key FIAT FREEMONT 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2012Pages: 356, PDF Size: 8.41 MB
Page 25 of 356

HET SYSTEEM DEACTIVEREN
Het voertuigbeveiligingsalarm kan op de volgende ma-
nieren worden uitgeschakeld:
Druk op de afstandsbediening (RKE) de vergrendel-toets UNLOCK in.
Pak de Passive Entry Unlock-deurgreep vast, terwijl een sleutelhouder zich ook aan buitenzijde bevindt
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, raadpleeg
"Keyless Enter-N-Go" in "Uw auto" voor meer infor-matie).
Draai de contactsleutel uit de stand OFF. Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-Go,drukt u op de toets Start/stop van de Keyless
Enter-N-Go (hiertoe dient minimaal één geldige
sleutelhouder aanwezig te zijn in het voertuig).
Als uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N- Go, steekt u een geldige sleutel in de contactscha-
kelaar en draait u de sleutel in de stand ON.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet worden in- of uitgescha-
keld via de slotcilinder van het bestuurdersportier of
de kofferdekseltoets op de afstandsbediening.
Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u de por-
tieren niet ontgrendelen met de schakelaars voor de
portiervergrendeling. Het beveiligingsalarmsysteem is ontworpen om uw
auto te beveiligen, maar u kunt ook omstandigheden
veroorzaken die onbedoeld zorgen voor vals alarm. Als
een van de eerder beschreven procedures voor het
activeren van de waakfunctie is uitgevoerd, zal het
alarmsysteem worden ingeschakeld, ongeacht of u zich
in de auto bevindt. Als u in de auto blijft en een portier
opent, gaat het alarm af. Als deze situatie zich voor-
doet, schakelt u het alarmsysteem uit.
Als het beveiligingsalarmsysteem in de waakfunctie
staat en de accu wordt losgekoppeld, blijft het beveili-
gingsalarm in de waakfunctie wanneer de accu weer
wordt aangesloten; de buitenlampen knipperen, de
claxon geeft een geluidsignaal. Als deze situatie zich
voordoet, schakelt u het alarmsysteem uit.
ALARMSYSTEEM HANDMATIG ANNULEREN
Het systeem komt niet in waakfunctie als u de portie-
ren vergrendelt via de handbediende vergrendelknop.
19
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 28 of 356

Right Rear Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzerrechtsachter defect) (met één geluidssignaal)
RKE Battery Low (RKE-accu bijna leeg) (met één geluidssignaal)
Personal Settings Not Available – Vehicle Not in Park (Persoonlijke instellingen niet beschikbaar - Auto
staat niet in PARK) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Left/Right Front Door Ajar (Linker-/ rechtervoorportier open, een of meer portiers ge-
opend, met één geluidssignaal bij rijsnelheden boven
1,6 km/u)
Left/Right Front Door Ajar (Linker-/ rechtervoorportier open, een of meer portiers ge-
opend, met één geluidssignaal bij rijsnelheden boven
1,6 km/u)
Door(s) Ajar (Portier[en] open) (met één geluidssig- naal als de auto rijdt)
Liftgate Ajar (Achterklep open) (met één geluidssig- naal)
Low Washer Fluid (Ruitensproeiervloeistof bijna op) (met één geluidssignaal)
"Ignition or Accessory On" (Contactschakelaar op ON of ACC)
Vehicle Not in Park (Auto niet in parkeerstand)
Key Left Vehicle (Sleutel niet in auto)
Key Not Detected (Sleutel niet aangetroffen) Low Tire Pressure (Lage bandenspanning) (met één
geluidssignaal). Raadpleeg "Bandenspanning" en "Ban-
denspanningscontrole" in "Starten en rijden" voor
meer informatie.
Service TPM System (Onderhoud TPM-systeem) (met één geluidssignaal). Raadpleeg "Bandenspan-
ningscontrole" in "Starten en rijden" voor meer in-
formatie.
Check Gascap (Brandstofvuldop controleren) (raad- pleeg "Brandstof bijvullen" in "Technische gegevens")
Oil Change Required (Oliebeurt vereist) (met één geluidssignaal)
Brandstofvuldop controleren (raadpleeg "Brandstof tanken" in "Starten en rijden")
Oil Change Due (Olie verversen) (met één geluids- signaal)
Uitlaatsysteem — regeneratie nu vereist. In omstan- digheden waarbij alleen zeer korte ritten met lage
snelheid worden gemaakt, of ritten waarbij alleen
met lage snelheid wordt gereden, bereiken de motor
en het uitlaatgasnabehandelingssysteem nooit de
vereiste omstandigheden om de opgevangen roet-
deeltjes te verwijderen. Als dit zich voordoet, ver-
schijnt het bericht "Exhaust System Regeneration
Required Now" (regeneratie van het uitlaatsysteem
nu vereist) in het EVIC. Door met uw voertuig op
snelweg te rijden gedurende tenminste 30 minuten
verhelpt u het probleem in het roetfiltersysteem
22
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 40 of 356

Passive Entry (Keyless Enter-N-Go) (voorbepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Passive Entry om dit scherm
te veranderen. Met deze functie kunt u de portieren
van uw auto vergrendelen en ontgrendelen zonder dat
u op de afstandbediening de vergrendel- en ontgren-
delknoppen hoeft in te drukken. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Passive Entry. Druk vervol-
gens op de schermtoets met de pijl naar links. Raad-
pleeg “Keyless Enter-N-Go” in “Uw auto”.
Verwarmde stoelen
Auto Heated Seats (Automatische stoelverwarming) (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Auto Heated Seats om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is ingeschakeld,
zal de verwarming van de bestuurdersstoel automa-
tisch inschakelen wanneer de temperatuur lager dan
4,4°C is. Druk om deze functie te selecteren op de
schermtoets Auto Heated Seats, kies On (Aan) of Off
(Uit) en druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links. Opties bij stilstaande motor
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay om dit
scherm te veranderen. Als u deze functie selecteert,
kunt u kiezen of bij uitstappen de koplampen nog 30, 60
of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van
de Headlight Off Delay te veranderen op de scherm-
toets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Stroom bij stilstaande motor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Engine Off Power Delay om
dit scherm te veranderen. Als deze functie is geselec-
teerd, blijven de elektrisch bedienbare ruiten, de radio,
het Uconnect™ telefoonsysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten), het dvd-videosysteem (voor
bepaalde uitvoeringen/markten), het elektrisch bedien-
bare schuifdak (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
en de aansluitcontacten nog maximaal 10 minuten
werken nadat de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Druk, om de status van de
Engine Off Power Delay functie te veranderen, op de
schermtoets 0 seconden, 45 seconden, 5 minuten of
10 minuten. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
34
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 47 of 356

Grootlicht automatisch dimmen (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Wanneer u deze functie selecteert, zal het grootlicht
onder bepaalde omstandigheden automatisch uitge-
schakeld worden. Druk, om uw keuze te maken, op de
schermtoets Auto High Beams. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Raadpleeg
"Verlichting/SmartBeam™(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)” in “Uw auto” voor meer infor-
matie.
Headlight Dip (Traffic Changeover)
(Koplampafstelling (links-/rechtsrijdend
verkeer)) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De lichtbundels van het dimlicht worden aan de boven-
zijde afgeschermd. De lichtbundels zijn het meest naar
beneden gericht en afgestemd op links- of rechtsrij-
dend verkeer om verblinding zoveel mogelijk te voor-
komen.
Flash Headlights with Lock (Knipperen bij vergrendelen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer deze functie geselecteerd is, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter wanneer u de por-
tieren vergrendelt of ontgrendelt via de afstandsbedie-
ning. Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Flash Headlights with Lock. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Doors & Locks (portieren en sloten)
Auto Unlock on Exit (Portieren ontgrendelen bij
verlaten) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u deze functie selecteert, worden alle portie-
ren ontgrendeld wanneer het voertuig stopt, de trans-
missie in de stand PARK of NEUTRAL geschakeld
wordt en het bestuurdersportier geopend wordt.
Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets Auto
Unlock on Exit. Druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links.
Flash Headlight with Lock (Knipperen bij
vergrendelen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer deze functie geselecteerd is, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter wanneer u de por-
tieren vergrendelt of ontgrendelt via de afstandsbedie-
ning. Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Flash Lights with Lock. Druk vervolgens op de scherm-
toets met de pijl naar links.
1st Press of Key Fob Unlocks (Ontgrendelen door eenmaal te drukken op de sleutelhouder)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer de optie Unlock Driver Door Only On
1st Press is geselecteerd, wordt alleen het bestuur-
dersportier ontgrendeld bij de eerste druk op de toets
UNLOCK van de afstandsbediening. Als u Driver Door
1st Press selecteert, moet u twee keer op de ontgren-
deltoets van de afstandsbediening drukken om de an-
dere portieren te ontgrendelen. Wanneer u All Doors
41
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 48 of 356

1st Pressselecteert, ontgrendelen alle portieren bij
de eerste keer indrukken op de UNLOCK-toets op de
afstandsbediening. OPMERKING: Wanneer het voertuig is uitgerust
met het "Enter-N-Go-systeem" voor sleutelloze toe-
gang en het EVIC is geprogrammeerd om alle portieren
na eenmaal drukken te ontgrendelen, dan zullen alle
portieren worden ontgrendeld, ongeacht welke por-
tierhandgreep wordt vastgepakt. Als "Driver Door 1st
Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na één keer
drukken) is geprogrammeerd, wordt alleen het be-
stuurdersportier ontgrendeld wanneer dit wordt vast-
gepakt. Wanneer bij Passive Entry de functie "Driver
Door 1st Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na
één keer drukken) is geprogrammeerd en de hand-
greep meer dan één keer wordt aangeraakt, wordt het
bestuurdersportier geopend. Wanneer de functie
"Ontgrendel bestuurdersportier na één keer drukken"
is geselecteerd en het bestuurdersportier is geopend,
dan kunnen de overige portieren ontgrendeld worden
met behulp van de ontgrendel-/vergrendelschakelaar in
het voertuig (of gebruik de afstandsbediening).
Passive Entry (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Met deze functie kunt u de portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u op de
afstandbediening de vergrendel- en ontgrendelknop-
pen hoeft in te drukken. Druk, om uw keuze te maken,
op de schermtoets Passive Entry. Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links. Raadpleeg
“Keyless Enter-N-Go” in “Uw auto”.
Opties bij stilstaande motor
Stroom bij stilstaande motor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer deze functie is geselecteerd, blijven de elek-
trisch bedienbare ruiten, de radio, het Uconnect™
telefoonsysteem (voor bepaalde uitvoeringen/
markten), DVD-videosysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten), het elektrisch bedienbare
schuifdak (voor bepaalde uitvoeringen/markten) en de
aansluitcontacten nog maximaal 10 minuten werken
nadat de contactschakelaar in de stand OFF is gezet.
Door het openen van een voorportier wordt deze
functie uitgeschakeld. Druk, om de status van de En-
gine Off Power Delay functie te veranderen, op de
schermtoets 0 seconden, 45 seconden, 5 minuten of
10 minuten. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 30, 60 of 90 seconden
blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay te veranderen op de schermtoets 0, 30, 60 of
90. Druk daarna op de schermtoets met de pijl naarlinks.
42
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 114 of 356

de ruit omlaag en opent u het portier via de portier-
greep aan de buitenzijde.
Het kinderslot uitschakelen
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijkvoorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand UNLOCK. (afb. 85)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Controleer na het uitschakelen van
het kinderslot altijd of het portier van binnenuit kan
worden geopend. KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt verbeteringen ten
opzichte van het systeem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-Go. Met deze
functie kunt u de portieren van uw auto vergrendelen
en ontgrendelen zonder dat u op de afstandbediening
de vergrendel- en ontgrendelknoppen hoeft in te druk-
ken. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/uit) worden gepro-
grammeerd, raadpleeg "Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw auto" voor meer informatie.
Als u handschoenen draagt of als de portierhand-
greep met Passive Entry is natgeregend, is het mogelijk
dat de handgreep minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbe-
diening of Passive Entry en er wordt binnen 60 secon-
den geen portier geopend, worden de portieren weer
vergrendeld en wordt (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) het alarmsysteem ingeschakeld.
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
binnen 1,5 m van de handgreep van het bestuur-
dersportier en pak deze handgreep vast om het be-
stuurdersportier automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van de portieren zal(afb. 85)
Functie kinderslot
108
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 119 of 356

nogmaals kort op de ruitblokkeerschakelaar om deze
in de stand Omhoog te zetten. (afb. 90)
Rijwinddruk
Rijwinddruk kan worden beschreven als het gevoel van
druk op de oren, vergelijkbaar met het akoestisch
effect van helikoptergeluid. U merkt in uw auto dit
rijwindeffect soms op terwijl de ramen open zijn, of
wanneer het zonnedak (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) geheel of gedeeltelijk is geopend. Dit is nor-
maal en het effect kunt u tenietdoen. Als u last heeft
van rijwinddruk bij geopende achterruiten, open dan
zowel de voor- als achterruiten om het effect te ver-
minderen. Als u rijwinddruk bemerkt terwijl het schuif-
dak openstaat, verstelt u de schuifdakopening om het
effect te verminderen.ACHTERKLEP
De achterklep kan met de afstandsbediening, Keyless
Enter-N-Go (Passive Entry) of door het activeren van
de vergrendelknop op het bekledingspaneel van de
voorportieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
Raadpleeg voor meer informatie over Keyless Enter-
N-Go (Passive Entry) "Keyless Enter-N-Go" in "Starten
en rijden". OPMERKING:
De achterklep kan niet worden ont-
grendeld of vergrendeld met de handmatige portierver-
grendeling op de panelen in de portieren of met het
cilinderslot aan bestuurderszijde.
Om de ontgrendelde achterklep te openen drukt u op
de hendel en trekt de achterklep naar u toe. De
pneumatische stangen gaan omhoog en houden de
achterklep in de open stand. (afb. 91) OPMERKING: De gasdruk in deze steunen daalt
echter bij koud weer en dan moet u mogelijk ook zelf
iets ondersteunen bij het openen van de achterklep.(afb. 90) Raamblokkeerschakelaar
113
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 221 of 356

(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto en laat Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN staan. Een kind
zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een in
de zon geparkeerde afgesloten auto, de hitte kan
ernstig of dodelijk letsel toebrengen.
KEYLESS ENTER-N-GO Met deze functie kan de bestuurder
via een druk op de toets de contact-
schakelaar bedienen, mits de af-
standsbediening (RKE) zich in het
passagierscompartiment bevindt.
NORMAAL STARTEN – BENZINEMOTOR
Met de knop ENGINE START/STOP (Motor Aan/Uit) OPMERKING: Bij normaal starten van een koude of
warme motor hoeft u het gaspedaal niet in te trappen.
Om de motor te starten, moet de versnellingspook in
de stand PARK of NEUTRAL staan. Houd het rempe-
daal ingetrapt terwijl u één keer op de ENGINE START/STOP-knop drukt. Het systeem neemt het dan
over en probeert de auto te starten. Als de auto niet
start, slaat de startmotor automatisch na 10 seconden
af. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de
motor aanslaat, drukt u nogmaals op de knop.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP (Motor aan/uit)
1. Zet de versnellingspook in de stand PARK, druk op
de ENGINE START/STOP-knop en laat deze daarna los.
2. De contactschakelaar keert terug naar de stand OFF.
3. Als de versnellingspook niet in de stand PARK staat, moet de knop ENGINE START/STOP twee secon-
den lang worden ingedrukt en moet de rijsnelheid
meer dan 8 km/u bedragen voordat de motor af-
slaat. De contactschakelaar blijft in de stand ACC,
totdat de versnellingspook in de stand PARK staat
en de knop twee keer wordt ingedrukt naar de
stand OFF. Als de versnellingspook niet in de stand
PARK staat en de knop ENGINE START/STOP één
keer wordt ingedrukt, verschijnt op het scherm van
het EVIC (voor bepaalde uitvoeringen/markten) het
bericht “Vehicle Not In Park” (Auto niet in parkeer-
stand) en blijft de motor draaien. Verlaat een auto
nooit als deze niet in de stand PARK staat, omdat de
auto dan kan wegrollen.
OPMERKING: Wanneer de contactschakelaar in de
stand ACC of RUN (motor draait niet) blijft staan en
215UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 226 of 356

OPMERKING:
Als de parkeerrem is ingeschakeld en de automati-
sche versnellingsbak in een versnelling staat, gaat het
"Waarschuwingslampje remsysteem" knipperen. Als
beweging van de auto wordt gedetecteerd, klinkt er
een gongsignaal om de bestuurder hierop te wijzen.
Zet de parkeerrem volledig vrij voordat u met de auto
gaat rijden.
Dit lampje geeft alleen aan dat de handrem is aange-
trokken. Het geeft niet aan hoe krachtig de handrem is
aangetrokken.
Als u op een neergaande helling parkeert, is het belang-
rijk om de voorwielen in de richting van de stoep te
draaien, en van de stoep af bij parkeren op een op-
gaande helling. Trek bij voertuigen met een automati-
sche versnellingsbak de handrem aan voordat u de
versnellingspook in de stand PARK zet. Anders kan het
door de belasting die op het vergrendelmechanisme
van de versnellingsbak werkt moeilijk zijn om de ver-
snellingspook uit de PARK-stand te verwijderen. De
parkeerrem moet altijd aangetrokken zijn als de be-
stuurder niet in de auto zit.
WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK van de auto-
matische versnellingsbak nooit als ver-
vanging van de parkeerrem. Trek de parkeerrem
altijd volledig aan als u de auto parkeert , om te
voorkomen dat de auto gaat rollen en mogelijk
letsel of schade veroorzaakt .
Zet , voordat u de auto verlaat , altijd de versnel-
lingshendel in de stand PARK, trek de handrem
aan en neem de sleutelhouder uit het contact .
Sluit altijd de auto af wanneer u de auto verlaat .
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter
of daar waar ze toegang tot een niet afgesloten
auto hebben.
Kinderen zonder toezicht in een auto achterla-
ten is om verschillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden kunnen ernstige of dodelijke
verwondingen oplopen.Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal of de
versnellingspook mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto en laat Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN staan. Een kind
zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
(Vervolgd)
220
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 230 of 356

(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter
of daar waar ze toegang tot een niet afgesloten
auto hebben.
Kinderen zonder toezicht in een auto achterla-
ten is om verschillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden kunnen ernstige of dodelijke
verwondingen oplopen.Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal of de
versnellingspook mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto en laat Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN staan. Een kind
zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
SLEUTELBLOKKERING
Deze auto is uitgerust met sleutelblokkering waardoor
de versnellingspook in de stand PARK moet worden
gezet voordat de motor kan worden uitgeschakeld.
Hiermee wordt voorkomen dat de bestuurder per
ongeluk uit de auto stapt zonder de versnellingspook in
de stand PARK te zetten.
Het systeem vergrendelt ook de versnellingspook in de
stand PARK wanneer de contactschakelaar in de stand
OFF staat. REM-/SCHAKELBLOKKERING
Deze auto is voorzien van rem-/schakelblokkering
(BTSI) die ervoor zorgt dat de versnellingspook in de
stand PARK blijft tenzij het rempedaal wordt ingetrapt.
Om de versnellingspook uit de PARK-stand te zetten
moet de contactschakelaar in de stand ON/RUN wor-
den gezet (al dan niet met draaiende motor) en het
rempedaal worden ingetrapt.
ZESTRAPS AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
De indicator voor de standen van de versnellingspook
(op het instrumentenpaneel) geeft de versnellingen
aan. U moet het rempedaal intrappen om de versnel-
lingspook uit de stand PARK te zetten (raadpleeg
“Rem-/schakelblokkering (BTSI)” in dit hoofdstuk). Om
te gaan rijden dient u de versnellingspook vanuit de
stand PARK of NEUTRAL in de stand DRIVE te zetten.
De elektronisch geregelde versnellingsbak zorgt voor
een nauwkeurig schakelpatroon. Het elektronisch sys-
teem van de versnellingsbak is zelf-kalibrerend; vandaar
dat de eerste schakelingen bij een nieuwe auto in het
begin wat abrupt kunnen zijn. Dat is echter normaal.
Het nauwkeurige schakelpatroon ontwikkelt zich bin-
nen enkele honderden kilometers rijden.
U mag uitsluitend van DRIVE naar PARK of REVERSE
schakelen nadat u het gas hebt losgelaten en de auto
tot stilstand is gekomen. Houd altijd uw voet op het
rempedaal als naar deze standen schakelt.
224
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD