rijveiligheid in gevaar
wordt gebracht.
ATTENTIE
Page 81 of 210
80
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die
na aankoop van de auto en binnen de
aftersales-service worden gemonteerd,
moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat de montagewerkzaamheden
op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-
wijzingen van de fabrikant in acht moeten
worden genomen.BELANGRIJK Als door de montage van
systemen de kenmerken van de auto wor-
den gewijzigd, kan het kentekenbewijs
worden ingenomen door de bevoegde in-
stanties en eventueel de garantie komen
te vervallen bij defecten die veroorzaakt
zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daar-
van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijze
verantwoordelijk voor schade die het ge-
volg is van de installatie van accessoires die
niet door Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en die niet conform de gele-
verde instructies zijn geïnstalleerd.RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het officië-
le EU-keurmerk, strikt aan de instructies die
door de fabrikant van de mobiele telefoon
zijn bijgeleverd.