display FIAT PANDA 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: PANDA, Model: FIAT PANDA 2018Pages: 240, PDF Size: 13.62 MB
Page 211 of 240

185)Langdurig naar het display kijken:
gebruik tijdens het rijden geen enkele
functie waarvoor langdurig naar het display
moet worden gekeken. Stop de auto op
een veilige manier en conform de
wegenverkeerswetgeving voordat u
probeert een functie van het systeem te
gebruiken die langdurige aandacht vereist.
Ook af en toe een korte blik op het display
werpen kan gevaarlijk zijn als de aandacht
op een kritiek moment van het rijden wordt
afgeleid.
186)Volume instellen: stel het volume niet
te hoog in. Houd tijdens het rijden het
volume op een dusdanig niveau dat
verkeersgeluiden en sirenes van
hulpdiensten hoorbaar blijven. Rijden terwijl
deze geluiden niet hoorbaar zijn, kan
ongelukken veroorzaken.
BELANGRIJK
72)Druk niet per ongeluk op de eject-toets
wanneer u een CD in de speler plaatst.
Uconnect RADIO
187) 188) 189) 190) 191) 192) 193) 194) 195) 196)
De Uconnect Radio is ontworpen
voor de specifieke kenmerken van het
interieur, met een aangepast design dat
perfect aansluit op de vormgeving van
het dashboard.
De aanwijzingen voor gebruik staan
hieronder en wij adviseren met klem
deze zorgvuldig door te lezen.
TIPS
Raak vertrouwd met de verschillende
Uconnect Radio functies (bijvoorbeeld,
de stations opslaan) alvorens te
beginnen met rijden.
Ontvangstomstandigheden
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden
voortdurend. De ontvangst kan
gestoord worden door de aanwezigheid
van bergen, gebouwen of bruggen,
vooral wanneer u ver verwijderd bent
van de zender.
BELANGRIJK Het volume kan
toenemen wanneer verkeersinformatie
of nieuws wordt ontvangen.
Zorg en onderhoud
Maak het frontpaneel uitsluitend met
een zachte, antistatische doek schoon.
Reinigings- en polijstmiddelen kunnen
het oppervlak beschadigen.DIEFSTALBEVEILIGING
De Uconnect Radio is uitgerust met een
diefstalbeveiliging die gebaseerd is op
de informatie-uitwisseling tussen de
Uconnect Radio en de elektronische
regeleenheid (boordcomputer) in het
voertuig.
Dit systeem garandeert maximale
veiligheid en voorkomt dat elke keer dat
de stroomvoorziening van de
Uconnect Radio uitvalt, de geheime
code opnieuw ingevoerd moet worden.
Als de controle een positief resultaat
oplevert, dan begint de Uconnect Radio
te werken. Als de codes bij de
vergelijking echter niet overeenkomen
of als de elektronische regeleenheid
(boordcomputer) wordt vervangen, dan
zal het toestel de gebruiker vragen
om de geheime code in te voeren op
de manier die in de volgende paragraaf
is beschreven.
De geheime code invoeren
Wanneer de Uconnect Radio wordt
ingeschakeld, wordt op het display, als
het wachtwoord wordt gevraagd,
ongeveer 2 seconden het opschrift
"Radio code" weergegeven, gevolgd
door vier streepjes "----".
De geheime code bestaat uit vier cijfers
van 1 t/m 6, waarbij elk streepje met
een cijfer overeenkomt.
209 
Page 212 of 240

Druk voor het invoeren van het eerste
cijfer op de betreffende knop van de
voorkeuzestations (1 t/m 6). Voer de
overige cijfers van de code op dezelfde
manier in.
Als de vier cijfers niet binnen 20
seconden worden ingevoerd, dan
verschijnt op het display "Enter code - -
- -". Als dit gebeurt, wordt dit niet als
het invoeren van een verkeerde code
beschouwd.
Na invoer van het vierde cijfer (binnen
20 seconden), begint de Uconnect
Radio te werken.
Als een verkeerde code wordt
ingevoerd, geeft de Uconnect Radio
een geluid af en toont het display het
opschrift "Radio blocked/ wait" om aan
te geven dat de juiste code moet
worden ingevoerd.
Elke keer dat de gebruiker een
verkeerde code invoert, neemt de
wachttijd geleidelijk aan toe (1 min, 2
min, 4 min, 8 min, 16 min, 30 min,
1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en 24
uur), tot een maximum van 24 uur.
De wachttijd wordt op het display
getoond met het opschrift "Radio
blocked/wait". Als dit opschrift is
verdwenen, kan de code opnieuw
worden ingevoerd.Paspoort autoradio
Dit document is het eigendomsbewijs
van de Uconnect Radio. Op het
paspoort van de Uconnect Radio staan
het model, het serienummer en de
geheime code aangegeven.
BELANGRIJK Bewaar dit
autoradiopaspoort op een veilige plek,
zodat bij diefstal van de Uconnect
Radio de betreffende informatie aan de
bevoegde instanties gegeven kan
worden.
Neem, in geval van zoekraken van het
paspoort van de autoradio, contact
op met het Fiat Servicenetwerk, neem
uw identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van uw auto
mee.
210
MULTIMEDIA 
Page 219 of 240

ALGEMENE INFORMATIE
De Uconnect Radio is voorzien van de
volgende functies:
Radiosectie
PLL-tuner met FM/AM/MW
golfbanden (waar voorzien);
RDS (Radio Data System) met
TA-functie (verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON
(Enhanced Other Network) - REG
(regionale programma's);
AF: zoeken naar alternatieve
frequenties in RDS;
automatisch/handmatig afstellen op
stations;
FM Multipath detector;
handmatige opslag van 36 of 54
stations: 18 in de FM band (6 in FM-A,
6 in FM-B en 6 in FM-C) en 18 in AM
(6 in AM-A, 6 in AM-B en 6 in AM-C) en
18 in DAB (waar voorzien);
SPEED VOLUME functie:
automatische volumeregeling op basis
van de autosnelheid;
automatische Stereo/Mono selectie.
Audiogedeelte
Mute-functie;
Soft-Mute functie;
Loudness functie
grafische 7-bands equalizer;
Gescheiden regeling hoge/lage
tonen
Balansregeling linker/rechter
kanalen.
Bluetooth®
Voor deBluetooth® functie, zie de
beschrijving in de speciale paragraaf.
USB/iPod sectie
Voor de USB/iPod-functie, zie de
beschrijving in de speciale paragraaf.
AUX-gedeelte
Selectie AUX-bron;
AUX Offset functie: aanpassing
volume van draagbaar apparaat aan
dat van andere bronnen;
Draagbare speler afspelen.
OPMERKING Het is niet mogelijk de
AUX-bron informatie te bekijken op het
radiodisplay
FUNCTIES EN
INSTELLINGEN
Inschakelen
De Uconnect Radio wordt ingeschakeld
als er kort op de toets/knop
(ON/
OFF) wordt gedrukt.Als de Uconnect Radio ingeschakeld
wordt wanneer de sleutel wordt
verwijderd uit het contactslot, zal deze
automatisch uitschakelen na ongeveer
20 minuten (als deze tijd is ingesteld).
Nadat de Uconnect Radio zichzelf
automatisch heeft uitgeschakeld, kan
hij weer 20 minuten extra worden
ingeschakeld door op de
(ON/OFF)
knop te drukken.
Uitschakelen
Lang drukken op knop
(ON/OFF).
Volumeregeling
Om het volume af te stellen, draai aan
de draaiknop
.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd
tijdens het uitzenden van
verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd
tot het einde van deze
verkeersinformatie.
Mute-functie
(het volume uitzetten)
Druk op de knop
/op het
stuurwiel om de Mute-functie in te
schakelen. In de radiobron verschijnen
het woord “MUTE” en de actieve bron.
Druk nogmaals op de knop
/op
het stuurwiel om de Mute-functie uit
te schakelen.
217 
Page 220 of 240

Audio-instellingen
De functies die kunnen worden
geselecteerd in het audio-menu
wijzigen afhankelijk van de context:
AM/FM en DAB (waar aanwezig)/USB/
iPod/Bluetooth®/AUX.
Druk kortstondig op de AUDIO-toets
om de audiofuncties te veranderen. Na
de eerste druk op de AUDIO-toets,
toont het display de waarde van het
bass-niveau voor de op dat moment
ingeschakelde bron (bijv. bij gebruik van
FM, toont het display het opschrift
"FM Bass +2").
Gebruik de
oftoets om door de
menufuncties te lopen. Gebruik voor
het wijzigen van de instelling van de
gekozen functie de
oftoetsen.
De huidige status van de gekozen
functie verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet
zijn:
BASS: regeling van lage tonen;
HOOG: regeling hoge tonen;
BALANS: regeling balans rechts/
links;
FADER: regeling balans voor/achter
(waar voorzien);
LOUDNESS: inschakeling/
uitschakeling van de toename van bass
en hoge tonen;
EQUALIZER: activering en selectie
van in de fabriek ingestelde
equalizerniveaus;
MY EQ: persoonlijke
equalizerinstelling.
MENU
Functies MENU-toetsen
Druk kortstondig op de MENU toets om
de Menu-functie te activeren.
Gebruik de
oftoets om door de
menufuncties te lopen. Gebruik voor
het wijzigen van de instelling van de
gekozen functie de
oftoetsen.
De functies waarin het menu voorziet
zijn:
AF SWITCHING: automatische
inschakeling/uitschakeling van de
selectie van het station met het sterkste
signaal dat hetzelfde programma
uitzendt.
OPMERKING FM in DAB (indien
voorzien; de radio schakelt automatisch
naar FM in geval van een laag
DAB-signaal en terug naar DAB zodra
het signaal beschikbaar is) wordt
ingeschakeld door het inschakelen van
AF.
TRAFFIC INFORMATION:
inschakeling/uitschakeling van
verkeersinformatie.OPMERKING Verkeersinformatie wordt
alleen ingeschakeld als afgestemd op
het station dat de aankondiging
uitzendt.
DAB INFO CATEGORIES (alleen
ingeschakeld voor DAB-bronnen):
afzonderlijke categorie
inschakelen/uitschakelen (Financieel,
Nieuwsflits, Programma-info, Spec
evenement, Sportrapportage,
Waarschuwing, Weer).
REGIONAL MODE: inschakeling/
uitschakeling van regionale
programma’s.
MP3-DISPLAY: MP3 display-
instelling.
SPEED VOLUME: automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling.
RADIO ON VOLUME: in-/
uitschakeling maximumlimiet
radiovolume.
RADIO OFF: off mode selectie.
SYSTEM RESET: resetten van
fabrieksinstellingen.
Druk opnieuw op de MENU-toets om
de Menu-functie te verlaten.
OPMERKING De instellingen AF
SWITCHING, TRAFFIC INFORMATION
en REGIONAL MODE zijn alleen bij
FM mogelijk.
218
MULTIMEDIA 
Page 221 of 240

RADIO (Tuner)
Om de Radiofunctie te selecteren
tijdens het beluisteren van een andere
audiobron, druk een aantal keer kort op
de RADIO-knop om de gewenste
golfband te selecteren, FM AM of DAB
(waar voorzien).
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont
de display de naam (alleen RDS-
stations), de frequentie van het gekozen
station, de gekozen golfband (bijv.
FMA) en het nummer van de
voorkeuzetoets (bijv. P1).
Elke keer dat op de toets wordt
gedrukt, worden de FM, AM en DAB
golfbanden (waar voorzien) na elkaar
gekozen.
Voorkeuzetoetsen
De toetsen met de nummer 1 t/m 6
worden voor het instellen van de
volgende voorkeuzestations gebruikt:
18 in de FM golfband (6 in FM-A,
6 in FM-B en 6 in FM-C);
18 in de AM golfband (6 in AM-A, 6
in AM-B en 6 in AM-C).Om een vooringesteld station te
beluisteren, selecteer de gewenste
frequentiegolfband met de
RADIO-knop, druk kort op de
ABC-knop om de vooringestelde
golfband (A, B of C) te selecteren, en
druk dan kort op de bijbehorende
vooringestelde knop (van 1 tot 6).
Door langer dan 2 seconden op de
voorkeuzetoets te drukken, wordt het
station waarop is afgestemd
opgeslagen. De opslagfase wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Automatische afstemming
Druk kortstondig op de
oftoets
om automatisch te zoeken naar het
volgende station dat in de gekozen
richting ontvangen kan worden.
Handmatig afstemmen
Kies de gewenste golfband en druk
vervolgens herhaaldelijk kort op de
oftoets om het zoeken in de
gekozen richting te starten. Als de
of
toets langer ingedrukt wordt
gehouden, dan start het snel zoeken.
Dit stopt wanneer de toets wordt
losgelaten.USB/iPod MODUS
Om de USB/iPod-modus te activeren
moet het betreffende apparaat
(USB-stick of ander apparaat) in de
USB-poort in het handschoenenkastje
worden gestoken.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-MODUS
Druk, om de AUX-bron te activeren,
meerdere malen op de MEDIA-toets of
de SRC-toets op het stuurwiel tot de
betreffende bron wordt weergegeven.
BLUETOOTH®
Bluetooth® technologie maakt het
mogelijk gebruik te maken van een
mobiele telefoon via het handsfreesys-
teem van de auto, zonder dat hiervoor
bedrading nodig is.
Om het handsfreesysteem te kunnen
gebruiken, moet men over een mobiele
telefoon metBluetooth® technologie
beschikken. Om de lijst met compati-
bele telefoons te raadplegen, zie de
website: www.mopar.eu/eigenaar.
De handsfree-functie zorgt ervoor dat
de volgende werkzaamheden kunnen
worden verricht:
219 
Page 222 of 240

Een telefoonnummer bellen via
spraakbediening: men kan een
telefoonnummer bellen door de cijfers
hardop uit te spreken.
Een naam uit het telefoonboek
bellen via spraakbediening: men kan
een naam uit het telefoonboek bellen
met behulp van de stem. Men kan ook
een naam uit het telefoonboek bellen
door de naam te selecteren uit de
contacten die op de display van het
instrumentenpaneel verschijnen. (Voor
deze functie moet uw telefoondirectory
gekopieerd zijn op het hands-
freesysteem van de auto).
Een gesprek aannemen: een
inkomend gesprek kan aangenomen
worden door te drukken op de
toets
op het stuurwiel.
Een gesprek weigeren: een
inkomend gesprek kan geweigerd
worden door te drukken op de
toets op het stuurwiel.
SMS-lezer
(uitsluitend beschikbaar met mobiele
telefoons die deze functie
ondersteunen)
De SMS-bericht-lezer maakt het
volgende mogelijk:
Geïnformeerd worden, via een
melding op de display van het
instrumentenpaneel, als een nieuw
SMS-bericht op de mobiele telefoon
metBluetooth® technologie is ontvan-
gen; het nummer/de naam van de
zender wordt weergegeven en het sys-
teem zal vragen of het bericht
voorgelezen moet worden.
Beheer de lijst berichten ontvangen
op uw mobiele telefoon alleen tijdens
verbinding met het actieve systeem.
Snelgids voor de SMS-
berichtenlezer
(alleen voor mobiele telefoons die deze
functie ondersteunen)
Als uwBluetooth® telefoon deze func-
tie ondersteunt, zal het systeem, wan-
neer u een nieuw SMS-bericht
ontvangt, u waarschuwen met een
geluidssignaal en u vragen of u het ber-
icht wilt lezen.
Zeg “Ja” of druk op deknop of
SRC/OK. Het systeem leest het laatst
ontvangen bericht;
Zeg “NEE” of druk op de/
knop. Het systeem zal het bericht
opslaan dat u later kunt lezen, zolang
de telefoon aan het systeem is
verbonden.
Zie voor alle functies en het gebruik van
de SMS-berichtenlezer, het hoofdstuk
“FUNCTIES VAN DE SMS-LEZER”.MULTIMEDIA FUNCTIES
Met hetMEDIA-menu kunt u de
nummers opgeslagen op een USB/
Bluetooth® AUDIO of AUX-bron
(aangesloten op de USB-uitgang) beki-
jken en beluisteren.
Het wordt aanbevolen om alleen
onbeveiligde muziekbestanden, met de
ondersteunde extensies, te laden. Als
het USB-apparaat andere formaten
heeft (bijv. .exe .cab .inf, etc.) kunnen
problemen tijdens het afspelen van
de nummers optreden.
Ga als volgt te werk om het USB-
apparaat op het systeem aan te sluiten:
Sluit het apparaat aan op het
USB-contact in het
handschoenenkastje;
Draai de contactsleutel naar de
stand MAR. Het systeem begint
automatisch uw digitale nummers te
spelen, door ze te selecteren uit een
bibliotheek die werd gecreëerd op het
moment dat het USB-apparaat werd
aangesloten.
Als het aanmaken van de
multimediabibliotheek voltooid is, kan
het systeem gebruikt worden om de
nummers weer te geven, te selecteren
en af te spelen.
220
MULTIMEDIA 
Page 223 of 240

Multimediabibliotheek beheren
Met de MEDIA-functie kan men digitale
audio op het USB-apparaat selecteren
door spraakherkenning of de
bedieningstoetsen op het stuurwiel te
gebruiken.
Nummers kunnen worden geselecteerd
op map, artists, muziekgenre, album
en afspeellijst.
Activeer het hoofdmenu via de knoppen
op het stuurwiel op het display van het
instrumentenpaneel, selecteer de
BLADEREN USB-optie en druk dan op
SRC/OK.
Selecteer een van de volgende items:
MAPPEN
ARTISTS
GENRES
ALBUMS
AFSPEELLIJST
en druk opSRC/OK.
selecteer “ALLES AFSPELEN” en
bevestig metSRC/OK;
selecteer het gekozen item en
bevestig metSRC/OK;
Het is ook mogelijk dezelfde functies te
bereiken met de spraakopdrachten:
druk op de knop op het stuurwiel
en zeg "BROWSE USB";
zeg een van de beschikbare opties:
"MAPPEN", "ARTISTS", "GENRES",
"ALBUMS", "AFSPEELLIJST";
selecteer “ALLES AFSPELEN” en
bevestig metSRC/OK;
selecteer het gekozen item en
bevestig metSRC/OK.
Pauze
Om het beluisterde nummer tijdelijk te
onderbreken: druk op de knop
op
het frontpaneel van de Uconnect Radio.
Om het tijdelijk onderbroken nummer
verder te beluisteren: druk op de knop
op het frontpaneel van de
Uconnect Radio.
Stop
Zeg, om het afspelen van een nummer
te stoppen, "Einde".
Zeg, om weer te beluisteren “Afspelen”.
OPMERKING De opdracht “Afspelen”
is alleen beschikbaar als het afspelen
gestopt is met de opdracht “Stoppen”.
Volgende nummer
Om handmatig naar het volgende
nummer te gaan: tijdens het luisteren
naar een digitaal nummer, druk op
(bediening op stuurwiel) of
(Uconnect Radiobediening) (waar
voorzien).Vorige nummer
Om handmatig naar het vorige nummer
terug te gaan: tijdens het luisteren
naar een digitaal nummer, druk
op
(bediening op stuurwiel) of
(Uconnect Radiobediening) (waar
voorzien).
Audiobron wisselen
Druk, om de actieve radiobron te
veranderen (Radio, USB/iPod, Tuner,
Bluetooth® Audio) op deSRC/OKof
MEDIAknop op het frontpaneel van de
Uconnect Radio, of, met spraakinterac-
tie: zeg “Selecteer bron USB/iPod,
Radio,Bluetooth® Audio”.
OPMERKING Tijdens het afspelen van
Bluetooth® audio zou er onjuiste infor-
matie met betrekking tot de telefoon
kunnen worden weergegeven. Dit ligt
niet aan de radio, maar is afhankelijk
van de informatie die door de telefoon
wordt verzonden.
BLUETOOTH® APPARAAT
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Toegang tot het naar het op het
systeem gekopieerde telefoonboek is
alleen mogelijk wanneer de mobiele
telefoon waaruit het telefoonboek
is gekopieerd, verbonden is.
221 
Page 224 of 240

De namen opgeslagen op de
SIM-kaart of in uw mobiele
telefoongeheugen kan op verschillende
manieren worden overgebracht naar
het systeem, afhankelijk van het model
mobiele telefoon.
De spraakopdrachten leren kennen
Tijdens de dialoog met het systeem,
kan altijd het spraakopdracht " Help "
gebruikt worden om gedetailleerde
informatie over de beschikbare
spraakopdrachten voor elke
interactieve fase te ontvangen.
Een Bluetooth® apparaat koppelen
OPMERKING Deze handeling mag
alleen uitgevoerd worden bij stilstaande
auto.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van uw mobiele telefoon met het
systeem.
Handmatige procedure:
Activeer het Hoofdmenu door op de
MENU-knop te drukken;
selecteer de INSTELLINGEN-optie,
dan de “Koppelen”-optie.
Spraakprocedure:
Druk open zeg “Instellingen”. Zeg
dan, aan het einde van het bericht,
“Koppelen”.
Het systeem toont dan een
PIN-nummer op het display dat
gebruikt moet worden voor het
koppelen.
Zoek met de zoekfunctie van de
Bluetooth®-apparaten van uw tele-
foon naar het "Radio BT"-apparaat.
Voer, wanneer de mobiele telefoon
hierom vraagt, met het toetsenbord van
de mobiele telefoon de PIN-code in
die op de display van het
instrumentenpaneel wordt getoond. Als
de registratie geslaagd is, zegt het
systeem "Bezig naar verbinden" en
daarna wordt op het display ter
bevestiging het identificatienummer van
de geregistreerde mobiele telefoon
weergegeven.
Zodra het apparaat geregistreerd is,
vraagt het systeem, als de functie
ondersteund is door de telefoon, om
het telefoonboek te downloaden op de
Uconnect Radio.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten die
gelinkt zijn aan de radio, verwijder
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®-apparaten op
de telefoon en maak een nieuwe kop-
peling.Een nummer bellen
Druk op de stuurwielbedieningen
zeg “Bel” en dan de naam van de
contactpersoon in het telefoonboek.
Als de naam herkend wordt, zal het
systeem de informatie over de
contactpersoon weergegeven op het
display.
Het systeem vraagt u uw verzoek te
bevestigen. Zeg om te bellen "Ja"; en
anders "Nee".
Anders is het mogelijk een nummer te
bellen dat niet in het telefoonboek staat
door het nummer cijfer voor cijfer te
zeggen.
Een inkomend gesprek beheren
Wanneer er een gesprek binnenkomt,
geeft het systeem de ID van de beller
weer, waar voorzien.
Een inkomend gesprek wordt
gesignaleerd door gepersonaliseerde
beltonen van uw mobiele telefoon
(de beschikbaarheid van deze functie
hangt af van de specifieke opties van
uw telefoon).
Een oproep beantwoorden:
Om de oproep te beantwoorden,
druk op
;
Druk, om het telefoongesprek te
beëindigen, langer dan 1 seconde op
.
222
MULTIMEDIA 
Page 226 of 240

BELANGRIJK
187)Een te hoog volume tijdens het rijden
kan zowel voor de bestuurder als de
passagiers gevaarlijk zijn. Regel het volume
altijd zodanig dat achtergrondgeluiden
blijven.
188)Het gebruik van sommige functies van
het systeem tijdens het rijden, kan de
aandacht van de weg afleiden en mogelijk
een ongeval of andere ernstige gevolgen
veroorzaken; om die reden mogen deze
functies uitsluitend gebruikt worden
wanneer de rijomstandigheden dit toelaten
en indien nodig alleen bij stilstaande
auto.
189)Deze aanwijzingen lezen en opvolgen:
voordat het systeem wordt gebruikt,
moeten alle veiligheidsinformatie en
-aanwijzingen in deze
gebruikershandleiding gelezen en
opgevolgd worden. Veronachtzaming van
de voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding kan tot ongelukken of andere
ernstige gevolgen leiden.
190)Bewaar de handleiding in de auto: als
de gebruikershandleiding in de auto wordt
bewaard, kan deze makkelijk en snel
geraadpleegd worden door degenen die
nog niet vertrouwd zijn met het systeem.
Zorg ervoor dat iedereen toegang heeft tot
de handleiding en de instructie en de
veiligheidsinformatie zorgvuldig doorleest
bij het eerste gebruik van het systeem.191)Waarschuwing: het systeem tijdens
het rijden bekijken, kan de aandacht van de
weg afleiden; dit kan tot ongelukken of
andere ernstige gevolgen leiden. Wijzig
tijdens het rijden niet de
systeeminstellingen en voer niet handmatig
gegevens in (door middel van de
bedieningstoetsen). Zet het voertuig op een
veilige en wettelijk toegestane manier stil
voordat u deze handelingen verricht. Het
toepassen van deze voorzorgsmaatregelen
is belangrijk, aangezien voor het instellen
of wijzigen van bepaalde functies de
aandacht van de bestuurder van de weg
kan worden afgeleid en de handen van het
stuur moeten worden genomen.
192)Spraakopdrachten: de functies van
het systeem kunnen via spraakopdrachten
uitgevoerd worden. Door
spraakopdrachten te gebruiken tijdens het
rijden kan het systeem beheerd worden
zonder uw handen van het stuurwiel te
halen.
193)Langdurig naar het display kijken:
gebruik tijdens het rijden geen enkele
functie waarvoor langdurig naar het display
moet worden gekeken. Stop de auto op
een veilige manier en conform de
wegenverkeerswetgeving voordat u
probeert een functie van het systeem te
gebruiken die langdurige aandacht vereist.
Ook af en toe een korte blik op het display
werpen kan gevaarlijk zijn als de aandacht
van de bestuurder op een kritiek moment
van het rijden wordt afgeleid.194)Volume instellen: stel het volume niet
te hoog in. Houd tijdens het rijden het
volume op een niveau dat u in staat stelt
het verkeer en noodsirenes buiten te horen.
Rijden terwijl deze geluiden niet hoorbaar
zijn, kan ongelukken veroorzaken.
195)Spraakherkenning gebruiken: de
software van de spraakherkenning is
gebaseerd op een statistisch proces dat
aan fouten onderhevig is. Het is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker de
functies van de spraakherkenning te
controleren en eventuele fouten te
corrigeren.
196)Gevaar voor afleiding: de functies
kunnen handmatige instellingen vereisen
(zonder gebruik van spraakopdrachten).
Dergelijke instellingen maken of gegevens
invoeren tijdens het rijden kan uw aandacht
danig afleiden en kan leiden tot een
ongeval of andere ernstige gevolgen. Zet
het voertuig op een veilige en wettelijk
toegestane manier stil voordat u deze
handelingen verricht.
224
MULTIMEDIA 
Page 237 of 240

ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken...............115
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbags...................93
ABS (systeem)......................66
Accu
opladen........................149
Achterlichtunits (lamp vervangen).................................122
Achterruitsproeier..................157
Achteruitkijkspiegels.................16
Achteruitrijlicht/Mistachterlicht......123
Actieve veiligheidssystemen..........66
Afmetingen........................177
Airbags.............................93
Alarmknipperlichten................118
ASR (systeem)......................67
Bagageruimte......................29
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten................39
Beschermingssystemen
inzittenden.......................77
Brandstofafsluitsysteem............135
Brandstofverbruik..................195
Buitenverlichting....................17
CBC-systeem......................73
CO2-emissie.......................197
Contactslot.........................10
D.R.L. (dagrijverlichting).............17Dagrijlichten (DRL)
“Dagrijlichten”...................17
Dashboard...........................8
De motor starten...................101
Derde remlicht (lamp vervangen).................................123
Dimlicht
bediening.......................18
Display.............................40
Dualogic versnellingsbak...........104
ECO-functie.......................109
Een lamp vervangen................118
Elektrische ruitbediening.............27
Elektrische stuurbekrachtiging
"Dualdrive"......................108
ESC (systeem)......................66
Fiat CODE (systeem)................11
Fix&Go-kit.........................131
Follow me home (systeem)...........18
Frontairbags........................93
Geprogrammeerd onderhoud......139
Gewichten.........................180
Grootlicht
bediening.......................18
Handgeschakelde
versnellingsbak..................103
Handrem..........................103
HBA (systeem)......................68
Hendels op het stuurwiel
linkerhendel.....................17rechterhendel...................21
Het voertuig opkrikken.............158
HH (-systeem).......................66
Hoofdsteunen.......................15
Interieur (reiniging).................160
Interieurverlichting...................20
iTPMS..............................74
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)......................123
Kinderzitjes.........................83
Klimaatregeling......................23
Koplampen dimlicht/grootlicht
(lamp vervangen)................120
Lampjes op instrumentenpaneel
....43
Mistachterlichten...................19
Mistlampen (lamp vervangen).......121
Mistlampen/mistachterlicht...........19
Modusselectiesysteem.............106
Motor.............................163
Motorkap...........................27
Motorruimte.......................151
Niveaus controleren...............151
Officiële typegoedkeuringen........225
Parkeerlichten......................18
Parkeersensoren...................110
Plafondverlichting voor...............20
Portieren............................11
centrale portiervergrendeling. . . . . . .11