tow bar FIAT FREEMONT 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2012Pages: 356, PDF Size: 8.41 MB
Page 276 of 356

(E) Na het rijden:
Parkeer op een veilige plaats. Lees eerst "(A) Wanneer
u stopt om TIREFIT aan te brengen" voordat u verder
gaat.
1. Draai de functieregelknop (5) in de stand luchtfunc-tie.
2. Maak de stekker los en steek de stekker in de 12 Volt-aansluiting van de auto.
3. Maak de luchtpompslang (7) (zwart) los en schroef de fitting aan het uiteinde van de slang (7) op het
ventiel.
4. Controleer de bandenspanning met behulp van de manometer (3).
Als de bandenspanning lager is dan 1,3 bar , is de
schade aan de band te groot. Probeer niet door te
rijden. Schakel hulp in.
Als de bandenspanning 1,3 bar of hoger is:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om TIREFIT in te schakelen en vul de band totdat de bandenspanning
is bereikt die op de band en op het etiket met
informatie over belasting in de portieropening aan
de bestuurderszijde is vermeld.
OPMERKING: Druk, als de band een te hoge span-
ning heeft, op de knop voor leeglopen om de banden-
spanning te verlagen tot de voorgeschreven banden-
spanning voordat u verder gaat. 2. Koppel de TIREFIT-set los van het ventiel, breng de
dop weer aan op het ventiel en verwijder de stekker
uit de 12 Volt-aansluiting.
3. Berg de TIREFIT-set terug op de juiste plaats in het voertuig.
4. Laat de band bij de eerste gelegenheid repareren of vervangen door een erkende dealer of een banden-
servicebedrijf.
5. Laat de fles met afdichtingsmiddel (1) en de afdich- tingsslang (6) zo snel mogelijk vervangen door uw
erkende dealer. Zie "(F) Fles met afdichtingsmiddel
en slang vervangen".
OPMERKING: Als u de band laat repareren, laat de
erkende dealer of het garagebedrijf dan weten dat de
band is afgedicht met de TIREFIT-set.
(F) Fles met afdichtingsmiddel en slang
vervangen:
1. Maak de afdichtingsslang (6) (doorzichtig) los.
2. Zoek de ronde knop voor het losmaken van de fles in het verzonken gedeelte onder de fles.
3. Druk op de knop voor het losmaken van de fles met afdichtingsmiddel. De fles met afdichtingsmiddel (1)
springt omhoog. Verwijder de fles en voer deze
volgens de voorschriften af.
4. De TIREFIT-houder reinigen van eventuele resten afdichtingsmiddel.
270
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 307 of 356

WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend
door de fabrikant goedgekeurde com-
pressorsmeermiddelen en koelmiddelen. Som-
mige niet-goedgekeurde koelmiddelen zijn ont-
vlambaar, kunnen ontploffen en ernstig letsel
veroorzaken. Andere niet-goedgekeurde koel-
middelen of smeermiddelen kunnen de werking
verstoren en hoge reparatiekosten veroorzaken.
Het aircosysteem bevat een koelvloeistof on-
der hoge druk. Om persoonlijk letsel of schade
aan het systeem te voorkomen mag het bijvullen
van koelmiddel, of andere reparaties waarbij lei-
dingen moeten worden losgekoppeld, alleen wor-
den uitgevoerd door een vakbekwame en speci-
aal opgeleide monteur.
Koelmiddel terugwinnen en hergebruiken
Het airconditioningsysteem van uw auto bevat R-134a,
een koelmiddel dat de ozonlaag in de bovenste atmo-
sfeer niet aantast. De fabrikant adviseert om het on-
derhoud aan het airconditioningsysteem te laten uit-
voeren door een erkende dealer of een bedrijf dat
beschikt over een installatie om het koelmiddel op te
vangen en te recycleren. OPMERKING: Gebruik alleen vloeibare afdichtings-
middelen voor aircosystemen, producten voor het
stoppen van lekken, afdichtingsconditioners, compres- sorolie of koelmiddelen die goedgekeurd zijn door defabrikant.
A/C-LUCHTFILTER (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Raadpleeg "Onderhoudsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem niet
verwijderen als de aanjager aanstaat ,
anders kan persoonlijk letsel het gevolg zijn.
Het luchtfilter van het aircosysteem bevindt zich in de
luchtinlaat achter het handschoenenkastje. Volg de
onderstaande stappen om het filter te vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en neem alle voor- werpen eruit.
2. Druk het lipje aan weerszijden van het handschoe- nenkastje naar binnen en trek tegelijkertijd zachtjes
aan het klepje van het handschoenenkastje tot beide
lipjes vrijkomen en het klepje opengaat op het
instrumentenpaneel. (afb. 179)
3. Klap het handschoenenkastje naar beneden.
4. De twee houders waarmee het filterdeksel aan de ventilatiebehuizing is bevestigd losmaken en het
deksel verwijderen. (afb. 180)
5. Verwijder het luchtfilter van de airco door het recht uit de behuizing te trekken.
301
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 317 of 356

(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door materiaal of
vocht van buitenaf, dient u alleen nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of remvloeistof uit een
hermetisch afgesloten vat . Houd de dop op het
reservoir van de hoofdremcilinder altijd vergren-
deld. Remvloeistof in een open vat neemt vocht
op uit de lucht , waardoor de remvloeistof een
lager kookpunt krijgt . De remvloeistof kan hier-
door gaan koken tijdens hard of lang remmen,
waardoor de remmen niet meer werken. Dit kan
leiden tot een ongeval.
Het bijvullen van het vloeistofreservoir met te
veel remolie kan leiden tot het morsen van vloei-
stof op hete motoronderdelen, waardoor de rem-
olie vlam kan vatten. Remvloeistof kan ook
schade toebrengen aan gelakte oppervlakken en
vinyl. Let daarom op dat er geen remvloeistof op
deze oppervlakken terecht komt .
Zorg dat er geen vloeistof op basis van aardolie
in de remvloeistof terechtkomt . De afdichtingen
van het remsysteem kunnen hierdoor worden
aangetast , waardoor de remmen hun werking
gedeeltelijk of geheel kunnen verliezen. Dit kan
leiden tot een ongeval. AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische versnellingsbak en de differentiee-
leenheid bevinden zich in een enkele behuizing.
Het vloeistofpeil in de automatische versnellingsbak
moet bij elke onderhoudsbeurt worden gecontroleerd.
Wanneer met een te laag vloeistofniveau wordt gere-
den, kan dat de levensduur van de transmissie en de
vloeistof sterk bekorten.
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermiddel voor de ver-
snellingsbak te kiezen, om een optimale werking van de
transmissie te garanderen. Gebruik uitsluitend de door
de fabrikant aanbevolen transmissievloeistof. Raad-
pleeg "Vloeistoffen, smeermiddelen en originele onder-
delen" in "Technische gegevens" voor meer informatie.
Het is belangrijk dat de transmissievloeistof het ver-
eiste peil heeft en dat u de aanbevolen vloeistof ge-
bruikt. Er mogen geen chemicaliën door de versnel-
lingsbak worden gespoeld; uitsluitend het
goedgekeurde smeermiddel mag worden gebruikt.
Speciale additieven
Automatische transmissievloeistof (ATF) is een hoog-
waardig product waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed. Daarom raden we u
aan geen additieven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. De enige uitzondering op deze regel vormt het
toevoegen van speciale kleurstof om lekkage op te
sporen. Gebruik ook geen vloeibare afdichtmiddelen
311
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 326 of 356

slijtage of zichtbare schade controleren. Gebruik een
zakmeter van goede kwaliteit om de bandenspanning te
controleren. Een visuele schatting van de spanning
volstaat niet. Radiaalbanden lijken soms de juiste span-
ning te hebben terwijl de spanning onvoldoende is.
Plaats na het controleren of aanpassen
van de bandenspanning altijd de ventiel-
dop terug. Hierdoor voorkomt u dat het
ventiel beschadigd raakt door binnendringend
vocht of vuil.
De gespecificeerde bandenspanningswaarden op het
plaatje gelden altijd voor "koude banden". Dit zijn
banden van een auto waarmee minstens 3 uur niet is
gereden, of waarmee minder dan 1,6 km is gereden na
een periode van 3 uur stilstaan. De spanning van een
koude band mag nooit hoger zijn dan de maximum-
spanning die op de zijkant van de band staat vermeld.
Controleer de bandenspanning vaker als de buitentem-
peraturen zeer verschillend zijn, omdat de bandenspan-
ning varieert met de temperatuur.
De bandenspanning verandert ongeveer 0,07 bar per 7
°C temperatuurverandering. Denk hieraan als u de
druk meet in een verwarmde garage, vooral in de
winter.
Voorbeeld: als de temperatuur in de garage 20 °C en de
buitentemperatuur 0 °C bedraagt, moet u de banden- spanning verhogen met 0,21 bar (dit komt overeen met
0,07 bar voor elke 7 °C temperatuurverschil).
Tijdens gebruik kan de bandenspanning onder invloed
van de temperatuur met 0,13 tot 0,4 bar oplopen. Laat
de banden in dat geval NOOIT gedeeltelijk leeglopen,
de bandenspanning is anders te laag zodra de band
weer is afgekoeld.
Bandenspanning bij hogere rijsnelheden
De fabrikant is een voorstander van het rijden met een
veilige snelheid, volgens de geldende snelheidsbeper-
kingen. Wanneer de omstandigheden het toelaten om
met hoge snelheden te rijden, is de juiste bandenspan-
ning erg belangrijk. Mogelijk moet u de bandenspanning
verhogen en de belading van de auto verminderen als u
met hoge snelheden wilt rijden. Neem contact op met
de oorspronkelijke of een erkende bandenleverancier
voor de aanbevolen veilige rijsnelheid, de juiste bela-
ding en de correcte koude bandenspanning.
WAARSCHUWING!
Het rijden met hoge snelheden in een
maximaal beladen auto is gevaarlijk. De
extra belasting op uw banden kan defecten ver-
oorzaken. U kunt zo een ernstig ongeval krijgen.
Rij niet sneller dan 120 km/u in een auto die tot
het maximale laadvermogen is beladen.
320
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 334 of 356

WAARSCHUWING!
Koolmonoxide (CO) in uitlaatgassen is
dodelijk. Volg de onderstaande voor-
schriften om koolmonoxidevergiftiging te voor-
komen.
Adem nooit uitlaatgassen in. Deze bevatten
namelijk koolmonoxide, een kleurloos en reuk-
loos gas dat dodelijk kan zijn. Laat de motor
nooit in een gesloten ruimte, zoals een garage,
draaien en blijf nooit lange tijd in een stilstaande
auto met draaiende motor zitten. Wanneer de
auto langere tijd met draaiende motor buiten
stilstaat , stel uw ventilatiesysteem dan zodanig
in dat buitenlucht naar binnen wordt geblazen.
Regelmatig onderhoud is een prima bescher-
ming tegen koolmonoxide. Laat het uitlaatsys-
teem altijd controleren wanneer de auto op een
hefbrug wordt gezet . Laat afwijkende condities
direct repareren. Rijd tot na de reparatie altijd
met de ramen volledig geopend.
Laat de achterklep dicht tijdens het rijden om
te voorkomen dat koolmonoxide en andere gif-
tige uitlaatgassen de auto binnendringen. BRANDSTOFVEREISTEN —
DIESELMOTOR
Het gebruik van dieselolie van de hoogste kwaliteit met
een cetaangehalte van 50 of meer, die voldoet aan de
norm EN590, wordt sterk aanbevolen. Raadpleeg uw
dealer voor meer informatie over de beschikbare
brandstoffen in uw omgeving.
328
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 344 of 356

Geluidssysteem . . . . Raadpleeg het geluidssysteemboekje
GevaarRijden door stromend, hoog of ondiep,
niet-stromend water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
Glad wegdek, rijden op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
Gloeilampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213,271
Gordelspanners Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Gordelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Gordelsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172,203,206
Gordelsystemen (sedan) . . . . . . . . . . . . . . 200,203,205
Gordelsystemen, kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Gordelverankering, kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . 193
Grootlichtschakelaar/dimmerschakelaar . . . . . . . . . . 81
Handgeschakelde versnellingsbak . . . . . . . . . . . 221,312 Controle vloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . . . . . 312,313
Keuze van het smeermiddel . . . . . . . . . . . . . 312,313
Terugschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
Verversingsinterval vloeistof . . . . . . . . . . . . . 312,313
Handleiding voor het trekken van een aanhanger . . . 237
Hoofdcilinder (remmen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Hulpstopcontract (stopcontact) . . . . . . . . . . . . . . . 97
Hulpversnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313,331
Immobilisator (Sentry-sleutel) . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Indicatielampje groot licht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Informatiecentrum, voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inklapbare buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Inrijden van nieuw voertuig, aanbevelingen . . . . . . . 214
Inrijperiode nieuw voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214 Inschakelen van het antidiefstalsysteem (beveiliging) . . 16
Inschuifbare bagageruimtecover . . . . . . . . . . . . . . . 117
Instapruimte, verlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Instelbare stuurkolom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Instructieboekje (bedrijfshandboek) . . . . . . . . . . . . . . 4
Instructies voor het opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . 259
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246,247
Instrumentenpaneel en bedieningen . . . . . . . . . . . . . . 6
Instrumentenpaneel reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Instrumentenpaneeldeksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Intensiteit overdag, interieurverlichting . . . . . . . . . . . 82
Intensiteit, interieurlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Interieur, verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . 315
Interieur, zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Intervalstand ruitenwissers (intervalschakeling van
de ruitenwissers) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Kaart-/leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Kantelbare rugleuning passagiersstoel
(Easy Entry System) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Keuze van de koelvloeistof (antivries) . . . . . 306,307,330
Keyless Enter-N-Go . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108,215
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186,189
Kinderen beveiligen . . . . . . . . . . . 186,190,192,193,196
Kinderzitje, gordelverankering . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Klimaatregeling, airco . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Kniebescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Knipperlichten
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . 80,213,248
Waarschuwingsknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . 93
Knipperlichten, richtingaanwijzers . . . . . 80,213,248,275
338
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 347 of 356

Oliefilter afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Oliepeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,298
Olievuldop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296,299
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Starten met startkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
Temperatuurmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Verdronken motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Waarschuwing uitlaatgassen . . . . . . . . . . . . . 114,210
Wil niet starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Motorkapontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Motorolie, viscositeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298,299
Multifunctionele bedieningshendel . . . . . . . . . . . . . . 80
Muntenhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Navigatiesysteem (uconnect™ gps) . . . . . . . . . 145,147
Neerklapbare achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54,59
Noodgevallen, wat te doen
Opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 256
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
Starten met startkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
Vastgelopen voertuig vrijmaken . . . . . . . . . . . . . 282
Waarschuwingsknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . 93
Octaangehalte van benzine (brandstof ) . . . . . . . 326,330
Olie, motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,330 Aanbevolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
Additieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,298
Filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Filter verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Interval olieverversing . . . . . . . . . . . . . . . . . 25,298
Peilstok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,298
Verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299 Viscositeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298,299,329
Vulhoeveelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
Onderhoud van de auto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Onderhoud van de bekleding . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Onderhoud van de lak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Onderhoud van de wielen en wielversiering . . . . . . . 314
Onderhoud, algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
Onderhoud, schuifdak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
Onderhoud, werkwijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
Onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
Onderhoudsvrije accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Onderste bevestigingspunten en -banden voor
kinderzitjes (LATCH-systeem) . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Ongelode benzine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Ontgrendeling, motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Ontwarringsprocedure, autogordel . . . . . . . . . . . . 177
Openen van de motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Opname, gebeurtenisgegevens . . . . . . . . . . . . . . . 208
Opnieuw instellen controlelampje olie
verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25,249
Opslag van het voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76,233
Over uw remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121,219
Parkeerhulp achter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Parkeerrem, handrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Passeersignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Peilstokken Automatische transmissie . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,298
Stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Portierontgrendeling met afstandsbediening . . . . . . . 13
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
Portiersloten, automatisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
341
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 349 of 356

Sleephaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234Aanhangwagen of caravan . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
Handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
Voertuig met pech . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
Slepen door sleepvoertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
Slepen van een voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
Sleutel, programmering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Sleutel, vervanging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Sloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 Automatisch ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Elektrische portiersloten . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Portier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Smering, koetswerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Snelheidsregeling (Cruise Control) . . . . . . . . . . . . . . 88
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62,92 Automatisch dimmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Binnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Elektrisch bediend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Inklapbare buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Make-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Verwarmde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Sproeiers, koplamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Stallen van het voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214 Motor start niet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Vriestemperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 Starten en rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Startkabels, gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
Startprocedures . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Startprocedures (dieselmotoren) . . . . . . . . . . . . . . 217
Steun, hoofdsteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Elektrisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Hoogteregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45,50
Instaphulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Kantelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Ligtoestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49,56,59
Neerklapbare achterzetel . . . . . . . . . . . . . . . . 54,59
Ontgrendeling rugleuning . . . . . . . . . . . . . . 50,54,59
Verhoogzitje voor kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Verwarmd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Stoffen, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Stopcontact (hulpstopcontact) . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Stopcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Storingslampje (motorcontrole) . . . . . . . . . . . . . . . 247
Strategie regenereren interventies . . . . . . . . . . . . . 304
Stroom Elektrisch bediende ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Elektrisch bediende stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Elektrische deursloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Elektrische spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Rembekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Stopcontact (hulpstopcontact) . . . . . . . . . . . . . . . 97
Stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Verdeelkast (zekeringen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Sturen Bedieningshendels op de stuurkolom . . . . . . . . . . 80
343
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 350 of 356

Stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20,61
Stuurwiel, instelbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Verstelbare stuurkolom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Stuurbedieningselementen audio . . . . . . . . . . . . . . 148
Systeem, navigatie (uconnect™ gps) . . . . . . . . . . . . 147
Tanken, brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Technische gegevens Brandstof (Benzine) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Telescopische stuurkolom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Temperatuurmeter, motorkoeling . . . . . . . . . . . . . . . 8
Temperatuurregeling, automatisch (ATC) . . . . . . . . . 71
Thuiskomertje, kleine reserveband . . . . . . . . . . . . . 321
Tips voor de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
TIREFIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Tractie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
Tractiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Transmissie Automatisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
Trekken achter een motorhome . . . . . . . . . . . . . . 244
Turbo afkoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
UCI-schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Uitlaatgas, waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 114,210,305
Uitlaatsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210,305
Universeel gebruikersinterface (UCI)-schakelaar . . . . 168
Vastgelopen voertuig heen en weer schommelen . . . 282
Vastgereden voertuig bevrijden . . . . . . . . . . . . . . . 282
Veiligheid van het voertuig controleren . . . . . . . . . . 210 Veiligheid, uitlaatgassen . . . . . . . . . . . . . . . . . 114,210
Veiligheidscontrole aan de buitenkant van het
voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Veiligheidscontrole in het voertuig . . . . . . . . . . . . . 211
Veiligheidscontroles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Veiligheidsgordel waarschuwingslampje . . . . . . . . . . 184
Veiligheidsgordel, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172,173,211
Achterzetels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
Controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Gordelspanners . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Hoogteverstelling voorste gordels . . . . . . . . . . . 177
Instructies voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Kinderen beveiligen . . . . . . . . . . . . . 186,189,192,196
Ontwarren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Voorste zetel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173,174
Waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
Zwangere vrouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
Veiligheidssloten voor kinderen (portier) . . . . . . . . . 106
Veranderingen/wijzigingen, voertuig . . . . . . . . . . . . . . 5
Verdronken motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Vergrendelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213 Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Vergrendelingsplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Verhoogde ongevalreactiefunctie . . . . . . . . . . . . . . 206
Verhoogzitje voor kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Verlicht instapsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Versnellingen, bereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Versnellingsbak Additieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Automatisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Handgeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221,312
344
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 351 of 356

Keuze van het smeermiddel . . . . . . . . . . . . . 312,331
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Verstelbare voorzetel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Vertraging (interval) ruitenwissers . . . . . . . . . . . . . . 84
Vertraging, koplichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Vervangingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271
Vervoeren van dieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Verwarmde buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Verwarmde zitplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Vierwielaandrijving (AWD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
Viscositeit, motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298,299
Viscositeitstabel motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen . . . . . . . . . . . . 304
Vloeistof voor stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . 331
Vloeistof, rem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331
Vloeistoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Vloeistoffen, smeermiddelen en originele
onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Vloeistoffen, vulhoeveelheden . . . . . . . . . . . . . . . . 329
Vloeistoflekkage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Vloeistofpeil controleren Handgeschakelde transmissie . . . . . . . . . . . . . . . 312
Handgeschakelde versnellingsbak . . . . . . . . . . . . 312
Motorkoeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,298
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310,331
Stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131,331
Voertuig Identificatie Nummer (VIN) . . . . . . . . . . . 318
Voertuig wijzigingen/veranderingen . . . . . . . . . . . . . . 5
Voorbereidingen voor opkrikken . . . . . . . . . . . . . . 256 Voorruitontdooiing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70,211
Vuldoppen
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296,299
Radiator (koelsysteem) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Vulhoeveelheden vloeistoffen . . . . . . . . . . . . . . . . 329
Waarschuwingen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . 130
Waarschuwingsknipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Waarschuwingslampje onderhoud . . . . . . . . . . . . . 247
Waarschuwingslampje, veiligheidsgordel . . . . . . . . . 184
Waarschuwingslampjes
(Beschrijving instrumentenpaneel) . . . . . . . . . . . . . 247
Waarschuwingssignaal contactsleutel . . . . . . . . . . . . . 9
Waarschuwingssignaal lichten aan . . . . . . . . . . . . . . 79
Wassen van de auto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Wassen van de wagen, wasstraat . . . . . . . . . . . . . . 314
Water Rijden door . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
Wielen en wieldeksels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Wijzigingen/veranderingen, voertuig . . . . . . . . . . . . . 5
Zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Zekeringen onder de motorkap . . . . . . . . . . . . . . . 279
Zender programmeren (afstandsbediening
portiervergrendeling) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Zender, afstandsbediening portiervergrendeling . . . . . 13
Zijdelingse buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
345
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD