FIAT FIORINO 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2014Pages: 210, PDF Size: 4.81 MB
Page 31 of 210

30
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
TRIPCOMPUTER
Algemeen
Met de “Tripcomputer” kan, als de con-
tactsleutel in stand MARstaat, op het dis-
play informatie worden weergegeven over
de werking van de auto. Deze functie be-
staat uit “Trip A” en “Trip B” die onaf-
hankelijk van elkaar werken en betrekking
hebben op de hele rit van de auto. Beide
functies kunnen op nul worden gezet (re-
set - begin van een nieuwe rit).
“Trip A” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd. Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit
het menuscherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Als u de knop –indrukt, wordt terugge-
keerd naar het eerste menupunt (Beep
Snelheid).“Trip B”, alleen aanwezig op het multi-
functionele display, geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
OpmerkingDe functie “Trip B” kan
worden uitgeschakeld (zie de paragraaf
“Trip B”). De gegevens “Autonomie” en
“Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-
den gezet.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 30
Page 32 of 210

31
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Weergegeven gegevens
Autonomie
Geeft de afstand aan die nog gereden kan
worden met de brandstof in de brand-
stoftank.
Op het display verschijnt de indicatie
“- - - -” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of
30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende mo-
tor stilstaat.
BELANGRIJK De waarde van de actier-
adius kan door verschillende factoren
worden beïnvloed: rijstijl (zie de paragraaf
“Rijstijl” in het hoofdstuk “Starten en rij-
den”), type traject (snelwegen, stad, ber-
gen enz.), gebruiksomstandigheden van de
auto (vervoerde lading, bandenspanning
enz.). Houd hier bij het plannen van een
reis rekening mee.Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft af-
gelegd vanaf het begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstof-
verbruik aan vanaf het begin van een nieu-
we rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het
brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat
met draaiende motor wordt “- - - -” op
het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de au-
to aan op basis van de tijd die verstreken
is vanaf het begin van een nieuwe rit.Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het be-
gin van een nieuwe rit.
BELANGRIJK Als er geen informatie is,
verschijnt bij alle functies op de Trip com-
puter de aanduiding “- - - -” in plaats van
de waarde. Wanneer de normale werking
weer hersteld is, worden de waarden van
de functies weer op normale wijze weer-
gegeven. De waarden die voor de storing
werden weergegeven, worden niet op nul
gezet en er wordt geen nieuwe rit be-
gonnen.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 31
Page 33 of 210

32
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Bedieningsknop TRIP fig. 19
Met de knop TRIP, aan het uiteinde van
de rechter hendel, krijgt u, als de con-
tactsleutel in stand MARstaat, toegang
tot de hiervoor beschreven gegevens en
kunnen de gegevens op nul worden gezet
om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de
verschillende gegevens
– even ingedrukt houden voor het op nul
zetten (reset) en het beginnen van een
nieuwe rit.
fig. 19F0T0038m
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– “handmatig” door de gebruiker d.m.v.
het indrukken van de betreffende knop;
– “automatisch” wanneer de “afgelegde af-
stand” de waarde 3999,9 km of 9999,9 km,
afhankelijk van het geïnstalleerde display,
bereikt of wanneer de “reistijd” de waarde
99.59 (99 uur en 59 minuten) bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is
geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip A” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip B” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip B” op nul gezet.Procedure voor het begin
van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u,
met de sleutel in stand MAR, langer dan
2 seconden op de knop TRIPdrukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knop
MENU ESClanger dan 2 seconden in-
gedrukt.
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 32
Page 34 of 210

33
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 20F0T0153m
ZITPLAATSEN
VOORSTOELEN fig. 20
Verstellen in lengterichting
Trek de hendel Aomhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren: als u
rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn
en de handen op de stuurwielrand steu-
nen.
Alle afstellingen mogen uit-
sluitend bij een stilstaande
auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE!
Als u de hendel loslaat, moet
altijd gecontroleerd worden
of de stoel goed geblokkeerd is door
te proberen de stoel naar voren en
naar achteren te schuiven. Als de stoel
niet goed geblokkeerd is, kan deze on-
verwachts verschuiven, waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
ATTENTIE!
Hoogteverstelling bestuurdersstoel
(indien aanwezig)
Verhoog of verlaag m.b.v. hendel Cde
achterzijde van de zitting, zodat een be-
tere en comfortabeler zitpositie wordt be-
reikt.
BELANGRIJK De verstelling is alleen mo-
gelijk als u op de stoel zit.
Rugleuning verstellen
Draai aan de knop B.Lendensteun bestuurdersstoel
verstellen (indien aanwezig)
Draai de knop Dom het steunvlak van de
rugleuning aan te passen.
Stoelverwarming
(indien aanwezig)
Druk met de sleutel in stand MARop de
knop A-fig. 21om de functie in of uit te
schakelen.
Bij inschakeling gaat het lampje op de knop
branden.
fig. 21
A
F0T0205m
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 33
Page 35 of 210

34
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
INKLAPBARE
PASSAGIERSSTOEL
(indien aanwezig)
Op enkele uitvoeringen kan de passa-
giersstoel worden ingeklapt.
BELANGRIJK Verplaats de stoel uitslui-
tend als er geen passagiers op de achter-
zitplaatsen zitten.
Stoel inklappen
Ga voor het inklappen van de stoel als
volgt te werk:
❒open het portier aan passagierszijde;
❒bedien de hendels A-fig. 22en klap de
rugleuning naar voren in de richting van
de pijl;
❒druk vervolgens de rugleuning B-fig. 23
omlaag: de stoel is nu volledig ingeklapt
in “tafel”-stand;
❒trek aan de lip C-fig. 24en duw de rug-
leuning nog verder omlaag: de stoel is
nu volledig ingeklapt.
fig. 23F0T0163m
fig. 24F0T0164m
fig. 22F0T0235m
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 34
Page 36 of 210

35
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 25F0T0165m
Stoel terugplaatsen
Ga om de stoel weer in de normale ge-
bruiksstand te zetten als volgt te werk:
❒pak de lip A-fig. 25vast en trek de rug-
leuning omhoog;
❒bedien de hendels B-fig. 26vast en trek
de stoel verder omhoog.
Als de passagiersstoel volle-
dig is ingeklapt, mag de
daardoor ontstane ruimte niet als
laadruimte gebruikt worden. Het is
daarom raadzaam om eventuele
voorwerpen op de stoelen te verwij-
deren of vast te zetten om te voor-
komen dat ze tijdens het rijden een
obstakel kunnen vormen of gevaar
opleveren.
Als er geen scheidingswand tussen de
cabine en de laadruimte is, kunnen
lange voorwerpen of pakketten een
deel van de passagiersruimte in beslag
nemen. Zorg dat dergelijke voorwer-
pen of pakketten goed bevestigd zijn
aan de betreffende haken en geen ob-
stakel kunnen vormen of gevaar op-
leveren tijdens het rijden.
ATTENTIE!
TOEGANG TOT DE
ZITPLAATSEN ACHTER
(Combi-uitvoeringen)
De achterzitplaatsen zijn bereikbaar na het
openen van een van de zijschuifdeuren (zie
de paragraaf “Portieren” in dit hoofdstuk).
fig. 26F0T0237m
001-035 Fiorino NL 1ed:_ 9-12-2009 10:14 Pagina 35
Page 37 of 210

SCHEIDINGSWANDEN
(indien aanwezig)
CARGO-UITVOERINGEN
Vaste scheidingswand fig. 27
Deze vormt de afscheiding tussen de pas-
sagiersruimte en de laadruimte.
Vaste scheidingswand met ruitje
fig. 28
Deze is voorzien van een ruitje in het mid-
den, waardoor u de vervoerde lading kunt
inspecteren.
Vast rooster fig. 29
Dit vormt de afscheiding tussen de pas-
sagiersruimte en de laadruimte. Dit is een
metalen rooster, waardoor u de vervoer-
de lading kunt inspecteren.
fig. 27F0T0179m
Deel- en draaibare scheidingswand
fig. 30
Indien lading met ongewone afmetingen
moet worden vervoerd, kan de schei-
dingswand als volgt worden geopend:
❒klap de inklapbare passagiersstoel neer
(zie de aanwijzingen op de vorige pagi-
na’s);
❒haak vanuit de laadruimte de pen A-
fig. 31aan de achterzijde van de schei-
dingswand los, en steek de pen in de zit-
ting B op de rugleuning van de neerge-
klapte stoel.
36
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 28F0T0167m
fig. 30F0T0196m
fig. 29F0T0059m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 36
Page 38 of 210

37
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 32F0T0177m
Voer voor het terugplaatsen van de schei-
dingswand de beschreven handelingen in
omgekeerde volgorde uit.BESCHERMROOSTER VOOR DE
BESTUURDER fig. 32
(indien aanwezig)
Enkele uitvoeringen hebben een vast roos-
ter, dat de bestuurder beschermt tegen
schuivende lading in de laadruimte, en dat
de mogelijkheid biedt de laadruimte uit te
breiden met de cabineruimte aan passa-
gierszijde.
fig. 31F0T0210m
fig. 33F0T0195m
COMBI-UITVOERINGEN
Vaste scheidingswand fig. 33
(indien aanwezig)
Deze bevindt zich achter de rugleuning van
de zitplaatsen achter
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 37
Page 39 of 210

38
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 34
Deze zijn in hoogte verstelbaar en ver-
grendelen automatisch in de gewenste
stand.
❒Omhoog verplaatsen: trek de hoofd-
steun omhoog totdat deze hoorbaar
vergrendelt.
❒Omlaag verplaatsen: druk op de knop
Aen duw de hoofdsteun omlaag.
fig. 34F0T0053m
Verplaats de hoofdsteunen
alleen als de auto stilstaat en
de motor is afgezet.
De hoofdsteunen moeten zo worden
ingesteld dat ze het hoofd onder-
steunen en niet de nek. Alleen in de-
ze positie bieden ze bescherming.
Voor het optimaal benutten van de
hoofdsteun moet de rugleuning zo
zijn ingesteld dat u rechtop zit en dat
uw hoofd zich zo dicht mogelijk bij de
hoofdsteun bevindt.
ATTENTIE!
ACHTER (indien aanwezig)
fig. 35-35a
Om de hoofdsteunen te gebruiken, moe-
ten ze omhoog worden getrokken.
Druk om de hoofdsteunen in de zitting te
plaatsen op de knoppen Aen laat de
hoofdsteunen in de zittingen op de rug-
leuning zakken.
Uittrekken: trek de hoofdsteun volledig
omhoog (“gebruiksstand”) totdat hij hoor-
baar vergrendelt.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter ge-
bruikt worden, moeten de hoofdsteunen
altijd volledig zijn uitgetrokken.
fig. 35F0T0054m
fig. 35a - Uitvoeringen 4
zitplaatsen gemengd vervoer
A
F0T0341m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 38
Page 40 of 210

39
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Het stuur mag alleen wor-
den versteld als de auto stil-
staat.
ATTENTIE!
Het is streng verboden om
demontage-/montagewerk-
zaamheden uit te voeren, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bijv. bij mon-
tage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veilig-
heid in gevaar worden gebracht en
voldoet de auto niet meer aan de
typegoedkeuring.
ATTENTIE!
fig. 36F0T0040m
STUURWIEL
Op enkele uitvoeringen kan het stuur zo-
wel in lengterichting als in hoogte worden
versteld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❒ontgrendel de hendel A-fig. 36door
deze naar voren te drukken (stand 1);
❒plaats het stuur in de gewenste stand;
❒vergrendel de hendel Adoor hem naar
het stuur te trekken (stand 2).
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 37
(indien aanwezig)
De binnenspiegel is voorzien van een be-
veiligingsmechanisme, waardoor de spie-
gel bij een krachtig contact met een inzit-
tende losschiet.
Met het hendeltje Akan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-
verblindingsstand.
fig. 37F0T0027m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 39