FIAT FIORINO 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2014Pages: 210, PDF Size: 4.81 MB
Page 11 of 210

10
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
DEAD LOCK-SYSTEEM
(indien aanwezig)
Dit veiligheidssysteem verhindert de wer-
king van de binnenhandgrepen, waardoor
de portieren niet van binnenuit kunnen
worden geopend bij een inbraakpoging
(bijvoorbeeld na het inslaan van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de bes-
te bescherming tegen inbraakpogingen.
Daarom raden wij u aan om iedere keer
als u de auto verlaat, het systeem in te
schakelen.
Als het dead lock-systeem is
ingeschakeld, kunnen de
portieren op geen enkele wijze van
binnenuit worden geopend. Contro-
leer daarom, voordat u de auto ver-
laat, of er geen personen meer aan
boord zijn.
ATTENTIE!
Als de batterij van de sleutel
met afstandsbediening leeg
is, kan het systeem alleen worden in-
geschakeld door de metalen baard
van de sleutel in het slot van een por-
tier te steken en te draaien, zoals
hiervoor is beschreven: in dat geval
blijft het systeem alleen op de ach-
terdeuren ingeschakeld.
ATTENTIE!
Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portie-
ren/deuren automatisch in als de knop
Áop de sleutel met afstandsbediening twee
keer wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen
de richtingaanwijzers 2 keer.
Het systeem schakelt niet in als een of
meerdere portieren/deuren niet goed ge-
sloten zijn: zo wordt voorkomen dat een
persoon via het geopende portier het in-
terieur van de auto kan betreden en, als
het portier vervolgens wordt gesloten, de
auto niet meer kan verlaten.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende ge-
vallen automatisch op alle portie-
ren/deuren uit:
❒als de portieren/deuren worden ont-
grendeld;
❒als de contactsleutel in stand MAR
wordt gedraaid.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 10
Page 12 of 210

11
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
DIEFSTALALARM
(indien aanwezig)
Het diefstalalarm vormt een aanvulling op
de hiervoor beschreven functies van de af-
standsbediening en wordt bediend door
een ontvanger die zich nabij de zekerin-
genkast onder het dashboard bevindt.
WANNEER GAAT HET ALARM AF
Het diefstalalarm wordt in de volgende ge-
vallen geactiveerd:
❒als een portier, de motorkap, de ach-
terklep of (indien aanwezig) een van de
zijschuifdeuren ongeoorloofd wordt ge-
opend (omtrekbeveiliging);
❒bij een ongeoorloofde bediening van het
start-/contactslot (in stand MARdraai-
en m.b.v. een ongeautoriseerde sleutel);
❒als de kabels van de accu worden on-
derbroken;
❒als er bewegende voorwerpen in het in-
terieur aanwezig zijn (volumetrische be-
veiliging);
❒bij het optillen/kantelen van de auto.
Als het alarm in werking treedt, wordt, af-
hankelijk van het land, de sirene geacti-
veerd en gaan de richtingaanwijzers knip-
peren (ongeveer 26 seconden). De wijze
waarop het systeem werkt en het aantal
cycli kunnen per land verschillen.Er is echter een maximum aantal cycli
voorzien voor de akoestische en zichtba-
re signalen. Na een alarmsignalering scha-
kelt het systeem over naar de normale be-
wakingsfunctie.
De volumetrische beveiliging en de kan-
telsensor kunnen met de betreffende be-
dieningsknop op de plafondverlichting
voor worden uitgeschakeld (zie de para-
graaf “Kantelbeveiliging”).
BELANGRIJK De startblokkering wordt
uitgevoerd door de Fiat CODE en wordt
automatisch ingeschakeld als de contact-
sleutel uit het start-/contactslot wordt ge-
nomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, achter-
klep/achterdeuren en motorkap, en met
de contactsleutel in stand STOPof uit-
genomen, de sleutel met afstandsbediening
in de richting van de auto. Druk op de
knop
Áen laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal (“BIEP”)
(behalve bij uitvoeringen voor bepaalde
markten) en de portieren/deuren worden
vergrendeld.Het inschakelen van het alarm wordt
voorafgegaan door een zelfdiagnose: als
het systeem een storing vindt, dan klinkt
nogmaals een akoestisch signaal circa 4 se-
conden na het inschakelcommando.
Schakel in dit geval het diefstalalarm uit
door de knop Æin te drukken, contro-
leer of de portieren, de motorkap en de
laadruimte goed gesloten zijn en schakel
het alarm opnieuw in met de knop
Á.
Als de portieren/deuren en de motorkap
niet goed gesloten zijn, worden ze niet
door het diefstalalarm gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motorkap
en bagageruimte het akoestisch signaal
wordt herhaald, dan is er een storing ge-
signaleerd in de werking van het systeem.
Wendt u in dat geval tot het Fiat Service-
netwerk.
BELANGRIJK Als de portieren met de me-
talen baard van de sleutel centraal worden
vergrendeld, schakelt het alarm niet in.
BELANGRIJK Bij aflevering van de nieuwe
auto voldoet het diefstalalarm aan de wet-
telijke normen van het land van gebruik.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 11
Page 13 of 210

12
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
DIEFSTALALARM
UITSCHAKELEN
Druk op de knop Ævan de sleutel met af-
standsbediening.
Het volgende gebeurt (met uitzondering
van bepaalde markten):
❒de richtingaanwijzers knipperen twee
keer kort;
❒u hoort twee korte akoestische signa-
len (“BIEP’s”);
❒de portieren/deuren worden ontgren-
deld.
BELANGRIJK Als de portieren met de me-
talen baard van de sleutel centraal worden
ontgrendeld, schakelt het alarm niet uit.VOLUMETRISCHE BEWAKING/
KANTELBEVEILIGING
Voor een correcte werking van de bevei-
liging moeten de ruiten geheel gesloten zijn.
Indien nodig kunt u de volumetrische be-
veiliging buiten werking stellen (als er bij-
voorbeeld dieren in de auto achterblijven)
door na het doven van het instrumenten-
paneel en voordat het alarm wordt inge-
schakeld, op de knop A-fig. 8op het pla-
fondlampje voor te drukken.
Als de functie wordt uitgeschakeld, knip-
pert het lampje op de knop enkele secon-
den. Het buiten werking stellen van de vo-
lumetrische beveiliging/kantelsensor moet
telkens worden herhaald als het instru-
mentenpaneel uitgeschakeld is geweest.MELDINGEN VAN
INBRAAKPOGINGEN
Tijdens het inschakelen van het instru-
mentenpaneel wordt iedere inbraakpoging
aangegeven, afhankelijk van het uitrus-
tingsniveau, door het brandend controle-
lampje
Yof een symbool en een speci-
fiek bericht op het display op het instru-
mentenpaneel (zie het hoofdstuk “Lamp-
jes en berichten”).
ALARM BUITEN GEBRUIK
STELLEN
Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt
stellen (bijv. als de auto langere tijd niet
wordt gebruikt), dan hoeft u slechts de au-
to af te sluiten door de metalen baard van
de sleutel met afstandsbediening in het
portierslot te draaien. In dit geval wordt
de auto niet beveiligd door het diefstala-
larm, echter de startblokkering van de mo-
tor blijft gegarandeerd door de Fiat CO-
DE, die automatisch wordt ingeschakeld
als de contactsleutel uit het start-/con-
tactslot wordt genomen.
BELANGRIJK Als de batterij van de sleu-
tel met afstandsbediening leeg is, of als er
een storing is in het diefstalalarm, dan kunt
u het systeem buiten werking stellen door
de contactsleutel in het contactslot te ste-
ken en deze in stand MARte draaien.
fig. 8F0T0159m
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 12
Page 14 of 210

13
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 9F0T0039m
Verwijder de sleutel nooit uit
het contactslot als de auto
nog in beweging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur automa-
tisch. Dit geldt in alle gevallen, ook
als de auto gesleept wordt. Het is
streng verboden om de-/montage-
werkzaamheden uit te voeren, waar-
voor wijzigingen in de stuurinrichting
of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij
montage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veilig-
heid in gevaar worden gebracht en
voldoet de auto niet meer aan de
typegoedkeuring.
ATTENTIE!START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 3 standen worden ge-
draaid fig. 9:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneembaar
en stuur geblokkeerd. Enkele elektri-
sche installaties werken (bijv. autoradio,
centrale portiervergrendeling, diefsta-
lalarm enz.).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische in-
stallaties werken.
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet u de sleutel te-
rugdraaien in stand STOPen nogmaals
starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleu-
tel uit het start-/contactslot en draai het
stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl
u de sleutel in stand MARdraait.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 13
Page 15 of 210

INSTRUMENTEN
De achtergrondkleur en de vormgeving
van de instrumenten kunnen per uitvoe-
ring verschillen.
SNELHEIDSMETER
fig. 10
Geeft de snelheid van de auto aan.TOERENTELLER fig. 11
De toerenteller geeft het toerental per mi-
nuut van de motor aan.
BELANGRIJK De regeleenheid van de
elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk
de toevoer van brandstof als de motor
met te hoge toerentallen draait, waardoor
het motorvermogen zal afnemen.
Bij stationair draaiende motor kan de toe-
renteller onder bepaalde omstandigheden
een geleidelijke of herhaalde toerentalstij-
ging aangeven. Dit is een normaal ver-
schijnsel dat kan optreden als bijvoorbeeld
de airconditioning of de elektroventilateur
wordt ingeschakeld. In deze gevallen dient
een geringe toerentalstijging voor het be-
houd van de lading van de accu.
fig. 10F0T0150mfig. 11F0T0151m
14
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 14
Page 16 of 210

15
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BRANDSTOFMETER
De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof
aan die in de tank aanwezig is.
Het waarschuwingslampje A-fig. 12geeft
aan dat er nog ongeveer 6 tot 7 liter
brandstof aanwezig is.
E- brandstoftank leeg.
F- brandstoftank vol (zie de paragraaf
“Tanken met de auto” in dit hoofd-
stuk).
Rijd niet met een bijna lege brandstoftank
om beschadiging van de katalysator te
voorkomen.
BELANGRIJK Als de wijzernaald op de in-
dicatie Estaat en het waarschuwings-
lampje Aknippert, dan is er een storing in
het systeem. Wendt u in dit geval tot het
Fiat Servicenetwerk om het systeem te la-
ten controleren.KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUURMETER
De wijzer geeft de temperatuur aan van
de motorkoelvloeistof, zodra de koel-
vloeistoftemperatuur hoger wordt dan on-
geveer 50°C.
Bij normaal gebruik van de auto kan de
wijzernaald op verschillende posities in het
bereik staan, afhankelijk van de gebruik-
somstandigheden van de auto.
C- Lage koelvloeistoftemperatuur.
H- Hoge koelvloeistoftemperatuur.Als het waarschuwingslampje B-fig. 12
gaat branden (en er verschijnt een bericht
op het display), dan is de koelvloeistof-
temperatuur te hoog; zet in dat geval de
motor uit en wendt u tot het Fiat Servi-
cenetwerk.
fig. 12F0T0152mAls de wijzernaald van de
koelvloeistoftemperatuurme-
ter in het rode gebied komt,
zet dan onmiddellijk de motor
uit en wendt u tot het Fiat Servicenet-
werk.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 15
Page 17 of 210

16
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 14
+Om het scherm en de keuzemoge-
lijkheden naar boven te doorlopen of
de weergegeven waarde te verhogen.
MENUKort indrukken voor toegang
ESCtot het menu en/of naar het vol-
gende scherm te gaan of de keu-
ze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om terug
te keren naar het beginscherm.
–Om het scherm en de keuzemogelijk-
heden naar beneden te doorlopen of
de weergegeven waarde te verlagen.
OpmerkingBij de knoppen +en –hangt
de werking van het volgende af: Lichtsterkte interieur auto regelen
– als het beginscherm wordt weergege-
ven, dan kunt u hiermee de lichtsterkte
van het instrumentenpaneel en de auto-
radio regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar
boven of beneden doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde ver-
hogen of verlagen.
DIGITAAL DISPLAY
BEGINSCHERM fig. 13
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
AStand koplampverstelling (alleen als
het dimlicht is ingeschakeld).
BKilometerteller (weergave kilometer-
/mijltotaalteller).
CTijd (altijd weergegeven, ook bij uit-
genomen contactsleutel en gesloten
voorportieren).
OpmerkingBij uitgenomen contactsleu-
tel wordt bij het openen van een van de
voorportieren het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de ki-
lometer- of mijltotaalteller weergegeven.
fig. 13F0T0017mfig. 14F0T0025m
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 16
Page 18 of 210

17
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
SETUP-MENU fig. 15
Het menu bestaat uit een aantal functies
dat “cyclisch” wordt weergegeven. De
functies kunnen met de knoppen +en –
worden gekozen, waarna u keuzemoge-
lijkheden kunt selecteren of instellingen
(setup) kunt uitvoeren.
Het setup-menu kan worden ingeschakeld
door de knop MENU ESCkort in te
drukken.
Door de knoppen +en –telkens in te
drukken, kunt u de lijst van het setup-
menu doorlopen.
De werking is vanaf dit moment afhanke-
lijk van het geselecteerde menupunt.Een menupunt selecteren
– als u de knop MENU ESCkort indrukt,
kunt u in het menu de instelling selecteren
die u wilt wijzigen;
– met de knop +of –(door de knop tel-
kens in te drukken) kan de nieuwe instel-
ling worden geselecteerd;
– als u de knop MENU ESCkort indrukt,
kunt u de instelling opslaan en tegelijker-
tijd terugkeren naar het eerder geselec-
teerde menupunt.
“Klokje instellen” selecteren
– druk kort op de knop MENU ESCom
de eerste eenheid (uren) te veranderen;
– met de knop +of –(door de knop tel-
kens in te drukken) kan de nieuwe instel-
ling worden geselecteerd;
– als u de knop MENU ESCkort indrukt,
kunt u de instelling opslaan en tegelijker-
tijd verdergaan naar het volgende onder-
deel van het instelmenu (minuten);
– na het instellen van de tijd keert u te-
rug naar het eerder geselecteerde menu-
punt.Als u de knop MENU ESCeven ingedrukt
houdt
– als u zich in het menu bevindt, dan ver-
laat u het setup-menu;
– als u zich in een menu-onderdeel be-
vindt, dan verlaat u dat menu-onderdeel;
– worden alleen de reeds opgeslagen in-
stellingen bewaard (reeds bevestigd door
het indrukken van de knop MENU ESC).
Het setup-menu heeft een tijdregeling; als
het menu na een bepaalde tijd verdwijnt,
worden alleen de door u opgeslagen wij-
zigingen (bevestigd door het kort indruk-
ken van de knop MENU ESC) bewaard.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 17
Page 19 of 210

18
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet
u kort op de knop MENU ESCdrukken. Druk op de
knop +of –om in het menu te navigeren.
OpmerkingAls de auto rijdt, is om veiligheidsredenen
alleen een beperkt menu (instelling “SPEEd”) toegan-
kelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toe-
gankelijk.
fig. 15
F0T1021g
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 18
Page 20 of 210

19
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Snelheidslimiet (SPEEd) instellen
Met deze functie kan de snelheidslimiet
van de auto (km/h of mph) worden inge-
steld. Als deze limiet wordt overschreden,
wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheidsli-
miet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt het opschrift (SPEEd)
en de ingestelde meeteenheid (km/h of
mph);
– druk op de knop+of –om de snel-
heidslimiet in te schakelen (On) of uit te
schakelen (OFF);
– als de functie al was ingeschakeld (On),
kan met de knop +of –de gewenste snel-
heidslimiet worden ingesteld en worden
bevestigd door het indrukken van de knop
MENU ESC;
OpmerkingDe waarde kan worden in-
gesteld tussen 30 en 200 km/h of tussen
20 en 125 mph, afhankelijk van de inge-
stelde meeteenheid (zie de paragraaf
“Meeteenheid instellen Unit”). Elke keer
als u de knop +/–indrukt, wordt de waar-
de 5 eenheden verhoogd of verlaagd. Als
u de knop +/–ingedrukt houdt, lopen de
cijfers automatisch snel door of terug. Als
u dicht bij de gewenste waarde bent, kan
de instelling worden voltooid door de
knop telkens in te drukken.– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Ga als volgt te werk als u de instelling wilt
annuleren:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On);
– druk op de knop –; op het display knip-
pert (Off);
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Klokje instellen (Hour)
Met deze functie kunt u het klokje instellen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knipperen de “uren”;
– druk op de knop +of –om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knipperen de “minuten”;– druk op de knop +of –om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Volumeregeling buzzer (bUZZ)
Met deze functie kan het volume van het
akoestische signaal (buzzer) worden inge-
steld, dat klinkt bij de melding van een sto-
ring/waarschuwing en bij het indrukken
van de knoppen MENU ESC,+en –.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt het opschrift
(bUZZ);
– druk op de knop +of –om het ge-
wenste volume in te stellen (instelling mo-
gelijk op 8 niveaus).
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 19