engine FIAT FREEMONT 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2012Pages: 356, PDF Size: 8.41 MB
Page 12 of 356

INSTRUMENTENPANEEL (afb. 2)(afb. 2)1 — Uitstroomopening ontwasemen zijruit 6 — Rij schakelaars 11 — Knop Engine Start/Stop (Motor
Aan/Uit)
2 — Luchtrooster 7 — Toetsen Uconnect Touch™ 12 — Ontgrendelhendel motorkap
3 — Instrumentengroep 8 — Sleuf voor SD geheugenkaart 13 — Dimschakelaars
4 — Uconnect Touch™ systeem 9 — Aansluitcontact 14 — Lichtschakelaar
5 — Handschoenenkastje 10 — Sleuf voor cd/dvd
6
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 35 of 356

Uconnect TOUCH™ INSTELLINGEN
TOETSEN
De toetsen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde
van het Uconnect Touch™ 4.3 scherm. Bovendien
bevindt zich in het midden van het instrumentenpaneel,
rechts van de klimaatregelingsbediening, een Scroll/
Enter-draaiknop. Draai aan de knop om door de me-
nu's te bladeren en instellingen te veranderen (bijv. 30,
60, 90), druk een of meerdere keren op het midden van
de draaiknop voor het wijzigen van een instelling (bijv.
ON/OFF (aan/uit)).
SCHERMTOETSEN
Schermtoetsen bevinden zich op het Uconnect
Touch™ scherm.
PERSOONLIJK TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ 4.3
In deze modus kunt u de toetsen en schermtoetsen
gebruiken om via het Uconnect Touch™ systeem toe-
gang te krijgen tot de programmeerbare functies waar-
mee het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display
(Scherm), Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/
hulp), Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en
sloten), Heated Seats (Stoelverwarming), Engine Off
Operation (Stroom bij uitgeschakelde motor), Com-
pass Settings (Kompasinstellingen), Audio and Phone/
Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/Bluetooth-
instellingen).OPMERKING:
Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd.
Druk op de toets "Settings" om toegang te krijgen tot
het Settings scherm, gebruik de schermtoetsen Page
Up / Down om door de volgende instellingen te scrol-
len. Kies de gewenste insteltoets om aan de hand van
de beschrijving op de volgende pagina's de instelling te
wijzigen. (afb. 11) (afb. 12)
Display
Brightness (Helderheid) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Brightness om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt
kunt u de helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde
koplampen regelen. Stel de helderheid in met de
(afb. 11)
1 — Uconnect Touch™ 4.3 instellingentoets
29
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 40 of 356

Passive Entry (Keyless Enter-N-Go) (voorbepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Passive Entry om dit scherm
te veranderen. Met deze functie kunt u de portieren
van uw auto vergrendelen en ontgrendelen zonder dat
u op de afstandbediening de vergrendel- en ontgren-
delknoppen hoeft in te drukken. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Passive Entry. Druk vervol-
gens op de schermtoets met de pijl naar links. Raad-
pleeg “Keyless Enter-N-Go” in “Uw auto”.
Verwarmde stoelen
Auto Heated Seats (Automatische stoelverwarming) (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Auto Heated Seats om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is ingeschakeld,
zal de verwarming van de bestuurdersstoel automa-
tisch inschakelen wanneer de temperatuur lager dan
4,4°C is. Druk om deze functie te selecteren op de
schermtoets Auto Heated Seats, kies On (Aan) of Off
(Uit) en druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links. Opties bij stilstaande motor
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay om dit
scherm te veranderen. Als u deze functie selecteert,
kunt u kiezen of bij uitstappen de koplampen nog 30, 60
of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van
de Headlight Off Delay te veranderen op de scherm-
toets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Stroom bij stilstaande motor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Engine Off Power Delay om
dit scherm te veranderen. Als deze functie is geselec-
teerd, blijven de elektrisch bedienbare ruiten, de radio,
het Uconnect™ telefoonsysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten), het dvd-videosysteem (voor
bepaalde uitvoeringen/markten), het elektrisch bedien-
bare schuifdak (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
en de aansluitcontacten nog maximaal 10 minuten
werken nadat de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Druk, om de status van de
Engine Off Power Delay functie te veranderen, op de
schermtoets 0 seconden, 45 seconden, 5 minuten of
10 minuten. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
34
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 43 of 356

Telefoon / Bluetooth
Gekoppelde apparaten (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Deze functie toont welke telefoons zijn gekoppeld aan
het telefoon / Bluetooth systeem. Raadpleeg voor
meer informatie het Uconnect Touch™ supplement.
PERSOONLIJK TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ 8.4
In deze modus geeft het Uconnect Touch™ systeem u
toegang tot de programmeerbare functies waarmee
het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display (Scherm),
Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/hulp),
Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en slo-
ten), Auto-On Comfort (Comfort automatisch aan),
Engine Off Operation (Stroom bij uitgeschakelde mo-
tor), Compass Settings (Kompasinstellingen), Audio
and Phone Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/
Bluetooth-instellingen). OPMERKING: Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd. (afb. 14)
Als u een selectie wilt aanbrengen, bladert u omhoog
en omlaag tot de gewenste instelling wordt gemarkeerd
en drukt u daarna kort op deze instelling totdat naast
de instelling een vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd. Display
Schermmodus (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
In dit scherm kunt u een van de automatische
weergave-instellingen selecteren. Om de status van de
modus te veranderen drukt u op de schermtoets Day,
Night of Auto en laat deze weer los. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Display Brightness with Headlights ON (Helderheid van de weergave bij ingeschakelde
koplampen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
(afb. 14)
Uconnect Touch™ 8.4 schermtoetsen
37
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 221 of 356

(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto en laat Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN staan. Een kind
zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een in
de zon geparkeerde afgesloten auto, de hitte kan
ernstig of dodelijk letsel toebrengen.
KEYLESS ENTER-N-GO Met deze functie kan de bestuurder
via een druk op de toets de contact-
schakelaar bedienen, mits de af-
standsbediening (RKE) zich in het
passagierscompartiment bevindt.
NORMAAL STARTEN – BENZINEMOTOR
Met de knop ENGINE START/STOP (Motor Aan/Uit) OPMERKING: Bij normaal starten van een koude of
warme motor hoeft u het gaspedaal niet in te trappen.
Om de motor te starten, moet de versnellingspook in
de stand PARK of NEUTRAL staan. Houd het rempe-
daal ingetrapt terwijl u één keer op de ENGINE START/STOP-knop drukt. Het systeem neemt het dan
over en probeert de auto te starten. Als de auto niet
start, slaat de startmotor automatisch na 10 seconden
af. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de
motor aanslaat, drukt u nogmaals op de knop.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP (Motor aan/uit)
1. Zet de versnellingspook in de stand PARK, druk op
de ENGINE START/STOP-knop en laat deze daarna los.
2. De contactschakelaar keert terug naar de stand OFF.
3. Als de versnellingspook niet in de stand PARK staat, moet de knop ENGINE START/STOP twee secon-
den lang worden ingedrukt en moet de rijsnelheid
meer dan 8 km/u bedragen voordat de motor af-
slaat. De contactschakelaar blijft in de stand ACC,
totdat de versnellingspook in de stand PARK staat
en de knop twee keer wordt ingedrukt naar de
stand OFF. Als de versnellingspook niet in de stand
PARK staat en de knop ENGINE START/STOP één
keer wordt ingedrukt, verschijnt op het scherm van
het EVIC (voor bepaalde uitvoeringen/markten) het
bericht “Vehicle Not In Park” (Auto niet in parkeer-
stand) en blijft de motor draaien. Verlaat een auto
nooit als deze niet in de stand PARK staat, omdat de
auto dan kan wegrollen.
OPMERKING: Wanneer de contactschakelaar in de
stand ACC of RUN (motor draait niet) blijft staan en
215UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 222 of 356

de versnellingspook in de stand PARK staat, wordt het
systeem, nadat het 30 minuten niet actief is geweest,
automatisch uitgeschakeld en wordt de contactschake-
laar in de stand OFF gezet.
Functies ENGINE START/STOP – rempedaal
NIET ingedrukt (in de stand PARK ofNEUTRAL)
De ENGINE START/STOP knop werkt hetzelfde als
een contactslot. Er zijn vier standen: OFF, ACC, RUN
en START. Om de contactschakelaar in een andere
stand te zetten zonder de auto te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de onder-
staande stappen.
Starten met de contactschakelaar in de stand OFF:
Druk eenmaal op de ENGINE START/STOP knopom het contactslot in de stand ACC te zetten (op
het EVIC verschijnt "ACC"),
Druk nogmaals op de ENGINE START/STOP-knop om het contactslot in de stand RUN te zetten (op
het EVIC verschijnt "RUN"),
Druk een derde keer op de ENGINE START/STOP knop om het contactslot in de stand OFF te zetten
(op het EVIC verschijnt "OFF").
EXTREEM KOUD WEER (TEMPERATUUR
LAGER DAN 29°C)
Om te zorgen voor betrouwbaar starten bij deze
temperaturen wordt het gebruik van een van buitenaf gevoede elektrische blokverwarmer (te verkrijgen bij
uw erkende dealer) aanbevolen.
ALS DE MOTOR NIET START
WAARSCHUWING!
Giet nooit brandstof of een andere
ontvlambare vloeistof in de luchtinlaat
van het gasklephuis om de auto te starten. Hier-
door kunnen steekvlammen ontstaan die ernstig
letsel kunnen veroorzaken.
Probeer niet de auto te starten door middel
van aanduwen of slepen.Auto’s met een automa-
tische versnellingsbak kunnen niet op die manier
worden gestart . Onverbrande brandstof kan de
katalysator binnendringen, na het starten ont-
branden en zo de katalysator en de auto bescha-
digen.Wanneer de auto een lege accu heeft , kunt
u startkabels gebruiken en starten met een hul-
paccu of de accu van een andere auto. Deze
startmethode kan gevaarlijk zijn bij ondeskundig
gebruik. Raadpleeg voor meer informatie "Star-
ten met startkabels" in "Noodgevallen".
'Verzopen' motor starten (met de ENGINE
START/ST OP-knop)
Als de motor niet start nadat u de procedures voor
"normaal starten" of "extreme koude" hebt gevolgd,
216
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 223 of 356

kan het zijn dat de motor 'verzopen' is. Om de over-
tollige brandstof af te voeren, houdt u het rempedaal
ingetrapt, houdt u het gaspedaal helemaal ingetrapt, en
drukt u vervolgens één keer op de ENGINE START/
STOP-knop en laat deze weer los. De startmotor
wordt automatisch ingeschakeld, draait gedurende
10 seconden, en wordt dan uitgeschakeld. Als dit ge-
beurt, laat dan het gas- en rempedaal los, wacht gedu-
rende 10 tot 15 seconden, en herhaal dan de procedure
"Normaal starten".
NA HET STARTEN
Het stationaire toerental wordt automatisch geregeld
en loopt terug naarmate de motor warmer wordt.
NORMAAL STARTEN — DIESELMOTOR
Met de knop ENGINE START/STOP (Motor Aan/Uit)
1. Zet de contactschakelaar in de stand ON doortweemaal op de knop ENGINE START/STOP (Mo-
tor aan/uit) te drukken.
2. Kijk naar het controlelampje "Wachten met star- ten" in de instrumentengroep. Raadpleeg "Instru-
mentengroep" in “Waarschuwingslampjes en mel-
dingen” voor meer informatie. Dit zal twee tot tien
seconden branden, afhankelijk van de motortempe-
ratuur. Wanneer het controlelampje "Wachten met
starten" uitgaat, is de motor gereed om te worden
gestart. 3. DRUK NIET op het gaspedaal. Om de motor te
starten, moet de versnellingspook in de stand PARK
of NEUTRAL staan. Trap op het rempedaal (alleen
automatische versnellingsbak) of houd het
koppelingspedaal ingetrapt (alleen handgeschakelde
versnellingsbak) terwijl u tegelijkertijd de knop EN-
GINE START/STOP (Motor aan/uit) ingedrukt
houdt. Laat de knop los als de motor start.
OPMERKING: Onder zeer koude omstandigheden
kan het nodig zijn om de startmotor tot 30 seconden
te laten draaien om de motor te starten. Laat de knop
los als de motor niet start. Wacht 25-30 seconden en
probeer dan opnieuw te starten.
4. Laat de motor na aanslaan nog ca. 30 seconden stationair draaien voordat u gaat rijden. De olie kan
zo door het motorblok circuleren en de turbolader
smeren.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP (Motor aan/uit)
1. Plaats nadat het voertuig tot stilstand is gekomen de keuzehendel in de stand NEUTRAL (vrij) en druk
daarna kort op de knop ENGINE START/STOP
(Motor aan/uit).
2. De contactschakelaar keert terug naar de stand OFF.
3. Plaats de keuzehendel in de eerste versnelling of Reverse (Achteruit) en schakel de handrem in.
217
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 224 of 356

OPMERKING:
Als de contactschakelaar in de stand ACC blijft staan,
zal het systeem na 30 minuten van inactiviteit automa-
tisch worden uitgeschakeld en de contactschakelaar in
de stand OFF worden gezet.
Als de contactschakelaar in de stand RUN blijft staan,
zal het systeem na 30 minuten van inactiviteit automa-
tisch worden uitgeschakeld, mits de auto stilstaat en de
motor is uitgezet.
Als de rijsnelheid hoger is dan 8 km/u, dient de knop
ENGINE START/STOP (Motor aan/uit) gedurende
twee seconden te worden ingedrukt voordat de motorafslaat. De contactschakelaar blijft in de stand ACC
totdat het voertuig stilstaat en de knop twee keer
wordt ingedrukt naar de stand OFF.
Turbolader “afkoelen”OPMERKING:
Door de motor stationair te laten
lopen na een lange rit krijgt de turbine-unit de kans om
af te koelen tot een normale bedrijfstemperatuur.
Hanteer het volgende schema om te bepalen hoeveel
stationaire draaitijd nodig is om de turbolader vol-
doende te koelen voordat u de motor afzet, afhankelijk
van de rijwijze en de belading van de auto.
Afkoelschema turbolader
Rijden Omstandigheden Lading Turbocompressor TemperatuurTijd stationair (in minuten)
Voor uitschakelen
Stop & Go Leeg Koud Minder dan 1
Stop & Go Gemiddeld Warm 1 Snelwegen Gemiddeld Warm 2
Stadsverkeer Maximaal toelaatbaar totaal- gewicht van het voertuig ende aanhangwagen samen Warm
3
Snelwegen Maximaal toelaatbaar totaal- gewicht van het voertuig ende aanhangwagen samen Warm 4
Hellingen Maximaal toelaatbaar totaal- gewicht van het voertuig ende aanhangwagen samen Heet 5
218
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 346 of 356

Koplampschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Langzaam-rijdenfunctie (instrumentenverlichting
overdag) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Licentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Make-upspiegeltje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80,248,273
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271,272
Parkeerlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Reserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Richtingaanwijzer . . . . . . . . . . . . 80,213,248,272,275
Service Engine Soon (storingslampje) . . . . . . . . . 247
Service, achter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272,275
Storingslampje (motorcontrole) . . . . . . . . . . . . . 247
Tractiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Waarschuwing (Beschrijving
instrumentenpaneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
Waarschuwing aan koplampen . . . . . . . . . . . . . . . 79
Waarschuwing brandstofniveau . . . . . . . . . . . . . 7,23
Waarschuwing lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
Waarschuwing lichten aan . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Waarschuwing rembekrachtiging . . . . . . . . . . . . 128
Waarschuwing remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
Waarschuwing veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . . . 250
Zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Zijknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
Lampjes vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271,272
Lampjes, vervanging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213,271
Lane Change Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
LATCH-systeem (Onderste bevestigingspunten
en -banden voor kinderzitjes) . . . . . . . . . . . . . . . . 193 Lekke band vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 256
Lekken, vloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Levensduur van de banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Ligtoestand stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56,59
Loodvrije benzine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Luchtfilter, motor (luchtreinigingsfilter motor) . . . . . 299
Make-upspiegeltjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Maximaal voertuiggewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Maximale asbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Meters
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Temperatuur koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Methanol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Methanolbrandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Mini-Trip Computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Mistlamp bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273,274
Mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80,248,273,274
Mobiele telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214,296 Aanbevelingen voor inrijden . . . . . . . . . . . . . . . 214
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Brandstofvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Chassisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Interval olieverversing . . . . . . . . . . . . . . . . . 25,298
Keuze van de motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
Koeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
Koelvloeistof (antivries) . . . . . . . . . . . . . . . 306,330
Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,329,330
340
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 354 of 356

Opmerking
Fiat Group Automobiles S.p.A. - Parts & Services - Technical Services - Service EngineeringLargo Senatore G. Agnelli, 3 - 10040 Volvera - Torino (Italia)Print n. 603.81.991 - 09/2011 - Edition 1