sensor FIAT PUNTO 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2012, Model line: PUNTO, Model: FIAT PUNTO 2012Pages: 215, PDF Size: 3.43 MB
Page 86 of 215

82
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PERIODES DAT DE AUTO NIET
GEBRUIKT WORDT fig. 103
Als de auto enige tijd niet gebruikt wordt
(of als de accu vervangen wordt) is het
noodzakelijk om de elektrische voeding van
de accu af te koppelen; om dit soort werk-
zaamheden, uiterst voorzichtig, uit te voe-
ren, gaat u als volgt te werk: druk op de
knop A-fig. 103om de stekker Blos te
maken van de sensor Cvoor bewaking van
de accustatus (deze laatste zit op de min-
pool van de accu zelf).NOODSTART fig. 104
(met Start&Stop-systeem zonder
secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als een noodstart wordt uitgevoerd met
een hulpaccu mag de minkabel (–) vanaf de
hulpaccu nooit met de minpool A-fig. 104
van de accu van de auto worden verbon-
den, maar moet de minkabel op een mas-
sapunt op de motor of de versnellingsbak
worden aangesloten.
Wendt u voor het vervangen
van de accu altijd tot het Fi-
at Servicenetwerk. Vervang de accu
door een accu van hetzelfde type
(HEAVY DUTY) en met dezelfde spe-
cificaties.
ATTENTIE!
fig. 103F0M0623mfig. 104F0M0658m
Page 133 of 215

129
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
LAMPJES
EN BERICHTEN
ALGEMENE
STORINGSMELDING
(geel)
Het lampje gaat bij de volgende omstan-
digheden branden.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje gaat branden bij een storing
in de motoroliedruksensor. Wendt u zo
snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk
om de storing te laten verhelpen.
Storing Start&Stop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als er een storing
is in het Start&Stop-systeem.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
Storing buitenverlichting
Zie hetgeen beschreven is voor lampje
6.
Brandstofnoodschakelaar
geactiveerd
Het lampje gaat branden als de brand-
stofnoodschakelaar is ingeschakeld.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
è
DEFECTE
BUITENVERLICHTING
(geel)
Het lampje gaat branden (bepaalde uit-
voeringen) als er een storing is in een van
de volgende systemen:
– buitenverlichting
– remlichten
– mistachterlichten
– richtingaanwijzers
– kentekenplaatverlichting
– dagverlichting (d.r.l.) (voor bepaalde uit-
voeringen/markten).
De storing kan betreffen: doorbranden
van een of meer lampen, doorbranden van
de bijbehorende zekering of een onder-
breking in de elektrische verbinding.
Op enkele uitvoeringen gaat het lampje è
branden.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorende melding op het display.
W
MISTACHTERLICHTEN
(geel)
Het lampje gaat branden als de mistach-
terlichten worden ingeschakeld.
4
STORING
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
– FIAT CODE
(geel)
Een brandend lampje (op enkele uitvoe-
ringen verschijnt ook een melding op het
display) geeft een storing aan in het Fiat
Code-systeem of, indien aanwezig, in het
diefstalalarm: wendt u in dat geval zo snel
mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Y
Page 161 of 215

157
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
NOODGE-
VALLEN
7,5
7,5
5
5
5
10
5
20
20
20
20
5
5
7,5 1 (*)
8 (*)
8
13
2 (*)
5
11
4
6
14
7
12
3
10
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast op dashboard fig. 36
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Dimlicht links
Dimlicht links, koplampverstelling
Koplampafstelling
Voeding INT/A voor relaisspoelen in zekeringenkast motorruimte
en relaisspoelen in regeleenheid body computer
Plafondlampje voor, plafondlampje achter (VAN-uitvoering)
+ Accu voor voeding EOBD-diagnosestekker, sirene diefstalalarm, autoradio,
Blue&Me-regeleenheid.
INT-voeding voor instrumentenpaneel, rempedaalschakelaar (N.O.-contact),
derde remlicht
Slotmotoren portiervergrendeling, “dead lock”-actuatoren, motor
achterklepontgrendeling
Ruitensproeier-/achterruitsproeierpomp
Motor ruitbediening in voorportier bestuurderszijde
Motor ruitbediening in voorportier passagierszijde
INT-voeding voor verlichting bedieningspanelen, elektrische buitenspiegelverstelling,
regeleenheid opendak, infotelematica-aansluiting my-port
Instrumentenpaneel
INT-voeding voor rempedaalschakelaar (N.C.-contact),
koppelingspedaalschakelaar, interieurverwarming, Blue&Me-regeleenheid,
inbouwvoorbereiding autoradio, voltage-stabilizer, achteruitrijlicht in achterbumper,
waterdetectiesensor in brandstoffilter, voorgloeiregeleenheid, luchtkwantummeter,
sensor in rembekrachtiger, relaisspoelen in zekeringenkast motorruimte
(*) Zekering alleen aanwezig op enkele versies.
Page 163 of 215

159
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
NOODGE-
VALLEN
15
7,5
–
15
5
7,5 30
84
85
86
87
88
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Mistlamp links, mistlamp rechts
Magneetkleppen voor methaanregeling CNG-systeem
Stekkerdoos (inbouwvoorbereiding)
Stekkerdoos interieur, aansteker
Accuconditiesensor
Spiegelverwarming bestuurderszijde, spiegelverwarming passagierszijde
Page 166 of 215

162
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
NOODGE-
VALLEN
Probeer een bevroren accu
niet op te laden: eerst moet
de accu ontdooid worden, anders
loopt u het risico dat de accu ontploft.
Als de accu bevroren is geweest, moet
door deskundig personeel worden ge-
controleerd of de cellen niet bescha-
digd zijn en of de bak geen scheuren
vertoont, waardoor de giftige en
corrosieve vloeistof kan weglekken.
ATTENTIE!
De vloeistof in de accu is gif-
tig en corrosief. Vermijd het
contact met de huid en de ogen. Het
opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed geventileer-
de ruimte, ver verwijderd van open
vuur en vonkvormende apparaten:
brand- en ontploffingsgevaar.
ATTENTIE!VERSIES MET Start&Stop
SYSTEEM fig. 42
Ga als volgt te werk om het opladen, heel
voorzichtig, uit te voeren:
❒druk op knop A-fig. 42om de stekker
Blos te maken van de sensor Cvoor be-
waking van de accustatus (deze laatste zit
op de minpool van de accu zelf).
❒sluit de pluskabel (+) van het laadappa-
raat aan op de pluspool (+) van de accu;
❒sluit de minkabel (–) van het laadapparaat
aan op de pen Dvan de minpool (–) van
de accu;
❒schakel het laadapparaat in;
❒als het opladen voltooid is, eerst het ap-
paraat uitschakelen voordat het losge-
koppeld wordt van de accu;
❒sluit de stekker Bweer aan de de sen-
sor Cvan de accu.
fig. 42F0M0661m
Page 171 of 215

167
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD
EN ZORG
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
●● ●
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
●●
●●
●●
●● ●
●● ●● ● ●
●● ●● ● ●
ONDERHOUDSSCHEMA BENZINE-UITVOERINGEN
UITVOERING BENZINEMOTOR EURO 4, EURO 5 EN DIESELMOTOR EURO 4
× 1000 km 30 60 90 120 150 180
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
en eventueel sproeiermonden afstelle
Stand wisserbladen voor en achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken van schijfremmen voor/achter (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
op conditie en slijtage controleren en werking van remblokslijtagesensor controleren
Remschoenen achter (trommelremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen
(stofkappen, hoezen enz.), en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (koelsysteem
remsysteem, hydraulische koppelingbediening, ruitensproeiers, accu enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriem(en) voor de hulporganen visueel controleren
Conditie van getande distributieriem visueel controleren
Spanning van aandrijfriemen voor hulporganen controleren en eventueel afstellen
(uitvoeringen 1.2 – 1.4 met verwarming)
Klepspeling controleren en eventueel afstellen (uitvoeringen 1.2 8V – 1.4 8V)
Uitlaatgasemissie controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Page 173 of 215

●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
169
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD
EN ZORG
UITVOERINGEN DIESEL EURO 5
× 1000 km 35 70 105 140 175
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp-en achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
en eventueel sproeiermonden afstellen
Stand wisserbladen voor en achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage
controleren en werking van remblokslijtagesensor controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Remschoenen achter (trommelremmen) op conditie/slijtage controleren (1.3 Multijet)
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming, uitlaat,
brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.), en rubber slangen
van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op vervuiling controleren
en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(koelsysteem, remsysteem, hydraulische koppelingbediening, ruitensproeiers, accu enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren
Emissie/roetuitstoot controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Controle van de laadstatus van de accu en eventuele oplading