ABS FIAT SCUDO 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2010, Model line: SCUDO, Model: FIAT SCUDO 2010Pages: 210, PDF Size: 3.43 MB
Page 113 of 210

112
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
Als de contactsleutel in stand
M staat , kunnen, ook bij uit-
gezette motor, de airbags inschakelen
als de auto stilstaat en de auto fron-
taal wordt aangereden door een an-
dere auto. Daarom mogen, ook als de
auto stilstaat , absoluut geen kinderen
op de passagiersstoel voor worden ge-
plaatst . Als de contactsleutel echter in
stand S staat , wordt bij een ongeval
geen enkel beveiligingssysteem (airbag
of gordelspanners) geactiveerd; als een
systeem niet in werking treedt , be-
tekent dit niet dat het systeem niet
goed werkt .
ATTENTIE!
De stoelen mogen niet met
water worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met de
hand of in een automatisch wasap-
paraat).
ATTENTIE!
De frontairbag treedt in
werking als de botsing zwaar-
der is dan een botsing waarbij alleen
de gordelspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden in liggen, treden al-
leen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE!
Haak geen harde voorwer-
pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
ATTENTIE!
De airbag is geen vervanging
voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Omdat de fron-
tairbags niet worden geactiveerd bij
frontale botsingen bij lage snelheid, bij
zijdelingse aanrijdingen en als de auto
van achter wordt aangereden of over
de kop slaat , worden in deze gevallen
de inzittenden uitsluitend door de vei-
ligheidsgordels beschermd. De gordels
moeten dus altijd gedragen worden.
ATTENTIE!
Als u de contactsleutel in
stand M draait , gaat het
lampje
“(met de frontairbag
aan passagierszijde ingeschakeld) enke-
le seconden knipperen, om u eraan te
herinneren dat de airbag aan passa-
gierszijde bij een botsing wordt geac-
tiveerd. Hierna moet het lampje doven.
ATTENTIE!
Laat bij diefstal of een poging
tot diefstal, bij beschadiging
of als de auto bij een overstroming on-
der water is geweest , het airbagsy-
steem door het Fiat Servicenetwerk
controleren.
ATTENTIE!
093-112 ScudoG9 NL:093-112 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:57 Pagina 112
Page 121 of 210

120
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
TREKHAAK MONTEREN
De trekhaak moet door gespecialiseerd
personeel aan de carrosserie worden be-
vestigd waarbij de richtlijnen die hierna zijn
opgenomen, moeten worden aangehou-
den. Schakel een lage versnelling in tijdens het
afdalen om te voorkomen dat u constant
moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat op de
trekhaak rust, moet worden afgetrokken
van het laadvermogen van de auto.
Om er zeker van te zijn dat u het maxi-
mum toelaatbaar aanhangergewicht niet
overschrijdt (aangegeven op de type-
goedkeuring), moet u er rekening mee
houden dat het maximum betrekking
heeft op het totale gewicht van de aan-
hangwagen of caravan, inclusief accessoi-
res en bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen die
voor auto’s met aanhanger gelden. U mag
in geen geval sneller rijden dan 100 km/h.
Het ABS werkt niet op het
remsysteem van de aanhan-
ger. Wees daarom extra voorzichtig
op gladde wegen.
ATTENTIE!
Voer in geen geval modifica-
ties aan het remsysteem van
de auto uit. Het remsysteem van de
aanhanger moet geheel onafhanke-
lijk van het hydraulisch remsysteem
van de auto worden bediend.
ATTENTIE!
113-122 ScudoG9 NL:113-122 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:58 Pagina 120
Page 124 of 210

123
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN............................................ 124
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU................................. 124
AANGETROKKEN HANDREM........................................ 124
STORING AIRBAG ............................................................... 125
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR.............. 125
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN . 126
TE LAGE MOTOROLIEDRUK/TE HOGE
MOTOROLIETEMPERATUUR .......................................... 126
STORING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING 127
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN............................ 127
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS............... 128
STORING EBD ...................................................................... 128
STORING IN INSPUITSYSTEEM ....................................... 128
UITGESCHAKELDE AIRBAG PASSAGIERSZIJDE ......... 129
STORING ABS ....................................................................... 129
STOP ........................................................................................ 129
BRANDSTOFRESERVE ........................................................ 130
MISTACHTERLICHTEN ...................................................... 130
ALGEMENE STORINGSMELDING................................... 130
STORING ESP ....................................................................... 130
VERSLETEN REMBLOKKEN.............................................. 131DIMLICHT.............................................................................. 131
MISTLAMPEN VOOR.......................................................... 131
ACHTERWIELOPHANGING MET LUCHTVERING ... 131
RICHTINGAANWIJZER LINKS........................................ 131
RICHTINGAANWIJZER RECHTS.................................... 131
GROOTLICHT....................................................................... 131
CRUISE-CONTROL ............................................................ 132
SNELHEIDSBEGRENZER.................................................... 132
VOORGLOEI-INSTALLATIE............................................... 132
WATER IN BRANDSTOFFILTER....................................... 132
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD ........................... 132
L L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
123-132 ScudoG9 NL:123-132 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:58 Pagina 123
Page 130 of 210

129
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENSTOP (rood)
Dit lampje gaat branden gelijk-
tijdig met een willekeurig ander
waarschuwingslampjeSTORING ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand
Mdraait, gaat het lampje bran-
den. Na enkele seconden moet het
lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenet-
werk.
>“
AIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje
“brandt als de frontairbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand M
draait, gaat het lampje
“ongeveer 4 se-
conden branden en vervolgens 4 secon-
den knipperen. Hierna moet het lampje
doven.Het lampje
“geeft boven-
dien eventuele storingen van
het lampje
¬aan. Dit wordt weer-
gegeven met een knipperend lampje
“, ook als de 4 seconden al zijn ver-
streken. In dit geval kan het lampje ¬geen storingen in de airbag-/gordel-
spannersystemen aangeven. Voordat
u verder rijdt , dient u contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk
om het systeem direct te laten con-
troleren.
ATTENTIE!
STOP
Als dit lampje brandt : stop de
auto op een veilige plaats,
verwijder de sleutel uit het contactslot
en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
123-132 ScudoG9 NL:123-132 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:58 Pagina 129
Page 136 of 210

135
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Voor het verwisselen van het wiel en voor
het juiste gebruik van de krik en het re-
servewiel moeten de onderstaande voor-
zorgsmaatregelen in acht worden geno-
men.
Attendeer het overige weg-
verkeer op de stilstaande au-
to m.b.v.: de waarschuwingsknipper-
lichten, de gevarendriehoek enz. Tij-
dens het verwisselen van een wiel moe-
ten alle inzittenden de auto hebben
verlaten, vooral als de auto zwaar be-
laden is, en op een veilige afstand van
het verkeer wachten, totdat het wiel
verwisseld is. Trek de handrem aan.
ATTENTIE!
Voordat u een wiel verwis-
selt, moet u de wielophan-
ging met luchtvering (indien aanwe-
zig) uitschakelen. Raadpleeg de pa-
ragraaf “Wielophanging met luchtve-
ring” in dit hoofdstuk.
ATTENTIE!
Het reservewiel behoort bij
de auto waarbij het geleverd
is. Gebruik het reservewiel niet bij an-
dere auto’s en monteer geen reserve-
wielen van andere auto’s. De wiel-
bouten zijn speciaal voor deze auto:
gebruik de wielbouten niet bij ande-
re auto’s en gebruik geen wielbouten
van andere auto’s.
ATTENTIE!
Laat het verwisselde wiel zo
snel mogelijk repareren en
monteren. Smeer voor montage de
schroefdraad van de wielbouten niet
met vet: de bouten kunnen loslopen.
ATTENTIE!
De krik dient uitsluitend voor
het verwisselen van een wiel
van de auto waarbij de krik geleverd
is of voor auto’s van hetzelfde model.
Gebruik de krik niet voor het opkrik-
ken van andere auto’s. Gebruik de
krik beslist nooit voor het uitvoeren
van werkzaamheden onder de auto.
Als de krik niet juist geplaatst wordt,
kan de opgekrikte auto van de krik
vallen. Op een sticker op de krik is het
maximum hefvermogen aangegeven;
de krik mag nooit voor een zwaarde-
re last worden gebruikt.
ATTENTIE!
Door een verkeerde monta-
ge kan het wieldeksel tijdens
het rijden loslaten. Maak het ventiel
absoluut niet open. Plaats geen enkel
stuk gereedschap tussen velg en band.
Controleer regelmatig de spanning
van de banden en van het reservewiel
en houdt u daarbij aan de waarden
die beschreven staan in het hoofdstuk
“ Technische gegevens”.
ATTENTIE!
Het is nodig te weten dat:
❒de krik 1,76 kg weegt;
❒de krik geen afstelwerkzaamheden ver-
eist;
❒de krik niet kan worden gerepareerd:
bij een defect moet de krik door een
krik van hetzelfde type worden ver-
vangen;
❒behalve de slinger geen enkel ander ge-
reedschap op de krik gemonteerd mag
worden.
133-152 ScudoG9 NL:133-152 ScudoG9 NL 16-11-2009 14:22 Pagina 135
Page 162 of 210

161
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
KOELVLOEISTOF fig. 6
Het niveau van de koelvloeistof moet ge-
controleerd worden bij een koude motor
en moet tussen het MIN- en MAX-merk-
teken op het expansiereservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door een
mengsel van gedemineraliseerd water en
50%PARAFLU
UPvan PETRONAS LU-
BRICANTS langzaam via de vulopening A
van het expansiereservoir te gieten tot aan
hetMAX-merkteken.
Een mengsel van PARAFLU
UPen gede-
mineraliseerd water in een mengverhou-
ding van 50% beveiligt tot een tempera-
tuur van –35°C.
fig. 6F0P0152m
Het motorkoelsysteem is ge-
vuld met PARAFLUUP-koel-
vloeistof. Gebruik voor het
eventueel bijvullen vloeistof
met dezelfde specificaties als waarmee
het motorkoelsysteem is gevuld.
PARAFLU
UP-koelvloeistof kan niet wor-
den gemengd met welke andere koel-
vloeistof dan ook. Als dit toch gebeurt ,
mag de motor absoluut niet worden ge-
start en moet u zich tot het Fiat Servi-
cenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder
druk. Vervang de dop zo no-
dig alleen door een exemplaar van
hetzelfde type, anders kan de werking
van het systeem in gevaar worden ge-
bracht . Draai bij een warme motor de
dop van het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor verbranding.
ATTENTIE!
Afgewerkte motorolie en het
vervangen motoroliefilter be-
vatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olie
en het vervangen van het oliefilter door
het Fiat Servicenetwerk te laten uit-
voeren. Het Fiat Servicenetwerk be-
schikt over de uitrusting voor het op mi-
lieuvriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen verwerken van af-
gewerkte olie en oliefilters.
Vul nooit olie bij met andere
specificaties dan de olie waar-
mee de motor is gevuld.
153-172 ScudoG9 NL:153-172 ScudoG9 NL 16-11-2009 14:26 Pagina 161
Page 164 of 210

163
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
Voorkom, als u de dop los-
draait , contact tussen de zeer
corrosieve vloeistof en de lak.
Als remvloeistof wordt ge-
morst , moet de lak onmiddellijk met
water worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst , moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neu-
trale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
ATTENTIE!
Het symbool πop het reser-
voir geeft aan dat syntheti-
sche remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt . Het
gebruik van minerale vloeistoffen moet
absoluut worden vermeden, omdat de
rubbers in het remsysteem door deze
vloeistoffen worden beschadigd.
ATTENTIE!
OLIE VAN DE
STUURBEKRACHTIGING
Controleer de olie van de stuurbekrachti-
ging bij een koude motor en als de auto op
een vlakke ondergrond staat. De olie moet
tussen het MIN- en MAX-merkteken op
het reservoir staan fig 9 enfig. 10..
Bij zeer warme olie kan het olieniveau bo-
ven het MAX-merkteken staan.
Indien nodig kan het niveau worden bij-
gevuld met olie, die dezelfde specificaties
moet hebben als de reeds in het systeem
aanwezige olie.
fig. 9 - Uitvoering 90 MultijetF0P0150mfig. 10 - Uitvoeringen 120 Multijet
en 140 MultijetF0P0151m
Het olieverbruik van de stuur-
bekrachtiging is zeer laag; als
na het bijvullen de olie binnen
korte tijd weer moet worden
bijgevuld, moet het systeem door het
Fiat Servicenetwerk op eventuele lek-
kage worden gecontroleerd.
Voorkom dat de olie voor de
stuurbekrachtiging in contact
komt met de warme delen van de mo-
tor: de olie is ontvlambaar.
ATTENTIE!
Voor de besteluitvoering
wordt aangeraden de rem-
vloeistof om de twee jaar te vervangen.
ATTENTIE!
153-172 ScudoG9 NL:153-172 ScudoG9 NL 16-11-2009 14:26 Pagina 163
Page 173 of 210

172
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
De stoffen bekleding van uw
auto is langdurig bestand te-
gen slijtage die ontstaat bij
een normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals metalen ges-
pen, sierknopen en klittenbandsluitin-
gen, moet echter absoluut worden ver-
meden omdat hierdoor grote druk ont-
staat op een bepaalde plek op de be-
kleding, waardoor deze plek kan slijten
en de bekleding beschadigd wordt . STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Voor een nog betere rei-
niging van de stoffen bekleding raden wij
u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons
en een oplossing van neutrale zeep.Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum of
wasbenzine voor het reinigen van de
interieurdelen van de auto. De elek-
trostatische lading die tijdens het rei-
nigen door het wrijven ontstaat , kan
brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Bewaar nooit spuitbussen in
de auto: ontploffingsgevaar.
Spuitbussen mogen niet worden bloot-
gesteld aan temperaturen boven
50°C. In de zomer kan de tempera-
tuur in het interieur ver boven deze
waarde oplopen.
ATTENTIE!
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of
benzine om het glas van het instrumen-
tenpaneel schoon te maken.
LEREN STUURWIEL /
POOKKNOP
Reinig deze componenten uitsluitend met
water en neutrale zeep.
Gebruik nooit alcohol of producten op ba-
sis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt
voor het reinigen van de interieurdelen,
moet u eerst de aanwijzingen op het eti-
ket van het product lezen en controleren
of het geen alcohol en/of substanties op
basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit
met speciaal daarvoor bestemde produc-
ten, per ongeluk druppels op het leer van
het stuurwiel of de pookknop terechtko-
men, moeten deze onmiddellijk worden
verwijderd en het betreffende gebied met
water en neutrale zeep worden afgeno-
men.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij het
gebruik van mechanische diefstalbeveiligin-
gen op het stuurwiel om beschadiging van
de leren bekleding te voorkomen. KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieur-
delen op de normale manier te reinigen met
een doek bevochtigd met water en een neu-
trale zeep zonder schuurmiddel. Voor het
verwijderen van vet- of hardnekkige vlekken
moeten speciale schoonmaakmiddelen zon-
der oplosmiddelen worden gebruikt, die ge-
schikt zijn voor het reinigen van kunststof
en die het visuele effect en de kleur van de
componenten niet wijzigen.
153-172 ScudoG9 NL:153-172 ScudoG9 NL 16-11-2009 14:26 Pagina 172
Page 195 of 210

194
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
120 Multijet
80
8
9
5,25
1,9
0,519
7,5140 Multijet
80
8
9
5,25
1,9
0,519
7,5 90 Multijet
80
8
8
6,2
1,7
0,519
7,5
VULLINGSTABEL
Brandstoftank: litersinclusief een reserve van: liter
Koelsysteem
motor: liter
Carter en filter: liter
Versnellingsbak/
differentieel: kg
Hydraulisch remcircuit met:
ABS (met ESP) kg
Vloeistofreservoir
ruitensproeiers, achterruitsproeier,
koplampsproeiers: liter
(*) De remvloeistof moet ten minste iedere 2 jaar worden vervangen (bestel-uitvoering)Voorgeschreven brandstoffen
en originele smeermiddelen
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
Mengsel van water en 50%
PARAFLU
UP
SELENIA WR
TUTELA CAR MATRYX
TUTELA TOP 4 (*)
Mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL
SC 35
173-199 ScudoG9 NL.qxd:173-199 ScudoG9 NL 10-12-09 19:21 Page 194
Page 201 of 210

200
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Brandstofnoodschakelaar.......................... 64
Brandstofverbruik......................................... 197
Buitenverlichting
– bediening ................................................... 47
– gloeilamp achter vervangen ............ 143
– gloeilamp voor vervangen ................. 141
Carrosserie
– onderhoud ................................................ 170
– uitvoeringen .............................................. 173
Centrale portiervergrendeling .............. 72
CO
2-emissie via de uitlaat ......................... 199
Cruise-control ................................................. 54
Dashboard ..................................................... 5
Dashboardkastje ............................................ 65
Derde remlicht ............................................... 144
Dieselfilter (aanwezigheid van water) 132
Dimlicht
– bediening .................................................... 47
– gloeilamp vervangen............................. 141
EOBD (systeem).......................................... 87
Extra accessoires............................................ 90
Fiat CODE ...................................................... 6
Frontairbags...................................................... 106
Fix & Go ............................................................. 138
Gewichten en trekgewichten ................ 190
Gloeilamp (vervangen van een lamp). 139
Gordelspanners .............................................. 96
Grootlicht
– bediening ................................................... 47
– gloeilamp vervangen............................. 141
Handrem.......................................................... 116
Hendels aan het stuur ................................ 47
Hoofdsteun....................................................... 23
Identificatiegegevens .................................. 174
Imperiaal/skidrager
(montagevoorbereiding)........................ 77
Instrumenten ................................................... 14
Instrumentenpaneel .................................... 13
Interieur.............................................................. 172
Interieuruitrusting ......................................... 65
Interieurverlichting...................................... 60
– gloeilamp vervangen ........................... 139
Aansteker ........................................................ 67
Aanwijzingen voor het laden ................... 79
ABS ...................................................................... 82
Accu
– economische modus ............................ 151
– opladen........................................................ 151
– starten met een hulpaccu................. 134
– technische specificaties ...................... 180
– vloeistofniveau......................................... 164
Achterruitverwarming.................. 30-35-43
Achteruitrijlichten.......................................... 143
Afmetingen....................................................... 185
Afstandsbediening centrale portierver-
/ontgrendeling.............................................. 7
Airconditioning, handbediend................. 31
Asbak ................................................................... 67
Autoradio (Systeem) ................................... 89
Banden .............................................................. 184
– een lekke band ........................................ 135
Bandenspanning (plaatje) .......................... 184
Brandstof
– brandstofmeter ...................................... 14
– dop van de brandstoftank................. 91
Brandstofmeter ............................................ 14
A A
L L
F F
A A
B B
E E
T T
I I
S S
C C
H H
R R
E E
G G
I I
S S
T T
E E
R R
200-208 ScudoG9 NL.qxd:200-208 ScudoG9 IT 10-12-09 19:16 Page 200